beroofd; slechts geduld; niet als gelijken be schouwd? Ik durf te vragenWat moest men wel van ons denken, zoo wij dergelijke gebeurtenissen hielpen verheerlijken? Moeten wij de roede kussen, waarmede onze vaderen zijn gekastijd? Moeten Noord-Brabant en Limburg, die door wapengeweld zijn gebracht iu de onderdanigheid der VII provinciën, welke haar gelijkheid van rechten bleven weigeren, den lsten April 1572 helpen verheerlijken? -Wat dan? Men verguune ons, dat wij ons onthouden van alle deelneming. Hij, die de roede wil kussen, met welke zijne vaderen ten bloede toe zijn gekastijd, dat hij het doe! Waartoe zou men op ons toepassen het: compelle intrure? Laat ieder vrij zijn in zijn doen en laten. De Remonstrant behoeft de gebeurtenissen van 1619 niet te verheerlijken: de Katholiek niet die van 1572. Ik zou het zeer ongepast vinden, zoo eenig katholiek Nederlander op andere wijze zijne ge voelens lucht gave, dan door: onthouding. Ik zou het zeer gepast vinden, zoo men van onzen kant, na de weinige uitleggingen dezer dagen gedaan, verder over de zaak zweeg, en ieder liet doen wat hem goeddacht: feestvieren en monumenten oprichten, wie daartoe lust heeft zich onthoudeu wie daartoe lust heeft. Van mijne zijde althans zal men geen enkel woord meer over dat onderwerp hoorenik laat een zeer bezadigd artikel in de Wachter, dat reeds ter perse was, en eigenlijk niets anders is dan een boekbeoordeeling, buiten rekening. Ik weusch mijnen landgenooten toe, dat (b. v. in een dynastiek-natiouaal feest) Katholiek en niet-Katholieken, als Nederlanders zich naast elkander mogen ontmoeten: dat, mogen zij al niet eensgezind zijn omtrent Willem van Oranje iü de XVIde eeuw en den „vrijheidskamp" dier tijden, zij eensgezind mogen wezen in innige gehechtheid aan de dynastie van Oranje en aan de onafhankelijkheid van hun vaderland in de XIX.de eeuw. Ik had deze reeds geschreven, toen ik met de post van meer dan éen persoon brieven ontving, waarin nader mijn gevoelen omtrent de zaak in quaestie werd gevraagd. Ik dring mijne ziens wijzen niemand op, evenmin als ik my die van anderen laat opdringen. Doch ziehier, wat ik, voor mij zeiven zou doen. Gesteld men vroeg mijwilt gij deelnemen aan eene commissie ter bevordering van feestviering op, en oprich ting van een monument ter gedachtenis aan 1 April 1872? Neenl Ik wil niet de rol vau Bruintje den Beer 6pelen, die danst omdat hij geranseld werd. Evenmin wil ik bijdragen voor een gedenkteeken, dat ons niet zal doen herinneren aan Tolleos„een badende nimf in het water" maar aan een zeemeermin, die gelijk een verdwaalde walvisch op droog is geraakt. Wilt gij teekeuen op een lijst, die wij u aanbieden om aan armen of behoeftigen dien dag een extra-uitdeeling te doen, gelijk gij lieden het ter gelegenheid van de Piusfeesten hebt gedaan? Ja! Den behoeftigen iets te geven, bij welke gelegenheid ook, is altijd prijzenswaard. Wilt gij deelnemen aan feestelijkheden op 1 April 1872? Neen! maar zoo ilc door onthouding noo- delooze ergernis aan mijne gemeeuteuaren gaf, zal ik de natiouale driekleur strengelen om een inscriptie: Voor Vaderland en Koning of ik zal die woorden laten drukken op het wit der vlag. Daardoor zal ik het bewijs geven, dat èn mijn land èn de regeerende dynastie mij even lief zijn als ieder ander; al heb ik ook omtrent feiten van vroegere eeuwen een andere zienswijze dan zij: maar dringt mij uwe waardeering der gebeurtenissen van 1572 niet op: ik dring u de mijne niet op. Ziedaar wat ik zou zeggen en doen. Zoo eenig dagblad dezen brief wil overnemen, mij wel. Slechts doe ik het inderdaad niet onbe scheiden verzoek, dat men mijne woorden niet verdraaie ol den zin verininkeeene slechte ge woonte, waarover meer dan een gegronde reden tot klachten heeft gehad. Het Handelsblad laat hierop volgen „Toen wij in ons N°. van 17 dezer zeiden, dat de heer Nuyens iu zijn brief aan de Tijd onze geschiedenis een kaakslag had gegeven, hadden wij daarmede zijn gezegde op het oog, dat hij zich van de viering van 1 April 1872 wilde ont houden, omdat deze was de herdenking van een revolutionair feit. Wij begrijpen ook niet, hoe met deze opvatting onzer geschiedenis is te rijmen de door den heer Nuyens voorgestelde viering van den honderdsten verjaardag van Koning Willem I. Het is toch wel onbetwistbaar, dat aan het Huis van Oranje, juist wegens zijne verdiensten jegens Nederland tijdens en ook na den opstand legen Spanje, door het dankbare Nederlandsche volk eerst het stadhouderlijk en later het koninklijk gezag is opgedragen. Wij erkennen overigens, dat Nederland onrech- vaardig heeft gehandeld jegens de katholieke ingezetenen, door hun gedurende eenige eeuwen vele politieke rechten te Onthouden. Wij meenen, dat die handelwijze door den tijd, waarin men leefde en door de reactie tegen het van katholieke zijde ondervonden leed kan verklaard, maar nietge- rechtvaardigd worden. Daarom zouden wij dan ook die houding wel niet goedgekeurd, maar toch daarover geen polemiek begonnen hebben, indien men van katholieke zijde verklaard had zich van de deelneming aan de viering van het feest van 1 April 1572 te willen onthouden, op grond van het nadeel, dat de katholieken door den opstand tegen Spanje hadden geleden. Daarop echter beroept men zich thans wel, doch in den blief aan de Tijd beriep de heer Nuyens zich hoofdzakelijk, zoo niet uitsluitend, op zijn afkeer van alle revoluiiëu en brandmerkte dus ook het verzet der Nederlanders van de XVIde eeuw tegen Philips II en Alza. Zijn wij dan revolutionair gezind? Waarlijk niet. De rechten van den vorst, die zijne plichten tegenover hel volk vervult, zijn in onze oogen heilig. Maar daaruit volgt niet, dat een volk iu den uitersten nood het recht niet zou hebben naar de wapenen te grijpen, om een ondragelijk juk af te schudden, wanneer de vorst het volk onderdrukt en mishandelt, en al zijne rechten en vrijheden miskent en schendt. [Red.] Aan de middelbare school voor meisjes te Dor drecht zijn benoemd: tot onderwijzeres in de Nederlandsche taal- en letterkunde mej. H. C. C. Cramers, te Rotterdam; tot leeraar in de wis kunde, de heer G. J. van de Stouwe, te Leiden; tot leeraar in het teekenen, de heer A. J. Terwen, leeraar aan de Hoogere Burgerschool te Dordrecht. De betrekking van leeraar in de staathuishoud kunde en het boekhouden zal door den heer H. J. Dijkman, mede van de Hoogere Burgerschool te Dordrecht, worden waargenomen. Aan de Kiiln. Ztg. wordt uit Rome geschreven Er is geen sprake van de terugroeping van den Nederlandschen gezant bij den Paus; zijn ver houding tot de Nederl. Regeering wordt echter gewijzigd. Te 's-Gravenhage wilde men reeds eenigen tijd geleden den post opheffen; sedert er een Nederlandsch gezant bij den koning van Itaiiê iu Rome verblijf houdt, heeft graaf Du- chatel afstand gedaan van zijn tractement en zal hij om niet, met het karakter van een officieus zaakgelastigde, aan het Vatikaan verbonden blijven. Voor de verkiezing van een lid der Prov. Sta ten op gisteren in het hoofdkiesdistrict Ede zijn uitgebracht 310 stemmen op den heer Ph. F. A. J. baron van Brakel-Doorwerth en 233 op den heer D. Vreede; zoodat eerstgenoemde ge kozen is. Ook de gemeenteraad van Dordrecht, heeft be sloten een adres te richten aan den Minister van Binnenlandsche Zaken, ten einde aan te dringen op een bespoediging in de indiening van een wetsontwerp tot verbetering van het Hillegat. Aan het slot der zitting, werd door den heer van der Maade de indienststelling van den spoor wegbrug DordrechtMoerdijk ter sprake gebracht. Hij had een brief ontvangen van den aannemer der spoorwegbrug over het Hollandsche Diep, dat deze niet door hem zou worden opgeleverd, aan gezien daartoe geene aanvrage door den Minister was geschied. Hij stelde dus voor, een adres aan den Minister te richten. Na het houden van een geheime zitting, werd het voorstel verworpen, nadat een der leden, die het bij de indiening ondersteunde, had verklaard, dat hij na de in geheime zitting ontvangen inlichtingen, tegen zoude stemmen. Omtrent de brug over het Hollandsche Diep, wordt aan de 's-Hertogenbossche Courant gemeld: Wanneer de zoo plotseling ingevallen vorst geen nadeeligen invloed ha<l uitgeoefend op de werk zaamheden aan de brug, dan zou men waar schijnlijk het bericht harer geheele voltooiing reeds hebben eu zou de de Kamer van Koophan del te Dordrecht hare weuschen, oui nog dit jaar de brug voor het verkeer open te stellen, hebben bevredigd gezien. In dit opzicht is zij eu met baar wellicht vele andere lichamen van gelijken aard teleurgesteld hoezeer er, van de zijde der Regeering en van die des aannemers, niet onbeproefd is gelaten om aan die wenschen te gemoet te komen. Het eenige wat er nu overblijft is, zich te troosten en af te wachten de dagen die komen zullen en zulks, niettegenstaande in de laatste Troonrede gezegd werd, dat de brug nog dit jaar voor het publiek zou opengesteld worden, ten ware men met de woorden opengesteld worden mocht hebben bedoeld, voor het publiek toeganke lijk stellen, in welk geval 'sKonings toezegging moet beschonwd worden, als reeds nu geheel ver vuld te zijn. Intussclien zou men kunnen zeggen dat het werk voltooid is, met uitzondering van de vuur platen die nog in het midden der spanningen moeten gelegd worden. Men schijnt algemeen te vreezen voor het gevaar bij den overgang, doch dit gevaar is slechts denk beeldig, daar aan de beide buitenste zijden der loopplanken leuningen zijn aangebracht, en wel eene vaste leuning op elleboogshoogte en eene leuuiug op ijzertouw op de helft dier hoogte, zoodat men, zelfs bij hevigen wind of storm, ais het ware lusschen die leuningen ingesloten blijft. Alvorens nu voor het geregeld verkeer geopend te kunnen worden moet, volgens de voorschriften van het bestek, de biug woraeu beproefd. Deze beproeving die af bankelijk is, deels van de geheele voltooiing, deels van, de weeisgesieidheid, heeft plaats door eene oveitrekkeuden trein bestaande uil 5 locomotieven eu 5 wagens, te zauien lang 105 meters en wegende nagenoeg 325,000 kilogr. met eene snelheid van 10 meters. Bij dit werk zullen bijzondere technische vraagstukken zijn op te lossen; een groot aantal deskundigen en aannemers zal daarbij tegenwoordig zijn. De uit slag wordt belangstellend te gemoet gezien. Men is algemeen van gevoelen dat, tegen het einde dezer maand (27 December en de volgende dagen) tot die beproeving zal kunnen overgegaan worden, wanneer het ijs toelaat om palen, door middel waarvan men de doorbuiging moet waar nemen, in den bodem der rivier te heien. De brug wordt voortdurend door veel belang stellenden bezocht, omdat men heeft kunnen goed vinden den overgang niet te beletten. Dit nu is voorzeker in de tegenwoordige tijds omstandigheden voor een zeker reizend publiek een groot gerief en moet een prikkel zijn de gemeente Moerdijk met een bezoek te vereeren, zich te voet naar het noodveer en van dó.ar over de brug naar het wereldberoemde Willemsdorp te begeven, om alzoo van zeer nabij te kunnen bezichtigen, wat hun later slechts uit de verte of onder het oversneden te bezien zal gelaten worden. Eergisteren overleed te 's-Graveuhage, de kolo nel M. Rodi de Loo, gepensioneerd 1ste officier van gezondheid 1ste klasse. Gisteren is te Utrecht het examen voor hulp- apothekers a'geloopeu, dat dezer dagen hervat was. Van de 9 caudidaten, die zich aange meld hadden, is er 1 niet verschenen, 4 hebben zich teruggetrokken tijdens het examen, 1 is afgewezen en 3 zijn geslaagd, namelijk de heeren D. E. J. de Ligriy, te AmsterdamF. H. Leclercq, te Middelburg; Adriauus Öpruyt, te Vlaardingeu. Met betrekking tot den op den 5den dezer maand te Heemstede gepleegden moord,verneem t de Amstd. Courant dat de vermoedelijke dader nog altijd blijft ontkenneD. Volgens sommigen zoo deze op het oogen blik, dat het schot viel, zich in den scheerwinkel bevonden hebben. Anderen zeggen, dat hij op dat tijdstip in een herberg zat kaart te spelen, maar dat de vrouw zelve de misdaad op haren man bedreven zou hebben. Twee dagen vbor den moord moet de giasruil, waai voor de verslagene zat te eten, reeds gebroken en met papier dicht geplakt zijn geweest. Uit deze om standigheid wordt afgeleid, dat de misdadigers twijfel wilden doen ontstaan voor bet geval, dat hun voornemen ware mislukt. De Staatscourant bevat de volgende rivierbe- riebten Keulen, 20 December. Er drijft weinig ijs, soms groote schollen. Lobith, 20 Decmber. Eenig drijfijs. Nijmegen, 20 December. Open water. Over vaart gemakkelijk. Gorkum, 20 December. Open water. Waterstand 4.25 meter onder noodpeil; was 0.39 meter. Venlo, 20 December. Blank water. Met ingang van den 27sten dezer zal het rijks telegraaf kautoor te Grouw op werkdagen open zijn van 8 tot 12 uren voor- en van 2 tot 4 en 6 tot 8 uren namiddags. De diensttijd op Zon-en feestdagen blijft onveranderd. Z. M. heeft met ingaDg van 1 April 1872, aan den heer Dr. P. H. J. Wellenbergh eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van directeur van 's Rijks veeartsenijschool, behoudens aanspraak op wachtgeld, en als zoodanig benoemd Dr. Th. H. Mac Gillavry, leeraar aan 's Rijks Hoogere Burgerschool te Tilburg. Z. M. heeft benoemd tot notaris binnen het arrond. Zutfen, ter standplaats 's-Heerenberg, gemeente Bergh, A. Steenlack, cand.-notaris te Terborg, gemeente Wisch. Z. M. heeft benoemd tot plaatsverv. kantonr. te Amsterdam (vierde kanton), Mr. P. A. Tenc- kinck, advocaat aldaar. Z. M. heeft aan Mr. H. Verhoeff Marilz opzijn daartoe gedaan verzoek, met ingang van 1 Januari 1872, eervol ontslag verleend als notaris te Dor drecht. BINIVENLAND. Amsterdam, 19 December. Deed zich sedert lang in de hoofdstad de behoefte gevoelen aan omni busdiensten, thans verneemt men, dat, voor een deel althans, daariD binnen niet al te langen tijd zal worden voorzien. Er is concessie verleend voor een omuibusdienst tusschen de Muiderpoort en den Dam, hetwelk voor hen die met het entrepotdok in dagelijksche relatie zijn, maar ook voor de bewoners der Plantage en de bezoekers van het Koninklijk Zoölogisch Genootschap eu van het Park een ware uitkomst beeten mag, Het plan vindt veel deelneming; de prijs per rit zal zeer laag gesteld worden en vijftig perceai lager nog voor hen die zich abonneeren. De rij. tuigen zullen ingericht zijn voor 24 personeo, u! binnen en 12 boven, eu van een sterke, maar tevens elegante constructie. Amsterdam, 20 December. In de gisterenavond alhier gehouden vergadering van het Internal». nale Vredebond is o. a. besloten de behandelin. uit te stellen van het voorstel des heeren fl Timmer, strekkende om het bestuur op te dra gen een protest te ontwerpen tegen de voorstel- leD der Regeering tot uitbreiding der militie ei tot belangrijke verhooging der militaire uitgaven, en te trachten dat protest door duizende hand- teekeningen te doen ondersteunen en alsdan de Volksvertegenwoordiging in te dienenDe rede nen van dat uitstel waren: 1°. de niet talrijke opkomst der leden; 2°. de afwezigheid (wegens geldige redenen) van den voorsteller; 3°. de over weging dat eene beslissing niet urgent was, aan gezien een zeer spoedige behandeling der Regee- ringsvoorstellen niet was te wachten. Amsterdam, 21 December. Hedenochtend vertrok van hier per trein 8.10 Rijnspoor Z. K. H. prins Gu8taaf van Zweden en Noorwegen, alsmeda H. D. H. Prinses von Wied, die gedurende een maand iD het Amstel-hotel hebben gelogeerd. De prins, die hier onder behandeling was van den heer Dr. Mezger, verlaat ooze stad geheel genezen van een ongemak aan het beeD, hem door een val veroorzaakt. Haarlem, 20 December. Een paar dagen gele den had hier een arrestatie plaats, die weder hel bewijs leverde, dat de politie niet licht iets vergeet. In het jaar 1869 namelijk werd door de heeren officieren vau Justitie te Amsterdam enteZutfeD, in het Politieblad gesignaleerd zekeren B., wegens valschheid in geschrifte. Die persoon vestigde zich in December 1869 in de naburige gemeente Sloten, zonder dat men dè-ar in hem den gesignaleerde herkende. En toen later de officier van Justitie te Zutfen aan de betrokken autoriteit kennis gaf, dat B. te Sloten woonde, werd er wel huiszoeking gedaan, maar het was te laat de vogel was gevlogen. (HiervaD is ook in der tijd in dit blad melding gemaakt.) Dezer dagen nu kwam die persoon in deze stad, en door twee inspecteuren van politie isbij aangehouden en ter beschikking gesteld van den officier van Justitie. Oostzaan, 19 December. Heden is tot secretaris en ontvanger dezer gemeente benoemd de heer A. van der Wijk, van Epe. 's-Gravenhage, 20 December. Met 1 Januari aanstaande zal het bureau van den Commissaris van Politie der 2de afdeeling (Noord-Oostelijk gedeelte, commissaris de heer Wulffers) gevestigd worden op de Nieuwe Haven No. 5, terwijl dat van den commissaris der 1ste afdeeling (Zuid- Westelijk gedeelte, commissaris de heer Beukman) op de Groenmarkt gevestigd blijft. Aan het Commissariaat der lsto afdeeling zul len worden toegevoegd de heeren inspecteurs F. E. van Bunge, J. Hardenberg, A. de Rooy en J. W. C. Strang, en aan dat der 2de afdeeling de heeren inspecteurs W. M. Cramer Vis, C. W. Kloppert, W. van Hamel en W. van Werden. De inspecteur Wolffensperger blijft aan het Hoofd commissariaat van Politie, ten .einde daar als secretaris dienst te doen, terwijl de titulaire in specteur P. Mertz ter dispositie bij het Hoofd commissariaat blijft. Rotterdam, 20 December. Hedennacht is al hier inbraak gepleegd in het kantoor van den heer C. Meenerbreuker, aan de Bierhaven. Men heeft namelijk, waarschijnlijk door middel van een valschen sleutel, het hangslot van de buiten deur, zoomede het slot van de deur zelve, open gebroken en vervolgens op het kantoor de aldaar aanwezige lessenaars; doch daar men in deze geen geld vond, heeft men de in het kantoor voorhanden kleederen, alsook eenige flesschen ge distilleerd medegenomen; voorts een sleutel van een brandkast, waar de boeken in gelegd waren, welke kast men insgelijks doorsnuffeld had. Tot heden is men de dieven niet op het spoor. De po litie doet ijverig onderzoek. Woerden, 19 December. De van hier op Amster dam varende schroefstoombootStad Woerden, had gisteren op hare reis herwaarts een treurig onge val, door het in den grond boren van een vaartuig met suiker beladen, tusschen de Gousche sluis en Uithoorn. Naar men verneemt, zou het ongeluk ontstaan zijn doordien beide met volle kracht een zeer scherpe bocht omvoeren. Verlies van meDScbeo- levens is echter niet te betreuren, daar de opva renden van het zeilschip door den gezagvoerder der boot werden opgenomen. Deventer, 19 December. Er loopt hier een zon derling gerucht, dat wij niet dan onder strikte reserve mededeelen. Voor een dag of wat vernam men plotseling, dat de fortificatie-opzichter, de heer F. J. H. Courbois, overgeplaatst was naar den Helder. Men verdiepte zich wel in gissingen, wat zulk eene verplaatsing, zoo geheel onver wacht en in dit barre jaargetijde tot oorzaak of aanleiding kon hebben, maar de nieuwsgierigheid bleef onbevredigd. Thans zegt men, doch het is werkelijk niet om te gelooven, dat die verplaat sing het gevolg zou zijn van eene lezing, door den heer Courbois gehouden in eene werklieden vergadering, en wel ten gevolge eener bijzondere uitnoodiging daartoe. Wij hopen, in het belang

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 2