ven, ten einde van hunne ingenomenheid met deze nationale zaak te doen blijken. 6. Het decoreeren der feest-commissie, 7. Optocht terug; ongeveer twee vijfde der feest vierenden hebben gaandeweg den stoet verlaten. 8. Feestdisch met waterbaars, waarbij de heer Thijm de gezondheid van Alva drinkt. 9. Plechtig afscheid der belangstellenden van het monument, dat zij denkelijk voor hun dood niet licht meer terug zullen zien. Bij de door curatoren der hoogeschool, onder nadere goedkeuring, alhier gehouden aanbesteding van het onderhouden van en het doen van eenige herstellingen aan de gebouwen der hoogeschool gedurende het jaar 1872 zijn daarvan aannemers geworden J. C. van der Tas en J. B. Carlier Alhier, voor f 10,292. L tii Blijkehs den Amsterdamschen Studenten-Almanak voor 1872, bedraagt het aantal leden van het Am- sterdamsche studentencorps 115, als: in de rechten 39, in de letteren 8, in de medicijnen 17, in de wis- en natuurkunde 8, benevens twee honoraire. Hiérbij komen: 82 civiele en 109 militaire stu denten in de medicijnen, niet-lede® van het korps, alsmede een 25tal pharmaceuten, zoodat op 'C oogenblik, alten te zamen, ongeveer 300 jongelie den aan het Athenaeum IlLustre zijn ingeschreven In de DebatingiSociety Vooruitgang zal op Woens dag e. k. worden verdedigd de volgende stelling „Het tegenwerken van de pogingen, om 's lands verdigiging te verzekeren, is een onmannelijk streven, dat de goede zaak der vredegenootschap- pen helpt verdacht maken." Dezer dagen hield te Utrecht de heer de Har- togh een voordracht voor het volk. Hij had tot onderwerp gekozen een der onvergetelijkste bladzijden onzer roemrijke geschiedenisde over- wintering op Nova-Zembla. Uit het dagboek van een der deelnemers aan dien tocht, Gërrit de Veer, deelde hij verschillende uittreksels mede eu lichtte die helder toe. Het publiek maakte hier kennis met een dier degelijke oud holland— sche boeken, die in onopgesmukte taal degrootsohe daden vap het voorgeslacht, met eenvoud en als van eigen verdienste onbewust, mededealen. Het ware te wenschen, dat het Nederlaudsche volk er meer zoo onderhoudend en overredend, als toen, op gewezen werd, waar het in eigen taal gezonde lectuur kan vinden, die meer be vrediging zal govcn dan zoo menig net gepolijst geschrift van onze dagen. Een beeld van onze „TIJD" proeve van ultranon- taanschcn verheven stijl: „Met vratige gulzigheid verterend wat haar wordt aangeboden; het meer verscheurend dan benuttigend; met valsche weelde pronkend en met schaamtelooze verkwisting gevend wat haar niet toebehoort, of wat zij weet niets te zijn: dartelend in geleende en eerlooze schoonheid ziedaar onze eeuw 1 Vroolijk schijnt ze, zeer vroölijk, maar haar blijdschap is niet als een zon neschijn, die over 't rimpelend meer duizend lachjes strooit; zij glijdt laugs haar trekken als de herfstwind, die over de dompig groene sloot een paar rillende strepen doet gaart, de eenige levensbeweging, die der stagneer^nde verrotting mogelijk is. Zij juicht, maar haar juichen klinkt, als het alcoholisch schateren des veroordeelden, die met de galg in 't gezicht zijn laatste bekers ledigslurpt„Gras morimurj' „morgen is 't uit." „Ziedaar een beeld van onzen tijd." Arme lezers van cte Tijd! mocht gij omtrent dien bombast kunnen zeggen: morgen is 't uit!" {HM.) Wij lezen iu den Spectator: „Men herinnert zich hoe de ongelukkige Dr. Nuyens voor eenigen tijd door Prof. Kern in de Spectator werd onder handen genomen over het eerste deel zijner Vaderlandsche geschiedenis. Uit die beoordeeling bleek zonneklaar, dat de heer N. met zijne taalkundige, in zijn werk, zooals het door hein werd opgezet, onvermijdelijke beschou wingen niet eens op de hoogte was waarop een Conversations-Lexicon hem had kunnen brengen, en daarenboven zich in dit zijn eerste deol had schul dig gemaakt aan de meest verregaande slordig heid en oppervlakkigheid. Dergelijk oordeel van een man, wiens grondige taalkennis door niemand wordt ontzegd, en die tevens geheet buiten alle kerkelijke en politieke partijen staat, moest uit den aard der zaak wel doodelijk zijn voor het suc ces van een werk, waarop de Alleenzaligmakende kerk in Nederland hare hoop had gebouwd. Was het eerste deel al zóo min, wat zouden dan de volgende niet wel zijn? De arme Nuyens diende dus wel een verde diger te vinden in het ultramontaausche kamp; en werkelijk heeft er zich dezer dagen een opgedaan in de Tijd. Doch,merkwaardig verschijnsel I geen poging hoe flauw ook om de kritiek van Dr. Kern te ontzenuwen en Dr. N. wezenlijk te gen dien» oordeel te verdedigenNatuurlijk dat nu, bij gemis' ook van 't zwakste argumentje, de toevlucht werd genomen tot verdachtmaking van den beoordeelaar. Wij kennen die metbode en zijn ze van die zijde te zeer gewoon dan dat we er ons over zouden verwonderen. Maar aliercu- rieust is niettemin de manier waarop nu die ver dachtmaking beproefd wordt. Men oordeele! „Dr. Kern, zegt de Tijd -, is een bekwaam taalgeleerde, die veel over zijn vak gelezen heeft, zich als etymoloog en grammaticus goed heeft ge oefend, maar wiens pen dikwerf van een wrevel getuigt, die meermalen de lastige gezel is van een zittend leven. Had de heer K., zooals Aug. Sohlei- cher indertijd, de talen beoefend op de tong der volken zelf, dan zou er zich ook bij hem wel licht een artistiek element ontwikkeld hebben dat hem beter geschikt had gemaakt recht te doen aan het doorwrocht kunstwerk, dat Dr. Nuyens op degelijke kennis aan 't stichten is." Nu is het mogelijk dat Dr. Kern tegenwoordig niet zooveel beweging neemt als Dr.Nuyens,die zijne patiënten heeft na te loopen; maar de ge volgen van een zittend leven laten zich toch ge meenlijk niet binnen een betrekkelijk kort tijds verloop gevoelen; en nu is het toch aan iedereen bekend, behalve, naar 't schijnt, aan den schrijver in de Tijd, dat de beer Keru nog zoo heel lang niet geleden Brilsch-Indië bereisde; en, schoon hij daar nu wei niet onophoudelijk getoopen of gestaan, maar ook wel eens gezeten zal hebben, b.v. op olifanten, valt toch moeilijk aan te nemen dat hij er geleid zou hebben wat men een „zit tend leven" noemt. Maar niet minder vermakelijk is de insinuatie, dat de heer K. de talen alleen uit de boeken kent, en ze niet „op de tong der volken zelf," zou beoefend hebben. Men zou toch meeneu, dat iemand, die eenige jaren Sanskrit gepraat heeft met Brahmanen, en andere talen van Hindostan heeft gesproken met het overige volk, de talen wel „op de tong der volken" heelt beoefend. Daar entegen is volkomen waar, dat K. nooit een dis cours heeft gevoerd met de oude Germanen, die- voor een paar duizend jaren leefden; maar of Dr. N. dat dan misschien wèl gedaan zon hebben? Mogelijk laat de zaak zich dus verklaren, datDr. N, vóór een twintigtal eeuwen of meer een ur- Germaan was, en zoo langzamerhand bij opeen volgende zielsverhuizingen geworden is wat hij nu is, terwijl Dr. K. dat voonecbt mist. Doch aan's mans taalkennis zou men 't jnistniet zeggen.' De Roomseh-Katholiek ingezetenen te Zutfen hebben bijna eenstemmig geweigerd op de lijst en behoeve van het Brielsch monument, in te teekenen. Vaderland haar op het matbleeke hoofdje. Niets is ake liger om te zien dan die bleeke, vuile wangen en dat vlasachtig haar. Zij komen op u toeschie-. ten en wijzen elkander den gentleman aan met zonderlinge, begeerige gebaren. De moeders komen slaperig door de geopende deur kijken. Eene kleine kamer is dikwijls het eenige vertrek, waar het geheele gezin zich in eeDe bedorven atmosfeer opeenboopt. De buizen zijn meestal van ééne ver dieping, laag en bekrompenhokken om in te slapen en te sterven. Eu hoe moet het er 's win ters zijn, wanneer in de weken van aanhoudenden regen en mist het venster gesloten blijft 1 Drinkt de vader, heeft hij geen werk, of wordt bij ziek, dan is de ellende niet te overzien. Hier en daar zijn bewaarplaatsen van vuilnis. Vrouwen zijn er bezig om vodden te rapen. Als ik aankom richten zij zich even van hunnen mesthoop op om, met haar kort stompje pijp in den mond, mij met hare domme, onheilspellende gezichteo, als van vrouwelijke yahou's, aan te staren. Die pijp en een glas gin zijn zeker wel de denkbeelden welke in die idiote hersens bo vendrijven. Zou men er iets anders in vinden dan het instinct en de driften van een lastdier Eene ongelukkige zwarte kat, mager, kreupel, Bchuvv, zag aDgstig om zich heen, terwijl zij in eenen hoop beenen iets van hare gading zocht. Wel had zij reden om ongerust te zijn, want eene der oude vrouwen volgde hare bewegingen al grommende inet een blak, alsof daar twee pond vleesch lag. Straatjes zooals wij er genoemd hebben, komen, komen ook in Oxford-street uit. Gezinnen, die niet. onder dak hebben kunnen komen, liggen'sjuacbts op de banken uitgestrekt vooral van LondonBridge, tiagmarket en Strand. In sommige buurten komt men wel twintig meisjes tegen bij elk honderdtal schreden, die eene aalmoes vragen, enkele voor een glas gin, andere zeggen: „mijnheer, 't is om mijne huur te betalen." Niet de losbandigheid, maar de grootste ellende vertoont zich hier en komt te meer uit iu vergelijking met dien rijk dom in de prachtige straten. Zij is de wond der Engelsche maatschappij. "Wedrennen te Epaom. Het is heden de Derbydag, een dag van vroo- lijkbeid. Het parlement houdt verpoozing. Sedert drie dagen spreekt men van niets dan paarden en hunne fokkers. Wij vertrekken van Waterloo- station. De lucht is onbewolkt, zonder mist. De Engelschen verklaren nooit zoo'n helderen dag te Londen te hebben beleefd. Het groen der Ook te Dieren (Gelderland) en te Tholen heb ben zich voor de nationale feestviering van 1 April sub-commissiën gevormd. Blijkens de meteorologische waarnemingen, te Nieuwediep gedaan, was er Zaterdagmorgen te 6% ure, bij een hevigen ZW. storm, een wind druk van 70 KG. De temperatuur was 9'9' Cel sius. De barometerstand 746.6 mm. De Koninklijke bewilliging is verleend op het verzoek van den heer G. H. G. Braams, tot oprichting van de naamlooze vennootschap Euterpe, ten doel hebbende het tot stand brengen en exploiteeren te 's-Gravenhage van een ge bouw voor concerten, tooneelvoorstellingen, kunst beschouwingen, tentoonslellingen, enz. De ven nootschap is aangegaan voor den tijd van 99 achtereenvolgende jaren. Volgens de Echo du Parlement draagt de in Brussel gearresteerde oud-Hagenaar den naam van Monderianne. Volgens de Gazette van Gent zon zijn naam zijn Hendrik Modriaan. De gemeenteraad van Hoogkerk heeft besloten het openbaar lager onderwijs in die gemeente kosteloos te doen zijn. Bij den Gemeenteraad van Sappemeer is inge komen eene missive van de hulponderwijzers te Sappemeer, waarbij zij kennis geven, dat zij de vrijheid nemen, den Nieuwjaarsdag in de ouder lijke woning door te brengen en dus de Kerst- vacanlie met éen dag te verlengen. Na vrij wat discussie over deze ongehoorde zaak werd beslo ten met deze missive geen genoegen te nemen en gemelden hulponderwijzers te doen weten, dat zij zorgen moesten Dinsdagmorgen 2 Januari, iu de school present te zijn, bij gebreke waarva hun ontslag aan den raad zou worden voorge dragen. (iy. v. d. D.) Wij vernemen, dat de heer Groen van Prinste- rer, ofschoon, naar zijn leeftijd, nog niet geheel op verhaal gekomen, van zijn ernstige ziekte her steld is. Dezer dagen is te Amsterdam op 77jarigen leeftijd overleden de heer J. B. Ghristemeijer, die voor meer dan vijftig jaren zekeren naam maakte als schrijver van de Tajereelen uil. de Lijf. slraffelijke Rechtspleging. Hoorde men in den laatsten tijd in den om trek van Heerenveen van geene diefstallen meer, thans verneemt men weder, dat een brutale dief stal van 3 op 4 Januari heeft plaats gehad. Met inbraak eu inklimmiug is men doorgedrongen in het huis, bewoond door M. Zonneveld onder Has- kendijken. Vijftien voorwerpen van zilver en onderscheidene kleedingstukkeu zijn ontvreemd. De daders heeft men tot nog toe niet op 't spoor kunnen geraken. De oiücier van justitie te Hee renveen verzoekt opsporing, aanhouding en bericht. Vrijdag-morgen omstreeks 6 uur vonden eenige ingezetenen op de Prinsengracht te Meppel het lijk van een hun onbekend manspersoon. Na onderzoek bleek het te zijn dat van J. 0. Bchoon- man, gepensioneerd onderofficier van het Indisch leger. Hij waakte dezen winter eiken nacht in de goederenloods van het spoorwegstation en is op weg naar zijne woning waarschijnlijk door een beroerte getroffen. {Zw. Gt.) Z. M. heeft aan den initenant-kolouel L. C. Bodmer, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend weiden en der heggen schittert ons te gemoet, de bloemen geuren overheerlijk. Het schoonste flu weel met diamanten bezaaid, het prachtigste bor duurwerk kunnen die schoone kleuren niet te ruggeven, de schilderkunst maalt ze ons niet af, nooit heelt mij de aarde met hare bloeiende en ont luikende planten door een levendiger glans verblind. De derby is eene groote, groene, eenigszins gol vende vlakte. Aan den eenen kant verheffen zich drie groote en eene menigte kleine stellages voor het publiek, daartegenover staan tenten, winkels onder zeildoek geïmproviseerde stallen. Eene ont zaglijke menigte rijtuigen, paarden, ruiters, par ticuliere omnibussen vormen een onbeschrijfelijk mengelmoes. Meer dan 2UO.OUO menschen zijn hier bijeen. Men vindt er geene fraaie equipages, noch prachtige toiletten: men komt hier om te zien, niet om gezien te worden. Op de hoogte van het Strand stijgt uit dien mie renhoop een geweldig rumoer op, maar aan de andere zijde rechts maakt eene rij groote hoornen, waarachter het golvende groene veld, eene prach tige Iqst om de middelmatige schilderij. Iu de verte zweelt een dunne nevel, die evenals de vlakte, de heuvels, de onmetelijke ruimte en de kermisdrukte door de zon verlicht wordt, terwijl slechts nu en dan de witte wolken hare schadu wen over het gras doen zweven. als militie-commissaris in hef'2de militie district!niet der provincie Zuid-Holland, en hem 'evenjg^g, vergund de uniform van militie-commissaris, inei de onderscheidingsteekenen aan zijnen rang van m j£s- luitenant-kolonel verbonden, te blijven dragen, b Voorts is benoemd tot militie-commissaris icv00rz het 2de militie-district der provincie Zuid-Hollao<iDeDnj de luitenant-kolonel N. Scheltema, thans Pr°™-'jjjnge ciale adjudant in Noord-Holland. zijn nestig Z. M. heeft aan M. H. Insinger, wiens dienst, tijd al? mede-directeur van wege den hande! bij het entrepotdok te Amsterdam met ultimt Qg, December 1871 is geëindigd, op zijn verzoek,een eervol ontslag uit die betrekking verleend, eig„or als zoodanig bedoemd H. van Eeghen. Dreu Z. M. heeft aan den officier van gezond hei; achte der 1ste klasse bij de zeemacht Dr. F. J. va: het 1 Leent, vergunning verleend tot het aannemt Van en dragen der versierselen van ridder de strooi orde van het Legioen van Eer, hem g niet schonken door den president der Fransche R wijl publiek. jaren Z. M. heeft aan de na te melden officieren bij d de u dd. schutterijen, op hun verzoek, eervol ontslag komt verleend, als: bij die te Rotterdam, aan L. P Munt Klerk de Reus, als kapitein, en aan H. H. vacaanz Dam, als lsten luitenant, laatstgenoemde onde: gerdi gehoudenheid tot het volbrengen van de op hen Li nog rustende verplichtingen als gewoon lid de: richt schutterij bij de reserve, met al de gevolget in hi daaraan bij de wet gehecht. eiscl Voorts zijn bij de dd, schutterijen benoemd: bij bescl die te Rotterdam, tot kapit. S. P. Labouclière, As thans 1ste luit.; tot lsten luit. P. J. Weijerman alhic en M. G. van den Arend, beiden thans2de luit.; Het tot 2den luit. A. A. Maas Geesterauus en J. L, te k Chabot, beiden thans sergeant. bene BINNENLAND. Amsterdam, 7 Januari. Met genoegen vermeldei wij, dat als opbrengst van de openbare uitvoering op den tweeden Kerstdag gehouden door de Pro- testantsche Zangvereeniging, de som van /Tl 3.95 gestort is bij de commissie tot bijeenbrenging vai een fonds ter oprichting van een gasthuis vooi ooglijders. 's-Gravenhaoe, 6 Januari. Heden nacht is aai het station van den Rijnspoor alhier een goeds ren wagen door den feilen wind voortgedreven es nabij Voorburg van eene brug iu het watet gestort. De reizigers der eerste treinen moesten dien tengevolge te Voorburg in van Gouda komende treinen overstappen en de goederen overgeladen. Te rului nali iwee uien uwitjuuauu-g was de weg weder vrij en konden de treinen geregeld doorioopen. De Hooge Raad der Nederlanden hield heden eene algemeene openbare vergadering ter plechtige installatie van de heeren Mrs. F. F, Karseboom en J. D. W. Pape, respectievelijk bij Kon. besluiten van 1 en S December benoem; tot Procureur-generaal en Vice-President va: van het hoogste rechterlijke collegie. Dordrecht, 5 Januari. Heden namiddag zijl de paarden van den bouwman Jakob de Millt naar, wonende aan den Buitendijk onder Dub beldam, gespannen voor een boerenwagen, aa: de St. Jorispoort hier ter stede aan het hollet geraakt, waarbij genoemde persoon van den ws gen gevallen en een eind mede gesleurd is, zoo dat hij iu bewusteloozeu toestand naar het gust huis is overgebracht. Met hem bevonden zich of den wagen zijn vrouw en dochter, die er vat afgesprongen zijn. Een van haar heeft daarin, echter nog eenige verwonding bekomen. De paar den zijn de Bieekersloot en den Breêweg opge- hold, doch nabij den Vriezepoortsweg tot staai gebracht. Moordrecht, 5 Januari. Deze gemeente zal ooi Wel is het eene kermisdrukte I Van alle kan ten is men opgegaan om zich met veel geraas ft vermaken. Overal zijn bohémiennes eD klucht:; uitgedoste of als negers verkleede zangers en da- sers. Er is gelegenheid om met den boog of 4i karabijn te schieten, tot kegel- en stokspel; kwak zalvers bieden met veel welsprekendheid huunt horlogekettingen te koop; mnzikanteu zijn er in soorten; verbazend is de massa cabs, kalessen, droschki's, four-in-hands, beiaden met pasteien, koud vleesch, meloenen, fruit, wijn, vooral cham pagne. Men pakt uit. Eten en drinken geeft kracln en windt op, de ruwe vreugde en het butenspons gelach zijn de uitwerkselen eeuer gevulde maag. Hoe pijnlijk steken die arme slakkers daarbij af! Zij hebben poppen van eenen stuiver en gedenk boeken van den derby te koop, of willen u het stokspel (aunt Bally) laten spelen ol' uwe laarzen poetsen. 'tLijken allen uitgehongerde, afgeranselde, half zieke honden, die een Deen afwachten, zon der er veel op te hopen. Zij zijn 's nachts te voel gekomen en rekenen voor hun diner op de krui mels der groote smulpartij, velen hunner liggen midden op den grond met open mond te slapen- Dom of ruw zien zij er nit; loopen blootsvoets, zijn vreeselijk vuil en bovendien belachelijk oui hunne kleedij, uit de nalatenschap van gentlemen en oude en jonge dames bestaande. Die kleediui - ringt in z< den Gi zijn uitge Ol pel zullt schij weg meri van zage nag' D kior boot stoo 0 onts brat huis en i Mat mer Bijt noei boel dus wat zijn spui Zuii geei S vroi alhi gad Mat verl ven van veri uits we: mei als Die wty and 1 den reg zwi arn den doe zij mei me of.s nie g'j ver als het De det we

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 2