werktuigkundigen, teekenaars, opzichters enz. •2'. een tot het huren van een huis voor de areaux van den genoemden iDgenieur. Over deze voorstellen zal in de Raadsvergade- jgop aanstaanden Dinsdag beraadslaagd worden. i1vgj-ezoïvoeiv. Geachte Redacteur! Heb de goedheid den ongenoemden schrijver M Uw hoofd-artikel over het Brielsche Munu- nt te doen weten door middel van Uw Dag- d, dat ik de eer zal hebben hem de afbeel- g te laten zien van het ontwerp-monument, door hem zoo gehefljen al veroordeeld wordt, of- oon hij het niet gezien heeft. Hij schrijft U at de zaak zijne volkomene sympathie heeft"; elnu ik wil hem in de gelegenheid stellen het ttvorpeu gedenkteeken te zieu; dan zal ik hem iiuststellen dat het niet is „een zeemeermin, een aadselachtig wezen half vleesch en visch, die ien getracht heeft in een nimf te herscheppen," het evenmin is „eene schroomvallige nimf, aau het geslacht der bedriegelijke Sirenen ver want," en hein tevens bekend maken met den eeldhouwer, die volgens den ongenoemden ihrijver „een ongerijmd ontwerp" heelt vervaar- gd; dan zal hij niet langer behoeven te „twij- ëlen of er in Nederland éen kunstenaar van uaam te vinden is, die het vaderschap van dit misgeboorte openlijk zal willen aanvaarden." oor 't oogenblik zij 't genoeg hem te doen we- q, dat die beeldhouwer meer is dau een der irvaren teekenaars, die gereed slaan de onrijpe voortbrengselen hunner verbeelding vorm te ver- eeuen, onbekommerd voor de bezwaren eeuer jraktische uitvoering en onbekend met de eischen rau het materieel." De ontwerper toch is ieuiaud ie met het materieel en de techniek beter be- snd is dan de ongenoemde beoordeelaar en de idergeteekende tezaameen man die in éen oord verstand heeft van de kunst, welke hij Eoefent, en die zoo buitengewoou veel kunst eeft gezien, dat hij niet verlegen behoefde te jn „hoe het water zou worden uitgedrukt," iets aarmee de ongenoemde beoordeelaar blijkbaar ertegen 'zou zijn; hoe dit door de ouden ge- hiedde, hoop ik hem tevens te leeren, als hij iet eeu bezoek vereert Uw d.d. W. N. DC RIED. Leiden, 17 December 1871. koloniën. I BATAVIA, 10 November. Aan 't Mail-overzicht van het Bat. Handelsblad lontleenen wij Elk oogenblik kan de Siatneesche oorlogs-stoo- Imer, die een afgezant des Eonings van Siam maar Batavia moet brengen, in 't zicht komen, d met hem de olifanten-ordes, die door som- ligen reikhalzend worden verbeid. Onder de edecoreerden noemt men ook den kapelmeester er stafmuziek en den vuurwerkmaker. Bet onderzoek naar de herkomst der valsche ankbiljetten is een sehrede gevorderd door de rrestatie van een Chinees, als Europeaan ge leed, een echte chevalier d'induslrie, omtrent wien ider onze plaatselijke berichten eenige bijzon- trheden worden medegedeeld. Behalve valsch mkpapier zijn hier ook valsche halveguldens- ukken in omloop. De regeeriDg heeft eenige uitbreiding gegeven an het korps ambtenaren van de telegrafie, och bijna alleen iu de lagere betrekkingen, oodat voor de meesten hunner de betrekking an telegrafist eerste klasse de maarschalksstaf ordt. In de vorige week is hier van Glasgow aan tonen de nieuwe stoomboot Gouverneur-Generaal ijer van de Nederlaudsch-Indische stoomvaart- aatschappij. Dezer dagen heeft de Gouverneur- eneraal dat vaartuig bezichtigd en er een ejeuner gebruikt. Ook de Kosmopoliet IU genoot e eer, door den Opperlandvoogd bezocht te 'orden. De aanleg van den Spoorweg Batavia-Buiten- )rg vordert slecht uit hoofde van de onteige- ings-processen. De exploitatie van het gedeelte atavia-Koningsplein gaat zeer goed; gedurende 'ctober jl. zijn gemiddeld 1500 menschen daags srvoerd; de ontvangsten bedroegen ruim /5400. Van de Buitenbezittingen is niets bijzonders i melden. Door den Gouverneur-Generaal van Nederl.- idië zijn de volgende beschikkingen genomen Civiel Departement. Verleend: Een tweejarig irlof naar Nederl. wegens ziekte, aan den assist.- üid. van Amoenthay (Zuider-en Ooster-afdeeling >u Borneo) tevens veodutn. aldaar, J. J.Meijer, lo deu assist.-resid. van Martapoera (Zuider- j Oosterafdeeling van Borneo), tevens vendum. laar, G. A. van Delden en aan den 3den com nes bij de algem. rekenk. C. Moesman; een feejarig verlof naar Europa, wegens ziekte, aan 'a advoc.-generaal bij het hooggerechtshof van ederl.-lndië, Mr. B. G. Straeter, en aan den 2den iminies bij het depart, van financien A. P. J. egelberg; een tweejarig verlof naar Nederland, agens ziekte, aan den assist.-resid. en magistraat, 'ens fiscaal te Palembang Mr. C. A. O. van attenburch; aan deu contr. der 1ste kl. bij het ianenl. bestuur in de resid. Palembaug J.H.H. wnseiff, en aan deu ambtenaar op wachtgeld Haring, laatstelijk gezagvoerder van den gou- vernements stoomsleper Kapitein van Os-, aan den bisschop van Colophon i. p. i., apostolisch vicaris en pastoor te Batavia P. M. Vranken. Benoemd: tot assist.-resid. van Martapoera (Zuider- en Ooster-afdeeling van Borneo), tevens vendum. aldaar, de secr. dier resid. W. Broers; tot assist.-resid. van Amoenthay (Zuider- en Ooster- afdeeling van Borneo), tevens vendum. aldaar, de contr. der 1ste kl. bij het binnenl. bestuur in die resid. O. M. de Munnick; tot lsten subst.-griffier bij het hooggerechtshof van Nederl.-Indië, de 2de subst.-griffier bij dat hof Mr. R. W. Craandijk; tot 2den subst.-griffier bij het hooggerechtshof van Nederl.-Indië, de 3de substit.-grilïïer bij dat hof Mr. G. van der Jagt; tot griffier bij den omgaan- den rechter in de eerste afdeeling, de ambten, op wachtgeld Mr. S. van Gigch, laatst, substit.- griffier bij den raad van justitie te Soerabaya; tot inspecteur vau het lager onderwijs voor Eu ropeanen en met dezen gelijkgestelden, in de tweede afdeeling, de inspecteur van het lager onderwijs voor Europeanen en met dezen gelijk gestelden in de derde afdeeling J. M. Rosskopf, en in de derde afdeeling, de hoofdcommies bij het departement van onderwijs, eeredienst en nijver heid H. Veuger Kuiper; tot contr. der 2deklasse bij de landelijke inkomsten en cultures, H. J. Costing, laatstelijk die betrekking bekleed heb bende, onlangs van verlof uit Nederl. teruggekeerd; tot telegrafist der 3de klasse J. H. Neijndorff, laatst, die betrekking bekleed hebbende, thans klerk op het resid.-kantoor te Pekalonganmet bepaling, dat hij wordt werkzaam gesteld bij het telegraafkantoor te Soerakarta; tot assist.-resid. en magistr., tevens fiscaal te Palembang, de ambt. op non-activiteit N. Altheer, laatst, secretaris van het gouvern. Celebes en onderhoorighedentot postcomm., chef van het postk. te Pontianak, F. F. Pietersz, thans postcouim., chef van het postk. te Singkawang; tot postcomm., chef van het postk. te Singkawang, H. F. A. Peltzer. Ontslagen: Op verzoek, eervol, uit 's lands dienst, de klerk bij het depart, van binnenl. be stuur VV. J. Muller; uit zijne betrekking, de postc., chef van het postk. te Pout.anak, J. M. Steffen. Departement van Oorlog. Ontslagen: Eervol, uit Zr. Ms. militairen dienst, met behoud van recht op pensioen, de kapit. der inf. J. L. B. Grampré Molière; op verzoek, eervol, uit Zr. Ms. militairen dieDSt, wegens volbrachten diensttijd, met behoud van recht op pensioen, de 1ste iuit.- kointn. der lijfwacht dragonders van Zijne Hoog heid den sultan te Djokdjokarta J. A. KalkhoveD, met vergunning om de aan den laatst door hem bekleeden rang verbonden activiteitsuniform en onderscheidingsteekenen te blijven dragen Bevorderd: Bij deu militairen geneeskun digen dienst, tot officiereu van gezondheid der 2de klasse, de off. van gezondh. der 3de klasse A. M. J. Bolsius, J. Timmermans en J. P. L. Fischer. Verleend: Een tweejarig verlof naar Ned. wegens ziekte, aan den lsten luit. der genie, G. H. W. van Haeften. bu1te1vland. Frankrfjk. De minister van oorlog. Zetel der Ver gadering. Budget voor 1872. Men is in Frankrijk vrij algemeen ontevreden met den minister van oorlog. Men acht hem niet berekend voor de moeielijke taak om niet alleen de inrichting, maar ook den geest van het Fran- sche leger te hervormen. Naar aanleiding van de onbeteekenende explicatie door hem gegeven aan den heer Pascal Duprat over de enquête naar het gedrag van den maarschalk Bazaine, zegt de Soir kort en bondig, dat zij een anderen minister van oorlog verlangt. De Temps antwoordt hierop, dat zij denzelfden wensch al zoo lang gekoesterd heeft, doch geen mogelijkheid ziet, een anderen minister te viuden. Is de Soir soms gelukkiger? Wien zou zij dan tegenwoordig in Frankrijk voor die gewichtige betrekking durven aanbevelen? Den generaal Chanzy? Zijne positie is nog nieuw, zijue verdiensten worden betwist, zijn karakter is weinig bekend. Den generaal Faidherbe Er loopen allerlei praatjes rond over zijn persoon. Den generaal Ducrot? Hij is zenuw achtig opvliegend en stemt, zooveel men verze kert, met den heer Thiers overeen in zijne op positie tegen den algemeenen dienstplicht. Den generaal Desvaux? Zij, die hem in Afrika gekend hebben, vertellen weinig goeds van hem. Den generaal Bourbaki? Hij is de loyaalste man ter wereld, maar weinig geschikt voor een der gelijk reorganisatie-werk, en bovendien is de herinnering aan de treurige comedie die hij als instrument van Bazaine in het Zuid-Oosten heeft moeten spelen, eene hinderpaal voor hem. Maar schalk Mac-Mahon eindelijk? Hij is uitstekend op een slagveld, maar als men hem de reorganisatie opdroeg zou hij er zelf voor bedanken. De Temps is dus van oordeel, dat men zich vooreerst maar met deu generaal Cissey moet tevreden stellen. Indien de publieke opinie hem maar zoover ziet te brengen, dat hij zich met de Vergadering krachtig tegen de atzouderlijke reorganisatie plannen van den heer Thiers verzet, dan heeft men in hem eeu vrij dragelijken minister van oorlog. In allen gevalle zoo eindigde het blad Quand on n'a pas ce que l'on aime, II faut aimer ce que l'on a. ^Thiers heeft met de heeren Casimir Périer, de Rémusat en Pothuau eene zitting van de com missie van initiatief bijgewoond om aan te drin gen op de verplaatsing der Vergadering naar Parijs. Hij hield zoo als gewoonlijk eene zeer lange redevoering, waarin al de voordeelen van den maatregel, met betrekking tot den dienst, tot de nationale belangrijkheid van Parijs als hoofd stad, tot de zoo noodige satisfactie der publieke opinie enz. enz. werden opgenoemd. De heeren waarvan er slechts 8 of 9 voor den terug keer naar Parijs gezind zijn, hebben den president dood bedaard aangehoord, evenals de redevoering in denzelfden zin der drie andere ministers en die van den heer Humbert, indiener van een der voorstellen, waarover de commissie heeft te be raadslagen. Het andere voorstel is zooals men weet van den heer Duchatel. De commissie is vervolgens verdaagd tot Dinsdag, tegen welken dag de heer Thiers op nieuw gehoor heeft ver zocht. Het financieele overzicht, dat aan de leden der kamer is rondgedeeld, geeft een gunstige toekomst aan voor het jaar 1872. Indien de nieuw voor gestelde belastingen worden aangenomen, zullen de inkomsten over 1872 bedragen 2429 millioen, terwijl de uitgaven zijn begroot op 2415 millioen, zoodat een batig slot van 14 millioen zou zijn te voorzien. De som op de begrooting voor de opbrengst der nieuwe belastingen geraamd bedraagt 247 millioen. Daarvan zijn 90 millioen gerekend voor de belasting op de grondstoffen, 65 voor de weve rijen en spinnerijen, 20 millioen voor de suiker en 10 millioen voor labrieksgoederen. De nieuwe belasting op de roerende goederen zal niet meer opbrengen dan 30 millioen. Dnitschland. De quaestie der rijks-oompetentie. De nation, liberale partij in Pruisen. Het voorstel, waarmede de compagnie Schüt- tinger-Barth in den Beierschen landdag den veld tocht tegen het ministerie heeft geopend, moet vrij onhandig zijn ingediend en verdedigd. Het was eenigszins iDgekleed in den vorm van een bevel aan den koning om aan zijne gezanten een bepaalde instructie te geven, hetgeen zeer onhan dig is, daar de ultramontaansche partij den koning wel dient te vrind te houden om het tegenwoor dige ministerie te doen vallen. De heer von Lutz heeft natuurlijk het recht der Beiersche regeering om zonder medewerking der Kamer van de bij traktaat bepaalde voorrechten afstand te doen, weder even als vroeger, verdedigd. Wij gelooveD echter, dat er geen twijfel kan bestaan, of de Beiersche, zoowel als de Wurtembergsche, Baden- sche en andere particularisten hebben in deze zaak volkomen gelijk. Immers in de constitutie, die den 16den April 1871 voor het geheele rijk geldend is geworden, staan met duidelijke woorden de zaken opgenoemd, waarover zich de rijks wetgeving zal uitstrekken. Daaronder nu is het burgerlijk recht (over welks generaliseering voor het geheele rijk, zooals men weet, de quaestie loopt) niet vermeld op eenige uitzonderingen na, die met name worden aan gegeven namelijk: het obligatie-recht, het han dels- en wisselrecht en de burgerlijke rechtsvor dering. De andere takken der burgerlijke wet geving zijn overgelaten aan de afzonderlijke staten. Indien dus hierin verandering zal worden gebracht, dan moet dit naar onze meeniug geschieden door eene constitutie-verandering, wij begrijpen zelfs niet dat het voorstel van Lasker, dat zoo blijkbaar met de constitutie in strijd is, door den rijksdag werd aangenomen. Eene constitutie-ver andering komt in Duitschland, wat den rijksdag betreft, evenals alle andere wetten tot stand. In den bondsraad echter is een daartoe strekkend voorstel, volgens art. 78 der constitutie, afgestemd wanneer er 14 leden tegen zijn. Pruisen nu heeft in den bondsraad 17 stemmen, Beieren, Baden, Wurtemberg en Saksen t: zamen ook 17, terwijl er 58 stemmen iu het geheel worden uitgebracht. Indien dus de zaak bij wijze van constitutie verandering moest worden behandeld, zou zij zonder twijfel mislukken, en daarom doet Pruisen al zijn best om ze als een eenvoudig voorstel door te voeren. Wat overigens de. inhoud er van betreft, zou de invoering van gelijkvormige burgerlijke wet geving over geheel Duitschland zonder quaestie een nuttige maatregel zijn. De vraag is hier maar, hoe men haar tot stand mag brengen. De nationaal liberale partij in den Pruisischen landdag telde bij het begin dezer zitting 104 leden, en is sedert door nieuwe verkiezingen tot 114 aangegroeid. De leiders er van zijn de H. H. v. Bennigsen, v. Hennig, Lasker, Lent, Miquel en Oether. telegrammen. Parijs, 16 December. Gisteren heeft de com missie voor het initiatief den heer Thiers gehoord en heeft deze gedurende geruimen tijd het woord gevoerd ten gunste van het verleggen van dén zetel der regeering naar Parijs, een maatregel welke voor de geregelde) en krachtige werking van hetgouvernementgebiedend werd voorgeschre ven. Hij betoogde dat er voor de Nationale Ver gadering geen gevaar hoegenaamd in die ver plaatsing gelegen was, en dat de terugkeer naar Parijs het gouvernement kracht zou geven tegen over het buitenland. „Men mag," zeide de heer Thiers, „Berlijn den voorrang niet laten nemen; het aanzien van Parijs is verminderd, en men behoort er uiet toe bij te dragen om dat aanzien nog meer te doen dalen, daar dit noodlottige ge volgen zou hebbeu." Hij wees op de moeilijkhe den, aan het verblijf te Versailles verbonden en verzocht der commissie geen besluit te nemen alvorens hem nog eens gehoord te hebben. De commissie is tot aanstaanden Dinsdag uit eengegaan. De commissie voor het wetsontwerp betreffende de verhooging der uitgifte van biljetten door de Fransche Bank, schijnt de voorkeur te geven aan eene leening. Odessa, 16 December. Als een soort van ant woord op Andrassy's vredesmanifest zal in Rus land op 1 April van het volgende jaar een zeker aantal soldaten met verlof huiswaarts worden gezonden. Madrid, 16 December. Volgens een mededeeling, voorkomende in de Tienpo, de Argos en de Debate, zal morgen een kabinetsraad worden gehouden, waarin de vraag zal worden overwogen of de Cortes ontbonden moesten worden of niet. De Argos zegt, dat vele plaatselijke autoriteiten, die volgens de Imparcial tot de radicalen behoo- ren, moeten gerangschikt worden onder de pro gressisten, de partij aan het hoofd waarvan de heer Sagasta staat. Tevens verzekert het blad, dat er geen oneenig- heid bestaat tusschen Sagasta en het ministerie. Dublin, 16 December. Te Berry is 't houden van optochten door de Orangisten op Maandag e. k. bij proclamatie verboden. Munchen, 16 December. De Kamer van Afge vaardigden heeft heden beraadslaagd over het voorstel der Afgevaardigden Schüttinger en Barth, volgens hetwelk de vertegenwoordiger van Beie ren in den Bondsraad de machtiging van deu Beierschen Landdag zal moeten vragen, telkens wanneer het besluiten geldt, waardoor wijziging gebracht wordt in de tegenwoordige verhouding van Beieren tot het Keizerrijk. De minister von Lutz heeft verklaard dat afstand van het recht van voorbehoud als geldig moet worden beschouwd, zoodra de in de zaak betrokken regeering door haren vertegenwoordiger bij den Bondsraad te kennen geeft, dat zij van het récht tot voorbe houd afziet. In de te Versailles gehouden bijeen komst hebben de vertegenwoordigers der regee ring betoogd, dat eene uitbreiding der rijksbe voegdheid niet van een votum der Landdagen van de afzonderlijke rijken moet kunnen afhangen. Op het recht van het rijk moesten de Landdagen geen invloed kunnen uitoefenende rijkswet moest geldig zijn, ondanks bet mogelijk verzet van eenigeu Landdag. Het voorstel der genoemde afgevaardigden is door de meerderheid ondersteund Weenen, 17 December. De Wiener Zeitung deelt het Keizerlijk besluit mede, waarbij de Rijksraad tegen 27 dezer wordt bijeengeroepen, alsook een besluit tot benoeming van graaf Choteck tot ge- zaDt in Spanje. Sandrlngham, 17 December, ('snamidd. vijf uren.) De Prins vau Wales heeft deu dag rustig door gebracht. Geen verandering. Morgen te negen uren een volgend bulletin. Toronto, 16 December. Grootvorst Alexis is te Montreal aangekomen. Wegens de ziekte van den prins van Wales hadden er geene feestelijk heden plaats. Bern, 17 December. De nationale Raad heeft besloten aau de Jezuïeten de vestiging in Zwit serland, de uitoefening van kerkelijxe en onder wijzersambten enz. en de oprichting of herstel ling van kloosters te verbieden. Londen, 18 December. De Costarica van Havre naar Bueuos-Ayres is bij Wight gezonken. De geredde equipage en passagiers zijn te Ports mouth aan wal gebracht. De kapitein, 6 matrozen en 10 passagiers zijn verdronken. Von Beust heeft het gebouw van het Oosten- rijksch gezantschap betrokken en zal zijue ge loofsbrieven zoo spoedig mogelijk overhandigen. Dit wordt echter vertraagd door de ziekte van den prins van Wales. Parys, 18 December. De hertog van Aumale en de prins van Joinville hebben ieder een brief aan hunne kiezers geschreven, waarin zij zeggen, dat, daar de verbintenis, die zij hadden aange gaan, slechts van tijdelijken aard en herroepbaar was, zij nu het oogenblik gekomen achtten, om zitting te nemen. Thiers is echter van eene te genovergestelde meening en daarom zullen zij de beslissing eeuer hoogere rechtbank afwach ten, of wel dat veranderde omstandigheden hun veroorlooven, hunne pogingen met die hunner collega's te vereenigen, om de banier van Frank rijk weder op te heffen laatste berichten. (Per telegraaf.) 's-Gravknhaqe, 18 December. In de zitting van de Eerste Kamer van heden zijn ingekomen verschillende ontwerpen van wet die naar de afdeelingen zijn verzonden. Er is nog geen ontwerp aan de orde gesteld. In de zitting van de Tweede Kamer van heden is het voorstel van den heer Begram c. s. tot afwijking van de regels der gemeentewet no pens de plaatselijke belastingen voor Gorcuin, verworpen met 33 tegen 29 stemmen. De discus sie over het wetsontwerp tot af koopbaarstelling der tienden is aangevangen. 's-Gravenhage, 18 December. Naar men ver neemt komen de hoofdbepalingen van het wets ontwerp nopens de rechterlijke organisatie, waar van de stukken eerlang zullen worden rondge deeld, werkelijk hierop neder Geen cassatie in burgerlijke zaken; appel van alle burgerlijke zaken bij den Hoogen Raad; appèl in stralzaken algemeeD; hooger beroep in straf zaken aau sommige rechtbanken opgedragen op heffing van aide hoven en van enkele rechtbanken en kantongerechten; verhooging van de bezoldigingen der magistratuur; opheffing der emolumenten van de kantonrechters; uitbreiding van het getal leden bij den Hoogen Raad en in sommige rechtbanken. De portefeuille van Oorlog zal, naar wij vernemen, voorloopig tijdelijk worden opgedragen aan een der overige ministers. Nog voor het recès der 2de Kamer en dus nog in deze week bestaat het voornemen de amortisatiewet bij die Kamer te behandelen, na afloop van de behandeling van het ontwerp betreffende de afkoopbaarstelling der tienden. Moerdijk 17 December. Binnen een paar dagen zal de commissie voor de groote overbrugging alhier bijeenkomen tot vaststelling van de be palingen voor de beproeving van genoemd kunst werk, die bij gunstig weder op 27 en volgende da°en zal plaats hebben. Eeu groot aantal des kundigen en aannemers zal daarbij tegenwoor dig zijnde proeven zullen met vaste en be weegbare belasting voor iedere overspanning at'zouderlijk geschieden. Bij dit werk zullen bij zondere technische vraagstukken zijn op te los sen; de uitslag wordt belangstellend te gemoet gezien. dUWt;LlJtli.fl. GDbOüitl'hh SlhrtfGtiVALLtill. Eerste Huwelijks-Afkondiging te Leiden van den 17den December 1871. D. van Booren jm. 24 j. en J. M. van Hoven jd. 21 j. W. Rijndertse jm, 31 j. en E. van Schaik wed. 37 j.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 3