1 °E> -londerliedeii te treden. Ik bepaal mij tot de 'n ^'Nederlanden, lato sensa. ®et; Het nieuwe jaar begon in Gelderland en Fries- endet|and met Kerstmis; in Utrecht met 25 Maart tot :cllle'het jaar 1333 toen men ook van Kerstmis af begon eici' te tellen; in Delft, Dordrecht en Brabant met ^^'^aaschavond; in het overige van Bolland, in Vlaanderen en Henegouwen met Paaschdag. eacl« 'tls zoo, den 16den Juni 1575, (niet 1574) werd ar voorgeschreven het jaar met deu lsteu Januari uva«'te beginnen, doch dit gold niet voor Holland, waar de Staten reeds in 1532 dien dag aangeno- e:j men hadden. ee'tt? In 1572 was het Paschen op den 6den April, koile De eerste van die maand was een Dinsdag. 0! D£ V. heeft in zijn opstel eene onjuistheid, iD (Cj bet stellen der termijnen van Paschen tusschen 1 de# 24 Maart en 16 April. Zij zijn: 22 Maart, toen het Paschen was voor 1818, doch op welken dag het to? 2000 niet meer vallen zal, en 25 April, r waarop het Paschen zijn zal in 1886 en 1943. SI. ur .it si -j'PTU BUITENLAND. 5 Frankrijk. Uit de Nationale Vergadering. ,e De Goulard. ve, Terwijl de Nationale Vergadering besloten ec heeft, gedurende de zoogenaamde „jours de gras" Tu geen vacantie te houden en de afgevaardigden ,j zich dus niet naar hun familiekring kunnen be geven, komen vele hunner huisgenooten hen in [e de vergaderingen gezelschap houden. De tribunes zijn in de laatste dagen opgevuld geweest met elegante dames en lieve rooskleurige bébé's, die hunne eclitgenooten en vaders in de imposante hoedanigheid van volksvertegenwoordiger komen hooren en bewonderen. Doch terwijl het in de oude goede (I) tijden vóór 1789 in hooge gerechts- w' hoven eu parlementen (voor zooveel zij bij elkan- 16 der kwamen) gewoonte was, tegen de vasten- 'e! dagen onbeduidende of grappige zaken te behan- h' delen, hebben de kinderen en elegante dames nu sc juist bijzonder vervelende discussies bijgewoond, :11| namelijk over het belastingvoorstel van Amaten lej„den toestand, waarin staatsambtenaren zullen 't verkeeren, wanneer zij in de kamer worden ge- kozen, of wel de kamerleden die tot ambtenaren worden benoemd. n Het voorstel Arnat om een belasting op het vermogen te heffen van 25 centimes op 1000 francs heeft de Vergadering besloteu niet in overweging It te nemen. De vooruuamsle reden hiervan is het- I' geen door deu heer Tillaucourt werd aangevoerd, namelijk dat de budget-commissie bezig is onder zoek te doen naar middelen om de belasting op de grondstoffen te vervangen en dat een dergelijk voorstel als van Amat eerst in aanmerking kan f komen, wanneer het blijkt dat zij hierin niet kan slagen. Over de ambtenaren-afgevaardigden zijn drie artikelen aangenomen, waarbij bepaald wordt: dat wanneer hun traktement grooter is dan hunne vergoeding als volksvertegenwoordigers, zij gedu- i jende de zittingen van dat traktement slechts zoo- s veel zullen ontvangen als het de genoemde ver- 3 goeding te boven gaat. Indien deze vergoeding li daarentegen hooger is dan hun traktement, dan vervalt dit laatste gedurende de zitting geheel aan den staat. De heer Goulard, nieuw benoemd minister van landbouw en koophandel, zal zelf naar Londen ver trekken om over de nieuwe tarieven met Enge land te onderhandelen. Bij het verdrag tusschen Frankrijk en Duiischland heeft hij zich reeds met dergelijke quaesties bezig gehouden,en zich daarbij in die internationaal-fiuancieele handelsaangele genheden als een zeer bekwaam man getoond. Fnseland. De moord op lord Mayo. De Alabama-quaestie. De Globe zegt het volgende over den moord op den Gouverneur van Britsch Indie gepleegd: Het is met een diepe droefheid, dat wij den op lord Mayo gepleegden moord mededeelen. Deze treurige gebeurtenis heeft laatstleden Don derdag plaats gehad. Bij het ministerie van kolo niën is zij eerst heden (12 Febr.) te twaalf uren be(tend geworden. De oorzaak hiervan is, dat het tooneel is voorgevallen in de haven van Blair waar zich eeu établissement van veroordeelden bevindt, en dat daar geen telegrafische gemeenschap bestaat. Al de lëiteu, die betrekkelijk deze treurige ge beurtenis tot nu toe aan het licht zijn gekomen, zijn door den eersten minister en den hertog van Argyll aan de kamers medegedeeld. ,i(«De afgestorven graaf werd tot onderkoning van Indië benoemd teu tijde van het bestuur van den heer Disraeli. Hij had reeds onder dat- aellde bestuur en de ministeries van Lord Derby, de waardigheid van secretaris-generaal voor Ier land bekleed. Na ongeveer vier jaren zijn onder koningschap te hebben vervuld was lord Mayo dq populairste gouverneur-generaal geworden, die in de geschiedenis van Indië bekend is. Zijn Vroegtijdige dood zal, wij zijn er van overtuigd, 'over het geheele grondgebied van hare majesteit, eeu algemeene ontboezeming van sympathie en diepe droefheid te voorschijn roepen. Lord Mayo was in de vorige week op reis naar Burmah. De moord had tegen den avond plaats. De moordenaar is een boef, die tot depor tatie was veroordeeld, en af komstig van de grenzen van Penjab." Het Alabama-conflict laat zich wat gunster aan zien dan eenige dagen geleden. Algemeen ver wacht men dat het reeds aan den heer Schenk ter hand gestelde Amerikaansche antwoord op de Engelsche nota in denzelfden vriendschappe- lijken en vredelievenden toon zal gesteld zijn. De oplossing, die als het meest waarschijnlijk wordt beschouwd, is dat de vraag of indirecte schaden al dan niet in aanmerking zullen ko men, insgelijks aan de Geneefsche arbiters zal worden onderworpen, en door deze dus als een soort van praejudicieele quaestie zou uitgemaakt worden,voordat zij tot het eigenlijke onderzoek n ar de grootte der toegebrachte schaden zouden over gaan. De Engelsche bladen beginnen iutusschen een merkbaar lageren toon aan te slaan, dan toen de Amerikaansche eischeu pas voor den dag waren gekomen. De reden hiervan is zonder twijfel deze, dat zij het onjuiste gaan inzien van de door Gladstone en velen van hen zoo onbe suisd opgeworpen bewering, als zouden door het traktaat van Washington indirecte eischen be paald uitgesloten zijn. Deze stelling is, wij toon den het onlangs in een hoofdartikel aan, niet vol te houden; en de Engelsche bladen zien zich dus, welke zedelijke interpretatie zij verder aan het gedrag van Amerika mogen geven, wel ge noodzaakt op het juridisch standpunt der quaestie eenigszins achteruit te krabbelen. Het zal wellicht aan sommigen verwondering baren, dat de oppositie inde vertegenwoordiging, die anders alle gelegenheden aangrijpt om Gladstone aan te vallen, hem over bet Washing- ton-traktaat betrekkelijk met rust laat. Disraeli toch heeft zich in deze quaestie eerder naast dan tegenover den Premier geplaatst. Dit verschijn sel hangt zamen met eene minder bekende bij zonderheid van de onderhandelingen over het traktaat. Gladstone had namelijk eerst uitsluitend leden van zijne partij tot onderhandelaars benoemd, en daaronder den bekwamen John Roso, ex-mi nister van Financiën van Canada, een man uit stekend met de Amerikaansche aangelegenheden vertrouwd. Deze heer nu maakte Gladstone er zelf attent op, dat hij door uitsluitend leden zijner partij tot commissarissen te kiezen, zonder twijfel eene bestrijding van het tractaat door de oppo sitie zou uitlokken, al ware het ook geheel on berispelijk. Hij verklaarde zich zelfs bereid, van zijne benoeming afstand te doen om aan een Tory een plaats in te ruimen. Gladstone stemde toe en dien tengevolge werd sir Strafford North- cote in de commissie gebracht, die naast Disraeli en Derby een der hoofdpersonen van de Tory- partij mag genoemd worden. Aan dezen boudge noot heeft de premier nu de zachtzinnige houding der oppositie, maar het land wellicht ook de verwarring ie danken, die uit het tractaat van Washington ontstaan is. Oostenr.-Hong. Monarehie. Het vergelijk met Gallicië. Zooals men weet heeft het sub-comité, uit de grondwets-commissie benoemd voor het vergelijk met Gallicië, zijn rapport opeubaar gemaakt. Wij achten het niet onbelangrijk, daarvan den hoofd inhoud mede te deeien. Het rapport bevat de vier volgende onder- deelen I. De zaken, die zonder aan de respectieve be palingen der grondwet te kort te doen, aan eene zelfstandige Gallicische wetgeving kun nen onderworpen worden. II. Eventueele wijzigingen, die bij aanneming van het ontwerp ten opzichte van het be stuur, de uitvoerende en.rechterlijke macht in de fundamenteele wetten moeten ge bracht worden. III. Eventueele bepalingen ten opzichte der financiën. IV. Bepalingen over de uitvoering der wet. Rubriek I bevat de volgende punten: De wetgeving over de organisatie der kamers van koophandel en industrie. De wetgeving over de crediet- en assurantie- inrichtingen, over de banken met uitzondering van diegene, die het recht hebben om bank noten uit te geven. c. De vaststelling der beginselen van het onder wijs op scholen, gymnasiën en universi teiten. d. Strafwetgeving over politiezaken. e. Gedeeltelijk de wetgeving over verbanning, namelijk voor zoover betreft de uitvoering en de kosten aan de verbanning verbonden. Een gedeelte der burgerlijke wetgeving, name lijk: Over voogdij en curateele; het houden der publieke registers; de organisatie der recht banken en de wijze van procedeereu voo-- die rechtbanken. g. De wetgeving over het fundamenteele karak ter van de organisatie der staatkundige en administratieve autoriteiten van eerste en tweede instantie. Dat de wetgeving op al deze punten zich alleen tot Gallicië zal uitstrekken spreekt van zelf. Bij de verschillende bepalingen zijn voorts eenige restricties gemaakt, die meestal hierop neerkomen,dat zij slechts in zooverre kracht hebben als zij aan de algemeene rijksgrondwet geen afbreuk doen. Afdeeling II bevat de twee volgende belangrijke bepalingen a. Aan een Gallicisch minister zal in het bijzonder de zorg worden opgedragen vo >r de belangen van het koninkrijk Gallicië en Lodomirie, met het groothertogdom Krakau. b. Voor het koninkrijk Gallicië en Sodomiric met het groothertogdom Krakau, zal inge steld worden een afzonderlijke senaat bij het oppergerechtshof, tevens hof van cas satie, te Weenen. Een rijkswet zal de attri buten van dien senaat tegenover de overige afdeelingen van het hof vaststellen. De derde afdeeling stelt vast, dat jaarlijks aan Gallicië een bepaalde som toegekend zal worden voor het onderwijs en de administratie; dat deze zullen berekend worden naar den grond slag van de op het budget van 1871 voor Gallicië ten opzichte dezer aangelegenheden uitgetrokken sommen; dat zij eindelijk iedere 5 jaar zullen herzien worden, om ze met de uit gaven, die in de overige provinciën voor dezelfde doeleindeu worden besteed, in evenredigheid te houden. Ten opzichte der uitvoering van de nieuwe wet eindelijk bepaalt het rapport Is. Dat de algevaardigden van Gallicië in het lagerhuis geen deel zullen nemen aan de debat ten over de Gallicische quaesties, die aan de com petentie van den rijksraad zullen worden ont trokken. De helft van de overige leden zullen echter tegenwoordig moeteu ziju, om den rijksraad in dat geval wettig te kunnen doen beraadslagen. 2*. Dat het tegenwoordige compromis niet vau kracht zal zijn, voordat het door de aanneming in den Gallicischen landdag een integreerend deel van de Landcsordnung dier provincie gewor den is. Aan den voornaamsten wensch, in de Gallicische resolutie uitgedrukt, naar een geheel zelfstandige regeering en een aan den landdag verantwoor delijk ministerie, wordt dus door de commissie niet toegegeven. Evenwel bevat het rapport vrij groote concessies; vooral die, vaneen afzonderlijk minister voor Gallicië, eeu afzonderlijk opperge rechtshof, en eene bijna algeheele zelfstandigheid in het onderwijs, zijn belangrijk te noemen. Het zal dus voor de Polen, al worden zij door de concessies niet geheel bevredigd, geraden ziju, zich wat gematigd te toonen, en te nemen wat men hun geeft indien zij niet alles willen ver liezen. Want indien ook deze grondwettige onder handeling weder op niets uitliep zou het wel eens kunnen gebeuren, dat de keizer zijn toevlucht nam tot de invoering in Gallicië van het abso lutisme. TELiEGRAMMEA. Londen, 14 Februari. De Koningin zal den 29sten aan de leden van het corps diplomatique audiëntie verleenen. De Morning Post zegt, dat het Amerikaansche Gouvernement in zijn antwoord in flinke doch vriendschappelijke bewoordingen aan zijne eischen gestand blijtt. Versailles, 14 Februari. Het bericht is onjuist dat het Gouvernement de Commissie voor het budget zou medegedeeld hebben, dat het onder handelde om het oogenblik te verhaasten waarop het Fransch grondgebied door de Duitsche be zetting zou ontruimd worden. In de zitting van Zaterdag a. s., zal over de petitiën der Katholieken betreffende de vertegen woordiging van Frankrijk bij Italië gehandeld worden. Bfew-ïork,, 14 Februari. De Anglo-Ameri- kaansclie cummissie heeft hare zittingen tot 20 Maart verdaagd. De president Grant zoud gisteren aan den Se naat eeu copie van de memorie teu opzichte der Amerikaansche Alaoama-quaestie. De Herald zegt dat de positie van Engeland thans onhoudbaar is. Bern, 14 Februari. De groote raad van Neuf- chütel beeit met 47 tegen 34 stemmen besloten het geven van lager onderwijs aan geestelijke orden ie verbieden. Calcutta, 14 Februari. De moordenaar van lord Mayo is veroordeeld om gehangen te worden. Berlin, 14 Februari. De Prov. Corr. bevat een lang aruke1 tegen hetgeen de Kreui.-Zeit. over Bismarcks redevoering geschreven heeft. Het eindigt als volgt: „De eensklaps zoo krachtige tegenspraak der Kreuz.Zeit., is buitengewoon verrassend. De regeeriug kan er slechts uit op maken, dat het gedeelte der conservatieve parui, welks orgaan de Kreuz.-Zeit. is, het oogenblik gekomen acht om openlijk legen de politiek van Bismarck op te treden. In de best onderrichte kriugen weet men van eeu aanbod van Bismarck tot bemiddeling in de Alabama quaestie mets af. Londen, 15 Februari. De Telegraph zegt dat het antwoord van Amerika nog met aangekomen is eu eerst binnen drie weken verwacht wordt. Promotiën. Leiden, 15 Februari. Bevorderd tot doctor in de rechten de heer N. Theod. Verwey, met Stellingen. Gemeenteraad. Gemeenteraad van Leiden. Zitting van Donderdag, 15 Februari 1872. Geopend te halfdrie. De heer Eigeman heeft kennis gegeven verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen. De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen: 1". Eene missive van den Comm. des Konings in deze provincie ten geleide van Zr. Ms. besluit hou dende herbenoeming van Dr. W. C. van den Bran- deler als burgemeester dezer gemeente. 2". Gelijke missive houdende de goedkeuring van de verhooging der jaarwedde van den tweeden com missaris van politie alhier met 200. 3". Een aantal disposition van Ged. Staten hou dende goedkeuring van even zoo vele raadsbesluiten, o. a. van dat tot heffing eener belasting op de honden. Al deze missiven worden voor kennisgeving aan genomen. 4°. Een adres van den heer H. P. J. Tollens, hou dende mededeehng dat hij zijn ontslag neemt als lid van den Gemeenteraad en tevens zijn dank betuigt voor de welwillendheid en vriendschap die hij van zijne vroegere en tegenwoordige medeleden gedu rende tal van jaren mocht ondervinden. Voor kennisgeving aangenomen. 5°. Twee missives, een van de concessionarissen voor den spoorweg LeidenUtrecht, de heeren Knijff en Kapteyn, de ander van de heeren Lezwijn en Eige man, beide mededeelende dat de geldleenmg voor ge noemden spoorweg opengesteld, niet is volteekend, maar dat de concessionarissen in onderhaudeliug zijn getreden met een buitenlandsch huis en dat zij iu tusschen de inschrijving door de gemeente meenen te mogen aannemen. De Voorzitter meent dat ingevolge de duidelijke bepalingen van het besluit van 27 Januari die in schrijving der Gemeente niet meer verbindend is te achten en stelt derhalve voor de missive- ter leeska mer te deponeeren en daarover te beraadslagen a. s. Dinsdag. Daartoe wordt besloten. Eenige ingekomen adressen en voordrachten wor den ter leeskamer gedeponeerd. Vervolgens werd overgegaan tot de onderwerpen aan de orde gesteld en werden zonder discussie aan genomen 1°. Het verzoek tot continuatie van Dr. W. M. S. Junius, als Geneesheer in het Caecilia-gasthuis 2°. Dat tot continuatie van Dr. JBaert, als stads geneesheer 3". Dat tot continuatie van J. A. Longepée, als stads-heelmeester; 4°. Het verzoek om tegen 15 F'ebruari ontslag te verleenen aan A. van der Spiegel, 2den hulponder wijzer der 4de klasse aan de openbare lagere school N°. 1 voor minvermogenden. 5°. Het verzoek om ontslag te verleenen tegen 1 Maart aan W. Briel, hulponderwijzer der 2de klasse aan de openbare lagere school N-. 1 voor onver- mogenden. 6°. Het verzeek om ontslag te verleenen tegen 1 Maart aan L. H. Verhoog, lsten hulponderwijzer der 3de klasse aan de openbare lagere school N". 1 voor onvermogenden 7". De voordracht van B. en W. om kwijtschelding van huur te verleenen aan G. van der Veer van het magazijn in de Smidssteeg; 8\ De voordracht om machtiging te vragen tot het regelen van gemeenschappelijke zaken met da ge meentebesturen van U .recht en Woerden. 9°. Het verzoek om vergunning te verleenen aan O. Smit Jr. en C. Muller Cz. tot het leggen van eene brug over de Smgelsloot tusschen de voorma lige Mare- en Heerepoorten. 10°. Het verzoek van C. J. Damme, om afschrij ving van plaatselijke directe belastingen 1871; eu 11°. tot goedkeuring van den staat van af- en overschrijving op do begrooting 1871 van het Gere formeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrou wenhuis. Nadat de Voorzitter op de gedane vraag van den heer v. Heukelom te kennen had gegeven dat binnen kort de quaestie der plaatsing van de school, waar voor geld op de begrooting was uitgetrokken, in den raad zal worden ter tatel gebracht en deze alleen door het hooren van den inspecteur van den geneeskun digen dienst een poosje was opgeho uden, werd de Vergadering gesloten. LAATai rK UtHllUI I JL'IL N. Per telegraa/.) 's-Gravenhage, 15 Februari. Z. M. de Koning heeft deu utajoor vau der Star eervol ontheven uit zijne functiën van gouver neur en kommandant der Militaire Academie en benoemd tot gouverneur der Koninklijke Mili taire Academie te Breda generaal-tnajoor A. Engelvaart. 's-Gravenhage, 15 Februari. Z. M. heeft aan den heer J. J. van Kerkwijk, ingenieur van de Rijks telegraaf en algenteenen dienst, vergunning verleend tot het aannemeD en dragen deronder- scheidingsteeken van Ridder der orde van Frans- Joseph en van KommaDdeur der orde van Nichan Iftikhar, hem respectievelijk door Z. M. den Kei zer van Oostenrijk en door Z. H. deu Beij van Tunis geschonken. Z. M. heeft benoemd tot adj.-muntmeester bij 's Rijks munt, buiten bezwaar van 's Rijks schatkist, den heer Ph. H. Taddel, wordende aaD genoemden heer tevens eervol ontslag verleend uit zijDe betrekking van controleur bij 's Rijks munt. Aan de Tweede Kamer der Staten-Gene- raal is een wetsontwerp aangeboden, strekkende om aan G. A. Schouten, administrateur der tin mijnen in het district Djeboes (residentie Banka) kwijt te schelden eene som van /T8,091,U2 waar mede hij als gewezen algemeene ODtvauger van 's lauds kas te Kolla (residentie Banka) bij besluit der Algemeene Rekenkamer van Ned.-Indië van 8 Februari 1871, N°. 1160 is belast. i n.F.^fHdivi F.'l'-tLil V Ai* Ü-d-liiiiüJMiliülT. raorg. raorg. uain. Uittil. Dam. avond avond 5 u. a a. 12 4 a. 5 u. 8 u. 10 u. W oensd 45° 38° 36* Dond. 38° 35" 41° 39° Wind: Woensdag-middag 5 u. Z. O. Donderdag-middag 4 u. N. O.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 3