geweten. Nog eens: Gelijk de roest het ijzer ver
teert, zoo verteert de nijpende zorg voor het
dagelijksch brood de beste krachten van lichaam
en geest. Een algemeen bekend middel tegen
roest is vet. Is 't den heer v. C. ernst de roest
te voorkomen Hij helpe mee om dat magere
hulponderwijzers-baantje wat vetter te maken.
Laat hij ophouden met allerhande schijngronden
aan te voeren om den verdienstelijken arbeider
zijn loon te onthouden. Laat hij toch eens be
denken, hoe vreeselijk onrechtvaardig hij is:
omdat er enkelen zijn, die wellicht de verhoo
ging niet verdienen, moeten ook zij er van ver
stoken blijven, wien zij met volle recht toekomt.
„Maar een gemeentebestuur kan de hulponder
wijzers niet naar hunne bijzondere verdiensten
beloonen, evenmin als de andere ambtenaren."
Zoo ongeveer zegt de heer v. C. Er zijn, volgens
hem, bergen van bezwaren tegen. O ja, door
overdrijving kan men alles onmogelijk maken.
Zoo is het hier ook met de bijzondere verdiensten.
Zoo fijn als gemalen behoeven die verdiensten
ook niet vergeleken te worden. Ik zou niet wen-
schen, dat men op een gegeven oogenblik be
paalde, dat de bijzondere verdiensten van A hem
aanspraak geven op eene jaarwedde van f 1000,
en die van B van dien aard zijn, dat hij nog
8,375 meer moet hebben. Ik ben met de alge-
meene regels tevreden, mits ze rechtvaardig zijn
en eenige ruimte overlaten voor eene juiste toe
passing. Verder zal de heer v. C. mij ten goede
houden, dat ik mogelijk blijf achten, wat wer
kelijk is. Terwijl ik dit schrijf, lees ik weer in
het „\aderland", dat aan den beambte H. eene
verhooging van 200 is toegekend; den vorigen
keer werd aan anderen, aan een zelfs 400,
verhooging toegestaan. Mag ik nu toegeven, dat
hetgeen voor mijne oogeu geschiedt, niet mo
gelijk is? ïk blijf beweren, dat het geeue
onmacht is bij het Gemeentebestuur Van 's-Gra-
veuhage, wanneer het de hulponderwijzers
niet naar verdiensten beloont; 't is klare on
wil. Het duidelijkst bewijs van dien onwil is
m. i. het feit dat er scholen zijn, waar de hulp
onderwijzer der eerste klasse ontbreekt, ofliever
waar aan den hulponderwijzer der eerste eene
wedde der tweede klasse wordt uitbetaald.
„Önbekwamen zende men weg." „Dat gaat in
de practijk niet," antwoordt de heer v. C. In
plaats van toe te geven dat eene bepaling, die
in de practijk niet gaat, in het geheel niet gaat,
maakt hij een vreeselijk leven, dat ik in achttien
jaren nooit het ontslag van een hulponderwijzer
heb behoeven voor te dragen. Hij beroept zich
op mijne ervaring. Nu ik hem die als eerlijk
man eenvoudig mededeel, geraakt hij in woede.
Ean dat hulponderwijzersvolk zich zoo lang
goed houden en tegen mot en roest weerstand
bieden? „Is het getal klein of nul" (en ik zei
dat het nul is) „wel dan leeft men in Lei
den in den derden hemel, in het duizendjarig
rijk, de gouden eeuw, Luilekkerland of in der
gelijke voor gewone stervelingen ongenaakbare
streek." Ik kan mij nu voorstellen, waarom de
de heer v. C. aan dat gebroed geen cent verhoo
ging wil toegekend zien. In voor gewone sterve
lingen genaakbare oorden behoort het tot de orde
der dingen, dat men een stel hulponderwijzers
heeft, waarvan een groot aantal verdient wegge
jaagd te worden, die ook in theorie al lang
weggejaagd zijn, maar die in de practijk blijven;
want wegzenden in de practijk, dat gaat uiet.
Of zij de geheele inrichting al bederven, wie zal
om zulk eene kleinigheid het harnas aantrekken
Als het gemeentebestuur, zelfs deu bekwamen, het
loon onthoudt, dat hnn volgens zijn eigen getui
genis eerlijk toekomt; als een lid der plaatselijke
schoolcommissie hen smadelijk bejegent en in het
openbaar verguist, dan is het al heel wel: weg
jagen is wel wat veel van iemands goedheid
gevergd, dat gaat in de practijk zoo niet. Het
geeft zooveel opspraak en omslag. Iemand in
stilte door hem zijn loon onthouden te knijpen,
dat gaat veel gemakkelijker in zijn werk. Voor
zeker, in den Haag is het geen Luilekkerland
voor den hulponderwijzer. Maar toch in éen op
zicht. Als hij maar hoofdonderwijzer wil worden,
dan wordt hij het, dan loopen hem de hoofdon-
derwijzeisposlen als gebraden varkens achterna.
Praat van geen scholen met zes, zeven, acht
hulponderwijzers; praat van geen wanverhou
dingen, van geen armoedige tractementen op
kleine plaatsen, die hulponderwijzer „heeft het
zich zeiven te wijten", zoo het hem niet gegaan
is als dien anderen gelukkiger mededinger, die
nu eene goede plaats heeft, 't Is gemakkelijk
iets uit de hoogte te beslissen, als men de moeite
niet neemt om het te bewijzeu. De ervaring
heeft mij gansch andere dingen geleerd. Maar ik
heb ze, zoo ik mij vlei, in mijn vorig schrijven
zoo duidelijk uiteengezet, dat ik gerust van dit
onderwerp kan afstappen. Ik doe het met de
verzekering, dat ik niet gaarne uilen voor valken
houd en dat de heer v. C. daar geen last van zal
hebben.
De heer v. C. vindt het heel ondankbaar van
mij, dat ik het onderwijs, aan de kweekelingen
gegeven, verfoeielijk slecht vond. Mijns inziens
is bet niÓtë dan de waarheid en de waarheid
doet wel eens zeer. De heer v. C. is er wel
nooit bij geweest, maar hij wist toch „dat ze
eenig in hare soort warenze waren een voor
uitgang." Hu raakt hij aan het doorslaan. „Hon-
„derdeu ouderwijzers van naam, in alle oorden
„des rijks met roem bekend, zijn daaruit voort
gekomen." Wel verbaasd! Het valt mij nog mee,
dat het maar honderden zijn, ik was al bang dat
er millioenen uit de pen van den heer v. C. zou
den gekomen zijn. Maar hondèrden dan. Zou de
heer v. C. wel zoo vriendelijk willen wezen de
lijsten publiek te maken? Die honderden hoofd
onderwijzers van naam, in alle oorden des rijks
met roem bekend, verdienen wel dat hunne be
roemde namen aan de vergetelheid ontrukt worden.
Mij dunkt, de heer v. C. moest nu de verde
diging van dat onderwijs maar aan de beroemde
mannen overlaten, die kennen het toch uit eigene
ervaring. Ik vind het niet aardig met iemand
te redeneeren, die zeggen moet, dat hij op de
keper beschouwd van de zaak in quaestie niets
af weet, te uieer, vvanneer 't zijn plicht geweest
is er degelijk wat van te weten.
Toch doet het mij genoegen bet punt te hebben
aangeroerd en wel om deze reden. Ik heb mij
ernstig afgevraagd: hoe komt de heer V. G. aan
zulk eene onware en onwaardige voorstelling van
de hulponderwijzers? Ik had een vermoeden en
dat is mij nu tot klaarheid gekomen. Het is de
verregaande oppervlakkigheid, waarmede hij waar
neemt en'oordeelt. Hij, die nooit een voet opde
lessen gezet heeft, weet het beter, höe ze waren,
dan ik die ze eenige van mijne beste leerjaren,
dag aan dag, heb bijgewoond. Die oppervlakkig
heid, zeide onlangs een knap man, is de yldek
van onzen tijd. Hot gaat er mee als met het
liegen, men maakt er zich aan schuldig zonder
het te weten. Die oppervlakkigheid, dat gebrek
aan vvezenlijke ervaring is de oorzaak, dat er-bij
den heer V. C. geen-plaats is-voor middelmatige
menschen. Bij hem is een hulponderwijzer óf een
uiterst bekwaam man, die spoedig hoofdonder
wijzer wordt, óf een ongeluk, met wien men
opgescheept zit, wiens dood een ware weldaad
voor de school is. Van hulponderwijzers die in
de school 1 helaas niet op het vergelijkend exa
men schitteren, wil hij niet hoorei). De beer
V. C. neme mij miet kwalijk, dat ik met de prac
tijk van het onderwijs zooveel op beb, dat ik met
practische bekwaamheden zoo bijzonder ingeno
men ben. Hij zal er misschien weer boos om
worden, maar bij moet het toch weten. Ik heb
beusch, zoo waar ik hier een pen tusschen mijne
vingers houd, wel eens onderwijzers ontmoet,
bazen op het vergelijkend examen, sterren van.de
eerste grootte en die mag ik het zeggen?
in de school geen dubbeltje per week waard
waren. Ik heb heusch, zoo waar ik hier eene
pen tusschen mijne vingers houd, hulponderwij
zers gekend, die, om later te schitteren, hunpe
klasse aan haar lot overlieten en stonden testu-
deeren, terwijl zij onderwijs moesten geven. Bij
zulke lieden staat een trouw werkman achter.
Neem mij niet kwalijk, Mr. Van Citters, dat myn
hart voor den bekwamen hulponderwijzer war
mer klopt dan het. uwe; neem mij niet kwalijk
dat ik in mijn ziel overtuigd ben, dat zonder
goede hulponderwijzers onze scholen ondingen
zijn; neem mij niet kwalijk, dat ik tegen uw
verderfelijk stelsel opkom en er mij tegen zal
blijven verzetten zoolang en zooveel ik kan."
In de maand November zijn binnen de ge
meente Leiden geboren: 114 kinderen, als 53
zoons en 61 dochters, waaronder is begrepen 1
tweelinggeboorte. Overleden: 88 personen, als
14 maunen, 19 vrouwen, 23 zoons en 32 dochters;
daarenboven als levenloos aangegeven 6. Gehuwd
45 paren.
Hedenmiddag is een knecht van den heer
Hoos tengevolge van dronkenschap in het Utrecht-
sche veer gevallen, doch er spoedig uitgehaald.
Wij vernemen dat op Zaterdag 2 December
de jonge zalmen, welke sedert 6 Juni 11 uit de
kunstmatige vischteeltinrichting van het Zoölo
gisch Genootschap Nalura Artis Hagittra in de karen
aan de Steeuwaart te Velp ten getale van p. m.
8000 werden verzorgd, in de rivier den IJsel in
vrijheid zijn gesteld; gedurende deo tijd der ver
pleging waren p. m. 400 dezer kweekelingen
gestorven. Aan de Overijselsche Vereeniging tot
ontwikkeling van provinciale welvaart werdén
van genoemde vischjes een tweehonderdtal afge
staan, welke in daartoe ingerichte toestellen, door
de zorg van het Genootschap, naar de rivier de
Vecht overgebracht en aldaar onder toezicht van
baron Sloel tot Oldhuis en eenige belangstellen
den, uit Zwolle derwaarts gekomen, werden los
gelaten. De vischjes hadden zich tot eene lengte
van 1215 decimeters ontwikkeld en droegen de
kenmerken eener zorgvuldige verpleging.
JguoJnd arhlew -.-m j..,. .-.utl. i BfÜnwif8J
i*,De nieuwjaarsgeschenken zullen te Parijs dit
jaar een zeer oorlogzuchtig karakter, hebben.
Daargelaten nog de winkeliers, die presses-papier
van granaten verkoopen en inktkokers als mor
tieren, stallen de speelgoedwinkels hoofdzakelijk
kinder-chassepot-geweren en looden soldaatjes
uit; voorts ziet men zeer smaakvolle sigaren-
standaards in den vorm van mitrailleuses, en
gelijken de suikerbakkersvvinkels naar arsena
len. De bovenste planken zijn bezet met onheil
spellende bommen en granaten, en dc beneden-
plankeu met Pruisische helmen en kommies-
broodjes, die gevuld zijn met bonbons enz.
Wat de helmen betreft, de gelegenheid die zij
geven om uit des vijands hoofddeksel te eten, is
eene gemoderniseerde navolging van de gewoonte
der oude Gotheo, om te drinken uit de schedels
der vijanden.
Een bom ten geschenke te geven is echter eene
surprise, die niet ieder even aangenaam zijn zal.
Reeds voor hem, wiens huis door een bom is
vernield, wekt dit cadeau niet juist de liefelijk
ste herinneringen op, en er zijn ook omstandi-
heden waarin zoodanige suprise een ironischen
zin heeft, die niet zeer welkom zal wezen. Ge
steld bij voorbeeld, dat iemand in het bezit is
gekomen van eene lang verwachte erfenis ten
gevolge van een bom, die den erflater trof, of
wel, dat iemand -zijn huis, een wrakken bouw
val, had verloreu en eene aoniug van driemaal
meer waarde van de schadeloosstelling had op
gebouwd. Men kan zich het gelaat voorstellen
van lieu, die onder zulke omstandigheden, een
bom als surprise ontvangen. (ArnA. Courant.)
371B®
-• a P P
5 PT - 3
w
3 3 (O O-
O CO
d ss. «s:
"i ÏQ (jq
A
J O P
5 3 5' 5'
CW 3.
Cf O O
O l 3 5
Cl. O Q
O o o
-o "C
to co
00 oc O
Oi
tfa O
"o "o ~CJ< C5 O
co c© i ort O
i—i co en
9 -A 2
O) Ifi o O O
Sr
Cf
fT
ct>
K 33 C
e 2. 3-
3 O
<7- CD O
.'PD
O 9
OQ
3 n
g PT
a IT
5- a
'5 5-5'
p s crc
1 ST
3"
P
PT
2
3 M
CO
►P*- CO lis.
SS SO ö-
co "Va 5
co tjk. "ot co 5° o
- ,-I-s
O
io "co 00 o o
to. co t£»-
I—1 O l—1 r— t-- r.
Nl O O 55 05 CO
M o O' W CO O
CO O C7T J~- O UT „T
O"! p p p-» w p g
O o O co
11 o O O
kjh. co o
CC co JC
CO 1^ ,Oi ox
0 O H CO cc CD M
^00 CO to to- —3
S 2 CO
<3 3* o fei. £25
o o o o o
c© o "o o O to
1 o o co o co
8" S
co
Uit dezen staat blijkt alzoo, dat deNederland-
sche Bank op 4 Dec., bij een muntmateriaal van
144,016,387.56s voor eene som van 157,950,643.20
minder aan bankbiljetten in omloop had dan
waartoe zij gerechtigd is, terwijl het muntmate
riaal op zijne beurt ƒ63,180,257.27' meer bedraagt,
dan in verhouding tot de schuldvorderingen tot
dekking noodig zou wezen.
Met ingang van den lsten Januari 1872 worden
de telegraafkantoren op de stations der „Naam-
looze Maatschappij van den spoorweg tusschen
Rotterdam en Antwerpen" te Moerdijk, Zeven
bergen, Ouden bosch, Etten en Roosendaal voor
het algemeen verkeer geopend, met een dage-
lijkschen dienst van 7 uren vóór- tot 7 uren na
middags.
Op het verkeer van deze met alle overige tele
graafkantoren in Nederland is het uniforme
tarief van ƒ0.80 per enkelvoudig telegram toepas
selijk.
Z. M. heeft benoemd tot rechter-plaatsv. in de
arrond.-rechtbank te Zutfen Jhr. Mr. H. B. van
Tets, advocaat te 's-Gravenhage.
BINWENLAND.
's-Gbavenhage, 5 December. Hedenmiddag te
drie uren beeft het Provinciaal gerechtshof in
Zuid-Holland eene openbare algemeene vergade
ring gehouden tot de installatie van den heer
Mr. C. C. J. Wijckerheld Bisdom, laatstelijk sub
stituut-griffier bij het Prov. gerechtshof in Gro
ningen, bij Zr. Ms. besluit van 16 November jl.
benoemd tot substituut-griffier bij het Prov. ge
rechtshof in Zuid-Holland. Het voorzitterschap
werd bij deze gelegenheid waargenomen door den
vicepresident, den heer Mr. Franyois, die hulde
bracht aan den ijver, de bereidvaardigheid en de
welwillendheid van den afgetreden substituut
griffier, den heer Mr. A. Rigail Certon, die om
redenen van gezondheid zich verplicht heeft ge
zien zijn eervol ontslag te vragen en dat bekomen
heeft. Hij hoopte dat ten gevolge van de rust, die
den beer Certon nu gegund was, zijne geschokte ge
zondheid zou worden hersteld en hij nog lang voor
zijn gezin mocht gespaard blijven. Aan den nieuw
benoemde, die gedurende vijf jaren bij de griffie
van het hof te Groningen was geplaatst, werd
eeu hartelijk welkom toegesproken. Door den
nieuw benoemden substituut-griffier, deD heer
Wijckerheld Bisdom, werd daarop eene gepaste
toespraak gehouden tot het Hof en tot de griffie.
Daarna werd de openbare algemeene vergadering
gesloten.
Doedbecht, 4 December. Een der gevangenen
in het huis van arrest te Dordrecht is Zondag
ochtend ontvlucht en heeft den gevangenbewaar
der in zijne plaats in de cel opgesloten. Na te
Willemsdorp met een bootje naar Strijen6as te.
ïiju overgestoken, wefd hij te Buitensluis gevat.
De Dortsche politie was hein tent md gevolgd
en vond bij de Rijks politie te Buitensluis fln^e
hulp bij het opsporen van den vluchteling.
Monsteb, 6 December. De reden dat het rijks.
telegraafkantoor alhier, gedurende de winter-
maanden in plaats van met 1 dezer
te worden geopend blijft, is daarin
dat de ingezetenen van Monster besloten hebben
de vereischte guarantie te geven, die de gemeente,
raad, met eene kleine meerderheid van stemmen
geweigerd had.
Aan den heer W. Koning, die met ldozet,au
directeur van het rijkstelegraaf kantoor, van
hier naar Steeuwijk is verplaatst, is door eenige
der voornaamste ingezetenen een geschenk
zilver aangeboden, als bewijs van erkentelijk
heid voor de diensten die hij gedurende rijn
verblijf in deze gemeente, als ambtenaar en burgei
heeft bewezen.
Vbeeswijk, 4 December. Hedenmorgen is ma
begonnen de schipbrug te bergen en geschieJ;
de overtocht met de veerpont. In den afgeloopei
nacht was er drijfijs van boven gekomen, waar
door de rivier bedekt was. Het water is buiten,
gewoon laag.
Rhede.n, 3 December. Het tegenwoordige wm
ter weer is voor vele inwoners van ons dorp ker
nadeelig. De groote hoeveelheid sneeuw, welke
er in de laatste dagen gevallen is, heeft bet
voor de lundlieden alhier onmogelijk gemaakt,
datgene, wat er op hunne landerijen tot voedsel
voor het vee iu zulk eene groote hoeveelheid
aanwezig is, binnen te halen. Het weinige hooi,
dat door velen voor den winter is bijeenvetia-
mehl, wordt door hen zeer schaars aan hun vee
uitgereikt en bet zou dus voor hen vooral wen.
schelijk zijn, dat het tegenwoordige weder spoedig
veranderde, daar de vruchten buiten, bij zulk
weer veel van hare kracht verliezen en de dor
pelingen dus op eene andere en meer kostbare
wijze iu het voedsel voor hun vee zouden moe
ten voorzien.
Deventer, 5 December. De IJsel is heden reedi
vol drijfijs. Het ijs heeft zich boven de schipbrug
vastgezet. Het water is sedert gisteren 6 centi
meters gevallen. Op de stadsgrachten wordt reedt
schaatsen gereden.
Zwolle, 4 December. Op heden werden van
wege de Overijselsche Vereeniging tot ontwikke
ling van provinciale welvaart, in de rivier de
Vecht bij de Berkummerbrug gepoot, twee hon
derd jonge zalmen, haar tot dit einde wederom
welwillend versterkt door heeren bestuurderen
van Nalura Artis Magistra te Amsterdam. Deze
potelingen zijn afkomstig van kunstmatig be
vruchte kuit, te Amsterdam uit Munchen IwkM,
aldaar uitgebroeid en in het voorjaar oveige-
bracht in karen te Velp, waar zij inmiddels
gevoederd zijn met kalfsvleesch en pieren. Deze
potelingen hadden de grootte van gewone sprot
en worden dus geacht zich beter tegen allerlei roof-
visch te kunnen beveiligen dan de vroeger 11
den IJsel geplante zalmpjes, die al licht een:
prooi vau de kleinste roofvischjeB, als stekelbaarzen,
konden worden. Ondertusschen boort men nog
voortdurend van zalmen, die op den IJsel ge
vangen worden, en het is wel jammer, dat mee
hiervan geene geregelde opgaven bekomt. Zoo
zijn voor eenige weken wederom twee zaluieo
van ongeveer drie vier pond in den IJsel bij
Hattem gevangen. Het blijlt echter zeer wensche-
lijk, dat de visschers de kleine zalmen die q
vangen, wederom te water laten hun belang zelf
brengt dit mede.
Assen, 4 December. Op de gisterenavond ge
houden vergadering der Asser Werkliedenvereeniji'l
is, naar aanleiding van het rapport der com
missie, daarvoor in de vorige vergadering be
noemd, besloten eene eigen broodbakkerij op tl
richten, bepaald met het doel om daardoor goed
brood te bekomen.
Toen dit punt beslist was, bracht het bestuur
plan ter tafel, om aan de brood bakkerij die uit
breiding te geven, dat eene commissie van ze
leden werd benoemd, die het beheer zon hebbe
over de bakkerij en zich belasten zou met de
in- en verkoop van levensmiddelen en ander
benoodigdheden, later aan te wijzen.
Alles zou verkocht worden tegen marktprijzen
terwijl de zuivere winst, die er na aftrek de
onkosteD, als: salaris van deu bakker-winkelier
kosten van lokaal en woning, ent., overble':
ten bate van de leden zou aangewend wordeD.e?
de wijze later te bepalen.
Men kan het plan hel ontwerp eener winkel
vereeniging noemen, waarbij de werkliedenier
eeniging optreedt als handelaarster in levensiud
delen, om daardoor zelve goede waar te bekome
en zich een fonds te scheppen, waardoor
staat gesteld wordt op velerlei wijze den «et
man te hulp te komen.
Met de grouotrekkeu vau hel plan küuii«,e
gadering zich voorloopig wel vereenigen. Het ze
gedrukt aan de leden worden toegezonden, on
in de volgende vergadering definitief behandel1
te worden.
Omtrent het bekomen van vleesch tegen lage'
prijzen, waarover de daarvoor benoemde comon'»
sie eveneens rapport uitbracht, werd geeue besln
sing genomen. Het denkbeeld is dat de winke
vereeniging zich ook dat tot taak zal stellen.