van den heer Begram c. s- tot afwijking van de
regels der gemeentewet omtrent de plaatselijke
belastingen ten behoeve van Gorkum; 4. tot
verzending aan den Minister van Koloniën met
verzoek om inlichting van een adres van R.
Braams, predikant te Grypskerke, vroeger in Ned.
Indië.
Terwijl de winkels op de Botermarkt en Nieu
wen Rijn schitterden van de schoonheden, die
voor de liefhebbers waren uitgestald, en ook van
de schoonheden, die ze kwamen bezichtigen of
koopen, toonde de heilige Nikolaas zich in de
bekende school op het Plantsoen in zijn waar
karakter, in het karakter van den kindervriend bij
uitnemendheid. Hij had daarvoor bij deze gelegen
heid eene zeer bevallige gedaante aangenomen, die
van de schoone sekse. Lieve handen, toebeboo-
rende aan vriendelijke eigenaressen, deelden aan
de kinderen al die heerlijkheden uit, die den
jeugdigen bezitter tot den. gelukkigste, der ster
velingen maken. Wij zijn niet in staat, en de
tijd ontbreekt er ons ook voor, om alle bijzon
derheden van het feest te beschrijven. Wij
vdlllen alleen mededeelen, dat wij aan de poort
der school getuige waren van het einde der fees
telijkheid. De verschillende moeders stonden
daar hunne kleinen in een dichten drom op te
wachten en zoowel de gezichten der kinderen
als die der ouders glinsterden van vreugde, ter
wijl het jonge volk, met vlaggen, poppen, spik
kelaas, prentenboeken enz. beladen, te voorschijn
kwam.
Als een sterk bewijs dat de vreugde bij de
vriendjes van St.-Nikolaas zeer groot was kun
nen wij aanvoeren, dat wij er verscheidene door
de gladheid tegen den grond zagen vallen, zon
der dat deze omstandigheid, die in gewone ge
vallen een vreeselijk geschreeuw pleegt te ver
oorzaken, in staat was hen een oogenblik ineen
slecht humeur te breugeD.
De geachte directrices van het feest hebben
ons verzocht, bij dezen haar hartelijken dank te
betuigen aan hen, die door hunne bijdragen de
verwezenlijking er van hebben mogelijk gemaakt.
Wij voldoen gaarne aan dat verzoek en drukken
daarbij de hoop uit, dat het Leidsche publiek
ieder jaar den kindervriend, wanneer hij op zijn
tocht door Europa ons land bezoekt, in staat zal
stellen, zijn taak met zooveel succès te vervullen.
Maar vooral brengen wij bij dezen een woord
van hartelijken dank toe aan onze geachte vrou
welijke stadgenooten, die het feest hebben op touw
gezet en gedirigeerd.
Wat zou er van zulke zaken worden, indien
er geen vrouwen in de wereld waren? Een ant
woord nierop te geven is overbodig. Wij roepen
daarom slechts uit:
Leve de schoone sekse in het algemeen, leven
de Leidsche dames in het bijzonder I
Men schrijft ons uit Wassenaar dd.8 December:
Ouze geachte burgemeester werd in den na
middag van gisteren aaugenaam verrast door een
prachtig geschenk van ZK. H. Frederik der
Nederlanden, bestaande in een keurig geciseleerd
zilveren kollie- en theeservies met toebehooren,
ter gedachtenis aan het door Z. E. A. voltrokken
huwelijk van H. K. H. Prinses Maria en Z. D. H.
den vorst vou Wied, en als blijk van waardee
ring der vele bemoeiingen bij die gelegenheid
door hem bewezen. Velen die ouzen hooggeach-
ten burgervader kennen zal het waarlijk goed
doen, dat hem zulk een onderscheiding is te
beurt gevallen, bovenal wanneer men bedenkt
de flinke en degelijke bewaring van rust en orde
in die ongekend drukke dagen door hem be
toond.
Naar men verneemt, zal er met de a. s. Kerst
dagen te Amsterdam een Nederlandsche typo-
grafen-congres gehouden worden.
Naar men verneemt zijn door den Koning-
Groothertog nog benoemd tot kommandeurs der
orde van de Eikenkroon, in Turkije: de bureau
chef Mehemet-Beyin Egypte, Z. Eic. de presi
dent der internationale geneeskundige commissie,
Collecie-Beytot officierenin Turkije, de geheim
secretaris van Z. H. den Groot-Vizier, Schneider
Effendi; in Egypte: de opperstalmeester van Z. H.
den Khedive, Ibrahim Tewfik Beyen tot ridders
dier orde: de eerste secretaris van de geneeskun
dige intendance, E. de Regrij en de med. doctor
Boder Effendi.
Men verzekert, dat de heer Motké, die zich
eerlang, belast met eene bijzondere zending, naar
Java zal begeven, in de vervulling van zijne taak
zal worden bijgestaan door de heeren J. P. Spren-
ger van Eijk, inspecteur van de registratie en
domeinen; en van Schuijlenburgh en Motké (broe
der) adjunct-controleurs in Noord-Brabant.
Naar wij vernemen, zou in de bijeenkomsten
van buitenlandsche en Nederlandsche ingenieurs,
welke in een der lokalen van het Departement
van Binneulandsche Zaken gehouden worden, de
vraag worden behandeld, in hoeverre de moge
lijkheid bestaat om de Zuiderzee of een gedeelte
daarvan droog te maken, waartoe het plan in over
weging schijnt te zijn. v. Z.-H.)
Voor het geneeskundig staats-eiamen hebben
zich aangemeldvoor het geneeskundig gedeelte,
dat den 4den dezer te Amsterdam wordt afge
nomen, acht, voor het natuurkundig gedeelte, op
den 18den dezer te Leiden, achtentwintig, en
voor het letterkundig gedeelte zeven militaire
studenten van den geneeskundigen dienst te Am
sterdam.
Prof. H. Kern alhier, die in de Nederlandsche
Spectator beschouwingen heeft medegedeeld over
't eerste deel van de Algemeene Geschiedenis
des Nederlandschen volks, door Dr. W. J. F.
Nuyens, besluit zijne kritiek aldus:
„Genoeg. Mistroostig over 't nieuwe bewijs
van verregaande onkunde in ons vaderland aan
gaande de na zooveel zwoegens verkregene uit
komsten der Germaansche taal - en oudheidkunde,
leggen we de pen neder, in de overtuiging dat
de vele onbruikbare boeken over de oudste ge
schiedenis dezer landen met nog een zijn ver
meerderd."
Naar men verneemt, is door Z. M. den Koning
aan den heer Joh. Thissen, van Roermond, die
dit jaar den prix d'excellence aan de academie te
Antwerpen verwierf, een subsidie van ƒ800 toe
gekend, ter voortzetting zijner oefeningen in de
beeldbouwkunde in bet buitenland.
Het vereenigiugsgebouw der Koninklijke Neder
landsche Yachlclub is U. Woensdag voor de som van
78,900 afgemijnd door eene commissie, bestaande
uit belangstellenden in het voortbestaan van de
Koninklijke Nederlandsche Yachlclub in haar tegen
woordig verenigingsgebouw. Zijne Koninklijke
Hoogheid Prins Hendrik der Nederlanden, de
Voorzitter der Vereeniging, die reeds zoovele
blijken heeft gegeven van belangstelling in Rot
terdam in het algemeen, en van de Vereeniging
in het bijzonder, slaat aan het hoofd dier com
missie en heeft zeer veel bijgedragen, om de uit
voering van het plan mogelijk te maken.
Wij behoeven niet te zeggen, dat het verkregen
resultaat, dat zoowel het voortbestaan van de
Vereeniging de Koninklijke Nederlandsche Yachlclub
als het behoud van het schoone gebouw verzekert,
ons bijzonder aangenaam is. (N. R. Ct.)
De Heraut bevat het volgende:
Tot ons leedwezen vernemen we, dat de ge
liefde schrijver van de Nederlandsche Gedachten zich
door een niet zoo oubeteekenende ongesteldheid tot
aanvankelijke staking genoopt ziet van een arbeid,
Duve, „hernam de dokter, het beeld nu nauw
keuriger beschouwende.
In alle geval zal het meisje, waarnaar deze
afbeelding zoo sprekend gelijkt, als hadde een
bekwaam schilder haar portret gemaakt, niet de
persoon zijn, welke met dit beeld in verband
staat. Het is de dochter van die ongelukkige,
welke drie jaar geleden den brandstapel beklom.
Dezelfde dokter Seegers, die de arme Adelheid
ten verderve bracht, was mijn oom.
Ik, weet dat alleen de laagste wraakzucht hem
tot de schandelijke daad bracht, en sedert tracht
ik bij de dochter en grootmoeder weer goed te
maken, wat boosheid en bijgeloof tegen haar
misdeden."
Johan Duve draaide met eene uitdrukking van
hopeloosheid den ring tusschen zijne vingers en
keek strak naar den ketting en het portret.
Het verledene kwam hem in de gedachte en al
het duistere en geheimzinnige, de angst en de schrik
dat het bevatte, verscheen hem als in een spiegel.
Eindelijk, na eene laDge pauze, zeide hij zoo
zacht als sprak hij tot zich zelven: „ik kan het
niet langer alleen dragen, de last wordt bij deze
herinneringen, welke mij als had God zelf het
zoo beschikt, plotseling voor oogen worden ge
houden, te zwaar. Wilt gij eene kleine geschie
denis aanhooren, dokter?"
„Spreek, mijnheer Johan I"
„Het zal nu ongeveer twintig jaar geleden zijn,
toen ik voor mijn vader, zaliger gedachtenis, eene
reis in bet Harz-gebergte moest doen. Ik was een
vroolijke jongen van twintig jaar en leerling te
Hamburg, de oude, door God gezegende rijks
stad, bij den waardigeu koopman Schlegel, van
wien ik gedurende de Pinksterdagen verlof kreeg
naar huis te reizen. Niet ver van Goslar overviel
mij een onweder, dat mij en mijn ouden knecht
noodzaakte, in eene eenzaam gelegene hofstede
eene schuilplaats te zoeken. Het was eene ellen
dige kroeg. Kort daarop kwamen nog meer rei
zigers hier hunne toevlucht nemen, maar ik zag
van die allen slechts eene en dat was een be
koorlijk meisje, waarvan de beeltenis aau dit
kettinkje hangt. Zij heette Sophie en was de
dochter van eeu ambtenaar in dienst van den
hertog van Brunswijk, die haar zelf van een be
zoek weder te huis bracht. Ik zag en hoorde
niets dan haar alleen, anders zou ik wel een
jongen, knappen ridder hebben moeten zien,
die eveneens de kroeg binnenkwam en na
tuurlijk ook slechts oogen voor de liefe
lijke vrouwengestalte moest hebben. Wat zal ik
daar veel van zeggen, dokter. Ik was een dwaas,
en geloofde, dat deze engel, naar ziel en lichaam,
mij moest beminnen en mijn rijkdom er bij. Ik
die juist nu tot verhoogde belangstelling prik
kelde, door de toezegging van geschiedkundige
memoriën.
Het bericht, dat door den Minister van Binnen-
landsche Zaken en den chef der afdeeling Water
staat drukke conferentiën met buitenlandsche
ingenieurs over belangrijke waterwerken hier te
lande zouden gehouden worden is, naar ons wordt
medegedeeld, onjuist. Is het trouwens waarschijn
lijk, dat de Minister, indien hij omtrent Neder
landsche waterwerken wenscht ingelicht te wor
den, daartoe vreemde ingenieurs zou raadplegen?
Stoompost
Door den gemeenteraad van Aarden burg is be
sloten een post van ƒ1000 op de begrooting voor
1872 uit te trekken, ten einde den 200jarigen
gedenkdag van den 26sten Juni 1672, op dien dag
feestelijk te vieren.
Voor de benoeming van een leeraar in het
handteekenen aan de Burgerdagschool te Amster
dam worden voorgedragen de heeren H. Valken
burg, leeraar aan de burgeravondschool te Zwolle,
G. M. Kosters, leeraar in het handteekenen te
Leiden en J. van der Keilen, onderwijzer in het
teekenen aan eeu tusschenschool te Amsterdam.
lu de Debating-Society Vooruitgang te Amsterdam
zal op Woensdag 6 December 1871, worden ver
dedigd de volgende stelling:
„Het onderwijs aan jongens en meisjes geza
menlijk, aan inrichtingen voor middelbaar ouder
wijs gegeven, is meer bevorderlijk voor de ont
wikkeling dan afzonderlijke opleiding."
Naar men verneemt, is te Vlaardingen door
het aldaar gevestigde departement der Nederland
sche Maatschappij ter bevordering van Nijverheid
een aanvang gemaakt met de nadere behandeling
van het plan tot oprichting eener Kweekschool
voor de Visscherij, welk plan in de dit jaar te
Haarlem gehouden algemeene vergadering der
Maatschappij met grooten bijval is vernomen.
Ten gevolge van dit overleg heeft reeds eene
bijeenkomst van vertegenwoordigers der Vlaar-
dingsche reederijeu plaats gehad, welke bijeen
komst zeer talrijk bezocht is geweest en waar
die reederijen eene bijdrage van 20 voor eik
schip voor de kosten der oprichting hebben toe-'
gezegd.
Bij resolutie van 27 November heeft de Minister I
van Justitie zijn bijzondere tevredenheid betuigd
over hun loffelijk gedrag en den door hen be
toonden moed aan den wachtmeester-komman-
dant P. de le Lijs en aan den maréchaussée
P. W. C. Maks, beiden te Hulst, die den 30slen
September jl. onder Ctinge hebben bekeurd
(wegens jachtovertreding) de gebroeders Staes uit
België, wier jachtgeweren zij eerst na een hard
nekkige worsteling van ruim een half uur konden
in beslag nemen.
Bovengenoemde stroopers zijn bij vonnis van
de Arrondissements-Rechtbank te Goes op 30 Oc
tober jl. veroordeeld o. a. tot een jaar cell. gev.
en komen nu onder de gesignaleerden in het Alg.
Politieblad voor.
De Minister van Financiën verwittigt de be
langhebbenden, dat een geregelde dienst vbd
pakketbooten is in werking gebracht tusschen
Hamburg en Bremen ter eene, en Colon-Aspin-
wall ter andere zijde. Het vertrek beeft plaats
als volgt:
van Bremen, den ?den van elke maand;
van Hamburg, den 23sten van elke maand
Door middel van de genoemde stoombootlijnen
kan eene verzending geschieden van gewone
brieven, gedrukte stukken en monsters van koop
waren, bestemd voor
a. Bolivia, Chili, Ecuador en Peru;
4. Costa-Rica, Guatemala, Honduras, Nicaragua
(behalve Greytown), Sah-Salvador, Nieuw-Gra
nada, Venezuela en St. Thomas;
c. Greytown en de Fransche en Engelsche be
zittingen in West-Indië.
De met de bedoelde pakketbooten te verzande
correspondentie is aan eene gedwongen frankeei,
tot de haven van ontscheping onderworpen
te voorzien met het opschrift: „via Bremen"
„via Hamburg."
Het port der brieven bedraagtvoor de sub
vermelde landen, 80 cent per 15 grammen, voor
die sub b, 40 cent per 15 grammen, en voor di-
sub c, 60 cent per 15 grammen.
Dat der gedrukte stukken en monsters: von
de sub a. vermelde landen, 13 cent per 40 gram.
men, en voor die sub b en c, 10M> cent per ra
grammen.
Z. M. heeft den luitenant-ter-zee der 2de klaj;e
A. G. Westerouen van Meeteren, met ingang vu
den lsten dezer, bevorderd tot luitenant-ter-z«
der 1ste klasse.
BINNJENLAND.
Zaandam, 3 December. In de gisteren gehoudst
vergadering van den Raad werd de nieuw fc
noemde Burgemeester Mr. A. Greebe plechtig g»
installeerd door den oudsten Wethouder. Mi
Greebe aanvaardde zijne betrekking, en uitte de
hoop, dat hij aan de verwachtingen zou kunnen
beantwoorden.
Het eerste besluit van den Gemeenteraad, on
der den nieuwen Voorzitter, was de intrekking
der verordening op de samenscholingen; welke
intrekking in de vorige zitting door den aftre
denden Burgemeester was voorgesteld.
Het muziekkorps der dd. Schuttel ij heeft gis
terenavond, vergezeld van het korps officieren,
eene serenade met fakkellicht gebracht aan onzen
nieuwen burgemeester den heer Mr. A. Greebe
en aan den afgetreden burgemeester den heer
Mr. H. J. Smit.
's Gravenhaoe, 3 December. Dinsdag a. s. des
namiddags te 3 uren zal Mr. Wyckerheld Bisdom
worden geïnstalleerd als substituut-griffier bij hel
Hof in Zuid-Holland.
Ingevolge een raadsbesluit van 7 Nov. jl,,
moet in elke der twee afdeelingen van politie,
waarin de gemeente behalve Scheveningen -
wordt verdeeld, een afzonderlijk bureel zijn ge
vestigd, ODder beheer van een commissaris. Burg,
en Weths. hebben doen omzien naar eene ge
schikte localiteit waarin het tweede bureel zou
zijn te vestigen; en, na overleg met den Hoofd
commissaris, meenen zij te moeten voorstellen, tót
dat einde te huren het huis u°. 5, aau de Niw,\se
Haven, dat tot 1 November jl. in huur was bij
de Maatschappij tot exploitatie van Staats-spoor-
wegen. Dit huis voldoet aan de vereischten, is op
een geschikt punt gelegen en kan met 1 Januati
1872 worden betrokken. Het voorstel strékt om
de huur aan te gaan voor drie jaren tegen den
prijs van 700 's jaars.
Rotterdam, 2 December. Het trekt hier bijzon
der de aandacht dat de havens zóo vol mei
bovenlandsche en beladen vaartuigen ligt, dat de
vaart hier en daar er door wordt versperd. De
lage waterstand belet het vertrek van deze vaar
tuigen, en er is bij de voortdurende oostenwinde!
en uitzicht van vorst, wel geene spoedige Ter
betering te voorzien. Om het verkeer in te
havens gemakkelijker te maken ware het li
wenschen, dat aan dergelijke beladen schepen ia
afwachting van hun mogelijk vertrek andere plaat
sen werden aangewezen.
Hedenmorgen werd door twee ambtenares
een man aangehouden die een fust jenever
vervoerde, zonder door een biljet van Vervoer
gedekt te zijn. Naar het zeekantoor gebracht
werd de man zóo door den schik bevangen, dat hij
plotseling dood bleef.
dacht niet aan mijne zaken, maar volgde hen
naar Brunswijk en vond er Dog maar altijd niets
bijzonders in, dat de ridder ook de karavaan
vergezelde. Ik was een dwaze knaap, dokter, en
het einde van het lied was, dat de ridder Sophie
schaakte. Het was eene treurige geschiedenis,
want de knappe ridder was een prins, de broeder
van onzen zaligen hertog George. Hij kon met
baar niet trouwen, en zij was door deze liefde
haar geheele leven geschandvlekt."
Johan Duve zweeg eenige minuten, terwijl
zijn oogeu op het beeld gevestigd bleven,
Toen ging bij op een vasten toon voort: „de
tijd ging voorbij, ik vergat de dwaze geschiede
nis uit mijne jeugd en werd een maD, die een
trouwe en lieve vrouw vond, en daarmede den
hemel op aarde. Omtrent negen jaar geleden,
deed ik weder eene reis naar het Harzgebergte,
ik werd tot bergfactoor benoemd en had den ge-
heelen bergbouw gepacht. Die kroeg was er niet
meer, eeD statig huis was in de plaats gekomen,
door een muur omgeven. Nieuwsgierig begeerde
ik binnengelaten te worden, en wie deed mij de
deur open Een man, in wien ik aanstonds prins
Frederik herkende. Ik was verlegen en verrast,
hij echter bezat even als ik, een goed geheugen,
en reikte mij de hand ter verwelkoming. Zwij
gend bracht hij mij in het huis in eene kamer.
Daar lag eene bekoorlijke vrouw op de lijkbaar
terwijl twee lieve kinderen haar beweenden
Dat was die Sophie, die ik eens beminde. Zij had
geboet voor hare lichtzinnigheid en was nu eerst
gelukkig. De prins had haar spoedig verlaten
nadat twee joDgens, welken zij het leven ge
schonken had, kort daarna gestorven waren.
Daarop had een ander haar tot vrouw genomen,
en eindelijk was zij van hartzeer gestorven. D<
beide meisjes wareD de hare, en de vader, een
ruw gevoelloos man, beschimpte de ongelukkige
zelfs bij haar sterveD, terwijl hij de kinderen
verloochende. Zij had bij het sterven den wenscb
geuit, den prins nog eens te zien. Deze was juit'
in Herzberg en de man vervulde daarom haar
wensch, ten einde zoo de gelegenheid te hebW
de kinderen te kunnen verstooten. Prins Fredenb
was gekomen en vond slechts een lijk, op da'
oogenblik was het, dat ik binnenkwam."
Nogmaals zweeg Johan Duve, en bedekte be'
bleeke gelaat met de handen; hij zag niet aan
welke verschillende gewaarwordingen de arts
ter prooi was, hoe het in zijn binnenste kookte
en stormde en hij de hand op zijn hart drukte,
als zou het bersten.
Wordt vervolgd).