In de Noord- en Zuid-Hollandsche Courant leest men omtrent de functie van wegwijzer, die Z. K. H. de Prins van OraDje zoo welwillend tegenover een vreemdeling in de residentie op zich nam /Iemand, die het zeer goed weten kan, omdat hij zelf de vreemdeling was, in de Haagsche correspondentie van het Handelsblad bedoeld, wenscht het een en ander te rectificeeren in de ontmoeting van den vreemdeling met den Kroon prins. Vooreerst: //De blonde heer legde 't hem zoo goed mogelijk uit, maar den vreemdeling scheen het toch niet helder," moet wezende blonde heer zeide dat het hem moeilijk was het hem hier uit te leggen, maar dat, zoo hij een eindje met hem wilde gaan, hij het hem vol gaarne zoude wijzen en al keuvelende over den Haag, wees hij hem zelf het huis aan. De tweede opmerking betreft dat de aanwij zing, dat het de Kroonprins was, niet door een straatjongen, maar door een zeer fatsoenlijk ge kleed burger werd gedaan, die den vreemdeling toevoegde op hoogst beleefden toon/Mijnheer, u weet aardig uw wegwijzer te kiezen 1" De vreemdeling autwoordde: //hoe dat" eu nu volgde de opmerkiDg: //Weet u dan niet dat het de Kroonprins was?" De vreemdeling, een platte landsbewoner, kan zich zeer goed met de lof tuitingen den Prins gegeven vereenigen de Prins heeft hem uiter6t minzaam en welwillend te woord gestaan en mocht Z. K. H. misschien dit blad ouder de oogen krijgen, dan wordt hem door dien vreemdeling bij dezen dank gebracht voor dezen dienst en verschooning gevraagd voor misschien te groote gemeenzaamheid door onbe kendheid met Z. K. H. ontstaan. E. a/z. V. L." In een onzer nummers van de afgeloopen week namen wij een stuk van den heer Wertheim uit het Handelsblad over, ter zake van weigering tot toelating zijner dochters op eene bijzondere meis jesschool, omdat zij van den Israël, godsdienst waren. Thans plaatsen wij, niet zonder warme hulde aan de liberale inzendster te hebben ge bracht, het volgend ingezonden stuk van de di rectrice der school, Mejufvr. A. C. Wijbrands, in hetzelfde blad, in antwoord op dit schrijven i,Mijnheer de Redacteur! Met belangstelling werd zeker door menigeen uwer lezers kennis genomen van het ingezonden stuk van den heer A. C. Wertheim, in uw nom- mer van 19 December jl. In dat stuk wordt ge wezen op de treurige waarheid, dat op verreweg de meeste bijzondere meisjesscholen te dezer stede de toegang aan Israëlietische kinderen geweigerd wordt. Wie dat verschijnsel een open baring wil noemen van den overouden, nog niet verbannen geest van onverdraagzaamheid, moge recht hebben; hij beschuldige echter niet in de eerste plaats de hoofdonderwijzeressen, die aan dergelijken maatregel tot nog toe zich hebben gehouden. Die hoofdonderwijzeressen wisten of konden nagaan, dat, ten gevolge van een heerschend vooroordeel, de plaatsing van een Israëlietisch kind op; hare school aanleiding zou moeten geven dat zij een aantal van hare leerlingen verloren. Het is een waarheid de inwoners van Am sterdam weten het dat velen tot nog toe bezwaar maakten, hunne kinderen op eeue school te plaatsen, waar zij met Israëlietische kinderen in aanraking zouden komen, en indien ook al nu en dan enkele der bijzondere inrichtingen van onderwijs hare deur voor Israëlieten open zetten, dan werd er al was 't soms misschien ten onrechte gefluisterd, dat dit geschiedde uit nood, en de meeste dier iurichtingen hadden binnen korten tijd bij velen haar goeden naam verloren. De hoofdonderwijzeressen, bij wie Israëlieten zich aanmeldden, om plaatsing voor hunne kin deren te verkrijgeu, stonden dus voor eene moeielijke vraag: het viel hard te weigeren, waar gezond verstand en overtuiging het bestaande vooroordeel leerden verfoeien; maar, met het aannemen dier kinderen zouden zij haar duur gekocht middel van bestaan op bedenkelijke wijze in de waagschaal stellen. Zelve heb ik, gedurende den tijd dat ik aan het hoofd eener bijzondere school sta, herhaalde lijk de moeilijkheden ondervonden, die het gevolg waren van dien treurigen toestand. Meer dan eens heb ik aan kinderen van geachte Israëlieti sche ouders den toegang tot mijne inrichting, na zeer zwaren tweestrijd, moeten weigeren. Toonden sommigeu dier ouders zich gebelgd over zoodanig besluit, anderen gaven mij op de meest humane wijze te kennen, dat zij gevoel den, hoe moeielijk de keuze was voor ons, hoofd onderwijzeressen aan bijzoudere inrichtingen. Na het ingezonden stuk van den heer Wertheim te hebben gelezen, heb ik mij echter wederom de vraag gedaan, of oiut de tijd is gekomen dat wij eindelijk het oude vooroordeel moeten trot- seeren. Na rijp beraad heb ik het besluit genomen, mijne iurichting ook voor israëlietische kinderen open te stellen. Zal ik daardoor schade aanbrengen aan mijne inrichting Zal ik financieel de treurige gevolgen moeten ondervinden, die al te dikwijls het Toon waren van een weinigje zedelijkeu moed? of zullen zij, die hunne kinderen tot nog toe aan mijne leiding toevertrouwden, mij doen ondervinden, dat uiijn besluit hunne goedkeuring wegdraagt, dat ik ook naar hunnen geest handel? Mijn toekomst be- schame mijne goede verwachtingen niet." Z. M. de Koning heelt twee kostbare prijzen uitgeloold voor den nationalen schietwedstrijd, in 1872 op de Wieselsche heide te houden. Het zijn een 1ste korpsprijs, bestaande uiteen zilveren vergulde bokaal met voetstuk, en een 2de korpsprijs, een zilveren bokaal met voetstuk. Deze prijzeu moeten op twee achtereenvol gende wedstrijden gewouneu worden, alvorens het eigendom van het winueude korps te zijn. De wedstrijd zal plaats hebben op een afstand van 400 passen. Aan de deelneming zijn eenige bepalingen verbonden, om vroeger gebleken misbruiken ten aanzien der gebezigde schietwapenen tegeu te gaan. Alle winners van prijzen, door Z. M. den Koning bij de Nationale schietwedstrijden te Waalsdorp, de Bildt en Rotterdam uitgeloofd, zijn van mede dinging uitgesloten, evenals alle niet werkende leden vau vereenigingen. Verder heeft Z. M. voor een officierswedstrijd, waaraan officieren van de Marine, de Landmacht en Schutterij en van het O. en W.-I. leger kun nen deelnemen, en die op een afstand van 600 pas zal gehouden worden, twee prachtige prij zen uitgeloofd, zijnde 1ste prijs: Een zilveren bo kaal met voetstuk. 2de prijs een zilveren servies. (Utr. Dagbl.) Gisteren hield te 's-Gravenhage de Geneeskun dige raad in Zuid-Holland eene zitting onder voorzitterschap van den heer Inspecteur Dr. L. J. Egeling. Tal van mededeelingen worden gedaan betrek kelijk gedane bezoeken in verschillende gemeen ten, den algemeenen gezondheidstoestand in de provincie, de maatregelen, hier en daar genomen of voorbereid in het belang der volksgezondheid, de meerdere of mindere geneigdheid van sommige besturen om in dat belang werkzaam te zijn inzonderheid in betrekking tot de begraafplaat sen, enz. Wat den algemeenen gezondheidstoestand in de provinciën aangaat, laat die nog al veel te wen- schen overig en doen zich, blijkens de ervaring, nog vele gevallen voor van pokken, typhus en andere zieklen. Omtrent de vraag, of het niet wenschelijk ware met opzicht lot de armen-ziekenzorg eenige alge meene maatregelen in het leven te roepen, een punt, reeds vroeger ter sprake gebracht, is beslo ten alsnog deze zaak aan te houden, in afwachting van hetgeen door de gezamenlijke inspecteurs zal worden gedaan of voorgesteld. Omtrent een reeds verleden jaar besproken gerucht, als zouden er te Dordrecht //scheepsla dingen" brood zijn ingevoerd en gebruikt, dat vermengd zou zijn met Chiua-klei, schijnt een voort gezet onderzoek daartoe te hebben geleid, dat dat gerucht op onwaarheid moet berusten, gelijk het dan ook minder denkbaar is, dat eene gansche burgerij van dat brood zou gegeten hebben, zonder cr althans iets van te merken. Voorts wordt mededeeling gedaan van een be langrijk schrijven van den Minister van Binnenl. Zaken aan de Commissarissen des Koniugs, daarbij wijzende op de verplichting der gemeentebesturen om, ingevolge art. 14 der wet op het geneeskundig staatstoezicht, aan de inspecteurs advies te vragen in het belang der algemeene gezondheid, al mogen zij dan ook niet verplicht zijn dat advies op te volgeneen advies, dat ten doel heeft de maatre gelen aan te geven in het belang der volksge zondheid Van den toestand der begraafplaatsen in ver schillende plaatsen loopen de mededeelingeu zeer uiteen. Met betrekking tot de maatregelen van desin- fectatie bij besmettelijke ziekten, blijkt, dat in zonderheid het Gemeentebestuur van Aarlander- veen daaraan veel zorg besteedt en het groote nut daarvan zich ook vertoond heeft. Die gemeente steekt in deze dan ook alleszins gunstig af bij andere gemeenten; maar zij klaagt over de na latigheid van andere aangrenzende gemeenten tot bestrijding van epidemiën. De gevangenis te Brielle blijft nog steeds in een zeer ougunstigen toestand verkeeren, hetgeen in den afgeloopen zomer vooral bleek, toen zich aldaar nog al ziekten hebben voorgedaan, die o. a. door de inrichting der privaten moeten ont staan zijn. Wenschelijk is geoordeeld dit gebouw door een ander te doen vervangen. Door het gemeentebestuur vau 's-Gravenhage gevraagd zijnde naar de middelen, in het belang der openbare gezondheid, om de riolen en secreten te desinfecteren, is door den inspecteur aange geven het gebruik van ijzer-vitriool, dat nog meer is aan te bevelen dan carbolzuur. Maar in ieder geval wordt daarbij aangeprezen het vooraf ledigen van secreten ook bij particulieren. Van niet minder belang is eene klacht over een zeker liefdadig verblijf te Scheveningen onder beheer van het Herv. kerkbestuur aldaar, en ge naamd de Citadel, eene inrichting door een aantal gezinnen bewoond, die in een allezins slechten toestand verkeert en die wegens de onreine om geving een ongelukkigeu invloed doet vreezen op de openbare gezondheid. Eene opruiming daar van wordt allernoodzakelijkst geacht. Van eene tusschenkomst bij het gemeentebestuur om hierin te voorzien wordt de uitslag nog afgewacht. Bij een bezoek te Kralmgen heeft de inspec teur zich kuunen overtuigen van de nadeelen, voor de openbare gezondheid te vreezen, door de aansluiting van den Hollandschen met den Rijnspoorweg, omdat daardoor eene belemmering zal ontstaan in den vrijen waterstroom, die reeds in die gemeente zooveel te wenschen overlaat en door demping nog meer zal verslimmeren. Het is hier de vraag, of niet, door veranderde rich ting, aan den vrijen waterloop geen hinder meer zou behoeven gebracht te worden. In verband tot de vaccine en haar nut, en tot de meerdere of mindere geneigdheid om tot hare toepassing in het belang der algemeene gezond heid mede te werken, werden curieuse ge schiedenissen medegedeeld. Het bleek daaruit o. a. dat,) terwijl vele predikanten de vaccine offici eel bestrijden, ze toch officieus zelf ondergaan. Een hunner is zelfs zes weken geschorst, om dat hij zich had laten inenten. Over den ellendigen waterloestaud te Schie dam, die nog steeds zich zoo dreigend vertoont voor de openbare gezondheid, werden wederom de bekende mededeelingeu gedaan, en door som migen nader toegelicht. Wel worden plannen voorbereid tot verbetering, maar deze berusten op groote geldelijke offers, terwijl èu de moeilijk heden met het betrokken waterschap èn de eigen aardige inrichting der vele branderijen met haren afvoer van vuile stoffen den toestand gaandeweg verergeren. Met Spijkenisse is eene nog al belangrijke cor respondentie gevoerd over de omstandigheid, dat aldaar inesthoopeu van eeu aantal personen te gen de huizen aan worden geplaatst, zeer scha delijk voor de algemeene gezondheid. Aangezocht om maatregelen te nemen, ten einde niet meer binnen de bebouwde kom der gemeente zich die uiestboopen bevinden, heeft het gemeentebestuur alsnog geene nieuwe politiebepalmgen op dat stuk noodig geacht en den toestand als minder beden kelijk voorgesteld. Ook te Wateringen bestaat aanhoudend een zeer ougunstige toestand in betrekking tot slooteu en poelen. Het gemeentebestuur is niet geneigd iets tot verbetering aan te brengen en meent niet het recht te hebben eene verordening te maken, die aan dien toestand een einde maakt, als zul lende hierdoor inbreuk gemaakt worden op het bijzonder eigendomsrecht, intusschen is aan dat bestuur mededeeling gedaan van een zeer belang rijk schrijven van den Commissaris des Konings, waarin die bevoegdheid verdedigd wordt. Na deze en meer andere mededeelingen heeft de commissie, aan wie was opgedragen een over zicht te geven van de verschillende verslagen nopens gedane visitatiën en hervisitatiën bij apo thekers enz., zich van die taak gekweten. Over het algemeen bleek daaruit, dat zich dienaan gaande een betere toestaud heeft voorgedaan dan vroeger, ofschoon nog meermalen blijkt van eene verkeerde interpretatie van de bepaling der wet betrekkelijk de vergifkasten. Naar aanleiding van het vroeger ingesteld on derzoek door den heer ouder-inspecteur Carsten, die thans niet ter vergadering tegenwoordig was, omtrent den invloed op de gezondheid, dien de vlas-industne op hare arbeiders te weeg brengt, cn welk onderzoek nog wordt voortgezet, is, van tiet tot dusverre geblekene het verslag van den heer C. voorgelezen. Daarin komt hoofdzakelijk uit, dat die industrie een zeer onguustigen in vloed op de werklieden uitoefent, inzonderheid in betrekking tot hunne adeuibalingswerkluigen. Die invloeden moeten bepaaldelijk gezocht worden in de fijne stoffen, die deze bewerking afwerpt en die de atmosfeer bederven, en in de ondoelmatige inrichting der zw.ngelkeet. Uit de tcd estaten blijkt, dat iu de gemeenten met vlasindusirie zich veel meer sterfgevallen voordoen dan in gemeen ten zonder die industrie. Als middelen tot herstel worden aangegeven eene verbeterde inrichting der zwingelkeeten en van de bruakplaats, betere ventilatie en meerdere ruimte voor de arbeiders. Op de vraag, door een dor leden, in hoover of in die koeten ook verwar ming zou zijn aan te brengen, was het antwoord, dat de vlasboeren waarschijnlijk daartoe met ge neigd zullen worden bevonden. Omtrent de ziekenhuizen en krankzinnigenge stichten werden eenige gevoelens gewisseld. Men meende, dut het vertrouwen in de gasthuizen te Dordrecht en 's-Graveuhage was geschokt door hetgeen daarvan was bekend geworden of met meer of minder grond verspreid; en liet belaug werd uangetoond, dat dezerzijds zoowel daarom trent als wegens de krankzinnigengestichten een nader onderzoek werd ingesteld. Omtrent de ziekenhuizen strekte het antwoord dat te Dordrecht een nieuw wordt gesticht en dat dat te 's-Graveuliage aan zeer overdreven en ongegronde beschuldigingen heeft blootgestaan. Ten aanzien van de krankzinnigen wordt ove rigens naar het voorschrift der wet geregeld verslag gedaan van de bezoeken, noor speciale inspecteurs in bijzijn van den officier van justitie gedaan. liet Licruur-stelsel schijnt, in betrekking tot de uitkomsten van den atvoer van fecale sloffen, zeer practicabel te zijn, gelijk uit de mededeeling van den inspecteur blijkt op do deswege gedane vraag. Het A B C.-stelsel daarentegen blijkt ook in Engeland al meer en meer ondoeltreffend te zijn. Eindelijk is na eene wisseling van gevoelens de inspecteur uitgenoodigd oui bij wijze van proef, vóór de volgende vergadering de verschil lende mededeelingen, die iu den regel mondeling worden gedaan, gedrukt en bij resumtie vooraf aan de leden worden toegezonden, ten einde niet liet grootste deel der vergadering aan het aan- hooreu dier mededeelingen te besteden eu over meer tijd te kunnen beschikken voor ouderwer- pen aan de orde van den dag of die men in het belang der openbare gezondheid dienstig achten mocht, te bespreken. Het stoomschip Prins van Oranje, kapitein Braat, zal, volgens outvangen telegram, Zaterdag 23 De cember van Gibraltar vertrekken. Het ongunstige weder had eenige vertraging veroorzaakt. Van betrouwbare zijde vernemen we, dat de heer Groen van Prinsterer, die door eene vrij ernstige borstaandoeuing was aangegrepen, zoover hersteïd is, dat de aanval als te boven gekomeu kan beschouwd worden, ook al blijft gesprek en arbeid hem nog streng verboden. (Heraut.) De Staatscourant bevat de volgende rivierbe- richteu Keulen, 22 December. Bijna geen drijfijs. Gorcum, 22 December. Stoom- en zeilvaart op de rivieren geheel hersteld. Waterstand 4.23 me ter onder noodpeil; val 0.37 meter. Z. M. heeft aan Leeudert Logendijk, gewezen sluiswachter aan de Spieringsluis onder Wer kendam, verleend een pens. ten laste van den Staat ten bedrage van f 208 'sjaars. Z. M. heeft aan Jhr. G. K. van den Santheuvel, ouder dankbetuiging voor de door hem bewezen bijzondere diensten, op zijn verzoek, eervol ont slag verleend als Isten luit. bij de d.d. schutterij te Steen wijk. Z. Al. heelt aan de na te melden officieren bij de d.d. schutterijen, op hun verzoek, eervol ont slag verleend, ouder gekoudetiheid tot het vol- breugeu van de op lieu rustende schutterlijke verplichtingen als gewoon lid der schutterij bij de reserve, met al de gevolgen daaraan bij de wet gehecht alsbij die te Amsterdam, aan A. Calkoen en aan Air. S. J. Brug uians, beiden als isten luit.; bij die te Zaandam, aan P. Lange - baerd, als kapit. Voorts zijn bij de d.d. schutterijen benoemd: bij die te Zutfen, tot 2deu luit. B. A. Albers, thans serg.bij die te Zaandam, tot kapit. E. H. Buys, thans 1ste luit.; tot isten luit. P. van Heyns- bergen, thans 2de luit.; tot 2deu luit. A. f'. Avis, thans schutter. Z. M. heeft het eereteoken, ingesteld tot be- loouiug vau eervolleu langdurigeu workeiijken dienst b/j de sehutterij, toegekend aanA. Nortier, kapit., en J. Reutmger, offic. van gezondh. der 2de kl., beiden bij de d.d. schutterij te Gouda. Z. M. heeft aan de na te melden officiereu bij de d.d. schutterijen, op hun terzoek, eervol ont slag verleend, aisbij die te Gouda, aan P. L. J. Kamsteeg, als 2deu luit., onder gehoudenheid tot het volbrengen van de op hem uit kracht dei- wet nog rustende schutterlijke verplichtingen als gewoon lid der schutterij bij de reserve, met al de gevolgen daaraau bij de wet gehecht; bij die te Auisterdam, aan W. van Rinkhuyzen, als Isten luit. onder gehoudeuheid tot het volbrengen van de op hem uit kracht der wet nog rustende schut terlijke verplichtingen als gewoon lid der schut terij bij de reserve, met at de gevolgen daaraan bij de.wet gehecht; bij dte te Aaaudaui, aan L. Driesciier, als 2den luit.; bij die te Roermond, aan A. Th. E, H. Kessels, als 2deu luit. Voorts zijn bij de d.d. schutterijen benoemd bij die Zaandam, tot 2den luit. P. Latenstein, thans schutter; bij die te Amersfoort, tot kapit. E. L. Visser, thans 1ste luit.; tot Isten luit. A. Herschel Bz., thans 2de luit.; tot 2den luit. M. L CelosJ bij die te Roermond, tot 2den luit. R. T. Me^J thans serg.; bij die te Venlo, tot kapit. P. J, jjl Alattousch, thans 1ste luit.; tot Isten luit. 4] Th. E. H. Kessels, tot dusverre 2de luit. bijdell d.d. schutterij te Roermond. BINNENLAND. Boskoop, 22 December. De subcommissie vo de oprichting van een monument te Brielle iS dezer plaatse samengesteld als volgtvoorzin is de heer J. H. van Marcelis Hartsinck, bt gemeester; verder zijn leden de heerenK. G. VV. Ham, W. F. K. Hussem, P. Hooftman J J. Alaarsclialk, P. van Nes en N.J. Solioore Na kennisgeving aan de ingezetenen zal eet collecte langs de huizen gehoudeu worden. Amsterdam, 22 December. Iu eene vergader» van aandeelhouders der Amsterdamsche Ban zijn de leden van den raad van toezicht en directeuren benoemd. De raad van toezicht besla uit de heeren C. Fellinger, lid der firma Kreglii ger Co. alhier, voorzitter; M. Eltzbacher, Ij der firma Eltzbacher Co. alhier, oudervoorzi ter; J. L. Eltzbacher, lid der firma J. L. Eltzbach: Co. te Keulen; Ad. B. H. Goldschmidt, liddï firma B. H. Goldschmidt, te Frankfort a/Al.; H. Ali rensse, te Frankfort a/Al.; Mr. Al. Alees, lid dt firma R. Alees en Zooneu, te Rotterdam; F. J Aluller, president-directeur der Rotterdamscli bank, te Rotterdam; C. A. Schaezler, te Amstg dam; H. Vaupel, lid der firma Deichmann von Rath, te Amsterdam; Th. Wendelstadt, directei der Bank für Haudel uud Industrie, iu Darm stadt; Th. v. Wendelstadt, directeur van heil ücliaaffhausensche Bankverein, te Keulen; eu 1 C. Wertheim, lid der firma Wertheim Gomperii alhier. Directeuren zijn: Mr. F. S. van Niero consulent opgetreden als directeur; J. H. Spaii Jr. tot dusverre plaatsvervangend directeur di Nederlaudsche Credit- en Depositobank en Hers C. Christman. Deventer, 21 December. Naar men vernees hebben de timmerlieden, metselaars en verwei leden der Vereeniging „ter bevordering van a.l ambachten of vakkeu, welke in betrekking stai tot de bouwkunde", besloteu met 1 Alaart a de loonen der werklieden met 2 cent per uuri verhoogen- 's-Hertogbnbosch, 21 December. Eene veel in langstelling wekkende zaak werd heden voordi rechtbank alhier behandeld, waarbij een talrij! publiek aanwezig was. De heer P. F. van <k Aleulen, oud 49 jaar, Rooinsch-katholiek prieslt: en pastoor, geboren te's-Bosch, wonende te Engs len, stond te recht omdat hij eene vrouw, dl zeven maanden zwanger was en ongeveer et uur te voren was overleden, met een scheermt de zoogenaamde keizersnede kruiselings had tos gebracht. Éen getuige was er in deze zaak, die vei klaarde, dat het kind had geleefd, terwijl d: beklaagde zeide, dat hij meende dat het leefde Wijders de heer R med. dokter te Empe die meermalen was geroepeu om het noodig voor de verlossing te doen, doch die zijne dieusiti geweigerd heeft, bewereude dat dit zijn vak me was. De president deed evenwel hierover zijd hooge afkeuring ten aanhooren van het publie blijken. Het openbaar ministerie kreeg daaro het woord en beweerde, dat de handeling de pastoors, zelfs onder voormelde omstandighedei toch groote afkeuring verdiende. Z.E.A. wei speciaal op hel gevaar, dat daardoor kon om staan, om aau iemand, die schijndood is, h leven te benemen, waarvan zoo menige voorbee! den voorhanden zijn, eu requireerde schuldigvei klaring en veroordeeling tot tien gulden boen subsidiair een dag gevangenisstraf. Air. E. vai Ziuuicq Bergmann verdedigde den beklaagde ei beweerde, dat de pastoor eene edelmoedige das gedaan had, die hoogst prijzenswaardig was;dj de heer van der Meulen niets anders had beooj dan het leven van een kind te reddendat, inge volge de geneeskundige wet, de verlossing oude: de omstandigheden, zooals die zich in deze zaal hadden voorgedaan, was geoorloofd, evenals he b. v. geoorloofd is, dat men gaat over eens anders i oogst staanden grond, wanneer dit strekt om spoe dig een water te genaken waarin iemand dreig le verdrinken; ook verbreking van afsluiting, om eei pand te genaken, dat door brand dreigt te wordei vernield; hij concludeerde ten slotte tot vrijspraal van den beklaagde. De rechtbank heeft daaroj de uitspraak bepaald op 4 Januari e. k. J3(jirx,jiiivj-J^.ivr>. Frankrjjk. Inkomstenbelasting. Terugkeer naar Parijs. Luie diplomaten. Na het hevige debat, uitgelokt door de inter piellatie van den heer Raoul Duval, een debal waardoor waarschijnlijk een miuisterieele crisi zou ontstaan zijn, indien niet de rechterzijde ei het rechtercentruui evenals bij de stemming over de prinsen van Orleans verdeeld waren geweesi na al die hevigheid is de vergadering eindelij! begonnen aan hare wezenlijke werkzaamliedei en heeft Donderdag de algemeene beraadslaging: geopend over de inkomstenbelasting. Zooveel t nieruit gebleken dat het grootste gedeelte dei kamer er mede is ingenomen, en de financieel politiek vau Thiers eu Pouyer-Quertier in di opzicht sterken tegenstand zal ontmoeten. Gisteren is opnieuw eeue vergadering gelid- den van de commissie over het voorstel Duchaiel om de vergadering naar Parijs te doen terugke ren. De heer Thiers zou daarin weder gehoon worden 0111 op de tegenwerpingen te antwoorden die iu de zitting van Dinsdag tegen zijne ziens wijze gemaakt en hem daarop medegedeeld zijn Een voornaam argument, van de tegenstander: is, zoo men verzekert, ditdat uit den staat van beleg, waarin Parijs nog steeds verkeert, te' duidelijkste blijkt, dat de stad nog geen voldoend: veiligheid voor de vertegenwoordiging aanbiedt. Het is duidelijk, dat zoo de heer Thiers beo voorstelde, zonder den staat van beleg naar Pa rijs te gaan, zij heui verwijten zouden, hen aau den volkshoop te willen overleveren. Het argument heeft inderdaad niet de minsb waarde omdat ieder weet dat de exceptioneel' toestand van Parijs niet meer noodig is om volks onlusten te voorkomen, maar alleen nog wegens bijkomende omstandigheden, en zooals velei meenen geheel ounoodig, wordt gehandhaafd. De ware reden der oppositie is een iugekan; kerde haat tegen Parijs als het broeinest van po litieke, philosophische en sociale plaunen. De aandacht der pers is op de diplomatieks

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 2