N°. 3668. Woensdag A°. 1872. 24 Januari. IE STADS-BERICHTEN. Feuilleton van het „Leidsch Dagblad". SCHETSEÜ UIT EHGELAHD. ■LEIDSCH ,D cent Sieuity r«len; DAGBLAD. PRIJ8 DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maanden.ƒ3.00. Franco per post3.85 Aftonderlij ke Nommers0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering vau Zen- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTKNTIEN, Voor iederen regel0.15. Grcotere letteri niar do plaatsruimte die zij beslaan. BURGEMEESTER en WETHOUDERS tan EB „ÈIDEN doen te weten, dat ingevolge art. 2 der herordening, regelende de invordering der plaatselijke elaatmg op de honden, ieder eigenaar of bezitter erstkan een of meer honden, die aan de belasting onder op evig zijn, verpligt is daarvan jaarlijks vóór den "Isten Januarij bij den Gemeente-ontvanger aangifte doen door inlevering van een behoorlijk ingevuld rerbaa door den aangever onderteekend billet; dat be- D ove oelde invnllingsbilletten voor bet dienstjaar 1872 Can beden af kosteloos ten kantore van den ontvan- er verkrijgbaar zijn. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELER, Burgemeester. v. PUTTKAMMER, Secretaris. Leiben, 18 December 1871. HER-IJK. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van „EIDEN, Gezien het besluit van Gedeputeerde Staten der trovincie Zuid-Holland, van den 9den Januarij 11., i°. 11 (Provinciaalblad n". 3), houdende bepaling an de tijdatippen van den her-ijk der maten en ge- rigten in de verschillende gemeenten in deze pro- incie, voor bet jaar 1872 Herinneren den ingezetenen dezer gemeente hunne "'erpligting, overeenkomstig art. 15, lett. a, der Wet tan den 7den April 1869 Staatsblad n°. 57), tot bet loen her-ijken van alle reeds in gebruik zijnde maten, ";ewigten en weegwerktuigen, onder mededeeling dat 'laartoe door den ijker zitting wordt gehouden in het 'okaal van den ijk, op de Aalmarkt, naaat de Gemeente- 'Apotheek, en wel: zoor wijk III, op den 25st«n, 26sten en 30sten Januarij, •eiken dage van des morgens 9 tot des namiddags uren; Eindelijk wordt ter kennis van de belanghebbenden jebragt, dat volgens besluit van den Minister van "itaat en van Binnènlandsche Zaken, van den 6den lecember 1871, n°. 201 (12de afd.), de letter D, in en gewonen drukvorm, schuin gesteld, bestemd is ot jaarletter zoowel van den ijk als van den her-ijk. - En geschiedt biervan openbare kennisgeving door InpKkking en door plaatsing in de Leidsche Courant. Burgemeester en Wethouders voornoemd, - v. n. BRANDELER, Burgemeester. v. PUTTKAMMER, Secretaris. Leiben, 17 Januarij 1872. Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden, Donderdag, den 25sten Januarij 1872, 's namiddags ■te twee uren. Onderwerpen 1°. Benoeming van een Secretaris der gemeente. 2°. Voordragt tot de tijdelijke waarneming der betrekking van leeraar in de staatswetenschap pen aan de boogere burgerschool. 3'. Benoeming van hulponderwijzers aan de open bare school voor meer uitgebreid lager onder wijs, 1ste klasse, voor jongens, als een late van de 3de klasse b. 2de i/ n 4de 4°. Benoeming van een boekhouder der stedelijke gasfabriek. 5°. Adres van den praelector in de verloskunde, Prof. A. E. Simon Thomas, om continuatie in deze betrekking. 6°. Staat van af- en overschrijving op de gemeente- begrooting van 1871. 7°. Voordragt tot verkoop van inschrijving op een der Grootboeken Nat. Werk. Schuld, ten name van de Gasfabriek. 8°. Voordragt tot het in erfpacht uitgeven van grond aan D. Koudijs. Lelden. 23 Januari. Gisteren werden de bijeenkomsten van de be zoekers der Volksvoorlezingen, uitgaande van het Departement Leiden der Maatschappij tol Nul van 't Algemeen, in de nieuwe Siadszaal voor dit jaar geopend. Het mocht waarlijk een verblijdend teeken genoemd worden, dat de groote ruimte, waarover de vereemging nu te beschikken had, letterlijk geheel was opgevuld met bezoekers. Hoewel deze talrijke opkomst wellicht voor een gedeelte veroorzaakt werd door de bijzondere uit voering van dezen avond, gaf zij toch blijk van een groote belangstelling der bevolking iu die bijeenkomsten, die voor het nut en belang van ieder zonder onderscheid zijn bestemd. Het programma behelsde drie nummers. Door de kinderen van de volk6-zangscbool werd eerst onder directie van den onderwijzer de Jong een soort vaD oratorium voor minder gevorderden voorgedragen, getiteldEen Lentedag, waarvan woorden en muziek zijn vervaardigd door den heer J. Worp. Het stuk zelf, dat de verschillende genoegens die op een heerlijken lentedag iu de vrije natuur te maken zijn, allerliefst voorstelt, en de uitvoe ring, die getuigde van de onafgebroken oefening en den muzikalen aanleg der jeugdige zangers en zangsters verwierven den algemeenen bijval. De kinderen hadden zelf klaarblijkelijk genoegen iu de uitvoering; de ouders hadden weder ge noegen door hunne kinderen, en zoo mag de heer de Jong terecht met voldoening nèderzien op den uitslag zijner ijverige pogingen. Na de zanguitvoering trad prof. van Geer op, om deze eerste bijeenkomst in de nieuwe zaal met een toespraak te openen. Na eersteen terug blik te hebben geslagen op de opkomst der ver- eeniging, haar toenemenden bloei, de voortdurende verandering van lokaal, die daardoor noodig werd gemaakt, de bereidwilligheid van het gemeente bestuur om de oude en ook thans de nieuwe stadszaal tot haar gebruik af te staan, kortom na de herdenking van het verledene vestigde spreker de aandacht op de toekomst, op het doel der ver- eeniging. Hij toonde aan, dat dit doel daarin bestond den toestand van het volk, van de werkende klasse van onderen op te verbeteren, in tegenstelling van hen die deze verbetering uitsluitend verwachten van hooger hond, dat wil zeggen van den staat en zijne wetten. Spreker betoogde, dat men de. be staande gebreken zoo maar niet door een of an dere wet kon uit den weg ruimen, maar dat krachtsinspanning en medewerking van ieder afzonderlijk daartoe worden vereischt. Tot na dere toelichting van deze bewering besprak hij eenige bestaande gebreken, zooals den arbeid van jeugdige kinderen in de fabrieken, het mis bruik van sterken draük en naar aanleiding daarvan de kermissen. Deze en dergelijke mis bruiken kunnen maar niet kortaf of door een wet aan de bedrijvers verboden worden, maar moeten langzamerhand van zelf wegteren door ontwikkeling van het volk, veredeling van zijn smaak, het opwekken van zijn lust tot betere uitspanningen, dan die het dierlijk genot hem kan schenken. Dat nu is het doel der volksvoorlezin gen, en spreker twijfelde niet of ieder zou, daar mede voor oogen, volmondig met hem instemmen wanneer hij die bijeenkomsten alle heil en voor spoed toewensebte. Na deze flinke en populaire toespraak, be klommen de kinderen der zangschool nogmaals het tooneel, om in afwisseling met de vergade ring het „Wien Neeriandsch bloed" en eenige van den gewonen tekst varieerende coupletten te zingen. Ten slotte richtte de Voorzitter der commissie nog een woord van dank tot de aanwezigen voor hunne trouwe opkomst en beval de volksvoor lezingen in hunne belangstelling aan. Hij wees nog nader op het voorrecht, dat nu zulk een groote ruimte voor de bijeenkomsten was opengesteld, en nam hieruit aanleiding om den bouwmeester den lieer Schaap, zijn dank te betuigen. De ver gadering stemde met deze woorden van harte in en hiermede was de eerste bijeenkomst dei volks voorlezingen afgeloopen. Wij maken het Leidsche publiek opmerkzaam op de 31 Januari a. s. te geven uitvoering door de Zangvereeniging Caecilia, waarvan wij de bij woning aan liefhebbers van schoone klassieke riiuziék ten zeerste kunnen aanbevelen. Het pro gramma en de goede naam, dien de jeugdige ver- eeniging verleden jaar heeft verworven, geven ons daartoe aanleiding. Van goederhand verueemt men, dat in de twee eerste dagen in de spoorwegleening Utrecht Leiden, te Woerden reeds voor 60,000 deelge nomen is. Wij lezen in het Haagsche Dagblad: Al meer en meer vindt het denkbeeld van de Biielsche hoofdcommissie tegenstand, om als mo nument te Brielle een „waternimf" op te richten; en zoo dreigt ook meer en meer verschil van gevoelen over de uitvoering verdeeldheid te stich ten, waar slechts nationale eensgezindheid be hoorde te bestaan. Het zal daarom zeer velen in den lande aan genaam zijn te vernemen, dat er door een kring van vaderlandslievende mannen een plan is ont worpen, om, in stede van de voorgenomen „wa ternimf," eene inrichting, die rekening kan maken op aller onverdeelde sympathie en ondersteuning, te stichten te Brielle en waarvan Z. M. de koning zelf bereid zou zijn den eersten steen te komen leggen: eene inrichting, waardoor een waardige herinnering kan gesticht worden aan Willem van Oranje, den grooten grondlegger onzer vrijheid en nationale afhankelijkheid. Op dit oogenblik is het ons niet vergund, in nadere bijzonderheden omtrent dit grootsche, alle meeningen conciliërende, plan te treden, maar wij hopen daartoe zeer spoedig in staat gesteld te worden. Het hoofdbestuur van 't Ned. Onderwijzers- Genootschap heeft zich per missive gewend tot de onderwijzers in Nederland, met een oproeping om het 3de eeuwjaar der geboorte van den Ne- derlandschen Staat door gepaste schoolvreugde tot een onvergetelijk fee6t voor de jeugd te ma ken, zonder bepalingen te willen vaststellen, wanneer of hoe feest zal gevierd worden, dewijl het doel alleen is, om tot feestviering op te wekken. De heer F. baron van Brienen, bestuurslid van het Koninklijk Zoölogisch Botanisch Genootschap te 's-Gravenhage, is voornemens eerstdaags een reis naar de Noordkust van Afrika te doen, ten einde zich eene collectie pluimgedierte, enz. aan te schaffen, om bovengemeld genootschap daarmede te verrijken. Bij de heeren Kemink en Zoon te Utrecht is onder den titel: De Eersteling der Vrijheid, een feeslprent verschenen, waarop feiten en personen, op de verrassing van Brielle betrekking hebbende, aanschouwelijk zijn voorgesteld. De uitvoering is net en duidelijk; de prijs is uiterst matig gesteld. Men heeft dus alle reden een ruime verspreiding te verwachten. Dr. J. E. de Vrij te 's-Gravenhage, is door de British Pharmaceutical Conference te Edinburg tot eerelid benoemd. Na een vergelijkend examen van 46 aspiranten zijn drie rijksbeurzen aan de Arnhemsche kweek school voor onderwijzeressen toegewezen aan mej W. M. van Loon, van Rotterdam; mej. H. G. R Dietz, van Rotterdam en mej. H. E. R. Krolt, van Warnsveld. In de laatste vergadering van de vereeniging ter boefening van de krijgswetenschap te 's-Gra venhage, zouden de verdere discussiën gevoerd zijn over het door den heer van Tuerenhout be sproken onderwerp. Daar deze echter verhinderd was de vergadering bij te wonen, werden zij tot nader uitgesteld. De waarnemende voorzitter, generaal Knoop, behandelde daarom een paar belangrijke punten. 1°. de vraag; of bombarde ment van een vesting een in den oorlog geoor loofd middel is. Onder aanhaling van verschil lende voorbeelden betoogde hij, dat een bombar dement lang niet altijd een afdoend middel is, om een vesting te nemen, en dat het slechts on der bepaalde gegevens geoorloofd is, van dit middel gebruik te maken. 2°. behandelde spr. de zaak der volkswapening vooral naar aanleiding van den oorlog in 1870, toen zoodauige wapening in Frankrijk door Gam- betta ondernomen, genoegzaam geheel mislukt was, omdat zij niet behoorlijk was voorbereid en orde en tucht bijna geheel ontbraken. Spr. kwam tot het besluit, dat eene volkswapening uitmuntend kan zijn, niits zij in den vorm van schutterij, van landweer, of hoe men zulk eene inrichting ook noemen wil, lang van te voren is 1871 - Btó ten 4 naak het fransch van T A.I1H Bi- li. Typen. (Vervolg.) ÏUIIÏ 7 ortng» Hl- iche fótt UflH iter. - per burr, I, Zoo geeft ook een kundig arts, die hier een '^I^j.Franechman behandelt, hem slechts een halve ijdosis, de Engelsche hoeveelheid zou hem te kras tijn en kwaad doen; vraagt gij den apotheker -rim een purgatief, dan geeft hij u calomeleen 1 Engelschman heeft het dikwijls bij zich en slikt eeoe -Pa Tan> wanneer hij wat zwaar in bet _i«,hoofd is; die medicijnen zouden goed zijn voor >u °P 'Fransche paarden. Eveneens zijn hunne wijnen, gelsP°rto, sherry zeer verhittend en met brandewijn lypotiveraneden; deze menging ontneemt er den fijnen smaak aan, maar zuiveren wijn zou de EDgelsch- man flauw vindenonze Bordeaux en Bourgogne zijn hem te licht. De middelstand verkiest ale, stout, porter, vooral brandy and water, een soort ~van grog, voor de helft uit brandewijn bestaande; de dranken moeten het verhemelte prikkelen of branden. Hetzelfde neemt men bij hunne keuken waar; behalve in de aanzienlijkste clubs en bij de con tinentale Engelschen, die een Franschen of Itali- aanschen kok houden, zijn de spijzen zonder smaak. Ik heb opzettelijk in twintig verschillende eethuizen gedineerd, te Londen en elders. Groote porties vet vleesch en groenten zonder 6ans men wordt er rijkelijk gevoed, maar 't eten is er geen genot. In de beste restauratie te Liverpool kan men geen hoentje klaarmaken. Men schroeit uw verhemelte met een mengsel van Spaansche peper, specerijen en azijn, twee droppeU er vau hebben de uitwerking van een gloeiende kool. Te Green wich kreeg ik na het gebruiken van white bail als tweede gerecht een schotel kerrie, goed om de tong te ontvellen. Op de diligences en op bet dek van de stoomboot blijven heeren en zelfs dames bij voorkeur boven op: het schijnt hun te bevallen om verwaaid en kletsnat te worden. Het opgenoemde strekt mijns inziens ten bewijze dat hunne zintuigen minder fijn bewerkt zijn, hun gestel sterker is. Dat forsche lichaam heeft veel voedsel noodig. Zij vinden ons matig, wij hen dus gulzig. De economisten zeggen dat een Franschman ander half schaap gemiddeld per jaar eet, een Engelsch man vier. Aan de tafels der restauratie geeft men u één broodje bij een groot stuk vleesch. De Punch geeft caricaturen over. gulzige kleine jon gens: „Wat een ongelukkig bestaan!" zegt een meisje, bij het zien van een paar vette varkens, „om niets te doen dan te eten en te slapen I" Haar tienjarig broertje antwoordt: „Er is niets op de wereld daar ik meer van houd." De over drijving is hier tastbaar, maar zij wijst op een trek van het volkskarakter. Van Brugb heeft in in zijn Voyage a Londres ons reeds den kleinen gulzigen, in Frankrijk niet voorkomenden, squire afgeschilderd. Ten allen tijde hebben zij zich be roemd op hunne rijkelijke voeding vooral met vleesch; dat was iu hun oog een voorrecht van hun ras, een versterken van hunnen moed. „Een sterk en dapper volk, zegt een hunner nieuwere historieschrijvers, M. Froude, in zijn History of Engeland, gezond van lichaam, trotsch en moedig van geest, rijkelijk van spieren voorzien, die door de groote stukken ossenvleesch gevoed, het wonder hunner eeuw waren Zij hadden die groote lichaamskracht ten deele te danken aan den overvloed te midden waarvan zij leefden. Vijanden en vrienden beschrijven hen als het krijgshaftigste en meeste geduchte volk van Eu ropa Cellini noemt hen de Engelsche wilde dieren.... Vierhonderd avonturiers, menschen zonder beroep uit Londen, die een corps vrij willigers bij het garnizoen van Calais uitmaakten, waren jaren achtereen de schrik van Normandië. Toen zij eindelijk bezweken was het bij een aanval vao eene zesmaal sterkere macht, en eerst na zich tot den laatsten man toe als wanhopigen verdedigd te hebben." En Engelschman vertelde mij bij gelegenheid van den derby dat hij in beginsel tegen de ma tigheidegenootschappen was, omdat Iiud gestel behoefte heeft aan opwekkende middelen, zelfs in Indië zouden de Engelschen, volgens hem, verkeerd doen het gebruik van sterken drank geheel na te laten. „Onze matrozen zouden zonder hun glas brandewijn niet kuunen leven. Wij zijn een bij uitnemendheid energiek volk wij hebben krachtig voedsel en geestrijke dranken noodig, zonder deze geen animal spirits; door dien leefregel zijn onze zeelieden tegen alles bestand en zoo dapper. Wan neer zij enteren, halen zij hunne pistolen te voorschijn en werpen die op het vijandelijk dek, zeggende dat zij ze zeker na de overwinning zullen terugvinden." Mogelijk heeft hij gelijk; er zijn gestellen die

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 1