gordijn uitgedoofd en toen eerst gaat de snood
aard op den loop
De vrouw en haar beminde hebben bekend.
De man die den moord zoo koelbloedig ten uit
voer bracht, is echtei nog niet tot bekentenis
gekomen.
Groninsen, 8 December. De arrond. rechtbank
te Groningen, kamer van correctioneele zaken,
heeft gisteren Mr. M. C. B., beschuldigd van
onwillige verwonding gepleegd te Zuidhorn, ter
wijl hij jagende was op een hem toebehoorend
stuk land, vrijgesproken wegens gebrek aan
wettig en overtuigd bewijs; de kosten, in deze
gevallen, te dragen door den staat.
Lobith, 7 December. Alle gemoederen zijn
ontsteld door een vreeselijk voorval, hetwelk in
den afgeloopen nacht heeft plaats gegrepen. Twee
heeren uit deze gemeente kwamen gisterenmiddag
ongeveer te vijf uren met den spoortrein te Elten
aan en sloegen den gewonen weg in, die dwars
over de weiden naar deze plaats voert en hoogstens
drie kwartier lang is. Door de duisternis misleid,
raakten zij verdwaald en doolden uren achtereen
op de vlakte rond. Telkens vielen zij in de diepe
slooten, die door sneeuw bedekt en onzichtbaar
waren geworden en in zoo groote menigte het
terrein tusschen hier en Elten doorsnijden. Alleen
door vereende iuspanning redden zij zich daaruit.
Toen zij nu onder ontzettende vermoeienis ruim
4 uren op die wijze hadden rondgezworven, be
gonnen den jongste der twee de krachten te
begeven. Hoewel door den ander ondersteund,
kon hij zich alras niet verder voortsleepen en
moest blijven liggen op den besneeuwden grond.
De andere (ofschoon beducht dat redding reeds
te laat zou zijn) is toen naar Elten teruggekeerd,
ten einde daar hulp te halen. Eerst te halftwee
bereikte hij die plaats. Toen, vergezeld door een
tiental inwoners en een geneeskundige, is hij het
lichaam van zijn vriend gaan zoeken, doch men
vond slechts een lijk. Heden in den vroegen
ochtend kwam de stoet met het lijk in ons
dorpje aan.
Zierikzeb, G December, 't Bestuur van „Nijverheid"
heeft ons heden een recht aangenomen, leerzamen
dag bezorgd. Door zijne bemoeiing is de heer J.
J. de Beucker van Antwerpen overgekomen.
Heden heeft die heer in de Sociëteit Sebasliaan
twee voordrachten gehouden, eene van 's morgens
10 tot 2 uren en eene van 7 uren tot halfelf. Een
talrijk publiek woonde de voordrachten bij; zelfs
waren hedenavond, ondanks 't gure weer, vele
dames tegenwoordig. En waarlijk, niemand be
hoefde zich over zijn komst te beklagen. De dui
delijke en dikwijls geestige voorstelling van zoo
droge onderwerpen als ,,'t snoeien" en de „ka
merplanten" schijnen te wezen, hield 't gansche
publiek in volle aandacht; inderdaad, iedereen
was voldaan.
GroiTcl selie Brieven.
Mijnheer de Redacteur I
Wij leven in een tijdperk van overgang in het
stelsel van belastingen; wij hebben veel ver
keerdheden zien afschaffen en steeds gaat het
meer vooruit op den weg, die tot rechtvaardigheid
en billijkheid leidt. Iedere afgeschafte indirecte
belasting is een eeretitel van den minister die
het bewerkte, voor de Volksvertegenwoordiging
die er voor stemde. Weg zijn de duizenden be
lemmeringen die de gemeente-accijnsen veroor
zaakten. Directe belastingen zijn in plaats daar
van gekomen, tot ergenis van hen die het oude
willen behouden, enkel omdat het oud is, alsof
zij een museum van verouderde misbruiken wil
den oprichten, zooals men museums van andere
oudheden heeft; tot spijt van rijk bezoldigde be
ambten die nutteloos geworden zijnde, zich met
een gering wachtgeld moeten behelpen, maar
vooral, tot spijt van de smokkelaars, die de be
lastingen geheel of gedeeltelijk wisten te ont
duiken, die zij betalen moesten, of, beter gezegd,
de verbruikers der belastbare goederen voorscho
ten. Die heeren hebben zich het brood uit den
mond zien wegnemen. Het was toch zoo gemak
kelijk, zich de belasting te laten vergoeden, die
men niet voorgeschoten had 1
Op 't oogeublik verwacht men een radicale
verandering in het landelijk belastingstelsel en
dat zal nog beter werken dan de afschaffing van den
gemeente-accijns. De belasting op het inkomen
wordt met verlangen tegemoet gez;eri, niet
alleen door de mingegoede burgers of ininbezol-
digde beambten, die dan vrij van belasting zullen
zijn, maar ook door velen, die thans niets of
weinig opbrengen, en dan wel, soms veel, zullen
moeten betalen. Het ingeschapen gevoel van
rechtvaardigheid spreekt luider dan hetegoïsmus,
daarom ziet men, landbouwers en beambten die
thans geen patent behoeven te betalen, de regee
ring adressen inzenden, waarin zij hun ingeno
menheid met het daarstellen van een inkomen-
belasting betuigen, of hun gunstige meening in
dagbladen uiten.
Zeker mogen wij de in plan bestaande inko-
menwet beschouwen als de eerste proef tot een
algeheele verandering in het belastingstelsel en
het is met het oog daarop dat ik mij veroorloof
u en het publiek op eenige verkeerdheden te
wijzen, die de gevolgen zijn der tegenwoordige
belastingwetten
Na de omwenteling van 1830 werden er gedu
rende eenige jaren te Reijen en te Oorschot
kampen betrokken. De soldaten werden ten koste
van het Rijk gevoed. Men slachtte te Reijen in
den regel 12 runderen per dag. lederen dag kwam
de veeschatter van Breda in het kamp, schatte
het voor het leger bestemde vee, van de geschatte
waarde betaalde de militaire intendant 15 pCt.
aan 't Rijk. Het gouvernement betaalde zichzelve
belasting, het gaf met de rechter- en ontving met
de linkerhand, maar de uitgaven waren grooter
dan de ontvangsten, want de procenten aan vee-
schatter en ontvanger verminderde de ontvangsten.
Ik weet niet hoe dit in de kampementen ging,
die in de laatste jaren, te Zeist, te Milligen en
elders hebben bestaan.
Sedert de afschaffing der gemeenteaccijnsen,
en het daarstellen der openbare scholen, is het
op weinige plaatsen gunstig gesteld met de
financiën der gemeenten en dikwerf moet het
Rijk of de provincie sommige gemeenten tegemoet
komen, maar tegelijkertijd wordt van die arme
gemeenten door het Rijk belastmg gevorderd. De
registers van den burgerlijken stand moeten be
staan uit gezegeld papier, de gemeente moet
belasting aan het Rijk betalen voor het houden
van registers die niet gemist kunnen worden,
ook dan als diezelfde gemeente haar school niet
kan onderhouden zonder subsidie te genieten,
terwijl weldadigheidsloterijec en dergelijken
vrijheid van zegel wordt toegekend. En deze
belastiog is zoo heel geriug niet, ze bedraagt
omtrent 2ü cent per persoon per jaar, zoodat
een stad van 10,000 zielen ƒ250 of daaromtrent
aan zegel te betalen heeft.
Weet gij wie thans het minste zeep gebruikt,
mijnheer de Redacteur?die het meeste
wascht. De ongelukkige bleekers zullen zich in
kasteelen moeten behelpen, zoo hebben zij te
lijden van den zeep-accijns! Voor ieder kilo zeep
moet 10 cents betaald worden. Deuk eens wat
schatten de bleekers aan belasting zouden moeten
betalen, indien zij zeep gebruikten 1
De wet op de posterijen heeft de frankeering
verplichtend gemaakt, wie niet frankeert nood
zaakt den geadresseerde 5 cents hooger port, dus
een soort van boete te betalen, Het is het Rijk
niet om die 5 cents hooger port te doen, maar
het is in het belang der posterijen dat alles ge
frankeerd worde. Zou het nu niet de plicht wezen
van 's Lands ambtenaren, de ambtshalve aan par
ticulieren verzonden brieven te frankeeren dat
gebeurt niet en dat kan aanleiding tot moeilijk
heden geven. Velen nemen geeue ongefrankeerde
brieven aan. Indien een brief van eenig belang,
door een Rijksambtenaar afgezonden, niet wordt
aangenomen, kan de geadresseerde in moeilijk
heden van meer of minder aard geraken, zon
der dat bet zijn schuld is. Een enkel voorbeeld
tot staving: In Augustus jl. stierf een knap
burgerman,jjeen weduwe met drie kinderen
broodeloos nalatende, omdat de weduwe on
geschikt is om den handel des overledenen
te drijven. Zij vroeg en verkreeg ontheffing van
patentrecht, ten bedrage vau ƒ2.69. Om dit te ver
krijgen moest zij een zegeltje van 21 cents koopen
om het verzoekschrift er op te schrijven. Heden
kreeg zij van den Directeur kennis dat de ont
heffing is toegestaan, die kennisgeving was niet
gefrankeerd en zij moest 10 cents port betalen.
De V.
KOLONIËN.
BATAVIA, 2 November.
Wij ontvingen hedenochtend onze dagbladen
uit Oost-Indië, met nieuwstijdingen loopende tot
2 November.
Aan het Mail-Overzicht van het Bal. Handeltblad
ontleenen wij het volgende:
De zaak der valsche bankbiljetten geeft der
politie nog steeds handen vol werk. Onzes inziens
is het onmogelijk, dat zij hier of te Singapore
vervaardigd zijn, wijl op geen van beide plaatsen
een koper- of staalgraveeriurichting bestaat en
alleen door een van beide bewerkingen namaken
mogelijk is, gezwegen nog van het papier dat
er opzettelijk voor vervaardigd moet worden.
De Raad van Justitie alhier heeft den gewezen
havenmeester van Pontianak schuldig verklaard
aan misbruik van vertrouwen en veroordeeld tot
éen jaar gevangenisstraf.
De laatste mail bracht hier een nieuwe bijdrage
tot de afschuwelijkheid van den modernen sla
venhandel. Van de 199 Chineesche koelies aan
boord van de \ille de Grenada zijn op reis van
Macao naar Callao 83 overleden, terwijl men
verwacht, dat van de overblijvendeu hun ver
scheiden makkers wel zullen volgen.
De gouvernements-wisselinschnjviog is mislukt.
De koers was pari, en daartegen was slechts
een gering bedrag ingeschreven. Beter resultaat had
de gouvernements-veiling van koffie en suiker.
De 25,000 pikols koffie haalden gemiddeld 40.39
per pikol, de 150,000 pikols suiker ƒ15.73'/s
voor n°. 14.
De eerste der twee nieuwe stoomschepen der
Nederlandsch-Indische Stoomvaart-Maatschappij,
de Gouverneur-Generaal ilijer, is hedenmorgen te
dezer reede gekomen. De tweede boot de Shirai,
wacht men elk oogenblik.
Batavia, 30 October. Wij zijn in staat gesteld
onzen lezers eenige nadere bijzonderheden mede
te deelen omtrent de in omloop gebrachte valsche
muntbiljetten en het door de politie alhier in
deze zaak verrichte. Onmiddellijk na het bekend
worden, dat er valsch bankpapier in de wande
ling was, werd met prijzenswaardigen spoed door
de autoriteiten zoowel aan de Europeesche als
inlandsche handelaars daarvan kennisgegeven,
met verzoek bij het doen van betalingen of het
ontvangen van bankpapier goed te letten op de
series van ƒ50, waaronder de nagemaakte moesten
schuilen. In weerwil daarvan verliepen verschei
den dagen vóór men hier ter stede iets van valsch
bankpapier ontdekte. Slechts éen biljet van 50
werd achterhaald, afkomstig van een reiziger
van Sainarang. De politie was evenwel op hare
hoedeen hield onder meer andere twee Chineezen
verdacht, die hier van Sauiarang per boot van
den 25sten aankwamen en naar luid van berich
ten plan hadden rnet de boot vau Zaterdag jl. naar
Singapore te vertrekken. Die reis had evenwel
door omstandigheden geen voortgang en de twee
baba's dachten zich hun gedwongen verblijf te
Batavia ten nutte te maken om eenige valsche
bankbiljetten tegen gangbare specie in te wisse
len. Dit werd dan ook dadelijk beproefd, maar
nauwelijks hadden zij éen dier biljetten aange
boden, of de politie arresteerde lien en deed een
gestreng huisonderzoek. Zij gaven voor, dat zij
het bankbiljet te Samarang hadden ontvangen,
terwijl men te hunnen huize eene som van plus
minus 9000 vond, meerendeels uit bankpapier
bestaande. Dit werd onmiddellijk aan deskundi
gen toevertrouwd om onderzocht te worden. Vol
gens een nader onderzoek mag men aannemen,
dat er te Samarang nog meer valsch papier in
omloop is en den Assist.-Resident voor de politie
aldaar werd per telegraaf onmiddellijk van die
ontdekking kennis gegeven. Wij vertrouwen dan
ook, dat het aan de goede maatregelen, door de
voortvarende Samarangsche politie ten deze te
nemen, gelukken mag den geheelen voorraad
valsch bankpapier, met de vervaardigers of ver
spreiders daarvan in handen te krijgen.
(Bal. Handbl.)
Soerabaya, 23 October. Men schrijft ons van
Samarang: Hier is men in rep en roer wegens
de ontdekte valsche bankbiljetten, die dan ook
werkelijk prachtig zijn nagemaakt. Is de zaak,
zoo men zegt, in het groot gedreven eene uil-
muntende speculatie behalve de risico om met de
galg kennis te maken dan is het gewis een
groote ramp, want niemand zal den houder zijne
schade vergoeden. Men zegt mij, dat Be Biaauw
Tjoan onder zijne opgehoopte schatten 7 valsche
biljetten van 50 heeft gevonden en aan de politie
overhandigd; wel een bewijs voor de prachtige
namaking, wanneer zulke lieden zich laten ver
schalken. SoerCour.)
Door den Gouverneur-Generaal van Nederl.-
Indië ziju de volgende beschikkingen genomen
Civiel Departement. Ontslagen: Op verzoek,
eervol, uit 's lands dienst, met behoud van recht
op pensioen, de inspect, van het lager onderwijs
voor Europeanen en met dezen gelijk gestelden
in de tweede afdeehng W. Reigers.
Verleend: Een tweej. verlof naar Nederl.
wegens ziekte, aan den olfic. van just, bij den
raad van just, te Padang (Sumatra's Westkust),
Mr. A. H. R. E. Bousquet, en aan den contr. der
2de kl. bij de landelijke inkomsten en cultures
A. J. Middelhoven.
Benoemd: Tot raadsheer in het hoog-ge-
rechtshof van Nederl.-Iudië, de pres. van den raad
van justitie te Samarang Mr. Th. H. van Rees;
tot assist.-resid. van Bandjarnegara (Banjoemas),
de ambt. op non-activ. O. de Clercq Moolenburg,
laatstelijk assist.-resid. van Mandhéling en An kola
(resid. Tapanoli, gouvern. Sumatra's Westkust);
tot houtvester der 1ste kl. bij het boschwezen op
Java en Madura, de ambt. bij het boscliwezen
C. L. Blume, onlangs van verlot uit Nederl. terug
gekeerd; tot 2den comm. bij de algeuieene reken
kamer, de ambt. op wachtgeld J. H. Kim, laatst,
comm. op het assist.-resid.-kantoor te Meester-
Cornelis (Batavia); tot 3den comm. bij de algem.
rekenkamer, M. Ehremrou, laatst, tijdelijk klerk
bij dat college, thans op wachtgeld.
Door den resident van Amboina is belast met
de waarneming der betrekking van gouvern.-
landmeter aldaar, de ingenieur der 3de kl. bij den
waterstaat en 's lands burgerl. opeub. werken
11. S. Nederburgh.
Departement van Oorlog. Verleend: Een twee
jarig verlof naar Europa, aan den kapit. der inf.
W. A. Schmilau; een tweejarig verlof naar Ned.,
wegens ziekte, aan den Isteu comm. bij het groot
militair-hospitaal te Soerabaya (militair ambt. der
3de kl.) P. L. E. Vrijdag.
Hersteld: In activiteit, de onder-intendant
der 2de klasse van de milit. adinin. A. A. Rip,
thans op non-activiteit, builen bezwaar van den
lande.
Bevorderd: Tot kapit.-kwartierm. bij de mil.
aduiiu., de 1ste luit.-kwartierm. J. van der Linden.
BUITENLAND.
Frankrijk.
De boodschap van Thiers. Nieuw middel tot
betaling der oorlogs-indemniteit.
Voorzoover ons de inhoud der boodschap van
Thiers bekend is, heeft hij zich inderdaad ont
houden van het bespreken der gewichtige vraag
stukken, die de publieke opinie in Frankrijk be
zig houden. De president heeft in verhalenden
trant een overzicht geleverd van den toestand te
genover het buitenland, de financiën enz. Over
de laatste komt ous het oordeel van Thiers vrij
Optimistisch voor of liever het schijnt ons toe,
uitgesproken te zijn met het kennelijke doel om
de gemoederen gerust te stellen. Immers terwijl
ieder jaarlijksch budget het gewicht zal voelen
van den rentelast van twee milliarden, terwijl
de grootste financiers zich het hoofd breken met
de quaestie, hoe aan den Duitschen geldwolfno»
drie milliarden zullen worden betaald, terwijlde
schatkist niet in staat is, door teruggave van een
I deel der geleende gelden, de Fransche bank uit
een kritieken toestand te redden, mag men, dunkt
ous, niet spreken van een gunstigeu toeslaud.
Het is waar, de president noemt den toestand
„zoo gunstig als men leden bad van te mogen
verwachten;" maar óf men zegt met deze uit
drukking niets, óf zij moet dienen om een goeden
indruk te maken op hen, die van de zaken niet
op de hoogte zijn. Het is nu in een dergelijk geval
naar onze meening beter, de energie der bevolking
op te wekken, door haar de waarheid zoo hard
mogelijk voor te stellen, dan om op de wond een
verzachtenden balsem te smeren, die haar toch
niet genezen kan.
Wat betreft het stilzwijgen van den president
over gewichtige aangelegenheden, zooals den de
finitieven regeeringsvorm, de uitbanning der fa
milie Bonaparte enz, gelooveu wij dat het zeer
verstandig is geweest, deze zitting der Vergade
ring weder niet dadelijk te openen met het op
wekken van partij-hartstochten, maar haar nu
eens eindelijk te doen strekken tot wezeulijkeen
ernstige bespreking van de vele punten die nood
zakelijk moeten geregeld wordenhet budget
voor 1872, het onderwijs, de leger-organisatie enz.
Wat de laatste betreft heeft Thiers eeuige me-
dedeelingen gedaan over de plannen der regee
ring, waaruit nu definitief blijkt, dat hij zich
heeft aangesloten bij het verlangen zijner mi
nisters naar verplichten krijgsdienst.
In ééne zaak wenschten wij wel, dat Thiers
bet initiatief hadde genomen, al zou zij ook de
hartstochten in beweging hebben gebracht, wij
bedoelen de verplaatsing der Vergadering naar
Parijs. Immers zooals bekend is, zal hiertoe toch
van verschillende zijden het voorstel worden ge
daan en moet de quaestie derhalve toch ter sprake
komen. En nu ziju wij het geheel eens met de
Temps (die eergisteren door de Gazette de France
op dit punt werd tegengesproken) dat het voor
stel tot de verplaatsing van den president be
hoort uit te gaan. Het is een quaestie van
opportuniteit, niet van duurzame of ingrijpende
hervorming, en waarin de Vergadering zich be
hoort te schikken naar het hoofd van den staal.
Deze kan toch oneindig veel beter dan ieder der
afgevaardigden beoordeelen in hoeverre het rer-
blijf te Versailles of te Parijs een verderfelijken
invloed zal hebben op de stemming der bevolkiDg.
Wat de verlenging van zijn eigen volmacht
betreft heeft Thiers zich er toe bepaald, te ver
zekeren dat hij bereid is zich geheel aan het
land te wijden indien het hem noodig heeft, maar
aan den anderen kant ook om zijne taak neer
te leggen, indien de Vergadering ze hem niet meer
toevertrouwt.
De heer Branicki, een rijke Pool, die het Credit
Foncier mede heeft helpen oprichten, geeft een
afdoend middel aan de hand om de resteerende
drie milliarden aan Duitschland te betalen. Hij
berekent het gezamenlijke vermogen van Frank
rijk op 120 milliarden en wil nu eenvoudig een
inkomstenbelasting van 3 pCt. heffen om genoemde
som af te doen.
Het is jammer dat dergelijke plannen, die op het
oog zoo eenvoudig schijnen, in de practijk op een
legio kleine en groote onbillijkheden en zwarig
heden stuiten, die de uitvoering er van onmogelijk
maken.
Meacico.
De revolutie tegen Juarez.
Volgens berichten uit Mexico van 11 November
heeft de opstand veel kans, de overwinning te
behalen. Het land moet zich nog nooit in zulk
een verwarden toestand bevonden hebben. De
staat Oaxaca heeft zich voor de opstandelingen
verklaard en generaal Porfirio Diaz staat aan
het hoofd van een veel beteekenende armee. Het
voorbeeld van Oaxaca is gevolgd door de stalen
Aguascalientes, Durango, Zacatecas en Coahuila,
terwijl in sommige andere staten pronunciamen-
to's werden uitgevaardigd, dat de gouverneurs
tot de opstandelingen waren overgegaan. In hel
leger heerscht bijzonder groote ontevredenheid,
zoodat vele generaals en andere hoofdofficieren
met hunne soldaten de zijde van Juarez hebben
verlaten. De schatkist is geheel leeg en het volk
zelf begint de opstandelingen te ondersteunen. De
dagbladen, die tot nu toe beweerden dat Juar#
zijne regeering nog wel zou kunnen behouden,
erkennen nu, dat eene revolutie onvermijdelijk ia-
De schoonzoons van Juarez zeil worden beschuldigd,
er deel aan te nemen, en éen van hen Delfin Sanchez,
is zelfs gevangen genomen. In den staat Oaxaca
trekt de generaal Alatorre tegen de insurgenten
op. Men verzekert daarentegen, dat generaal
Negrete zich bij hen heeft aangesloten en ia
Puebla een leger voor hen verzamelt. De bekende
getrouwe van keizer Maximiliaan (treuriger ge
dachtenis), generaal Quiroga, behoort tot de re
volutionairen en kommandeert een legerkorps aan
den Rio Grande. Het leger van generaal Cortina,