nufacturen hebben? en op die vraag kunnen wij
slechts één antwoord gevende afschaffing van
het differentieel recht sluit de Indische markt
voor de in Nederland bewerkte katoenen goe
deren j met andere woordendie afschaffing is
de ondergang der Nederlandsehe katoennijverheid
die in Indië haren grootsten afzet heeft.
Wij mogen den staat van zaken niet verbloe
men, en moeten ronduit spreken: de mededin
ging der Nederlandsehe katoen-industrie met de
Engelsche in Nederlandsch-Indië is alleen mogelijk
geworden, en ij, op dit oogenblik nog alleen mogelijk
door de bescherming van het differentieel recht.
Om de waarheid dezer stelling te bewijzen
zullen wij geen lang betoog behoeven. Reeds
hierin staan wij bij Engeland en andere fabriek-
nijverheid beoefenende staten achter, dat wij én
onze brandstof én onze stoomwerktuigen uit het
buitenland ontbieden. Voeg daarbij een nog zeer
onvolledig spoorweg- en waterverkeer, en het
groot, zich telkens voelbaar makend, gebrek aan
goed onderwezen arbeiders, die zich rekenschap
weten te geven van hetgeen zij verrichten. De
voorname reden echter waarom de Nederlandsehe
katoennijverheid niet met Engeland in Indiê op
gelijken voet kan wedijveren, is deze, dat wij bij
Engeland zeiven ter markt moeten komen, om
daar de grondstof te koopen voor de fabrikaten
die wij van hier in Indië invoeren. In Nederland
bestaat geen katoenmarkt; wij moeten dus reeds
terstond beginnen de eerste grondstof de ka
toen iii Engeland te gaan koopen. En hierbij
blijft het niet. Beschermd door de gunstige be
palingen der ministeriëele resolutiën van 8 Ja
nuari en 18 Juli 1868 n". 20 en 89, worden door
onze industriëelen uit Engeland, zonder betaling
van rechten, katoenen stoffen hier te lande in
gevoerd, ten einde in onze fabrieken gedrukt,
geverwd of gebleekt, en daarna weder naar
buiten 's lands uitgevoerd te worden. Daar ook
de Nederlandsehe katoenspinnerijen op verre na
niet aan de behoeften garens van de vereischte
hoedanigheid voldoeu kunnen, zijn wij verplicht
ook dit fabrikaat voor een groot deel uit Engeland
te laten komen.
Deze uiteenzetting van feiten toont ten duide
lijkste aan, waarom, zoolang deze toestand
voortduurt, de Nederlandsehe katoen-industrie
niet op gelijken voet met de Engelsche ion wed
ijveren; zij leeft voor een groot deel van deze,
en het zijn alleen hare laatste bewerkingen hier
te lande, die haar aanspraak geven op de bescher
ming van het differentieel recht, dat haar een
winstgevend debiet op de Indische markt ver
zekert.
Zelfs op deze grondslagen is de mededinging
met Eugelaud hoogst bezwaarlijk. In de laatste
vier jaren is, alleen wat gedrukte en geverwde
katoenen betreft, de verhouding der invoeren
uit Engeland en Nederland in Nederlandsch-Indië
aldus geweest:
Uit Nederland:
101,218 oorges plus 93,663 stukgoed, of
2,247,912 yards eu 23,238 dozijn doeken.
59,833 corges plus 52,881 stukgoed, of
1,269,144 yards en 18,523 dozijn doeken.
25,760 corges plus 36,576 ©stukgoed, of
877,824 yards en 16,140 dozijn doeken-
17,099 corge3 plus 44,597 ©etakgoed,of
1,070,328 yards en 19,164 dozijn doeken.
Gedurend» deze vier jaren was de gemiddelde
jaarlijkscbe invoer dus:
Uit Engeland:
in 1867
30,924,655 yards
.1868
25,343,932 yards
1869
23,753,046 yards
„1870
28,374,250 yards
Uit Engeland:
27,098',970 yards
Deze
Uit Nederland:
50^977 corges plus 56,929 ffi stukgosd., of
1,366,302 yardsen 19,266 dozijn doeken.
cijfers zijn uit zich zelve welsprekend
genoeg. Wij voegen er nog slechts dit bij, dat
de mededinging met Engeland des te bezwaar
lijker is, omdat laatstgenoemd land voor zijne
overproductie overal uitwegeu zoekt eu Indië
overstroomt met de grofste soorten van katoenen,
welke het tegen onevenredig lage prijzen te
gelde maakt. Ook op dit punt dus staan wij
niet op gelijken voet. Voor ons is winstgevende
verkoop het doel, terwijl Engeland tevreden is
wanneer het slechts zijne voorraden kan oprui
men. Wat in Indië voor ons onverkoopbaar was,
hebben wij elders in China en Japan ter
markt gebracht en dit hééft eene tijdelijke ver
levendiging van onzen kntoenhandel ten gevolge
o-ehad, maar die geen stand heeft gehouden.
Slechts bij enkele voorbijgaande gunstige gele
genheden kunnen wij onze katoeneu op onbe
schermde markten aan den uian brengen.
Hiermede hebben wij, dunkt ons, voldingend
bewezen, dat afschaffing van het differentieel
recht onmisbaar den ondergang onzer voor Ne-
derlandsch-Iudië werkende fabrieken ten gevolge
moet hebben. Thans doet zich echter eene andere
vraag op: mag deze kunstmatige, geheel op be
scherming gegronde toestand langer bestendigd
worden? mag men Indië blijven verplichten,zijne
Bijzonder valt dc vermindering van den Nederlandschen invoer
in het oog door het onderetaande gespecificeerde staatje:
benoodigdheden zooveel duurder te betalen, alleen
om het bestaan van eenige katoenfabrieken in
Nederland te verzekeren? of, gelijk de vraag door
den Minister van Kolouiëu, in zijne tnissieve van
28 Januari 1871, gesteld is: Is het verdedigbaar
eene differentieele rechtenheffing, ten koele der
Nederlandech-Indischc verbruikers in stand te houden
Werd die vraag geheel in het afgetrokkene
gedaan, om vooraf te bepalen welke politiek de
beste is, eene welke de verbruikers belast ten
gevalle der voortbreugers, of eene welke, zich
van alle inmenging onthoudende, de verbruikers
volle vrijheid laat zich te voorzien op welke markt
zij willen en bij de voortbrengers aan welke zij
de voorkeur geven, wij zouden niet aarzelen, de
laatste politiek aan te raden. Dat de voortbrenging
is voor bet verbruik, en niet het verbruik voor de
voortbrenging, is eene ontegenzeggelijke waarheid.
Doch het onderwerp der differentieele rechtenhef-
fiug in Indië, is geene vraag van abstracte politiek
meer. Het heffen van differentiële rechten in
Indië is een stelsel sinds jaren door de Regeering
aangenomen en in toepassing gebracht. Afgaande
op de officieele verzekering, dat, zoolang de Ne
derlandsehe katoen-industrie niet bij machte was
op gelijken voet niet de buiteulandsche te wed
ijveren, zij de bescherming van het differentieele
recht zou genieten, is deze nijverheid, met al de
in haar gestoken kapilateu en het aanzienlijk
aantal der middellijk en onmiddellijk bij haar
bestaan belanghebbende klassen, in het leven
geroepen. De keuze is gedaan, en hetzij men
het gekozen stelsel goed- of af keu re, thans,
nn wij 6taao te midden van de door de bescher
ming te voorschijn geroepen toestanden, kan en
mag men niet nalaten van deze bestaande toe
standen rekening te houden. De vraag is thans
niet meer, of de differentieele rechteuheffing op
üch zelve en in beginsel is aan te bevelen, en of
men al dan niet goed deed, eene nijverheid ten
koste der Nederlandsch-Indiscbe verbruikers in
het leven te roepen. Die vraag is sedert lang
beantwoord, en wij staan thans voor de gevolgen
van het eens aangenomen stelsel; de Nederland
sehe katoen-nijverheid is uit de bescherming van
het differentieele recht voortgekomen, en de vraag
is dus nu deze: Mag men in redelijkheid aan
deze uit bescherming voortgekomen nijverheid
den steun der bescherming onttrekken, zoolang die
steun voor haar nog onontbeerlijk is?
Op deze vraag moeten wij ontkenneud ant
woorden. Nu die bescherming eens verleend is,
moet zij blijven totdat het doel, dat zij zich
voorstelt, is bereikt, d. i. totdat de bezwaren
zijn opgeruimd, welke de Nederlandsehe katoen
nijverheid nóg beletten de mededinging met de
vreemde industrie op voet van volkomen gelijk
heid vol te houden. Dal dit nijverheid nog bestaat
„ten koste der Nederland6ch-Indische verbruikers"
moge waar wezen; niet minder waar is het, dat,
wanneer men thans de bestaande bescherming,
vóórdat zij haar doel bereikt heeft, opheft, de
Nederlandsch-Indische verbruikers zullen geriefd
worden ten koste der Nederlandsehe voortbren
gers. De Nederlandsehe katoen industrie wordt
dan, te midden harer ontwikkeling, niet enkel
gestuit maar gedood, en oui billijk jegens de
kolonie te ziju is men onbillijk jegens het moe
derland.
Op deze groudeu adresseeren wij ons aan U, tot
instandhouding van het differentieel recht, en mee-
nen daarbij er op te moeten wijzen, dat hoewel het
stelsel der differentieele iechten reeds lang bestaat,
de kaïoen-iudustrie echter eerst sinds betrekke
lijk weinige jaren zich op groote schaal hier te
lande heeft ontwikkeld. De waarschijnlijkheid
bestaat dat, laat men haar vooreerst nog den
steun der differentieele rechten behouden, zij tot
vollen wasdom komen en tot mededingen op den
voet van gelijkheid in staat zijn zal, terwijl met
zekerheid te voorzien is, dat, met dien steun nu
te onttrekken, men haar volkomen vernietigt.
Wij verzoeken mitsdien Uwe Kamer, bij de
herziening van het Indisch tarief, het stelsel
der differentieele rechten in stand te houden,Jen
het aldus in te richten, dal betaald worden
vreemd fabrikaat. Ned. fabrikaat. verschil
in 1872 en 1873 15 pCt. 9 pCt. 6 pCt.
1874 1875 14 8 6
1876 1877 12 a 7 6
en na 1877 19 6 n
Alleen op deze wijze kan, naar onze gevestigde
overtuiging, de Nederlandsehe katoen-nijverheid
voor de vernietiging bewaard blijven. Wij ver
zoeken U mitsdien, het voorgedragen wetsontwerp
niet aan te nemen.
De Kamer van Koophandel en Fabrie
ken te Heiden,
P. ou R1EU, Voorzitter.
W. C. D. OLIVIER, Secretaris.
Leiden, 16 Januari 1872.
TJANDIE9
SLENGDANG
SARONG COR
CORGES
CORGES
GES
1867
119
19332
23081
1868
325
15145
13718
1869
400
5875
7693
J870
100
3418
7905
KA1J1N09
CORGES
58686
30645
11792
5681
Hedenmorgen omstreeks 11 uren is nabij de
Cellebroersgracht het lijkje opgehaald van een
pasgeboren kind van het mannelijk geslacht. Het
werd naar het Nosocooiium overgebracht, ODder
geleide der politie, die een streng onderzoek heeft
ingesteld.
Naar wij vernemen zijn al de ijzerwerken,
benoodigd voor den aanleg der drinkwaterleiding
nabij de Oude Plantage Ir Rotterdam, Ier vervaar
diging opgedragen aan de firma D. A. Schreilen
en Co., hier ter stede.
Men verzekert, dat de ongesteldheid van prof.
Kerckhoff te Utrecht zich verergerd heeft. De
hoogleeraar moet zeer zwak zijn, zoodat er niet
aan te denken valt dat hij binnenkort zijn col
leges zal kunnen hervatteD. (Vatl.)
Tot leeraar in de wiskunde aan de Hoogere
Burgerschool te Dordrecht is benoemd Dr. F. vau
Wageningen Jzu.
Uit Nieuwediep schrijft men aan 't Utrechtsch
Dagblad
Aan de werklieden op 's Rijks marinewerf
alhier is het besluit meegedeeld van den Minister
van Marine, waarbij hunne daggelden verhoogd
zijn.
Behalve de verblijdende bepaling van dit be
sluit, was er ook nog eene andere, waarbij de
nog krachtige en ijverige werkman eerst met den
leeftijd van 65 jaren zich aan eene vermindering
van daggeld zal hebben te onderwerpen, terwijl
dit tot nu toe reeds aanving inet zijn 50ste jaar,
waarin menigeen voor den 20 30jarigen werk
man niet uit den weg treedt.
Waar de regeering zich zoo het lot der werk
lieden aantrekt, kan het niet missen of velen, die
het lot dier meDschen als het ware in handen
hebben, zullen zich gedrongen gevoelen dit voor
beeld te volgen.
De Amsterdamsche Courant verneemt, dal het
voornemen blijft bestaan om de Tweede Kamer
in de volgende maand bijeen te roepen. Een steen
is van het hart gewenteld van allen, die vrees
den dat de Kamer niet meer samen zon komen.
Wij kunnen er nog bijvoegen, dat de zittingen
in den regel te 11 uren zullen aanvangen en des
namiddags ie ongeveer haitvijf zullen eindigen.
De sprekers zullen staande van hunne plaats het
woord voeren, en te éen uren zal er gewoonlijk
eene korte pauze worden gehouden. Voorts zul
len de beraadslagingen door het Bijblad weder
worden publiek gemaakt, alsmede de regeerings-
voordrachteu en gewisselde bescheiden deze
laatsten des noods twee maaDden na dato.
(Arnh. Cl.)
Te Amsterdam hebben op de eerste lijst voor
het Nationale feest ter herinnering der laatste
driehonderd jaren, de burgemeester als honorair
voorzitter, de leden der commissie en enkele
personen, die daartoe in de gelegenheid waren,
reeds geteekend in de eerste kolom (voor den ge
denkpenning eu Ier beschikking der commissie)
voor onderscheidene sommen van '25, /T5 eu/HO,
terwijl in de tweede kolom (voor een nader over
een te komen stichting gegeven is 1300 en 100,
voor een historisch museum van vaderlandsche
kunst en oudheden onderscheidene giften van
ƒ300, ƒ150, ƒ100 en ƒ25, enz. Tevens is door
eenige inteekenaars op liet vroeger voorgestelde
Historisch Museum de verklaring afgelegd, dat
zij hunne toezeggingen van 1000 enz. bij deze
gelegenheid herhaalden, wanneer die stichting op
eene andere wijze tot stand mocht komen.
Maandag a. s. zal met de algemeene toezending
der circulaires en Woensdag daaraanvolgende
met het ophalen der biljetten en het rondgaan
met de lijsten een aanvang worden gemaakt.
(Udbl.)
Op de poging, door den heer J. A.Alberdingk
Thijm beproefd, om zijn verzet tegen de feestviering
op 1 April te rechtvaardigen in de brochure:
Een misverstand uit den weg geruimd"heeft
de hoogleeraar de Bosch Kemper, voorzitter der
Amsterdamscbe commissie, op eigen verantwoor
delijkheid, een verweerschrift uitgegeven, getiteld:
„Het Nationale feest ter herinnering aan de laatste
300 jaren" en verschenen bij E. S. Witkamp te
Amsterdam, ten voordeele ter feestviering.
De Dinsdag j.l. te Utrecht gehouden vergade
ring, ter bespreking van de oprichting van den
Willeinstoren te Dillenburg, benoemde tot alge
meene commissie van uitvoering: de heeren
Frar.cken, Jonckbloet, Knoop, E. H. Lasonder
J. W. Lasonder, Jhr. v. Pestel en Jhr. Storm van
's-Gravesande, eu uain als beginsel aan, dat eerst
na 1 April, zooveel mogelijk overal in 't land, eene
inschrijving zal worden geopend voor minstens
t 0.25, om met de opbrengst dier inschrijving den
torenbouw te ondersteunen en daarmede een be
wijs van vereering der nagedachtenis van prins
Willem den Eerste ie geven.
Den 19den dezer werden te Harlingen drie
jonge lieden, uit Zwolle aangekomen, met het
doel zich per stoomboot via Eogeland naar Aine
rika te begeven, op het onverwachtst door de
politie aangehouden, en een hunner, de R., in
verzekerde bewaring genomen, 't Schijnt dat deze
zich op een slinksche manier van reisgeld heeft
weten te voorzien en in alle stilte de reis wilde
ondernemen. Althans een bij de politie ingekomen
telegram, bevattende het verzoek tot aanhouding,
benevens zijn signalement, doet zulks vermoedeu.
Buiten de kleedingstukken was hij in bet bezit van
eene som van 315.
De Rotterdamsche varensgezel
Donderdag voor het Hof in Zuid-Hollaoii
stond, beschuldigd van verschillendediefst" &e"0D
Rotterdam en Dordrecht gepleegd, is bi""" °D
van heden tot drie jaren gevangenis vero 626 ',ttre
Ziju jeugdige leeftijd werd als verzachte(T"
standigheid door het Hof aangemerkt.
Door de arroodissements-rechtbank teG
op de aanbevelingslijst voor de betrekk Duitschl
kantonrechter geplaatstJhr. Mr. Rcthiiinjt-,. ...deri
Jhr. Mr. Witlert en Mr. B. M. de J0[,
Ellemeet, respectievelijk griffier bij de kE jjg j^e,
rechten Alphen, Amersfoort en Cortgene[ievering
Bij Kon. besluit is bepaald, dat het
van het getal landmeters bij bet kadasterl,ea we'sPr
34 1ste kl., met een bezoldiging van 110Uch-®° ^et
kl. met een bezoldiging van ƒ850; 453deetee'4eiie'
een bezoldiging van ƒ600.Aan de lao'et zi,'U
met buitengewone werkzaamheden be!n^e ^u'
daaraan behulpzaam, kan, zoo tot vergoe;an ^aP°
het gemis van leges en emolumenten, i ^'e
hunne meerdere uitgaven, eene toelage vtS
tot 75 's maands, boven hunne vaste bezo
worden toegekend.Het maximum van',,
I fx p f r
tal aspirant-landmeters bij het kadaster b
30. Aan de asp.-landm. wordt door da®
i r nn reinen;':
ster eene toelage van 30 tot hoogste
7 neven c
s maands toegekend, Zij, die wensck-
eierij ei
noemd te worden tot asp.-landmeter bij Inbeeld
daster, zijn aan een vergelijkend examen
\t j r. J orst yaa
worpen. Niemand wordt meer dan twe
»u zijne
tot het vergelijkend examen toegelaten. A a ^es
landmeters, die zich aan een voorgei'^^^^
examen driemaal zonder gunstig gevolg n z-°
onderworpen, of die het nog niet met i3won<jer
gevolg hebben afgelegd, nadat zij daar., di, a
malen in de gelegenheid zijn geweest, rankriji5
ontslaSen- denze
De afdeeling voor Wis- en Natuurkorden 0
wetenschappen der Koninkl. Academie van ora' w
schappen, zal eene gewone vergaderiüg houvvoucrs
Zaterdag den 27sten Januari e. k.,des nam,uP'e
kwartier over twaalven, in het gebouw de^r0^
demie Trippenhuiste Amsterdam. lenbaar
uitschla
De Minister van Mariüe brengt ter kenüDe tijd,
belanghebbenden, dat de tijdelijke pensioemngen s
door het Departement van Marine wordea een
daan, over het vierde kwartaal 1871, bij de Bbiedsch
meesiers in de verschillende arroudissemec: is uil
ontvang kunnen genomen worden. inigheic
den t
Bij beschikking van den Minister van Kolo;TOj„tJe
van den 23sten Januari 1872, zijn de hulpoi.Di°
wijzers H. D. J. Riineubere. L. F. Tuvl iemv<
maker en W. Rijst, gesteld ter beschik.*^v j
den Gouverneur-Generaal van Nederlandscklt
iken u
om te worden benoemd tot onderwijzer dei al(j i
klasse voor den dienst daar te lande. r
D d® r
Z. M. heeft op zijn verzoek eervol ontsla;6 vroe
leeud bij de dienstd. schutterij te Maasstad*11 zlJl
J. Drayton Lee, als 2den luitenant.
Z. M. heeft A. H. van Slooten benoec®11 aa
burgemeester van Rauwerderhem. sponde
Z. M. heeft aan Dr. A. A. H. Suyck, ^'j 1
verzoek, eervol ontslag verleend als schoolop:nlen
in het derde schooldistrict der provincie Ut*^et
en als zoodanig benoemd met ingang vaa ne
bruari a. s., Mr. F. A. R. A. baron van Itte:'10D
te Utrecht.
Z. M. heeft den luitenant-ter-zee der 2de 'ei
E. G. van Emden, dienende bij de zeemat; ^et
West-Indië, op zijn verzoek, eervol uit de«anaar'
De ke
:der
aw bi
dienst ontslagen met den laatste der mi
waarin dat besluit ter zijner kennis zal wc
gebracht. al™J
Z. M. heeft aan den heer C. A. Gobius, Of
verzoek, eervol ontslag verleend uit zijne be n
king van ontvanger der directe belastingen
kantoor te Amsterdam, behoudens aanspraai' 'e
pensioen, met dankbetuiging voor de diensten,'oaiei
hem aan den lande bewezen gedurende eenratie
vak vau bijna drieënvijftig jaren.
Z. M. heeft verleend de volgende pensioe,
als aan: E. of E. N. Kok, postbode, 88;
J. H. C. Duran, commies 1ste klasse bii 'sE
6 ST(
belastingeo, 390; S. A. N. van Peterson Bstaa(
ring, boekhouder comm. bij de administratie^^
de grootboekeu der nationale schuld, 1311
E. C. Croiset, bewaarder der hypotheken vat
erzoi
kadaster en der scheepsbewijzen, ƒ938;N.
man, comm. 1ste kl. bij 's Rijks bel., ƒ401
Dominicus, ODtvanger der dir. bel. en ace., I-r
en L. Vlug, idem, 833; P. Kool, brievenbeste^^
109; L. C. of A. Daenen, comm. 3de klasse,
's Rijks bel., ƒ239; A. Klaasen of M. A. Klaeff^
wed. van D. Bronckhorst, in leven comm. 2d'
bij 's Rijks bel., ƒ104; A. J. Roelvink, wed. 'VHoS
L. R. van Ouwenaller, in leven ontvanger C
registratie eu successierechten, ƒ822; G. D°rf>Coe
wed. van B. Meulman, in leven comm. lste
di
bij 's Rijks bel., 164; A. M. J. Cox, wed.
A. E. Willems, ideoi 2de kl., 99. ,je
Z. M. heeft aan Jhr. C. M. Storm van
vesaode, lid van de Tweede Kamer der Ö'^êld
Generaal, op daartoe door hem gedaan verzv
een eervol omslag verleend uit zijne betrek!^
van lid van het Hoofdcomité der Nederlands1