N°. 3657. Ao. !872. SCHETSEN UIT ENGELAND. i Donderdag 11 Januari. EUROPA Feuilleton van liet „Leidsch Dagblad". LEID erst- heê. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maanden3.00. Franco per po9t.3.85 Afzonderlijke Noramers0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zen- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIE».) Voor iederen regel0.15. Gróotere letters naar 4e plaatsruimte die ajj beilaan. aan Het ein4 des jaars lSTl. VI. Pas Game Deulschland soil es sein schreef Arndt (dien wij nu om een uitzondering op den alge- meenen regel te maken eeus niet „Vader" Arndt willen noemen) en men kan zeggen, dat in 1871 das ganze Deutschlapd zich geformeerd heeft. Wel zou de opgewonden dichter, die met geen klei nigheid tevreden was, io de gegeven omstandig heden nog blijven roepen: Viel grosser muss es sein wel zou bij eeu gedeelte van Zwitserland en Oostenrijk kortom iedere plaats wo die Deutsche Zunge klingl er oog bij willen trekkenmaar waar lijk, iedere Duitseher uiag zich verheugen, datde éénheid van zijn land zóo ver niet wordt uitge strekt. Er zijn nu al zooveel Duitsche tongen in het nieuwe rijk, die alles behalve eensgezindheid prediken, dat, bij nog grootere uitbreiding der éenheid, de bede des dichters verder dao ooit van hare vervulling zou geraken: h Und gieb uns achten deutschen Muth, Dass wir es lieben, treu und gut! 1 Het spreekt van zelf, dat de aansluiting aaD den Noord-Duitschen bond niet zoo maar zonder slag of stoot in Beieren, Baden, Hessen en Wur- teinberg tot stand kwam. Bij velen woog het vooruitzicht van een drukkende Pruisische omni- potentia ruimschoots op tegen dat schoonklinkende woord: „vereeniging aller Duitschers". Vooral de geestelijkheid, die van de opperheerschappij des ketterschen keizers weinig goeds te verwachten had, gebruikte al haren invloed om de aansluiting tegen te werken. In Beieren toonde deze anti pathie zich zoo sterk, dat de commissie uit de kamer tot onderzoek naar het Versailler-verdrag van 23 November 1870, vooral op aandrang van Dr. Jürg, een praeadvies tot verwerping uitbracht. Desniettegenstaande zijn, na vrij snel gevoerde onderhandelingen de zuidelijke staten, Badeu, Hessen, Wurternberg en Beieren op eenigszins verschillende voorwaarden tot den bond toegetre den, en het Duitsche rijk bestaat nu uit 25 stalen, die te Berlijn door den Rijksdag van 382 afge vaardigden en een bondsraad van 68 stemmen hunne voornaamste belangen doen behartigen. Het gemeenschappelijke leger staat natuurlijk onder het bevel van den „sieggekrönten Greis", waarbij de afzonderlijke vorsten in goeden luim zijn gehouden, door hen eenige officieren te doen benoemen en de in hun land aanwezige troepen nu en dan als policie te laten gebruiken. Men moet erkennen, dat gedurende het afge- loopen zittingsjaar van den rijksdag Bismarck zich vrij discreet heeft gedragen, en zijn over wicht niet bijzonder aan zijne dienaren heeft doen gevoelen. De verdienste van deze handel wijze is echter niet groot, daar de talrijke meer derheid van de rijksvertegenwoordiging uit nati onaal-liberalen bestaat, die, in hunne groote op gewondenheid over Duitschlands plotselinge groot heid, bereid zijn den kanselier te volgen waarheen hij maar wil. Slechts ééns liep de vrede gevaar verbroken te worden. Hei was toen Bismarck zich naar Frankfort begeven had om de daarheen van Brussel overgebrachte vredesonderhandelin gen te bespoedigen, en eenige leden van den Rijksdag gedurende die afwezigheid het voorstel hadden ingediend om ook de uit hunne ambach ten weggeroepen mannen der landweer te doen deelen in de door de regeering voorgestelde ver goedingen en schadeloosstellingen. Het was dan ook niet mooi van den Rijksdag, dadelijk van een korte afwezigheid van den meester gebruik le maken om zulk een eigendunkelijke bepaling te willen invoeren. De verontwaardigde man riep bij zijne terugkomst van Frankfort uit: „Ziet ik ben bezig om voor ulieden de voordeeligste vredesvoorwaarden, en zoo gauw mogelijk het gewonnen bloedgeld binnen te krijgen, en terwijl toont gij hier, dat gy geen vertrouwen stelt in de wijze waarop ik dat geld zal verdeeleu Maar de Rijksdag hield dezen keer voet bij het stuk, de kwade luim van den meester, die waar schijnlijk wat verhit was geweest van de reis, verdween ook langzamerhand en de weermannen kregen (ten minste op het papier) hun deel. Geld verdeelen is overigens in 1871 eene der groot ste bezigheden van den Rijksdag geweest. Eene som voor de invaliden, eene som voor de weduwen en weezen, eene som voor de uit hun ambacht geroepenen, eene som voor de uit Duitscbland verdrevene Franschen, eene som voor de rederijen, eene som voor generaals en hooggeplaatste perso nen enz. enz., al te gaar sommen, die zich vereent» gen in die éene door Frankrijk te betalen groote som van 5 milliarden. En toch, hoewel de Duitsche regeering hier op een vreeselijke manier riemen snijdt van een andermans leer, zou men zich met de bovengenoemde doeleinden bunnen vereenigen, indien bijv. weder niet het feit zich voordeed, dat voor den keizer een groote soin door het rijk werd beschikbaar gesteld, om te verdeelen onder enkele generaals, die niets dan roem en eer van den oorlog hebben inge- oogst, terwijl naar evenredigheid slechts een zeer onbeduidende vergoeding wordt gegeven aan al die ongelukkigen die hunne gezondheid en hun levensbestaan door den krijg hebben verloren I Zie hier in korte trekken wat de Rijksdag voor het overige in zijne twee zittingen (21 Maart tot 15 Juni en 16 October tot 1 December) tot stand beeft gebracht Aanneming van de nieuwe redactie der rijks- constitutie, voornamelijk bestaande in het veran deren van bet woord „Bond" in het woord „Rijk." Bij deze gelegenheid beproefden de clericalen, de zoogenaamde grondrechten in de constitutie te doen vaststellen, met het doel om de onaf hankelijkheid hunner kerk van den staat te ver zekeren. Die poging veroorzaakte echter slechts dat zij eeu even besliste nederlaag leden als toen zij bij de adresdebatten beproefden, eene uitdruk king ten gunste van interventie voor den paus ingelascht te krijgen. Een wet, waarbij alle premieleeningtn zon der onderscheid worden verboden. Een wet, bepalende de verplichting tot scha deloosstelling voor spoorweg- bergwerk- en fabriek- ondernemer8 voor den dood of de verwonding hunner ambtenaren en werklieden. De vaststelling van het budget voor 1872. Hier bij heeft de quaestie van het oorlogs-budget, dat sedert 1867 slechts voorloopig is geregeld, aanlei ding tot lange debatten gegeven. Ten slotte is met het oog op den onzekeren toestand, die zal beerschen tot aan de algeheele betaling der Fran- sche milliarden en op de verwikkelingen, ont staan door de toetreding der Znid-Duitsche staten en de annexeering van Elzas-Lotharingen, beslo ten, om het tegenwoordige quantum voor iederen staat nog gedurende 3 jaren te laten bestaan en geen bepaald budget op te maken. De regeering heeft alzoo tot dien tijd toe zonder eenige belemme ring het bestuur der militaire zakeD in banden. Wij herinneren bierbij ook nog aan de instelling van het rijks-oorlogsfonds van 40 millioen, met bet doel om in geval van oorlog spoedig te kun nen handelen, ten gevolge waarvan eeD dergelijk Pruisisch fonds van 30 millioen nu is opgeheven. De wet, waarbij de grondslagen voor een al gemeen Duitsch munt-stelsel is gelegd, en het slaan van gouden rijksmunten wordt ingevoerd. De verplichting van iederen staat om er eene behoorlijke volksvertegenwoordiging op na te hou den. Dit ontwerp, dat door den bondsraad nog moet behandeld worden, was door den voorsteller Biising c. s. voornamelijk gericht tegen de gebrek kige, oud-féodale constitutie van Mecklenburg- Schwerin en Strelitz. De uitbreiding van de rijks-competentie over burgerrecht en de rechterlijke organisatie in alle bonds-staten. Dit voorstel was van Lasker c. s. en zal, te oordeelen naar de houding der commissie in den bondsraad, door dezen niet of met gewich tige wijzigingen worden aangenomen. Eindelijk werd, op voorstel van Beieren, door den bondsraad een additioneel artikel op het Duitsche strafwetboek aan den rijksdag voorge steld en door dezen aangenomen, waarbij tegen het misbruik van den kansel tot politieke doel einden vrij zware straf wordt bedreigd. Behalve of liever in verband met de staatkunde, heeft Duitschland in 1871 nog een gewiebtigen strijd te voeren gehad op het gebied van den godsdienst. Het dogma der onfeilbaarheid is, zooals men weet, van deze beweging de oorzaak. Met Döl- linger en Friedrich uit Munchen, v. Schulte uit Praag en andere Duitsche geleerden al3 middel punt vormde zich al dadelijk eene partij, die het dogma der onfeilbaarheid weigerde aan te netrieD, het oppergezag des pausen en der concilies ODt- kende, kortom het katholieke geloof zooveel mogelijk wenscht te ontdoen van alle eigendhn kelijke vervalscliingen, die er door de zooge naamde autoriteiten der kerk zijn ingebracht. In September werd te Munchen bet algemeene pro gramma dezer oud-Katbolieken vastgesteld. Wat de verhouding van den staat tot de nieuwe leer betreft, bepaleu wij ons tot de twee voor-- Daamste feiten, die ziéh daarover in Pruiseh en Beieren hebben voorgedaan. In Pruisen werd de eerste aanleiding tot con flict gegeven door den bisschop Van Ermeland, die den minister Van onderwijs verzocht, Dr. Wollmann van het gymnasium te Braunsberg te ontslaan, omdat hij het onféilbaarbeidsdogma niet wilde aannemen. De heer von Miihler wei gerde dit verzoek. In Juli werdeD door konink lijk besluit afzonderlijke afdeelingen van het mi nisterie voor evangelische en katholieke belangen opgeheven, en een algemeen kabinet „geestelijke aangelegenheden" ingesteld. Terwijl Vich dus hierdoor de Pruisische regeering op het standpunt stelde der bescherming van alle onderdanen in hunne rechten, tot welk kerkgenootschap zij ook behoorden, werd deze stelling nog nader beves tigd door het antwoord des keizer-konings van 18 October, op een adres der Pruisische bisschop pen, waarbij zij beweerdeD, dat de rechten der kerk door de handelwijze der regeering te Brauns berg en op andere plaatsen, waren verkort. De keizer antwoordde hierop, dat het nieuwe dogma de rechten van geen enkelen onderdaan mocht verkleinen, en de regeeriDg dan ook van'plan was, deze volgens de bestaande toestanden te blij- ven beschermen. In Beieren durfde de regeering zich, onder het tninisterschap van von Bray, niet beroepen op hét daar te lande nog bestaande „placet" en alzoo de afkondigiog van het nieuwe dogma verbieden. Von Bray kreeg zijn ontslag, en nu Vaardigde de minister van eeredienst von Lulz een scherp manifest tegen de bisschoppen en hunne excom- municatiën te Manchen, Mehring enz. uit, waarbij hij verzekerde, de oud-katholieken ih hunne rech ten en ambten te zullen beschermen. Doch de Fortschrittspartij verlangde, dat de regeering nog op meer definitieve wijze de hou- diiig zou blootleggen, die zij tegenover de aanmati gingen der bisschoppen dacht aan te nemen. Op dit verlabgen, neergelegd in de interpellatie Herz, antwoordde de minister von LutZ ih naam van het gebeele ministerie, in eene redevoering van verscheidene uren, dïë als de staatkundige ge loofsbelijdenis der regeering door het land werd verspreid. Sedert dien tijd zijn de Ultrainontaneh in Beieren de verklaarde vijanden van het tegen woordig ministerie. Zij hebben nu onlangs een voorstel ingediend, waarbij de kamer moet verklaren, dat de bisschoppen door de be scherming die de regeering aan de geëx- commuuieerde geestelijken te Mehring, Mun chen, en op andere plaatsen heeft verleend, in hunne grondrechten zijn verkort. De commissie voor dit voorstel bestaat voornamelijk uit ultra- montanen en heeft daarom eéö gUüStig praekd- vies uitgebracht. De minderheid der commissie echter heeft een afzonderlijk rapport ingediend, waarbij zij terecht aantoont; dat de meerderheid wanneer zij tot een dergelijke conclusie komt, ook een votum van afkeuring tegen de regeering moet voorstellen. Daartoe echter durft zij niet NAAB H£T FKANSCH VAN MS. r AIÜ BÜ. k tj'MI I. Eerste indrukken. Vervolg.) g »f llw.jï v d. te' u Maar daar luidt de bel, de wedren begint Ro"V, De drie- a vierhonderd policemen maken ruim i, ,baan. De stellages zijn meer dan vol, daarvóór .1);strekt zich het weiland uit als eene groote, zwarte vlek. Wij klimmen naar onze plaalseD. Vandaar oidsg igezien is de volksmassa een mierenhoop, de voor op i' uitgaande en elkander kruisende ruiters en rij tuigen zijn schalebijters, meikevers en donkere Be" hommels op een groen tapijt. De jokeys in roode, blauwe, gele, maluvvkleurige pakjes vormen een afzonderlijk groepje en wel van opgeprikte ka- /{(ellen. Misschien ontbreekt het mij aan geestdrift; maar ik verbeeld mij een spel van insecten bij te te wonen. Vierendertig harddravers rijden na drie „faux départs" ten laatste af. Vijftien of twintig blijven bijeen, de andere maken groepjes. Voor 't oog is de snelheid niet zeer groot, 't is die van eenen spoortrein op een half uur afstands. In dit geval lijken de waggons kinderwagentjes, die aan een touwtje worden voortgetrokken. De indruk op de zinnen gemaakt is niet groot: men kan noch van orkaan, noch zelfs van wervelwind spreken. Gedurende verscheidene minuten gaat de bruine vlek, met roode heldere punten be zaaid, geregeld over het verwijderde groen voort. Zij draait, de eerste groep komt terug. Hoeden af! En als door eeD tooverslag worden alle hoof den ontdekt en staat iedereen op, hoera klinkt bet van de stellages. Het koele phlegma maakt plaats voor leven dige gebaren. Beneden in den hoek der wedden schappen is de schok buitengemeen, al9 't ware een electrische schok die al die automaten dóet gesticuleeren en eenen algemeenen St. Vitusdans veroorzaakt. Maar het merkwaardigst schouwspel is die massa menschen, die eensklaps uit elkan der gaat achter de harddravers^aau, als een golf van inkt. De dichte hoop is vloeibaar geworden, breidt zich in eeD oogeDblik ontzaglijk uit en staat weldra voor ;de stellages. Op twee of drie rijen geschaard staan de policemen als een dijk en boksen als het noodig is, om het carré vrij te houdeD, waar de paarden en jockeys bijeenko men. Er wordt onderzoek gedaan. Een geweldig oogenblik is dat, wanneer de paarden tot op een paar honderd schreden gena derd zijn, dan wordt hunne snelheid op eens zichtbaar en de troep ruiters eu paarden storten vooruit, ditmaal als een storm. Een weinig bekend paard heeft gewonnen en slechts ternauwernood. Er was op gewed 1 tegen 40, op twee andere zeer beroemde 1 tegen 3 of 2 tegen 9. Vandaar teleurstelling en verwarring. De prijs is 6,755 pd. st.met de weddenschappen daarbij zal de eigenaar ongeveer millioen fres. winnen. Men spreekt van groote verliezen van 20- en 50.000 pd. sterling. Verleden jaar heeft een kolonel eenen zelfmoord begaan na den grooten wedreD omdat hij zijne verliezen niet koD betalen, hadde iiij eene vol gende gelegenheid afgewacht dan zou zijne winst hem er toe in staat gesteld hebben. VerscheideoeD hebben hunne paardeu en rijtuigen met wedden schappen verloren. Naar mijne meening zijn die, weddenschappen voor den geest, wat de brandewijn voor bet ver hemelte is, een noodig opwekkend middel voor zwaar en ruw bewerktuigde wezens. Zij. moeteD geweldige indrukken ondervinden, eene groot waag doen; elke pari is een duel, elke groote pari een gevaar. Wat de oorzakeü betreft, die den harlstocht voor paarden en wedrennen zoo alge meen en nationaal maken, mij dun^Cmen moet die zoeken in de behoefte aan lichaamsbeweging eD buitenleven. De bemiddelden of rijken toch leven een groot gedeelte des jaars buitenin een modderig land is paardrijden verkieslijk; het ge stel heeft veel beweging noodigalles te lamen loopt uit op den derby als hun speciaal feest. Wij gaan naar beneden. Wat eene drukte op de trappen, aan de buffets, de meeste rijtuigen hebben echter hunne provisie meegebracht, men gastreert bij groepen in de open lucht. Goed humeur en uitbundige vroolijkheid. Hetonder- scheid in stand is weggevallen. Een van ons ge zelschap, P heeft zijDen koetsier zien aanzit ten met eenen gentleman, twee dames en een kind. De gentleman had deD koetsier eerst als knecht laten fungeeren, daarna uitgenoodigd de koetsier introduceert weer Mr. P., waarvan deze gebruik maakt om zich braaf te goed te doen aan portwijn, sherry, stout en ale. Kortom, van- daag is men alles voor allen, maar 't is slechts éen dag, op de wijze der oude saturnaliën. Mor gen zal het onderscheid in raDg zich weer open baren en de koetsier eerbiedig en op eenen ut-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 1