;ens hun onzelfstandig gedrag tegenover de vrij
willigers. Ook den opperbevelhebber, den kapi-
ein-generaal Balmaseda wenschte men terug te
oepen, doch tnen kon dit niet doen, voor men
•en geschikten opvolger in de plaats kon stellen.
Hierover nu is oneenigheid ontstaan, voornamelijk
usschen Saga6ta en den minister van koloniën
i'opete. Sagasta wilde namelijk generaal José de
Joncha tot opperbevelhebber tegen de opstande-
ingen benoemen; deze heeft zich op Cuba zeer
mderscheideo en zelfs den titel van markies de
a Habana verworven, maar is bij de September-
revolutie tot het laatst toe een getrouw strijder
voor koningin Isabella geweest. Om deze en
ivellicht ook om andere redenen verklaarde
l'opete, in geval José de la Concha benoemd
>erd, zijn ontslag te zullen nemen. Voorts moet
rr nog verschil van opinie hebben bestaan over
Ie benoeming van de gouverneurs in verscheidene
üpaansche provinciën.
Vooral de republikeinsche dagbladen nu hebben
nar aanleiding van deze feesten medegedeeld,
lat er eeD bepaalde en ongeneeslijke breuk on-
Ier de leden van het kabinet was ontstaan. De
egeerings-bladen daarentegen verzekeren, dat er
nider de ministers de grootste eensgezindheid
leerscbt. Beide berichten mag men gerust als
iverdreven beschouwen. Volkomene eensgezind-
leid zal er in het samengeflanste kabinet van
lagasta niet bestaan, ook al ware de Cubasche
uaestie niet op het tapijt gebracht. Maar dat
ok van een crisis op het oogenblik geen sprake
i, blijkt daaruit, dat het gerucht niet alleen niet
evestigd, maar (zelfs tegengesproken wordt. De
tdipendance Beige van heden toch bevat een tele-
ram van die strekking.
Maar indien men vraagt of niet allerwaarschijn-
jkst zeer spoedig weder een nieuwe crisis zal
ntstaan, dan moet het antwoord wel bevestigend
ijn. Over korten tijd toch, tegen de bijeenkomst
an het congres, moet een nieuwe president voor
ie Cortes gekozen worden. Men weet, dat het
ninisterie Zorilla hieraan zijne aftreding, het ka-
inet Malcampo zijne opkomst te danken had
vijl niet Rivero, de radicale candidaat, maar
lagasta tot president werd verkozen. Zorilla nu
al beproeven, zijne tegenpartij op dezelfde wijze
e doen vallen, als waarop hij hem den voet heeft
elicht. Rij zal zich zelf of een van zijne partij
andidaat stellen en alles in beweging hrengen
m die candidatuur te doen slagen. Van de zijde
er regeering zal waarschijnlijk maarschalk
errauo gesteld worden. Deze nu heeft te reke-
en op een soort van verbrokkeling van alle
artijen, een gedeelte der gematigde progressisten,
sn gedeelte der Carlisteo, en een gedeelte der
erdere reactionnaire elementen. Indien de re-
ublikeinen en radicalen zich flink tegen hem
erbinden (hetgeen zij zonder twijfel zullen doen)
an valt de regeerings-candidaat, en het gouver-
ement is in de noodzakelijkheid om af te treden,
f de Cortes te ontbinden. Men zegt dat Sagasta
iertoe de volmacht des konings reeds in zijn
ak heeft.
Wegens de herinnering van den moord op
Tim (30 December 1870) is de receptie van het
of eenige dagen uitgesteld geworden. Vele dag
laden verschenen dien dag met rouwranden, en
evatten artikelen vol lof en dankbaarheid over
en vereerden generaal, den loyalen en liberalen
aatsman.
telegrammen.
Sandrlngham, 2 Januari. Het bulletin van
edenmiddag luidt, dat de Prins den afgeloopeu
acht goed heeft geslapen en verder goed vooruit
tat.
Berlijn, 2 Januari. De Keizer heeft den generaal
jn Roon, op verzoek, eervol ontslagen als Minister
sn Marine, onder dankbetuiging voor de vele
iensten, die hij als zoodanig het land beeft be-
ezen. De Keizer heeft voorts den generaal Stosh
snoemd tot Minister van Marine.
De Krcuiieitung meent te weten, dat het Ministerie
an Marine voortaan rechtstreeks ouder leiding
in den Rijkskanselier zal staan.
Prins Arthur van Engeland wordt den 17den
jzer alhier verwacht en zal zijn intrek nemen
i het paleis van den Kroonprins. Hij zal het
rdes- en kroonfeest bijwonen en waarschijnlijk
ij die gelegenheid eene decoratie ontvangen.
New-York, 2 Januari. In zijne jaarlijksche bood-
:bap deelt de gouverneur van den Staat New-
ork mede, dat de schuld van dien Staat 29 H
lillioen dollars beloopt. Hij dringt aan opstren-
ere strafbepalingen, bij de wet, op frauduleuse
andelingen bij de verkiezingen. Ook wenscht hij
teerdere bevoegdheid tot 't ontslaan van deloyale
eambten, en uitgebreider volmacht voor degou
erneurs.
Lissabon, 2 Januari. De zitting der Cortes is
oor den Koutng in persoon met de gebruikelijke
lechtigheden geopend. De troonrede is zeer uit-
oerig en brengt belangrijke onderwerpen ter
jrake; onder anderen worden verscheidene wij
gingen der constitutie toegezegd, iu verband
iet den vrijheidsgeest dezer eeuw. Voorts wordt
tedegedeeld, dat de opstand in Indië is onder-
rukt en dat de financieele toestand in de toekomst
erbetering belooft.
ParJJs, 3 Januari. Het Journal O/ficiel meldt het
olgeude: Gedurende de receptie van het korps
iptomatique ontving de President der republiek
an den graaf von Arnim een brief, waarin o. a.
<et volgende voorkomt: „Daar ik nog niet de eer
eb'deel uit te maken van het korps diplomatique
an Parijs, moet ik het genoegen missen mijne
venschen te voegeu bij die welke u heden wor-
en aangeboden. Deze omstandigheid belet mij
chter niet u mijne zeer eerbiedige gelukwenschen
3 breDgen, en aan Uwe Excellentie de verzeke
ing te geven, dat ik de tolk ben der gevoelens
au mijn gouvernement, wanneer ik u, in de uit-
oefeuing van uwen veelomvattenden arbeid, bet
beste welslagen toewensch."
Londen, 3 Januari. De Britsche legatie te
Munchen is opgeheven. De heer Morier, zaakge
lastigde te Stuttgart, zal worden benoemd tot
zaakgelastigde te Munchen, en de heer Petri, ge
zantschapssecretaris te Berlijn, zal den heer Morier
te Stuttgart vervangen.
De London Gaiette van heden meldt, dat de sche
pen, die van de laudengte van Panama in de
vrijhavens binnenkomen, moeten voorzien zijn van
de manifesten en facturen, door den consul van
Columbia gewaarmerkt.
staten-genebaal.
TWEEDE KAMER.
Zaak van den voormaltgen kapitein Janssen.
Uit het zeer uitvoerig rapport der commissie
uil de Tweede Kamer nopens de beide adressen
van dezen requestrant ontleenen wij de volgende
hoofdpunten
Het schijnt moeielijk te weerspreken dat de
Minister te ver is gegaan, toen hij den kapitein
Janssen, wegens een tweede artikel, voorkomende
in het Utrechlsch Dagblad van 6 Mei jl„ voor een
raad van onderzoek bracht. Die officier was we
gens het schrijven van dat artikel disciplinair
gestraft; het Hoog Militair Gerechtshof had die
straf voldoende geacht en de Minister had ze
stilzwijgend gehomologeerd. Was er dan nog wel
reden den kapitein Janssen, wegens dat feit, voor
een raad van onderzoek te brengen?
Blijft het eerste artikel (van 27 April), waar
voor de heer Janssen niet gestraft is.
Doch nu geeft den loden Juli het Hoog Mili
tair Gerechtshof zijn bekend arrest in de zaak
van den kapitein Janssen en daaruit neeuit de
Minister nu aanleiding om dien officier, ook
wegens dat artikel van 27 April, voor een raad
van onderzoek te brengen. Aangenomen dat de
Minister daartoe, met het oog op punt 3 der wet
van 1851, het recht had, is het toch de vraag of
die handeling goedkeuring verdient en of het
wel juist gezien is zooveel notitie te nemen van
een enkel dagblad-artikel. Zeker althans steekt
de grootestrengheid, hieromtrent betoond, vreemd
af bij de verregaande toegevendheid, waarvan
de Minister in de zaak van den lsten luit.-adj.
Keyser blijk heeft gegeven.
Een der hoofdgrieven van den adressant is
„dat bet onderzoek van den raad, in strijd met
de wet, uitgestrekt is buiten de handelingen,
waaromtrent het onderzoek was bevolen." Het
feit, wordt in de Nota des Ministers niet ontkend.
Maar tot verdediging dier handeling worden
twee redenen aaugevoerd, die beiden, naar het
oordeel der commissie, niet wel houdbaar zijn.
Volgens die Nota zou de Minister alleen mach
tiging gegeven hebben om, onder de punten van
bezwaar tegen den kapitein Janssen, ook op te
nemen "het schrijven en inzenden van een door
het weekblad Asmodée geplaatst artikel, waarin de
uiajoor Gisser zeer werd belasterd."
De inhoud der lastgeving bracht als van zeiven
mede, dat het onderzoek zich tot de geïncrimi
neerde artikels behoorde te bepalen. Daarenboven
is niet voorbij te zien, dat men in het algemeeu
een officier niet voor een raad kan brengen op
het bloote vermoeden, dat hij zeker couranten
artikel wel zou kuuueu geschreven hebben, daar
toch de wet bepaaldelijk van de veronderstelling
uiigaat, dat den beklaagde een bepaald feit ten
laste wordt gelegd.
Intusscbeo blijkt uit het slot der missive van
den lödeu September ten duidelijkste, dat de
Minister wel degelijk last heeft gegeven om „de
verdere punten van beschuldiging; die tegen den
kapitein Janssen mochten worden ingebracht,"
in het onderzoek op te nemen.
Dat punt 2 nu betrof eene zaak (de schuld aan
den boekverkooper Akkeringa), ten eenenmale
vreemd aan de quaestie van hel schrijven, en
dus aan dat gedeelte van punt 3 van de wet van
1851, waarop het hier aankomt. Door die lastge
ving of machtiging, welke en ook dit verdient
opmerking door den raad niet eenmaal was
gevraagd, schijnt de Minister zijne bevoegdheid
bepaaldelijk te hebben overschreden. Door die
wijze van handelen is, naar het oordeel der Com
missie, wel degelijk in strijd gehandeld met den
geest en de letter van de wet van 1851.
Met opzicht tot de k lachte van den adres
sant, dat „de raad van ouderzoek gebruik heeft
gemaakt van een stuk, door oneerlijke middelen
verkregen, en op getuigenis van lieden wier wra
king den adressants onmogelijk is gemaakt" wordt
in de Nota opgemerkt:
1®. dat al moet men ten zeerste afkeuteu de
wijze, waarop het bedoelde stuk in handen van
derden gekomen is, men er den raad geen grief
van kan maken, dai zij daarvan gebruik heeft
gemaakt, toen uit de getuigenissen, bij den raad
ingekomen en uit een onderzoek van deskundigen
de mogelijkheid was af te leiden, dat de adres
sant de schrijver was van dat stuk; en
2°. dat uit de bescheiden betreffeude den loop
van het ouderzoek van den raad voldoende blijkt
èn dat de adressant tegenwoordig is geweest bij
het verhoor van den majoor Gisser, èn dat hij de
gelegenheid heelt gehau zoowel op diens getui
genis als op die van den lsten luitenant-adjudant
Keyzer te repliceeren. De Minister voegt hierbij
dat van liet wraken dier getuigen, in den ge
wonen zin, geen sprake kon zijn.
Ten aanzien van het eerste puut leekeut de
Commissie aan
ad 1. De voorstelling als zoude de raad van het
artikel in het weekblad Asmodée eerst gebruik
hebben gemaakt nadat uit getuigenisseu en onder
zoek van deskundigeu was af te leiden, dat de
kapitein Janssen de schrijver kon zijn van dat
stuk, is niet juist. Uit „getuigenissen en onder
zoek van deskundigen" was toen nog niets ge
bleken. Ook is het onjuist, dat uit het onderzoek
der experts zou zijn af te leiden, dat de kapitein
Janssen de schrijver is geweest van het meerbe-
doeld artikel.
Het blijkt voorts uit de eigen verklaring van
den luitenant-adjudant Keyzer (bijlage 13 B),
dat hij zich „iu het belang van den majoor Gisser"
(zijn Dataljons-kommandant) op eene slinksche
wijze heelt weteu meester te maken van een
briel, die, naar hij vermoedde, door den kapitein
Janssen aan het Dagblad van Zuid-Holland en's-Gra-
venhage was verzonden. Die brief bevatte het op
stel, getiteld: „Eene verliefde zakkenrolstcr", dal
later in het weekblad Asmodée is opgenomen en
dat zeker niet minder dan de artikelen in het
Utrechtsch Dagblad tot een ongunstig advies van.
den raad kon leiden. De luitenant-adjudant Keyzer
die met den kapitein Janssen niet op een aange-
natnen voet verkeerde, heeft echter dien brief
ter band gesteld aan den majoor Gisser, die
met dien kapitein in onmin was." En de majoor
heeft zich dan ook gehaast van dat stuk bij den
raad gebruik te maken. Het is aan de Commissie
niet duidelqk hoe de Minister zich heeft kunnen
bepaleu tot eene bloote afkeuring van deze han
delingen, welke geheel vallen in de bij punt 3
van art. 27 van de wet van 1851 bedoelde „ge
dragingen of daden in het openbaar, waardoor de
waardigheid van den officiersstand bepaaldelijk
worden aangerand."
In punt VI van de grieven in het gedrukte
adrés voorkomende, beklaagt de adressant zich,
„dat al de zittingen van de gedelegeerden van
den Raad van onderzoek te Leeuwarden hebben
plaats gehad zonder voorafgaande opgave van tijd en
plaats aan den adressant, en alzoo buiten hem
om in lijnrechten strijd met de wet."
Hiertegen wordt in de Nota beweerd, dat de
adressant, door deze opgaven „niet getrouw blijft
aan de waarheid". Het komt aan uwe Commissie
voor, dat de adressant aanspraak had eene bepaalde
kennisgeving te ontvangen van de plaats waar,
van den dag en van het uur, waarop elke zitting
van de gedelegeerde commissie zou plaats hebben.
Deze niet ontvangen hebbende, kan hij meteenig
recht beweren, dat het onderzoek heeft plaats
gehad buiten hem om en dus in strijd met de
wet.
De Commissie teekent in 't voorbijgaan aan,
dat de wet van 1851 niet bepaald melding maakt
van wraking van getuigen, en dat derhalve de
klacht van den adressant, dat hij geen getuigen
beeft kunnen wraken, in zooverre ongegrond is.
Maar dit neemt niet weg, dat een raad van
onderzoek toch niet behoort over te gaan tot bet
hooreu van getuigen tegen welke gegronde be
zwaren kunnen worden ingebracht en dat derhalve
de beklaagde billijkerwijze de gelegenheid moet
hebben zijne bezwaren te doen gelden.
Overigens is het aan de Commissie voorgekomen,
dat het delegeeren eeoer commissie uit den raad
tot het inwinnen van inlichtingen, niet is overeen
te brengen met de bedoeling van de wet van 1851.
De Commissie acht de zending der gedelegeerde
commissie te meer te betreuren, omdat juist het
onderzoek, dat daar heeft plaats gevonden aan
de geheele zaak, in de oogen van het publiek
een „odieux" karakter gegeven heeft. En, het
valt ook niet te ontkennen, dat bij die gelegen
heid menige vraag is gedaan, die achterwege had
moeten blijven.
Doch ook indien men de wijze, waarop de
gedelegeerde commissie hare taak heeft vervuld,
geheel ter zijde laat, dan blijft bet feit bestaan,
dat de zending dier commissie niet wel is overeen
te brengen met de wet en dat alzoo haar onder
zoek waarbij juist die feiten aan 't l.cht ziju
gekomen, welke hoogst waarschijnlijk van groo
ten invloed zijn geweest op het oordeel van
den raad uiet met de wet schijnt testrooken.
Na alzoo te hebben aangeduid in welk opzicht
de commissie het gevoelen des Ministers, zoo als
dat in zijne Toelichtende Nota. is ontwikkeld,
met deelt, wenscht zij over te gaan tot de behan
deling van de vijf punten, waarin de adressant
zijn verzoek aan de Kamer heeft samengevat.
Zij zal daarbij kort kunnen zijn, omdat de motie
ven voor hare verdere beschouwingen reeds
grootendeels iu de vorige uiteenzetting vervat zijn.
De bewering, in het eerste adres voorkomende,
dat de majoor Gisser den adressant op straffe
van een uiaaud arrest zonder accès zou hebben
verboden om in den vervolge over handelingen
van meerderen of militaire verordeningen een
oordeel iu openbare geschriften uit te brengen,
is alzoo niet met de waarheid overeenkomstig.
Naar. het oordeel der Commissie bestaat er dan ook
voor de Kamer geene aanleiding om verdeT bij dit
gedeelte van dei adressants verzoek stil te staan.
De totaal-indruk, door de lezing der stukken
bij haar te weeg gebracht, is deze, dat de zaak
van den kapitein Janssen uit meer dan een oog
punt op verkeerde wijze behandeld is, hetgeen
vooral aan eene onjuiste opvatting van de wet
van 1851 schijnt te moeten worden toegeschreven.
Tot die opvaltiug heeft vooral de meergeuiulde
circulaire van den Minister Blanken aauleiding
gegeven, die in menig opzicht niet strookt met
de bedoelingen van de wet, en daarom, naar het
oordeel uwer Commissie, behoort te worden in
getrokken.
De verkeerde opvatting en toepassing van de
wet van 1851 blijkt meer bepaald uit de drie
volgende, hierboven reeds in het breede behan
delde punten
1°. uit de omstandigheid, dat het onderzoek is
uitgestrekt tot handelingen van den beklaagde,
vallende buiten den kring van de oorspronkelijke
puuten van bezwaar;
2°. uit het delegeeren van een deel van den
raad in commissie naar Leeuwarden, welke ge
delegeerde commissie daar schier iu allen deele
gehandeld heeft als ware zij zelve de raad van
ouderzoek
3°. uit het verzuim van opzettelijke inededee-
ling van dag en uur der zittingen te Leeuwar
den, waardoor de beklaagde eenig recht ver
kreeg te beweren, dal zijne zaak te dier plaatse
is onderzocht buiten hem om.
Uwe commissie wenscht te dezer plaatse den
Minister van Oorlog haar leedwezeu te betuigen
dat hij zulk eene ougemeenen spoed heeft ge
maakt met de voordracht tot ontslag van den
adressant. Die voordracht draagt de dagteekening
van 24 September en de laatste zitting van den
raad heeft den 20sten September plaats gehad.
De Minister heeft dus nauwelijks den tijd gehad
de stukken betreffende deze zaak te lezen en te
overwegen of hij het advies van den raad al
dan niet zou volgen. De voordracht tot ontslag
moet wei schier onmiddellijk na het ontvangen
van liet advies zijn opgemaakt, hetgeen, vooral
bij de wijze waarop de wet bij het onderzoek is
toegepast, zeer te betreuren is.
Op grond van al het bovenstaande heeft uwe
commissie ten slotte de eer aan de Kamer voor
te stellen:
1°. ten aanzien vau hel eerste adres van den
vooruialigeu kapitein P. A. Janssen over te gaan
tot de orde van den dag;
2". dit Verslag te doen drukken en ronddeelen
en een exemplaar daarvan, onder dankbetuiging
voor de gegeven inlichtingen en de volledige
overlegging der betrekkelijke stukken, te zenden
aan den Minister van Oorlog; en
3°. zich te vereenigen met de beschouwingen,
welke door de commissie in dit rapport omtrent
de zaak van den vooruialigen kapitein Janssen
zyu ontwikkeld.
Twee leden der commissie hebben echter ver
klaard zich niet te kunnen vereenigen met het
voorstel sub 3°. gedaan; het eene lid, op grond
dat hij de zienswijze van de commissie omtrent
de behandeling dezer zaak, in menig opzicht niet
deelt; het andere lid, omdat hij, ofschoon geen
bezwaar hebbende tegen het sub 3'. gedane voor
stel, toch gaarne eene andere, minder onbepaalde
conclusie zou zien aangenomen, die, naar zijn
oordeel, aldus zou kunnen luiden
3°. te verklaren, dat de wet van den 23sten
Augustus 1851 Staatsblad n°. 128), bij de behan
deling van de zaak van den voormaligen kapi
tein P. A. Janssen, in menig opzicht verkeerd
is opgevat en toegepast en dat net alzoo billijk
moet worden geacht, dat aan den adressant als
nog een eervol ontslag uit den militairen dienst
verleend en bet geleden nadeel hem, zoo veel
doenlijk, vergoed worde.
laatste berichten.
Amsterdam, 3 Januari. De Koninklijke goed
keuring is verleend aan het reglement voor de
Vereeniging Belastingstelsel. Deze veieeniging,
aangegaan voor den tijd van 29 jaren, zal ge
vestigd zijn te Roode Haan, gemeente Leens,
provincie Groningen, en stelt zich ten doel, door
haar ten dienste staande middelen, eene even
redige en billijke regeling der zoowel plaatselijke,
gewestelijke, als algemeene belastingen te bevor
deren. Om te trachten dat doel te bereiken, dienen
de volgende middelenVergaderingen, ten eindo
door gedachtenwisseling over bestaande of ont
worpen belastingwetten, dezen aan de billijkheid
te toetsen, en, zulks noodig achtende, het bestuur
dezer vereeniging te machtigen, sprekers uit te
noodigen en opmerkingen of voorstellen aan de
betrokken autoriteiten te doen. De contributie
jaarlijks voor 1 Mei aan den penningmeester te
betalen, is een gulden. (HA!-)
HUWELIJKEN, GEBOORTE ES STERFGEVALLEN.
Burgerlijke Stand van Leiden van den 28sten
December 1871 tot en met 3 Januari 1872.
Gehuwd t P. Gijsman, wedr. en J. van Oosten jd.
Bevallen t P. van Eygen, geb. Hartevelt, Z. M. C.
Lut, gab. Koster, Z. A. R. H. van Dissel, geb. Krebs, D.
U. C. Beens, geb. van Halderen, Z. J. van der Potten, geb.
Rebberi, D. B. van Leeuwen, geb. van der Lely, D. M.
van Veen, geb. Alberse, Z. G. Clavan, geb. Stikkelman, Z.
G. Kley, geb. Snijder, D. M. Baart, geb. van der Laan, Z.
G. Lamers, geb. Reurings, D. fi. C. W. Roelants, geb. Jonas,
D. M. van Doesburgh, geb. Deutx, D. S. H. van Wijk,
geb. Boekhout, Z. J. Ligtvoot, geb. van Veen, Z. C. M.
Koeverman», geb. van Kampenhout, D. E. Meyer, geb. van
der Kamp, Z. S- C. Oudshoom, geb. van Bensem, i>. H.
C. de Wilde, geb. Stokhuijzen, Z. W. Schipper» geb. de Vos,
Z. J. Vermond, geb. Theil, D. C. Kraneveld, geb. Mulder,
Z. C. M. van der fleyden, geb. Langeveld, D. M. J. Dam,
geb. Petit, D. H. van der Laan, geb. van Polanen, D. H
P. Kamerbeek, geb. Rauwendal, Z.
OverledenA. J. Lagalie, 88 j. M. T. J. Immerzeel,.
Z. 6 m. D. van der Reijden, Z. 10 m. H. Klein, D. 1 ra.
M. den Os, geb. Piket, 34 j. A. C. C. Spoorman, D. 4 m.
G. Köhnen, wed. L. Oleff, 69 j. A. C. Bartelsman, geb, Hol
ler, 72 j. J. J- Hoogeboom, 82 j. P. P. van Dam, D. 8
m. - S. C. P. du Rieu, wed. L. C. Luzac, 77 j - M. de
Wolff, wed. J. Vnisting, 78 j. J, C. Martijn, geb. Hemerik,
61 j. H. Ligtvoet, 69 j. A. J. Jager, 64 j. J. C. Duk,
D. 3 j. A. M. Louwrier, .eb. Simom, 74j.M. W. Segaar,
D. 21 m. H. van Leeawen, Z. 1 m. E. J. Crop, V. 59
j. G. van der Blom, wed. A. de Wild, 77 j.
277ste ITAATI-LOTEBIJ.
VIERDE KLASSE. TWEEDE LIJST.
Trekking van Woensdag 3 Januari.
N#. 16219 f 25,000. N*. 1287 f 1500. N°. 930,
1138, 10229, 10935, 12660 f 1000. N°. 5626, 10160,
18070 f 400. N°. 16910 f 200.' N". 4768, 6609,
10007,10618,11127, 14584, 18687,18900,18931 f 100.
Prijzen Tan f SA.
41
44
221
254
281
283
305
352
361
365
375
484
600
623
624
670
681
774
819
820
971
990
1022
1042
10-15
1099
1103
1127
1179
1193
1284
1331
1471
1780
1794
1805
1839
1861
2165
2171
2251
2313
4649
7003
9483
11788
14424
17201
2360
4694
7025
9502
11798
14443
17248
2387
4702
7039
9516
11827
14531
17256
2428
4731
7080
9537
11850
14548
17268
■2448
4748
7113
9538
11874
14631
17363
2542
4800
7166
9546
11881
14666
17382
2547
4810
7193
9566
11917
14667
17391
2592
4815
7219
9586
11938
14699
17438
2596
4822
7234
9595
11947
14705
17528
2635
4839
7262
9597
11957
14714
17573
'2759
4861
7317
9602
11961
14717
17575
2801
4865
7336
9626
11989
14827
17647
2805
4895
7348
9630
12008
14867
17716
2827
4896
7470
9630
12025
14954
17724
2836
4912
7597
9687
12035
14971
17733
2837
4927
7607
9716
12038
15048
17771
2897
4998
7608
9728
12066
15120
17811
2915
5014
7692
9778
12078
15214
17817
2926
5015
7709
9800
12234
1521G
17835
3036
5051
7715
9930
12265
15229
17838
3069
5070
7723
9936
12275
15249
17875
3073
5125
7729
9938
12368
15368
17923
3147
5129
7753
9941
12376
15374
17952
3152
5201
7755
9972
12396
15378
17953
3156
5260
7760
9981
12444
15403
17958
3206
5261
7789
10002
12446
15429
18044
3275
5271
7818
10039
12467
15461
18132
3322
5287
7828
10069
12525
15483
18145
3385
5329
7875
10092
12541
15494
18152
3421
5334
7881
10155
12553
15537
18159
3465
5350
7902
10157
12596
15559
18171
3518
5355
7906
10181
12602
15607
18176
3547
5356
7929
10214
12637
15619
18276
3551
5370
8067
10241
12652
15644
18284
3576
5429
8126
10242
12662
15676
18321
3581
5431
8147
10244
12680
15692
18325
3585
5442
8198
10353
12686
15705
18328
3592
5447
8208
10361
12724
15727
18359
3608
5509
8238
10381
12747
15732
18370
3651
5530
8246
10392
12776
15813
18377
3669
5564
8310
10437
12783
15836
18401
3676
5593
8315
10442
12893
15837
18405
3687
5594
8332
10482
12937
15859
18411
3700
5634
8336
10529
12942
15865
18418
3719
5635
8354
10604
12949
15873
18458
3720
5709
8403
10674
12962
15876
18475
3734
5768
8407
10690
12977
15882
18492
3778
5802
8422
10704
13022
15913
18515
3818
5812
8477
10789
13059
15938
18532
3822
5818
8482
10792
13064
15945
18536
3830
5821
8492
10804
13081
15962
18631
3846
5837
8527
10809
13082
15989
18b39
3847
5840
8572
10816
13089
16017
18765
3887
5850
8575
10348
13142
16028
18852
3890
5879
8607
1U890
13145
16037
18938
3900
5889
8618
10924
13149
16078
19032
3904
5891
8635
10939
13184
10090
19049
3937
5905
8671
10954
13264
16135
19054
3963
5925
8679
10960
13348
16140
19074
3966
5939
8682
10983
13391
16147
19148
4030
6006
8692
11005
13476
16202
19177
4043
6017
8704
11078
13493
16298
19178
4137
6023
8709
11143
13531
16360
19197
4143
6052
8752
11157
13584
16367
1.'199
4157
6110
8822
11188
13608
16373
192U9
4169
6131
8824
11197
13639
16399
19213
4179
6143
8899
11220
13729
16430
19229
4219
6195
8919
11138
13760
16473
19309
4264
6291
8954
11267
13777
16503
19315
4266
6322
8956
11331
13797
16529
19469
4268
6365
8969
11387
13827
16557
19474
4286
6468
8998
11403
13845
16574
19545
4297
6540
9004
11424
13918
16600
19597
4334
6553
9056
11456
13941
16650
19662
4376
6580
9062
11476
13946
16659
19669
4387
6607
9080
11481
13955
16662
19676
4425
6655
9089
11484
13980
16704
19729
4455
6665
9221
11558
14029
16708
19761
4500
6683
9222
11580
14052
16773
19771
4548
6736
9269
11606
14066
17014
19785
4559
6808
9312
11634
14077
17070
19821
4561
6861
9324
11645
14078
17118
19866
4575
6874
9330
11688
1409U
17124
19891
4577
6879
9414
11733
14291
17140
19898
4632
6992
9458
11770
14334
17150
1993a