55 N°- '3674-
ill
vu
Woensdag
31 Januari.
:ek
rOcir
DE]
Feuilleton van liet Leidsch
Dagblad".
SCHETSEN DIT ENCELAND.
1872
"is van,
If, Ni,-
S Hex
LEIDSCH
A». 1872.
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maanden3.00.
Franco per po9t3.85
Afzonderlijke Nommers0.05.
F: BURGEMEESTER en WETHOUDERS tan
872: REIDEN doen te weten, dat ingevolge art. 2 der
herordening, regelende de invordering der plaatselijke
t Helastingop de honden, ieder eigenaar of bezitter
ie kut'an een of meer honden, die aan de belasting onder-
t oudeiev*& zyn" verpligt is daarvan jaarlijks vóór den
listen Januarij bij den Gemeente-ontvanger aangifte
'a4iJ8TL ^oor inlevering van een behoorlijk ingevuld
Mngewn door den aangever onderteekend billet; dat be
loeide invullings bil letten voor bet dienstjaar 1872
ran beden af kosteloos ten kantore van den ontvan
ger verkrijgbaar zijn.
e*'-ioo Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRAND EL ER, Burgemeester.
Hoogjt. yy. PUÏTKAM.MER, Secretaris.
y Leiden, 18 December 1871.
k. -
1 Lelden, 30 Januari.
Men schrijft ons uit 'a-Gravenhage
Men maakt zich hier in goed onderrichte kringen
aog al vroolijk over bet huwelijk dat de Nieuwe
Arnhemmerin een hoofdartikel nog wel, schijnt te
willen sluiten tusschen den lieer Busken Huet (wy
yg weten niet of bij weduwnaar of Mormoon is) en de
weduwe Motké. Daaraan toch wordt een stukje ge
wijd,. dat voor 7/8 bestaat in eene poging tot. verdedi-
ging van den maatregel des beeren Hasselman ten
aanzien der zending van den beer Huet, en voor 1/8
tot afkeuring en verdachtmaking der missie van den
beer Motké, wiens eerlijke en nederige afkomst bij
84# gr°ot0 bekwaamheid, blijkbaar een doorn in Let oog
is van den misschien boog-adelijken, maar zeker
laag-verstandelijken en niet zeer loyalen schrijver in
de N. Athemsche.
De strekking van bet betoog is deze:
Huet, een uitstekend knap man, wenscbt een an-
deren werkkring te hebben dan bij de Haarlemsche
Courant. Maar boe zou bij naar Indië komen Daaiv
was een uitweg. Er was op dat oogenblik een zoo
genaamd conservatief Ministerie aan bet bewind. Van
lat Ministerie ontving bij eene zending naar Java
3n daarmede de middelen om derwaarts te vertrekken.
Die zending zou volgens de N. Arnhemsche daarin
Lebben bestaan om verslag te geven van den staat
rar Indische dagbladpers en de middelen om deze te
'verheffen van het lage standpunt waarop zij stond.
(Jf aan die zending voldaan is, „weel do N. Arnhem
sche nietmaar zij insinueert niettemin dat bet toch
wel zóo zijn zal, doch dat het Ministerie ook in deze
belang beeft bij de geheimhoudingen dat de liberale
bladen, (altoos immers echo's van bet Ministerie,
k zelfs in 't^ zwijgen) nu ook geen woord er van
reppen, evenmin als van de zeer lucratieve zending
des beeren Motké; terwijl zij toch bij en over de
84 missie van Huet de Tbrasybulus der letterkunde
een oorverdoovend geschreeuw in 't land hebben doen
opgaan! Zie nu een» welk een meten met twee ma-
ten. Beiden vervullen eene missie. Aan den een wordt
slechts gqgeven wat bij behoefde, niet met milde
hand, maar voldoende voor bet oogenblik, en voor
eens; de ander onder een liberaal Kabinet trekt,
gelijk een consul in den tijd der Quiriten, naar een
wingewest met eene rijke bezoldiging en in gezelschap
van bloedverwant en vriend. Men overstroomt hem
met geld en schenkt zelfs zijne moeder een jaarlijkscb
pensioen, en dat nog wel1 boven baren stand, want
ergernis voor bet orgaan van Graaf van Zuylen en
Graaf Schimmelpenninck, zij is de weduwe van
een schoenlapper, ende liberale pers zwijgt."
Ik begrijp zeer goed dat de liberale pers zwijgt
ov.er de weduwe en haar voormaligen stand niet uit
gezonderd en dat wel, omdat eensdeels- de verge
lijking geheel mank gaat; en anderdeels de inkleeding
een verzinsel is.
De vergelijking gaat mank, omdat de zending van
den beer Huet eeue geheimzinnige was en later ge
bleken is van geheel anderen aard te zijn dan nu
door de N. Arnh. wordt opgegeven. Volgens de zoo
genaamde opheldering, door den beer Huet zelf in
Deze Courant wordt dagelglu, met uitzondering van
Zen- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Voor iederen regel.ƒ0.15.
Grootere letter» naar do plaatsruimte die xij beslaan.
STADS-BERICHTE1V.
06%
K
124
den Java-Bade van 27 Juli 1868 gegeten, wilde het
Gouvernement (Ministerie van Zuylen-Heemakerk-
Hasselman) een Nederlandsch letterkundige, die sedert
eene reeks van jaren zijne studie gemaakt had van
de journalistiek //gaarne als dagbladschrijver naar
Indië zien vertrekken. Niets was natuurlijker (zegt
hij verder) dan dat de aanstaande redacteur van den
Java-bade deze tegemoetkoming in de aanzienlijke
geldelijke oilers, waarmede zijne verplaatsing voor
hem gepaard ging, aangenomen heeft." Weinigen in
Indië en in Nederland konden dit zoo naluurh/k vin
den, tot dat dan ook later de waarheid bleek, dat
hier geen sprake was van eene in elk geval ongepaste
generositeit uit 's lands kas aan iemand die vrijwillig
zijn levenslot in Indië trachtte te verbeteren,
maar eene geheime opdracht tot vervulling van de
rol van dwarskijker op de Indische pers, met last om
daarvan rapport te maken. Er bestond volstrekt geen
verband tusschen Huets engagement aan den Java-
bode en een geschenk van f 3000, met een geheim
doel verstrekt. Hoeveel te minder kan dan eene
vergelijking opgaan met eene openbare zending in
's Rijks financieel belang, in de ufficieele Regeermgs-
bescheideu aangekondigd, bij de JCamers en bij den
nieuwen Gouverneur-Generaal bekend in haar doel
en strekking, en ook, met het oog op de ergerlijke
verwarring in de Indische financieels administratie,
van verschillende zijden beaamd en toegejuicht? Eerst
later is dan ook door den Minister de Waal op ver
zoek der Tweede Kamer, het eigenlijke doel r zen
ding, voor zoover dat schriftelijk althans blijkt, me
degedeeld door overlegging der voordracht aan den
Koning, 10 Maart 1868. Het ware doel was de fnui
king der pers in Indië; die pers moest op een beter
terrein worden geleid en de heer Huet verklaarde
zich bereid tegen vrijen overtocht voor zich en zijn
gezin, de taak op zich te nemen om na zich ook ini
Indië met de journalistiek van nabij bekend te heb
ben gemaakt, „het Indisch bestuur te dienen van
consideratie en advies omtrent de vraag (niet gelijk
de N. Arnhemsche diets maakt om verslag te geven
van den staat der Indisohe pers en de middelen om
haar te verheffen van het lage standpunt waarop zij
stond) maar, consideratie en advies omtrent de vraag
welke maatregelen daar te lande van bestuiirewege
worden vereischt tot breideling van do uitspattingen
der drukpers, zonder (wordt er pour la bonne bouche
bijgevoegd) de vrijheid van gedachtenuiting meer te
belemmeren dan tot verzekering der openbare orde
gevorderd wordt. Ieder die weet wat in Indie on
der een conservatief Ministerie en Gouverneur-
Generaal verstaan wordt, onder uitspattingen
der drukpers en onder „breidelings"-maatregelen zal
voor zich zelf wei' de conclusie maken omtrent de
eigenlijke taak van den heer Huet, welke dan ook
in Indië, toen men er de lucht van kreeg, aanleiding
gaf tot de openlijk gestelde vraag: wie zijl gijl en
waarop nimmer een voldoend antwoord is gegeven,
(zie de correspondentie tusschen de heeren van der
Does de Bije en Busken Huet in het Nieuw Bat.
Handelsblad en Javabode respectievelijk van 2527
Juli 1868) Maar niet alleen dat er geen vergelijking
mogelijk is tusschen de geheime Jezuïtistische met
's lands geld bekostigde zending van den heer Huet
en den openlijken van- den- heer Motkó, waarvan het
gevolg zal zijn richtiger finanoieële administratie,
betere verantwoording der koloniale geldmiddelen en
wellicht tonnen bezuiniging, de verdere inkleeding
van het stuk der N. Arnhemsche is bovendien logen-
achtig. Het is vooreerst bij allen die zich met kolo
niale quaestiën bezig houden, bekend dat de heer
Busken Huet nooit heeft voldaan aan de verplichting
die hij bij zijn vertrek naar Indië op zich genomen
heeft, en dat hij evenmin de hem daarvoor betaalde
overtochts-kosten per landmail heeft gerestitueerd.
De N. Arnhemsche kan dus gerust zijn, dat het rap
port der spionage van de Indische pers, niet geheim
gehouden wordt. Ten andere is, volgens de meest
vertrouwbare informatiën, al wat rondgestrooid wordt
In hoever de bewerking van een geheel feitelijk en niet al
toos zeer onpartijdig Pers-overzicht der Haarlemsche Courant kan
.geacht worden te zijn eene studie van de Jonrnaliatiek ia meer
malen en terecht weersproken.
omtrent een pensioen dat aan de moeder van den
heer Motké zou zijn toegelegd, een //infame leugen"
conservatieve stijl van den heer Heemskerk Az.) En
wat eindelijk de commerage over de afkomst betreft,
de heer Motké is zeker geen Gomte de l'Empire, en
zijne moeder behoort tot de kaste der //bakkersdoch
ters," maar eilieve, wat heeft dat te maken met deze
zaak, zelfs wanneer haar eenïg pensioen of uitkeerin g
verzekerd ware, hetgeen een conservatief verzinsel is r
Maar toch is de verbolgenheid der Nieuwe Arn
hemsche niet zoo geheel onoplosbaar. De minvermo
gende of burgerjongen die door buitengewone in
spanning, door de meest nauwgezette plichtsbetrach
ting en ijver, door eigen studie en nasporing een
standpunt heeft bereikt dat hem in staat stelt den
lande in ambtelijken kring gewichtige diensten te
bewijzen, is natuurlijk aan de conservatieven een
doorn in het oog, en een goed deel' der vroegere en
latere Oppositie tegen onze nieuwe staatsinstellingen
heeft zijn oorsprong in het afbreken of de bemoeie-
lijking van het zoo welig bloeiende [avoritisme en
van den ambtelijken kastegeest; maar dat geeft
hun daarom nog geen recht om onwaarheden te ver
spreiden en door. valsche vergelijkingen de liberalen
in verdenking te brengen. De N. Arnhemsche moest
zoo iets zonder concurrentie aan het hoofdorgaan
overlaten, waaraan het zoo uitnemend is toevertrouwd.
Hedenmiddag waren op de Aalmarkt twee jon
gens zoodanig aan het vechten, dat een van beiden
met het water kennis maakte. Een voorbijganger,
die van dit bad getuige was, aarzelde geeD oogen
blik om den knaap te reddeD.
In het Nosocomium alhier zal een stoomma
chine met 2 stoomketels geplaatst worden, waar
van de levering is opgedragen aan de ijzergieterij
de Prins van Oranje te 's-Gravenhage.
Wij herinneren belanghebbenden dat in Augus
tus een vergelijkend examen zal plaats hebbeu
ter aaustelliug van- tien surnumerairs der directe
belastingen.
Door de vereeniging Flora te Noordwijk zal,
in het „Hof van Holland" te Noordwijk-Binnen,
van 8 tot 11 Februari e. k. de 14de tentoonstel-
ling gehouden worden van bloeiende hyacinthen,
tulpeu en verdere bloem- en bloem bolgewassen.
De tentoonstelling zal van 's morgens 10 tot's na
middags 5 uren geopend zijn.
De heer De Serière të 's-Gravenhage, aan wiens
zonen geweigerd werd de lessen aan de H.B.S.
te volgen, heeft zich, nadat de Gemeenteraad
zich onbevoegd heeft verklaard van deze zaak
keunis te neuien, tot Gedeputeerde StateD vau
Zuid-Holland gericht.
Onlangs ij te Siufc-Josse ten Noode io 94jarigeD
oudërdotn overleden de luitenant-generaal baron
de Wautier een der laatst overgebleven Belgen,
die in dé legers dienden, welke de FraDSche
Republiek en het eerste Fransche Keizerrijk be
streden. Gedurende de vereeniging van België
met Noord-Nederland bekleedde hij deü rang
van generaal-majoor en was hem het bevel over
de vesting Doornik- opgedragen, die hij den lsten
October, toen reeds alle andere zuidelijke ves
tingen zich aan den opstand hadden aangesloten,
overgaf. Onder de regeering van Koning Leopold I
was hij met de generale inspectie der lmietroepen
belast. In 1842 werd hij op pensioen gesteld. Hij
nam gedurende zijne laDge en eervolle militaire
loopbaan aan 18 veldtochten deel en werd twee
maal krijgsgevangen gemaakt.
Men schrijft uit Utrecht aau het Handelsblad
dat de kolonel F. A. T. Delprat naar 's-Graven
hage ontboden en vertrokken is.
De heer Heemskerk vail Beest, oud-zeeofficier
en kunstschilder, tliaos te 's-Gravenhage woon
achtig, heeft eene schilderij vervaardigd ter waarde
van f 2000, en dat doek geschonken, om het ten
voordeele van Cornells Dito te dén Helder te
doen verloten.
De uitgaven van de wetten en besluiten, die
sedert 1813 hier le lande afgekondigd zijn, volgen
elkander op. Voor eenigen dagen kondigden wij
het beknopte Staatsblad van Mr. Savornin Lobman
aau; daarop volgde een belangrijke prijsverlaging
der bekende uitgave van de heeren van Goor
Zonen en de Jong, en nu verschijnt een tweede
verkorte en goedkoope editie van Luttenberg's
chronologische verzameling, bij den uitgever
Tjeppk WilliDk té Zwolle. De laatste, ofsohoon
eenigszins duurder, zal echter vollediger zijn dan
de beide andere, daap zij o. a. ook de jurispru
dentie zal bevatten. De concurrentie doet ook op
dit gebied wonderen. Hbl
Door den boekhandelaar Frederik Muller te
Amsterdam zal in de helft der volgende maand
wordeD verkocht de belangrijke boekerij, nage
laten door wijlen Mr. A. F. Jongstra, advocaat
te Heerenveen eD oud-lid der Tweede Kamer.
Voor het grootste deel bestaat deze verzameling uit
werken over de verschillende deelen der rechts
geleerdheid (1600 nummers), waaronder vooral.de
afdeeliügen handelende over het oude en middel-
eeuwsche recht, over staatsrecht (bijzonder dat van
Nederland), staathuishoudkunde en volkenrecht
door rijkdom en verscheidenheid uitmunten. Ook
onder de minder talrijke werken over wijsbegeerte
en geschiedenis komen vele belangrijke nummers
voor; o. a. een zeldzame verzameling van en over
Spinoza.
Te Maastricht liaij den 27sten jl., bij aankomst
van een trein aan het station van den Grand
Central Beige, een droevig voorval plaats: de
rijksambtenaar S., belast met bet visiteeren der
goederenwaggons, had het ongeluk bij het verlaten
daarvan in aanraking te koineu met den loco
motief, waardoor een zijner beenen werd ver
brijzeld.
De heer J. U. van Lennep te Zeist verklaart
in het Utr. Dagblad:
In n°. 654 der wekelijksche Zamenspraken, uit
komende bij Kemuier, beschuldigt mij „Kees."
dat ik inij jegens beur aan een „fatalen leugen"
heb schuldig gemaakt. Maar' daarover latfer," zegt
hij. Nu vraag ik, is het'recht, dat hij mij eeu
week lang tegenover' zijne lèzers voor een leuge-
p(AP
Effect
PruiiM '19t,
wi Jffli. uit
lllnri Itff'V
I frs. 1
00 pi»
i, s/B.
Peter:
100 l
'rankM
,o4 -hebben;
/li.
NAAE HET FEANSCH VAN
- T A I M E.
ÏL
Typen.
(Vervolg.)
Kundige, geleerde mannen zelfs, die gereisd
en verscheidene talen kennen, zijn in
niet op hun gemak. Men kan zes
-maanden met hen omgaan zonder hnnne ver ien-
ciit. lfoten op te nierkeu, zij zijn niet in staat noch ver-
langend hnnne gedachten te uiten, groote scbok-
ïi-k®11' dringende belangen slechts doen hen spreken,
b iprefalh ken er een, die in een salon niet wist wat
,hij Mggen moe6t, en eenige dagen achtereen in
ndeffiaC'lt meetings eene groote welsprekendheid ont
wikkelde.
Deze soort van onhandigheid en schroom, die
alleen uit de lichaamsgesteldheid voorkomt; is den
Germaanschen volken eigen. De Italiaan, de
Franschman daarentegen spreken natuurlijk, ge-
makketijk en vertrouwelijk, de Franschman nog
meer dan de Italiaan, omdat hij dadelijk eigeD
is met dengeen met wien hij spreekt. Een oud
geschiedschrijver merkt op, dat de Franschman
het best het woord kan richten tot koningen en
prinsen.
Tengevolge van genoemd temperament komt
de mensch dikwijls niet teD volle tot ontwikke
ling en kenmerkt hij zich door kinderlijken een
voud, onschuld en argeloosheid. Het gelaat blijft
hier veel langer jeugdig dan bij ons, vooral te
Parijs, waar het zoo spoedig verwelkt; dikrtujls
behoudt het de oorspronkelijke uitdrukking van
argeloosheid tot op hoogen leeftijd; men vindt
dames met grijs haar, wier wangen nog glad zijn
en zacht rood gekleurd, en wier ziel eveneens
dat waas der jeugd behouden heeft. Even als
elke eenigszins algemeene karaktertrek brengt ook
deze grillige producten en meesterstukken voort
Zijne deftigheid (dignified)'. Naar lichaam en
geest stijf als een paai; van vaste grondbegin
selen,
De overblufte. Gaapt u met open mond
aan, heeft een dom uiterlijk.
De groote, vette koe, met waterig bloed en
witte oogharen.
De gans. Groote, domme, uitpuilende oogeu
eene lange taille op een wijde crinoline.
Het kinderlijke jonge meisje, rooskleurig,
uitgelaten vroolijk, met los in den.nek hangend
haar, een ware vogel, die altijd lacht'eu kweelt,
en ook niet veel verder denkt'dan een vogel.
Dickens geeft hare beeltëdié' in Dora, de child-
wife vau David Copperfield.
De blonde niaagd, met neergeslagen oogen,
blozend, reiner dan eene madonna van Raphael,
eene soort van Eva, vóór den val. Hare stem is
als muziek. Hare argeloosheid, zachtzinnigheid en
goedheid' vervulléh óns met eerbied, wij durven
de cogen nauwelijks tot haar opslaan: Van 'Vir-
genia, Imogena eü andere vrouwen bij Shakes
peare of zijde grooté tijdgenooten af tot aan de
Esthers en Agnéssëu van Dickens treedt zij in
de Engelsche letterkunde op den voorgrond; zij
is dé schoonste bloem van het land.
Dé deugdzame vrouw. Zij is' kalm, érnstig,
niét in verzoeking tè brengen; Hare levenswijze
houdt haar van alle nieuwsgierigheid,'elke slechte
gedachte, eiken misstap verwijderd, u- Vooral on
der de jonge kwakerinnen treft men haar aan,
met haar kleinen hoed, Zoóals men in Anvergne
draagt, witten sluier en rüstig gelaat als van een
non. Zij heeft er nooit over gedacht buiten den zede*-
lijken krinjj te gaan, waarin zij zich beweegt.
Daar de wijze waarop men zich kleedt van het
karakter en den smaak afhankelijk is, drukt zij
hetzelfde uit als de gelaatstrekken en de gebareD,
namelijk onbaodigheid, gemis aan bekwaamheid;
aait buigzaamheid en takt. In den regel zal de per
soon zich door zijne kleeding verraden, hier is
dit echter lang niet altijd het geval. In twee
gevallen - gaat de regel door. Het zwarte rijkleed
is, in overeenstemmiDg met de amazone, naar het
lichaam gemaakt, eenvoudig, zonder opschik; moe
dig, vlug, gezond. Het reiskostuumeen wit stroo-
hoedje met een lint, eene gladdè japon, stevige
lederen laarsjes, duiden iemand aan, die veel
wandelt, volstrekt niet coquet is, met haren man
boven op een diligence durft'gaan zitten, zijne
gezellin is en geene nuffige, verlegen pop. Iu elk
ander geval is baar overdreven opgeschikt toilet
dat van eene lorette of eene parvenne. Men staat
verbaasd over zulk een tooi bij eene jonge, deugd
zame vrou w. In Hyde Park worden wij 's Zon-i
dags geërgerd i over de kleeding der dames en
meisjes uit de rijke burgerij: hoeden als groote
bouquetten rliododeudruuis, of buitengewoon klein
eu wit als sneeuw, met bossen roode bloemen en
enorme linten; paarse zijden kleedjes met eenen
schitterenden weerschijn, of stijve tule op wijde
geborduurde' rokken; groote sjaals van zwarte
kant, die tot op .de hielen haugeu smetteloos