.lh 1'
zingen dier provinciale staten, voor welke men
natuurlijk den census lager zon moeten stellen,
te grooten invloed zou uitoefenen.
Want men inoet zich nog wel degelijk voor
de clericale partij in acht nemen. Zij moge op
het oogenblik weinig aan deu bestaandeD toe
stand kunnen veranderen, het eenheidsryk niet
direct in gevaar kunnen brengen, zeker is
het, dat zij geen gelegenheid zal laten voorbijgaan
om het volk op te ruien en tweedracht te stich
ten. Zij doet daarvoor nu reeds al haar best, om
door allerlei listen de regeering tot eenigerlei
maatregel over te halen, dien zij met eenigen
schijn van waarheid als gewelddadig of inbreuk
makende op de waarborgingswet zou kunnen
uitkrijten. Maar de regeering houdt zich hierin
zeer verstandig en geeft den paus en zijne partij,
indien het eenigszins mogelijk is, in allerlei klei
nigheden 'toe.
Piil! IX zit intuSschén nog Steeds op het Vati-
kaan en wordt daar door zijne Jezuïtische om
geving voorgesteld^ als een gevangene, die zich
niet - op de straat zou kannen vertoohén, Of er
zou een aauslag op zijn leven of iets dergelijks
plaats hebben. 1 1 -
Wij beklagen den armen grijsaard. Het jaar
1871 is een treurig jaar voor hem geweest.
Maar wij beklagen hem minder, omdat de
loop der tijden'hem aan zijne verder onbestaan
bare wereldlijke macht heeft beroofd, dan omdat hij
in zijne ziekelijke droefheid, zichzelf door eén
troep egoïstische intriganten laat gebruiken om
een rol te spelen die hein in de oogen van 'het
verstandige publiek eerder belachelijk dan tot
een martelaar zal maken.
In den kleinen maar onafhanketijken statenbond
ten noorden van Italië; in Zwitserland, is men
druk bezig, de constitutie te herzien. Die con
stitutie dagtéekent van 12 September 1818 en
werd ingevoerd, nadat de 'kantons, die zich tot
den zoogenaamden iSonderbond veteenigd haddeD,
waren ten ouder gebracht. Om toen zooveel mo
gelijk de oneenigheden tusschen de verschillende
kantons te doen ophouden, heeft men de consti
tutie wel wat op een al te foederalistische leest
geschoeid. Het ónder wijs, het leger, de belastin
gen, de toekenning van het burgerrecht, de in-
en uitgaande rechten enz., enz., behoorden voor
een groot gedeelte onder de wetgeving van ieder
kanton afzonderlijk. De strekking dezer consti
tutie herziening nu is, om in sommige zaken meer
macht aan de bondsregeering toe te kennen, en
meer eenheid van wetgeving daar te stellen.
Vooral ten opzichte van hen legér, het'onderwijs
en den godsdienst zijn in dezen zin tot nog toe
belangrijke bepalingen vastgesteld. Wat het leger
betreft is de oefening en het onderwijs der mili
tairen, die voor een groot gedeelte nog aan de
zorg der kantons waren onderworpen, bijna ge
heel onder de leiding van den bond gebracht.
Voor het onderwijs is het beginsel van kostcluos-
heid en verplichting aangenomen; te vergeefs
echter is beproefd, ook de uitsluiting der geeste
lijkheid van het openbaar onderwijs te krijgen.
Over dit punt en de ophetling der kloosteis is,
naar men denken kan, hevig gestreden. Ten slotte
werd over de kloosters bepaald, dat de tegen
woordige zonder toestemming van den bond niet
uitgebreid, en geen nieuwe mogen opgericht wor
den. Overigeus is aan alle godsdienstige gezind
heden volkomen vrijheid verzekerd, welke bepa
ling liberaler is dan de bestaande; art. ,44 toch
der tegeuwoordige constitutie bepaalt slechts, dat
aan alle christelijke geloofsbelijdenissen vrije uit
oefening verzekerd wordt.
Overigens is in Zwitserland weinig bijzonders
voorgevallen. Wij herinneren alleen nog, dat het
de eer heeft genoten, zich te zien- aanwijzen als
de piaals, Waai de hangende geschillen tusschen
Eugeiand en Noord-Amerika zullen vereffend
worden; dat het gastvrijheid heelt verleend aan
P*
erlan
Ir. A
lerwi
het leger van Bourbaki en daarvoor beloond is
geworden door allerlei ongeregeldheden, dietie
Fran8chen pleegden tegen de feestvierende Dtt-
sche inwoners van sommige kantons; dat eindeljk
Genève getuige is geweest van de vergaderinen
van den zoogenaamden vredebond, waarbij jet
vrouwelijk, zoowel als het mannelijk geslaht
zich heeft beijverd om te toonen, dat zij miner
dan ooit met eenigerlei vredelievende bedoelhg
bezield zijn.
Lelden, 1 Januari.
Hedenmiddag is op het Raadhuis alhier am-
besteed: 1". Het onderhoud van het gebouw, |e-
naamd Raadhuis, gedurende de jaren 1872, 1^3
en 1874; aannemer J. van Lith voor ƒ620.—
2'. Het onderhoud van eenige Openbare Gebiu-
wen en Verhuurde Huizen, gedurende de jaen
1872, 1873 en 1874;, aannemer J. H. Carliervtor
ƒ1590. en 3°. Het onderhoud der Gebouwn
en Ameublement behoorende tot de openbsre
scholen over de jaren 1872, 1873 en 1874;in
drie perceelen: 1ste perceel, aannemer J. H.
Carlier voor ƒ860. 2de perceel, aannemer!J.
H. Carlier voor ƒ100. -3de perceel, aannenbr
A. Verhoog voor ƒ540.
Z. M. heeft benoemd tot commiezen 3de tl.
bij de posterijen de heeren W. F. Vietor, en Jir.
J. D. A. Quintus, thans surnumerairs; voorts is
aan den heer C. Jiskoot, ontvanger der registra'ie
én domeinen te Dokkum, machtiging verleead
de betrekking van wethouder aldaar tegelijk net
hét rijksambt te bekleeden.
-Van H. M. de Koningin is als prijs voor de
te Heerdën te houden loterij, ten behoeve van
de Vereeniging van dames tot ondersteuning
van kraamvrouwen êew ptachtig gewerkte vouv
Stoel ontvangen. ooii u"
Een dpftigtal Twentsche industriëelen heeft
zich inet een adres legen de afschaffing der üif-
ferentiëele rechten bij invoer in Indië, tot de
Tweede Kamer gewend. [Utr. Dbl).
Volgens het wetsontwerp op de nieuwe rech
terlijke inrichting zullen er 27 arrondissements
rechtbanken zijn; er zullen 8 vervallen, als:
Eindhoven, Zutfen, Leiden, Gorkuin, Brielle, Goes,
Amersfoort, Appingadam daaréntegen zal ereene
nieuwe te Axel worden gevestigd. De rechtbanken
die in hooger beroep kennis nemen van de
voonisseD door de rechtbanken in strafzaken ge
wezen, zijn: 's-Hertogenbosch, Maastricht, Arn
hem, Zwolle, 's-Gravénhage, Rotterdam, Middel
burg, Amsterdam, Haarlem, Utrecht, Leeuwarden,
Groningen en Assen.
Op uituoodiging van den heer J. van Vollenhoven,
Burgemeester, is gisterennamiddag te Rotterdam
in de zaal Verscheidenheid en Overeenstemming eene
vergadering gehouden, „tot het vormen eener
sub-commissie in deze gemeente, met betrekking
tot de feestviering op 1 April 1872 en de oprichting
van een gedeokteekeu ter herinnering aan de
inneming van den Briel op 1 April 1572."
Gelijk de Burgemeester mededeelde, had ook
hij de circulaire ontvangen, die door de Brielsche
commissie aan onderscheidene onzer ingezetenen
was toegezonden. Hij had daarin echter geene
reden gevonden om in die zaak het initiatief te
nemen. Evenwel thans had hij hiertoe per mis
sive vau deu Burgemeester te Brielle een bepaald
verzoek ontvangen en nu gemeend, niet langer
te mogen aarzelen om eene vergadering byeen
te roepen. Na deze mededeeling stelde spr. de
vraag: of de vergadering bereid was eene sub
commissie te benoemen.
Deze vraag gaf aanleiding tot eene korte ge
dachten wisseling. Een der aanwezigen \rocg na
melijk, of, die benoeming tevens moest beschouwd
worden als eene instemming met de keuze van
gaan, vau huune stammen een soort van grqote
urnen.
Men heelt er klaarblijkelijk eerbied en liefde
voor. Geen hekken of traliewerk dient hier ter
afsluiliug., Gansche kostscholen van meisjes vvans-
deien en spelen op de grasperken, zonder eene
bloem te plukken. Het opschrift: „Men hoopt dat
het publiek niet, zal vernielen, wat, tot alge
meen genot is aangekweekt" is voldoende om den
tuin te vrijwaren. In Hyde Park zag ik gebeele
families uit de volksklasse hun middagmaal ge
bruiken op de grasperken, zonder dat zij iets
uittrokken of beschadigden. Zoo behoort het;
het streven van de maatschappij moet zijn, dat
ieder zijn eigen politieagent is,en nietnoodig heeft
een en anderen als zoodanig te erkennen.
Mijne vrienden de Engelschen bevestigen wat
ik vermoedde van het groote aantal en de grootte
der fortuinen. In een cab door Sydenham rijdende
zult gij vijf mijlen voorbij huizen kouien, waar
15UU pd. st. per jaar en meer wordt uitgegeven.
Volgens de officieele opgaven waren er in 18.41
op 16 millioen inwoners ééu millioeu dienstboden.
De vrije beroepen worden worden veel beter be
taald dan op het vasteland. Een muziekonder
wijzer van den eersten rang heeft aan het con
servatoire te Leipzig eeuen thaler voor de les,
in de stad twee thalers, te London eene guinje.
De visite vau eenen geneesheer kost te Parijs 5
A 10 francs, hier eene guinje. Bij ons verdient
epu professor aan het Collége de France 7,500
fr., aan de Sorbonne 12,000, aan de Ecole de
médecine 10,000. Te Oxford heeft een professor,
head-master, in den regel 1000 a 3000 p. st,
Tennyson, die weinig schrijft, verdient naar men
zegt 125 000 Ir. per jaar. De directeur van het
college te Elon heeft 152.000 Ir. tractement, die
te Harrow 157,000, die te Rugby 74,000, vele pro
fessoren aan die inrichtiugen van 30- tot 40.000,
een hunner te fiarrow 63,000 fr.; de, bisschop van
Londen 250,000, de aartsbisschop 375.000 fr.
Een vel druks wordt door de Revue des dfux Mon-
des betaald met 200 fr., met 500 in de Engelsche
driemaandelijksche tijdschriften; ,de Times heeft
één enkel artikel met 2.500 fr. beloond. De roman-
Schrijver Thackeray heeft 4,000 fr. in 24 uur ver
diend met twee lezingen, de eene te Brighton, de
andere te Londen. Voor het plaatsen van zyne
romans in een magazijn ontvangt hij 2000 p. st. per
jaar en bovendien 10 pd. voor elke bladzijde. Dit ma
gazijn heeft 100.000 abonnentenhij zelf schat zijne
jaarlijksche verdienste op 120,000 fr.
Wordt vervolgd.)
het plan voor het monument. De spr. toch was
wel voor de oprichting van een gedenkteeken,
maar niet voor zoodanig monument als waarvan
thans sprake was.
Een ander lid der vergadering vroeg of het
niet wenschelijk zou zijn, om, in navolging van
helgeeu te Amsterdam werd verlangd, ook hier
ter stede op 1 April iets te doen, als bewijs van
instemming met het feest in den Briel en tevens
om daardoor de viering meer algemeen te
maken.
Naar aanleiding van dit een en ander werd in
overweging gegeven, aan de te benoemen sub
commissie een tweeledig mandaat te verleenen,
namelijk: 1°. aan de Brielsche commissie de ge
maakte bedenking ten opzichte der keuze van
het monument kenbaar te maken, en 2". gelden
in te zamelen, om ook in Rotterdam eene feest
viering te doen plaats' hebben.
Tegen dit een en ander werd aangevoerd, dat
het hier eigenlijk alleen te doen was oin de be
noeming eener sub-commissie, maar dat men op
't oogenblik niet kon treden in een debat over
het monument zelf, of over eene feestviering bin
nen Rotterdam, dear men omtrent die aangele
genheden de beoordeeling der sub-commissie kon
afwachten.
Hiertegenover stond evenwel weer eene andere
bedenking, namelijk, dat wanneer er eenvoudig
ëene subcommissie werd benoemd tot medewer
king aan het Brielsche plan, gelijk het daar ligt,
dit misschien voor dezen en genen eene reden
zou zijn om zich aan de zaak te onttrekken. Uit
aanmerking daarvan werd er een voorstel ge
daan in dien zin, dat er eenvoudig eene sub
commissie zal worden benoemd, met opdracht
om, in overleg met de Brielsche commissie, werk
zaam te zijn tot eene waardige feestviering. Men
meende dat zoodanige sub-corn missie, ook zonder
een bepaald mandaat, wel in overleg zou treden
over hetgeeu thans iu deze bijeenkomst was ter
sprake gebracht.
Nadat .de Vergadering bij acclamatie vau hare
instemming met dit denkoeeld had doen blijken,
werd overgegaan tot de benoeming eener sub
commissie van 33 leden, die in alphabetische orde
aldus werd samengesteld
De heeren W. S, Burger Wz., F. Dekker, A.R. Duu-
lop, W. van der Hoeveu, J. van der Hoop Jacz., J.
Havelaar, G. J. Huygen, J. Hudig, Jz., E. L. Ja-
cobson Lz., Dr. A. de Jager, John E. Knight, H.
van der Linden Dz., Mr. H. O. Verniers van der
Loeff, Mr. G..Mees Az., Dr. P. C. Meerburg, M.
M. de Honcby, J. Mees, H. Muller idz., H. W.
A. van Uovdt, L, Piucoüs, Mr. J. Pols, A. Treus-
sart van Rappard, Mr. J. C. Reepmaker, Mr. VV.
8. van Reesema, Mr. J. Rombach, A. van Stolk
Oz., Dr. G- A. Schneither, D. Twiss Jr., Mr. J.
A. Vaillant, C. E. Vu-uly, F. A. Vink, Mr. A. A.
Weve en H. T. Wilkens.
Tevens werd door de Vergadering het eere
voorzitterschap bxj Ueze sub-commissie opgedragen
aan den Burgemeester, die zich bereid verklaarde
dit. te aanvaarden.
Nadat alsnu de benoemde leden, voor zoover
zij aanwezig waren, zich mede tot de aanvaar
ding der hun opgedragen taak bereid hadden
verklaard, werd de bijeenkomst gesloten en on
middellijk eene voorloopige vergadering der sub
commissie belegd. (TV. R. Cl.)
„Indien uien vroeger onzeker kou zijn, welk
karakter het Brielsche feest zou aannemen, thans
is alle twijfel opgeheven," schrijft het Venloosch
Weekblad (orgaan van den heer Haflïnans), en
het beroept zich dan op het prospectus van een
werkje, door den heer P. Vergers in het licht
gegeven. „De prospectus van den Bloedslrijd onzer
vaderen bewijst genoeg, welaeu weg het op moet."
In de citaten, uit dat prospectus medegedeeld,
wordt van het Brielsche feest met geen woord
gesproken; er wordt daarin alleen gezegd, dat er
geen beter wapen is om het drijven en woelen
der ultramontanen te verijdelen dan de geschie
denis van deu „Bloedstrijd onzer vaderen" zooveel
mogelijk te verbreiden en on verminkt aan het
volk in handen te geven.
Maar al stond er hondcidinaal erger in dat
prospectus, wie anders dan de schrijver kan
daarvoor aansprakelijk worden gesteld 1 Wat recht
heeft het Venloosch Weekblad om daarin de verkla
ring te zoeken van de beteekenis der feestviering?
Die feestviering heeft niet het boek van den
heer Vergers of met diens prospectus niets te
maken.
Wanneer het Venloosch Weekblad beviotsd is
voor het opwekken van godsdienstige hartstoch
ten, dan moet het, zijne verwijten richten tegen
de heeren Nuyens en Alberdingk Thijm en tegen
de Tijd, want deze zijn het, die al het hunne
hebben gedaan om godsdiensttwist aan te stoken
en zoodoende het Onafhankelijkheidsfeest te doen
mislukken.
„Eén ding staat vast," zegt het weekblad.
„Wanneer het feest slaagt, dan is het, omdat de
godsdienstige hartstochten, in 't spel zijD. 't Zal
dan geen feest voor 4eu Briel maar tegen
de Katholieken wezen. Blijven de harts
tochten er echter buiten, dan gaat men een ko
lossaal fiasco te gemoet. Lumey is geen sympa-
TTTT
thiek personage. Alle menschen die gezond: ver
stand en daarbij een rechtschapen hart bezitten,
zullen zich onthouden, het feest van eenen men-
schenvilder te vieren."
Hoe komt het blad er aan dat de vereering
van Lumey het doel zou zijn? Wie heeft dat ge
zegd? Heeft de hoofdcommissie, van wie het ini
tiatief is uitgegaan, van Lumey'gesproken? Neen,
van den beginne af heeftjmen geen andere be
doeling gehad dan de herinnering te vieren van
het ontstaan der Nationale OuafhankeTijkheid,
waarvan door de inneming van den Briel de
hoeksteen werd gelegd.
Men spreekt van een feest tegen de Katho
lieken. Weet het weekblad niet, dat in de
hoofdcommissie te Brielle twee Katholieken zit
ting hadden, en daaronder een geestelijke; dat
de uitnoodigiugeu tot het vormen van sub-com-
missiën, zoowel aan Katholieken als aan belijders
van andere godsdiensten zijn, gericht? Wiens
schuld is het, dat op enkele uitzonderingen na de
Katholieken zich hebben onttrokken; dat de ge
achte pastoor te Brielle, eerst zoo vol ijver voor
de zaak, zich gedwongen heeft gezien zijn lid
maatschap der hoofdcommissie neef te leggen?
Zoo het feest werkelijk werd een feest tegen
de Katholieken (wat piet mag en niet zal ge
schieden), het zou zijn door het ellendig drijveu
der Lltrauiontanen, die ook weder tegen deze na
tionale zaak den geloofsijver der Katholieken
hebben opgeroepen.
Nu eenmaal de twistappel tusschen de godsdien
stige partijeu is geworpen, nu doet het Venloosch
Weekblad een beroep op de vaderlandsliefde der
liberale pers om „óf al te zien van het aanwak
keren van het Brielsche feest, óf de godsdienstige
hartstochten te zien opgewekt."
Men zou dus aan de drijvers hun zaakgewou-
nén moeten geven en afzien van de feestviering I
Op zulke eischen blijft men het autwoord
schuldig.
Het Weekblad zou beter en verstandiger gehan
deld hebben, indien het de leiders zijner partij
had vermadnd af te laten van hun verguizen
eener roemryke historie, die aan geheel het volk
toebehoort, en de Katholieken had aaugespoord
mede te werken om het feest te doen zijn eene
manifestatie yau gansch het volk, in eendracht
verbonden, voor zijn vry ,en zelfstandig staats
leven. i iTH'i
Zoo, en zóo alleen, beantwoordt het feest aan zijn
doel! (N.R.Ct.)
a
era
o
a
Overal verrijzen thans de commissiën voor de
feestviering van den lsten April a. s., maar even
als te Amsterdam is ook in de Rotterdamsche com
missie de wensch te kennen gegeven, dat het
denkbeeld van de Brielsche commissie voor een^
gedenkteeken niet zal worden gehandhaafd.
Thans wordt ous eene lijst medegedeeld vae
uitgerioodigden van een comité in Nederland tot
ondersteuning van 't plan der stichting van een
gedenkteeken te Dillenburg, ter eere van prins
Willem van Orauje. Te Utrecht zijn tot het bij
eenbrengen van giften gevraagd de HH. Prof. W.
G. Brill, Prof. J. J. Doedes, Prof. H. P. G. Quack,
Prof. G. W. Vreede, Prof. J. A. Fruin, Prof. baroD
Lintelo de Geér, Prof. Opzoomer, Dr. N. Beets,
Mr. Roijaards van den Ham, Jhr. Mr. J. O. de
Jong van Beek Donk, J. Wolbers, stud. Voor
hoeve. (t/fr. D.)
Men verneemt, dat met September e. k. de
cadets van het oudste studiejaar der militaire
akademie te Breda, behoorende tot het wapen
der genie, te Delft zullen worden gedetacheerd,
ten einde hunne studiën te voltooien aan de poly
technische school aldaar, en dat de kapitein
Schalken van het wapen der genie bij de militaire
akademie aangewezen is om die cadets te Delft
te surveilleeréh. {Hbl.)
Te Brussel is een Hollander in hechtenis ge
nomen, die onder een valschen naam zijn intrek
had genomen iu het hotel du Grand Monarque
Volgens de Echo is hij een geboren Hagenaar
ingeneur van beroep, die als zoodanig aan hf
hoofd geplaatst was van eene ijsfabriek op Java
Van daar nam hij de vlucht, met zich medene
mende eene som van 100,000 francs, die aan de
fabriek toebehoorde. Aanvaukelyk hield hij zicb
in Italië op, waar hij effecten kocht. Bij zijne
arrestatie te Brussel vond men hem in 't bezil
van eene waarde van omstreeks 100,000 francs
in Italiaansche staatspapieren. (TV. R. C.)
De generaal-majoor M. D. graaf van Limburg
Stirum, buitengewoon adjudant des Konings,
maakt, overeenkomstig de aankondiging in de
Staatscourant van den 19den Augustus jl., bekend,
dat bij hem is ontvangen tot het o[Aichten van
een monument ter eere der gesneuvelden op de
Citadel vau Antwerpen in December 1832: eeik
som van ƒ95.52', opbrengst van een volksconcer'
van 't stedelijk muziekkorps, gegeven door d
officieren van de dd. schutterij te Breda, ontvan-j
gen bij brief van den heer L. J. F. A. Schinid,
kapitein bij dat korps; eene bijdrage van ƒ25
ven den gepensioneerden generaal-majoor J. H-
König, oud-kapitein der infanterie bij de verde
diging der Citadel, wonende te Zürich in Ztvf'
Uit
scne 1
ƒ144,5
minder
waurl
riaal
dan i
dekki
De
uit de
bek6n
graaf
1872 i
grafie
Ter
deu Ir
den 1
den g
Z.
Harm
kenni
Rauw
kenge
senda
Z.
Lindo
gunni
den ti
diensl
Z.
den g
noem
stude:
de Fi
Z.
gezou
van
vergu
drage
het 1
der f
Z.
hove,
secan
lof b
van J
uit 'f
beliot
geus
heeft.
AM
zijn
schep
die,
als d
Amst
ingek
ters c
Na,
wacti
ziekti
die n
verde
ben
te be
niet
's-C
reuav
een c
leden
dig 5
Prins
het
schar
teren
maak
ten,
ken,
nanci