hoofdingenieur is aangesteld eD in bet begin der maaüd Februari de reis per mail denkt te aan vaarden. (Opmerker.) Aangaande den toestand van den heer Groen van Prinsterer vernemen wij, dat, al is de groote bezorgdheid geweken, de krachten zich slechts zeer langzaam herstellen. De Afdeeling voor Wis- en Natuurkundige Wetenschappen van de Koninklijke Academie van Wetenschappen, zal eene gewone vergade- riug houden op Zaterdag den 30sten December e. k., des namiddags te 12 uren 16 minuten, in het gebouw der Academie (Trippenhuis) te Am sterdam. De generaal-majoor M. D. graaf van Limburg Stirum, buitengewoon adjudant des Konings, maakt overeenkomstig de aankondiging in de Staatscourant van den 19den Augustusji., bekend, dat bij hem is ontvangen tot het oprichten van een monument ter eere der gesneuvelden in de Citadel van Antwerpen in December 1832: twee bijdragen uit ostkapelle, in briefomslagen met postmerken van 24 en 25 jl., alsouder letter Z eene van ƒ1.23', en van een vrijwilliger van 1830 en 1831 eene van 10, samen ƒ11.28'; en twee bij dragen van de vereeniging bet Metalen Kruis, door tusschenkomst van haren thesaurier, den heer M. Brandon Mondolpho, te Amsterdam, als eene van 10 van de afdeeling Haarlem, en eene van 5 van de afdeeling Leeuwarden, samen 15. Ten behoeve van het gedenkteeken voor de gesneuvelde verdedigers van de Citadel van Ant werpen is ontvangenbij Jhr. Mr. W. M. de Brauw, van Mr. J. J. Cremers 100; en bij Mr. J. J. Cremers, van N. N. 3. Bij beschikking van den Minister van Staat en van Binnehlandsche Zaken van 23 December 1871, is aan B. van Egmond en H. Brouwer te Deventer, tot wederopzegging, vergunning ver leend voor een stoombootdienst tot vervoer van personen, goederen en vee tusschen Amsterdam en Deventer. De luitenant-ter-zee der 2de klasse M. F. Ree- ringh, dienende op Zr. Ms. schroefstoomschip Kijkduin, wordt met den laatsten dezer op non activiteit gesteld, en met den lsten Januari aan staande vervangen door den luitenant-ter-zee der 2de klasse H. Schotborgh, terwijl met den 6den Januari daaraanvolgende de luitenant-ter-zee der 2de klasse N. A. de Vries geplaatst wordt aan boord van Zr. Ms. wachtschip te Willemsoord. De luitenant-ter-zee der 2de klasse C. R. A. van Osenbruggen, laatst behoord hebbende tot het eskader in Oost-lndië, en van daar den 17den dezer in Nederland teruggekeerd, wordt met dien datum op non-activiteit gesteld. Z. M. heeft aan D. van der Schans, brugwach ter bij de sluis N°. 19 op de Zuid Willemsvaart onder Oud-Vroenhoven, als blijk van Zr. Ms. goedkeuring en tevredenheid, wegens de redding eener vrouw uit het water aldaar, op 22 Aug. jl., toegekend de bronzen medaille, ingesteld bij besluit van 22 Sept. 1865, alsmede een loffelijk getuigschrift. Z. M. heeft aan A. Snellenberg, te Velzen, als blijk van Zr. Ms. goedkeuring en tevredenheid, wegens de op 27 November jl. volbrachte red ding van ëen in zee gevallen werkman aan de havenwerken van het Noordzeekanaal, toegekend de bronzen medaille, ingesteld bij besluit van 22 September 1855, alsmede een loffelijk getuig schrift. Z. M. heeft benoemd tot voorzitter van het col lege voor de zeevisscherijen, welke betrekking dor het overlijden van den beer Dr. H. van Beeck Vollenhoven is opengevallen, den heer Mr. E. N. Rabus n, te Amsterdam. Z. M. heeft aan den luit.-koi. J. van Stralen, onder dankbet. voor zijne bewezene diensten, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als komrn. der dd. schutterij te 's-Graveuhage, met vergun ning de uniform der schutterij met de onderschei dingsteekenen aan zijnen rang van luit.-kol ver bonden te blijven dragen. Z. M. heeft tot luit.-kol. komm. der dd. schut terij te 's-Gravenhage benoemd K. J. G. baron van Harden broek van '6 Heeraartsberg en Berg ambacht, en zulks onder toekenning van een eer vol ontslag als majoor komm. van het korps Kon. scherpsch. van 's-Graveuhage. Z. M. heeft aan Mr. H. F. baron van Zuijlen van Nyevelt, op zijn daartoe gedaan verzoek, eervol ontslag verleend als lid der comm. van admin, over het burg. en mil. huis van verzeke ring te 's-Gravenhage, onder dankbet. voor de als zoodauig bewezen diensten, en is benoemd tot lid van gemelde commissie Mr. L. G. Greeve, kan- tonr. te 's-Gravenhage. Z. M. heeft benoemd tot lid der comm. van admin, over de gevangenis voor jeugdige vrou welijke veroordeelden, tevens huis van verbete ring en opvoeding voor meisjes, te Montfoort, L, A. van den Berg, steenfabrikant aldaar. Z. M. heeft den heer J. C. L. van de Graaff, thans ontv. der dir. beiast., in- en uitgaande rechten en acc. te Aalten c. a., benoemd tot ontv. der dir. belast, en acc. te Borculo c. a. Z. M. heeft aan den heer A. Knaap Azn. op zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van landmeter der 1ste kl. bij het kadaster, behoudens aanspraak op pens.en bevorderd tot landmeter van de 1ste kl. bij het kadaster, den heer H. L. A. van Campen, thans landmeter van de 2de kl. Z. M. heeft benoemd tot ingen.-verific. van het kadaster de heer C. J. Genet, thans landmeter der lste kl. bij het kadaster. Z. M. beeft verleend de volgende pensioenen, als aan: J. Kramer, postbode, ƒ49; W. Heusdens, lste klerk bij 's Rijks entrepot te Rotterdam, ƒ526; F. Hofman, comm.-ontv. der belastingen, 1397; T. Goedraad, comm. lste kl. bij 's Rijks belastingen, ƒ253; E. Hazelhoff, comm. lste kl. bij 's Rijks belastingen, ƒ378; G. Gabriels, brieven gaarder, 109C. L. van Leeuwen, bode bij de Eerste Kamer der Staten-Generaal, 476 P. M. Visser, comm. lste kl. bij 's Rijks belastingen, ƒ474; J. R. Traanboer, comm. 2de kl. bij 's Rijks belastingen, ƒ263; M. E. K. van Convent, wed. van J. W. Tulleken, in leven ontv. der dir. bel. en acc., 989; W. C. den Antrikker, wed. van A. Adamse Czn., in leven sloeproeier, ƒ203; F. J. H. Straatmaker, comm. lste kl. bij 's Rijks belas tingen, ƒ895; C. J. de Vries, brievenbesteller ƒ71 allen per jaar. Z. M. heeft aan den heer F. Veith, op zijn verzoek eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van ontv. der dir. bel. en acc. te Peize c. a.. behoudens aanspraak op pensioen. Z. M. beeft opgeheven de navolgende ontvangk. voor de dir. bel. en acc., als dat gevestigd: te Roden (Drenthe), bestaande uit de gemeente van dien naam, en te Peize (Drenthe), bestaande uit de gem. Peize en Eelde; ingesteld een nieuw ontvangkantoor voor de dir. bel. en acc. te Peize, bevattende de gemeenten Peize, Eelde en Roden en den heer Jhr. G. B. de Sigers ther Borch, thans ontvanger der dir. bel. en acc. te Roden, benoemd tot ontv. derzelfde middelen te Peize c. a. Z. M. heeft aan den Oost-Ind. ambt. J. C. van Schuylenburch, gewezen secr. der res. Cheribon, thans met verlof hier te lande, op zijn verzoek, met ingang van 1 Januari 1872, een eervol ontslag verleend uit 's lands dienst, met behoud van recht op pensioen, bijaldien hij volgens de bestaande bepalingen daarop aanspraak heeft. BINNENLAIVD. Dordrecht, 26 December. Zondagavond, tus schen kerktijd heeft er in de Grootekerksbuurt alhier op het kantoor der firma Jakob van Wa- geningen eene inbraak plaats gehad. Door middel van een valschen sleutel hebben de dieven de buitendeur van den winkel opengemaakt en zich vervolgens op het kantoor begeven, waar zij door middel van een beitel een der lessenaars open gebroken en er eene som van ongeveer honderd gulden ontvreemd hebben. Zij hebben zich bij oezen enkelen lessenaar bepaald. Ats de vermoe delijke daders zijn deuzelfden avoml of nacht ge arresteerd twee gebroeders v. d. Nwaarvan de een als losse sjouwer bij genoemde firma werkzaam en dus met de localiteit bekend was, terwijl de andere op wacht stond. De inbraak werd reeds te 8 uren Zondagavond ontdekt, door dat de boekhouder der firma zich toevallig naar bet kantoor begaf en de deur van den winkel open vond. Moerdijk, 28 December. Gisteren had de be- proeviug der groote spoorwegbrugging alhier plaats. Die beproeving is zoo goed geslaagd, dat zij op een enkelen dag kon afioopen. Behalve de commissie voor de overbrugging, waaraan echter de heer van den Bergh, die uithoofde eener on gesteldheid verhinderd was tegenwoordig te zijn, ontbrak, waren een aantal belangstellenden, in genieurs, aannemers, enz. aanwezigook de Raad van Toezicht op de spoorwegen was tegenwoor dig. Met den locomotieflrein waren een aantal tech nici aangevoerd om bij de beproeving te assisteeren en waarnemingen op verschillende punten van het kunstwerk, omtrent doorbuiging, opening, enz. te doen. De brug toonde noch bij vaste, Doch bij be weegbare belastingen, het minste verschijnsel, dai kon doen vermoeden, dat eenig gebrek aan wezig was. Onder- en bovenbouw bewezen in tegendeel de soliditeit der constructie volkomen. Wat de opening der nieuwe spoorwegsectie aangaat, hoewel bij Dordrecht en aan de voor- loopige inrichtingen aldaar nog een en ander te doen is, is het ontbrekende echter volstrekt niet van dien aard, dat de opening op 1 Januari a. s. daardoor vertraging zou kunnen ondervinden. Harderwijk, 27 December. De lste luits. der inf. A. E. Mooijaart en P. van Assen die 5 jaren bij het O.-I. leger zijn gedetacheerd geweest, zijn weder bij het leger hier te lande ingedeeld. De lste luit. Mooijaart bij het 3de en de lste luit. van Assen bij het lste reg. infanterie. Nijmegen, 27 Dceetnber. De majoor der genie F. P. KUjnema is benoemd tot kommandant in de 11de stelling der genie te Amersfoort. Rknkdm, 23 December. Het is ons een genoegen te berichten, dat, door de ijverige bemoeiingen van de Commissie tot verbetering van volkswel vaart alhier, een ziekenfonds voor de mindere staDden is opgericht, waardoor in eene lang ge voelde behoefte is voorzien. Geholpen door de welwillende medewerking van de voorname inge zetenen dezer plaats, mag die Commissie 't voor- richt genieten iets degelijks te hebben tot stand gebracht. Ook zag zich de Commissie tot werk verschaffing door ruime bijdragen in staat gesteld, aan vele handen een eerlijk verdiend stuk brood te verschaffen. Het delven van grind is ook thans weder als het beste werk in het barre seizoen beschouwd. BU1TE«CAIVD. Frankrijk. De coalitiën. Baze en Fascal Duprat. Volgens de Frangais kunnen de leden der com missie voor het wets-ontwerp op de coalitiën zich nog niet met elkander verstaan over het te ne men besluit. Wij achten hot niet ondienstig, een klein over zicht te geven van de aanleiding tot dat outwerp, namelijk de cualitiën zelve. Men moet er niet ouder verstaan associatie of coöpératie; het zijn geene vereenigingen oui ge- meenschappelijk te werken en de vruchten van den arbeid gemeenschappelijk te verdeelen, maar het zijn instellingen om bij voorkomende omstau. digheden den strijd van den arbeid tegen het kapitaal te kunnen volhouden, om grèves te ou. dersteunen enz. Sedert de eerste Fransche omwenteling uu zijn deze coalitiën een voorwi-rp van Ge zorg en de vrees der verschillende gouvernementen geweest. De constitueerende vergadering verbood ze reeds bij eene wet. De code-péual deed het zelfde en wel evenzeer voor de patroons als voor de werklieden. Deze toestand heelt voortgeduurd onder de restauratie, het burger-koningschap, de republiek van '48 en het keizerrijk tot aan 1864. Het spreekt van zelf, dat niettegenstaande dege lijkheid van verbod voor patroons en werklieden (evenwel nog onder andere strafbepalingen: art. 414, 415 en 416 C. P.) de coalitiën van patroons veel meer straffeloos plaats hadden dan die der werklieden. De patroons kunnen zeer goed in stilte, zonder uiterlijk vertoon eene vergadering beleggen, terwijl zoo iets voor een massa werk lieden bijna onmogelijk is, zonder de aandacht der politie te trekken. Ieder jaar werden dan ook eene menigte veroordeelingen uitgesproken wegens overtreding der art. 414416 C. P, Vooral de regeering van Louis-Philippe had hieraau, en aan de verontwaardigde taal der gouvernementele pers tegen de arbeiders, waar van de veroordeehugen steeds vergezeld gingen, voor een groot gedeelte den haat te danken, die in 1848 tegen haar losbrak. In 1864 nu is een wet aangenomen (waarvan Ernile Ollivier rapporteur was) die bepaalde dal bij de art.414416 C. P. een ouderscheid zou ge maakt worden tussohen gewone coalitiën en die welke van gewelddadigheden, wegueming vau werktuigen enz. enz. zouden gepaard gaan. De eersten werden toegestaan, de twee laatsten verboden. Dadelijk na deze wet zijn er een massa coali tiën gevormd en hebben er kolossale grèves plaais gehad. Het doel van het tegenwoordige outwerp nu is, om zooveel mogelijk de voor beide partijen nadeehge grèves te voorkomen. Uit hetgeen van de gezindheid der commissie bekend is, zal haar voorstel aan de Vergadering waarschijnlijk in dezen zin gesteld zijnom de patroons en werk lieden beide te verplichten, hunne grieven eerst aan een soort van speciale jurisdictie ie onderwerpen. Leidt deze tusschenkomst van scheidsrechters niet tot een gewenscbt gevolg, dan zal de grève toegestaan worden. De strijd tusschen de hoeren Baze en Pascal Duprat over het proces-verbaal der commissie voor het ontwerp tot opheffing van de verbannings- wetten der prinsen van Orleans, heeft plaats gehad. De heer Duprat hield vol dat, indien hel procesverbaal al niet verdwenen was, het toch zeer moeilijk te vinden was, en dat de prinsen zich veel sterker jegens Thiers hadden verbonden, dan men beweerde. De Vergadering echter maakte aan de zaak een einde door het aannemen eener orde van den dag, waarbij zij haar vertrouwen uitdrukte in de quaestuur, d. i. in den heer Baze. Rusland Banden der pers. Geruststellend antwoord. Thiers en de Polen. Aan de Allg. Zeil. wordt uit St.-Petersburg ge schreven: „Zooals men weet is de censuur voor de groote politieke bladen in Peters burg en Mos kou reeds sedert lang opgeheven. De redactie van deze bladen legt aan het einde van ieder jaar eene opgave over van die couranten, die zij tegen het nieuwe jaar ten behoeve van haar blad kleine gegarneerde hoedjes. Die hoedjes zijn te opgeschikt, het al te glanzige haar sluit te veel tegen de slapen, het manteltje, of de casaque, hangt recht toe recht aan tot op de heupen, de rok poeft monsterachtig: het ensemble is slecht verbonden, slecht gegroepeerd, kakelbont, opge werkt met figuren, schreeuwt en vloekt door te hooge en te velerlei) kleuren. In de zon vooral, zooals eergisteren in Hampton-Court, onder die shopkeepers-vrouwen, was het hoogst belachelijk. Er waren eene menigte paarse kleedjes, van dat onaangename paars, met een verguld ceintuur om het middel. Een schilder zou bet uitge schreeuwd .hebben. Ik zei tot eene dame: „het toilet is more showy (maakt meer vertooning) dan bij ons in Frankrijk.'' Zij antwoordde: „en wij krijgen onze kleedjes nog wel uit Parijs I" Ik wachtte mij wel, luide te zeggen: „ja, maar gij kiest ze zelf!" Behalve in de hoogste standen kleedt men zich zoo smakeloos als men zelf noodig oordeelt. On der genoemde dames zijn er enkele met zuivere, ondere met schaapachtige gelaatstrekken. Vele zijn babies, wassen poppen, met glazen oogen ge heel zonder uitdrukking, ook vindt men er hoog- roode aangezichten bij, die aan rauwe biefstuk doen denken: er ligt eene kern van domheiden lompheid in dat ongevoelige te witte of te roode vleesch. Enkele bereiken het toppunt vanleelijk- heid en onnatuurlijkheid: reigerhanden, ooievaars- balzeD, groote vooruitstekende tanden, uitsprin gende kaakbeenderen, als van een carnivoor. Andere munten daarentegen uit door schoonheid. Zij zien er uit als engelen: de lichtgroene oogen zijn heerlijk zacht en diep, de gelaatskleur is als van eene bloem, of een kind, de glimlach hemelsch. Dezer dagen, omstreeks tien uren in den morgen, werd ik als aan den grond genageld van bewon dering op het zien van twee jonge meisjes, een van 16 en een van 18, in toiletten ruischende van witte tule en mousseline, groot, rank, en lenig. Hare taille was even onberispelijk schoon als het onvergelijkelijk frissche gelaat, zoo blank als de lelie, of de orchis. Voeg daarbij als attribu ten vroolijkheid, onschuld, overvloed van gezond heid en kracht, naïve openhartigheid, een gullen lach, en den zwevenden gang als van eenen vogel. Eene menigte amazones zijn bekoorlijk, zoo eenvoudig en zoo ernstig. Zij komen hier niet om gezien te wordeD, maar om de buitenlucht in te ademen. Hare houding is vrijmoedig zon der aanmatiging; de handdruk ferm, bijna als van eenen man. Geen dwaze opschik in het toi let; het kleine zwarte vest, aan het lijf gesloten, doet de gezonde lichaamsontwikkeling, den goe den bouw uitkomen. Naar mijne meening is de eerste plicht eener jonge dame eene goede houding te verkrijgen. Zij besturen hun paard gemakkelijk en zeker. Soms staat de vader, ol de broeder, die haar ge leidt, stil, om met eenen vriend over handelsza ken of politiek te spreken. Dan luisteren zij en geraken zoo aan ernstige denkbeelden gewend. Die vaders en broeders zijn een lust om aan te zien: gelaatstrekken vol uitdrukking en beslist heid. Zij beseffen de waarde en het belang van het leven. Minder ontzenuwd dan bij ons, minder aanstonds gereed met glimlachjes en beleefdheids betuigingen, maar meer bezadigd, meer stand vastig, boezemen zij eerbied, ten minste achting, soms vertrouwen in. Misschien komt dit mij zoo voor, omdat ik met hunne maatschappelijke po sitie bekend ben, maar ik zie aan de manieren en de gelaatstrekken van adellijken, afgevaardig den, grondbezitters, dat zij gewoon zijn te beve len en te haudelen. Wat mij het best bevalt zijn de boomen. Alle da gen, uit bet Athenaeum komende, ga ik een uur in Sf, James Park zitten. Het meer weerkaatst flauw het over zijne stille oppervlakte zichbuigende ge bladerte onder den mist die er op rust. De boo men vormen groote, groene koepelgewelven bo ven ons hoofd, waarbij die der kunst in geene vergelijking komen. Mijn oog wijdt over de half uitgewischte vormen, de verzachte kleuren. Dat is schoon, het treft, maar stemt tot kalmte, het herinnert de mistige streken van Holland. Giste renavond om acht uur vertoonden zich van Sus pension-bridge, hoewel het schoon weer was, alle voorwerpen in eenen nevel. De laatste straleo der ondergaande zon losten zich op in eenen Hauw witten damp, rechts was een overschot van rood, de Teems en bet overige gedeelte des uitspansels vertoonde eene bleeke, loodkleurige tint. Er zijn van die tinten in Rembrandt's land schappen, in de avondschemeringen van Van der Neer: het schemerige licht, de dampige lucbt, de onduidelijke, zacht geblauwde omtrekken der voorwerpen, dat brengt ons het droefgeestige leven in eene vochtige streek voor den geest. De indruk, dien dit op mij maakte, was nog sterker te Richmond. Van een terras ziet men daar verscheidene uren gaans ver weiland, waar de Teems tusschen groepen hooge boomen door- heenkronkelt. Alles is groen, een zacht groen, bijna niet te bespeuren door den grooten al- stand. Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 2