Dinsdag
528 November.
W. 3621.
1874.
Feuilleton van liet „Leidsch
Dagblad".
BB MMOTOSCHE PATRIOT,
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maanden.ƒ3.00.
Franco per post9 3.85
Afzonderlijke Nommers0.05.
üeze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zen- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVKRTKNTIKN.
Voor iAd.rsn r.j.l0.1 S.
Grootare lattari uur 4* plaatsruimte die iq beslaan.
Lelden, 27 November.
De zitting van de Tweede Kamer van Zater
dag heeft de behandeling van de begrooting van
Biuneni. Zaken weinig verder gebracht.
De Kamer begon met art. 71 [verbetering der
wieren Rijn en Lek219.280, waarbij van con
servatieve zijde) op 't voetspoor van Jhr. v. d.
lieicn's licht en dicht brochuretje en in harmonie
met de uangenomeu houding om met de inkom
stenbelasting voor oogen het bestaand tekort in
bezuiniging op de staatsbegrooting te vinden,
uadrukkelijk werd opgekomen tegen de opvoering
van de uitgaven voor den waterstaat en de open
bare werkeD.
Door den heer Begram werd eene poging aan
gewend om tot de kennis te geraken in hoever
de Kamer met de conservatieven zou medegaan.
Maar zijn amendement tot verminderiog van den
post voor de verbetering van de rivier de Waal
met eene som van f51,000 werd verworpen met
46 tegen 16 stemmen.
De heer v. d. Heim wenschte in zijne brochure
Aanleekeningen op de staatsbegrooting op de Vide af-
deeling dergelijke amendementen te hebben voor
gesteld tot een bedrag dat het tekort nog over
schrijdt.
De behandeling der artikelen die betrekking
hebben op bet üellegat, den Rotterdamschen en
Amsterdamscben waterweg werd, om onderschei
dene redenen, tot nader aaugehouden.
Nadat de artt. 109—116 waren aangenomen werd
alvoreos tot art. 116 over te gaan de begrooting
voor de staatsspoorwegen in behandeling genomen.
Bij art. 12 werd bet debat gestaakt, vermits
onderscheidene leden verrast waren door het uit
stellen van de bovengenoemde artikélen ëu de
stukken over deze begrooting niet bij zich hadden.
Bij het uitbrengen van verslagen over adressen
bij de Kamer ingekomen, stelde de heer van
Wassenaer van Catwyck voor het adres van de
Kamer van Koophandel te Leiden, tot afschaffing
der zeepbelasting, naar den Minister van Financiën
te verzenden met verzoek om inlichtingen.
De Kamer nam met 29 tegen 8 stemmen de
coDClusie van de commissie voor de petitiën aan
om het adres ter grilfie neder te leggen.
De Voorzitter merkte echter op dat deze stem
ming onwettig was, wegens niet voldoend aantal
leden, zoodat in de zitting van hedeu eene
oieuwe beslissing zal dienen te worden ge
nomen.
Tevens werd tegen heden aan de orde gesteld
de conclusie der commissie voor de verzoekschrif
ten in zake den kapitein Janssen.
Eergisteren, Zaterdag, werd hier ter stede ge
constitueerd voor het 3de district vau Zuid-Rol
land eene afdeeling van de „Vereeniging tot
verbetering der onder wijzerstractementen in
Nederland." Tot bestuursleden dier afdeeling
werden verkozen de beeren N. Brouwer, S. P.
Per dijk en A. v. d. Harst.
Het is thans twee jaren geleden dat een der
grootste ondernemingen van onze eeuw de
aanleg van bet kanaal van Suez geopend en
door de vertegenwoordigers van alle volken
begroet werd. Aanvankelijk heeft die onderne
ming, welke vooral te danken is aan de stand,
vastigheid en geestkracht van éen man, den heer
de Lesseps, reeds gewichtige uilkomsten opgeleverd
en, wanneer de algemeene vrede den wereldhan
del zal blijven begunstigen, zullen die uitkomsten
zeker nog vermeerderen.
Ouder de landen, welke bij de inwijding van
het Suez-kanaal vertegenwoordigd waren, be
hoorde ook inzonderheid Nederland, dat een zijner
vorsten, op de noodiging van den onderkoning,
naar Egypte zag vertrekken en daardoor het be
wijs gaf van de booge belangstelling hier te
lande in een werk waarbij Neêrlands waterstaat
inet zooveel hoogschatting werd erkend en de toe
komst van zijn handel en koloniën zoo zeer be
trokken is.
Z. M. de Koning, blijken willende geven hoezeer
H. D. op prijs stelt de hooge onderscheiding en
de bewijzen van bijzondere gastvrijheid welke
Zr. Ms. beminde broeder Z. K. H. prins Hendrik
der Nederlanden en tAl van Nederlandsche onder
danen tijdens H. D. verblijf en doorreize in Egypte
bij gelegenheid van de opening van het Suez-
kanaal in 1869 zoo ruimschoots ondervonden heb
ben, heeft, naar men verneemt, goedgevonden
verschillende eerbewijzen aan vorstelijke perso
nen en overheidspersonen in Turkije en Egypte
toe te kennen. Zoo zijn o. a. benoemd tot groot
kruizen der orde van de Eikenkroon In Turkije:
Zijne Hoogheid Mahmoud Pacha, grootvizier,
H. H. E. E. de Minister van Buitenlandsche Zaken,
Server Pacba, en de groot-ceremoniemeester
Kiamil Bey.
In Egypte: H. U. E._E. Nubar Pacba, Minister
van Baitenlandsche] Zaken, en Sberif Pacha, Mi
nister van Binnenlandsche Zaken. 'H. H. H.
de erfprins Mahomed Tewfik Pacba en de prios
Hussein Pacba.
Tot groot-officieren: in Turkije: De groot
kanselier van den divan Arifi-Bey; de secretaris
bij het Ministerie van Buitenl. Zaken, Serkie Ef-
fendi en de voorsteller der vreemde Ministers
en gezanten: Ali Riza Bey.
In Egypte: H. H. E. E. de vice-adiniraal Cas-
sim Pacha en de gouverneur van Aleiandrië,
Zeky Bey.
Vermist, tusschen Tiel en Utrecht, een aange-
teekend pakket, inhoudende, een aangeteekenden
brief, waarin een bankbiljet groot ƒ300 C n4. 3801,
voor Mejufvrouw M. G. van de Poli, te Nijmegen,
afgezonden door W. van de Poll, rechter in ,de
Arr.-Rechtbaok te Tiel.
De ComuiisiarU van politie te.Utrecht verzoekt
opsporing, aanhouding en bericht.
Den 25sten November is de2de serie kapiteins,
die te Breda aan het krijgsspel hebben fieelge
nomen, weder naar hunne garnizoenen vertrok
ken en vervangen door de 3de serie.
JOHAN DUV.E,
OP
BIENSCHENL1BFDE EN BIJGELOOF.
NAAR HLT HOOGDÜITSCH VAN
EM31IE HEXIsrBICHS.
Vervolg.
Hier kreeg Erich een mandje met het noodige
'er verkwikking en versterking van den.ouden
'ader, waarmee hij ijlings vertrok, terwijl de
dokter zich in zijn heiligdom begaf, om er
eigenhandig een heilzamen drank voor zijne
arme zieke te bereiden.
Hij moest met geweld zijne gedachten bij el
kander houden. Steeds dwaalden zij af eD hoorde
Dij de zouderlinge woorden der koortslijderes,
dat zij een ander, een geleerd man beminde en
Erich Barnstorff niet wilde toebehooren,
„Waar waren dan vroeger mijne oogen?"
vraagde hij zich zeiven af, en zijne slapen brand
den, zijn hart klopte bij het verleidelijke beeld,
dat de herinnering hem voortooverde.
„Wien bemint zij?" zoo klonk het in zijn bin
nenste, en onbarmhartig gaf het verstand ten
antwoord: „Dwaas, die gij zijt, stelt gij vertrou
wen in de wartaal van een ijlende? Het is niets
anders, dan het uitvloeisel van waanzin. En al
ware het werkelijk, zoo als gij gelooft, wat dan?
Kan zij de uwe worden, de verachte en veraf
schuwde dochter der heks? Zoudt gij niet beiden
ongelukkig worden?"
Hij wilde deze gedachten verbannen en slechts
dokter zijn en aan den drank trachten te denken.
Maar de geesten, die hein in ontwaakt waren, zwe
gen Diet meer, od toen de drank gereed was,
riep hij op triomfeerenden toon uit, als wilde hij
de wereld met hare vooroordeelen Diet meer
erkennen„En bemint zij mij, dan trotseer ik
alles, wat mij hinderpalen in den weg stelt 1 Dan
wordt zij mijne vrouw, al zou ik met haar tot
aan het einde der wereld vluchten I"
Hij sloeg den mantel weder om, nam den drank
mede en verliet op nieuw het buis.
Toen kwam bem een man buiten adem tegen.
Het was Erich Barnstorff.
„Mijn hemel, ntyjnheer de doktert" stamelde hij
In de debating-society Vooruitgang te Amster
dam, zal op Woensdag e. k. worden verdedigd
de volgende stelling:
„Tegen de door velen aangenomen gewoonte
om hunne leveranciers op betaling te laten wach
ten, zijn geene doeltreffende maatregelen te nemen."
Bij het departement van financiën is in de maand
Juni dezes jaars ontvangen een rapport van Dr.
J. W. Gunning, hoogleeraar in de scheikunde aan
het Athenaeum Ulustre te Amsterdam, over bet
gebruik van gemethyleerd gedistilleerd in ver
band met den daarvoor toegekenden vrijdom van
accijns, alsmede over de behoefte aan en de pro
ductie van houtgeest. Dit rapport van belang voor
de nijverheid, wordt in de Staats-Cuorant van heden
medegedeeld.
Ongehuwde gepensioneerde officieren van ge
zondheid der 1ste of 2de klasse van het leger in
Nederlandscb Oost-Indië of van de landmacht
in West-Indië, die wenschen in aanmerking te
komen voor de opengevallen betrekking van offi
cier van gezondheid bij bet Koninklijk Militair
Invalidenhuis op Bronbeek naby Arnnem, waar
aan, voor zooveel noodig, de waarneming van den
pharmaceutiscbeu dienst in dat geslicht is verbon
den, worden uitgeuoodigd zich daartoe, ouder
overlegging van hunnen dienststaat, bij gezegeld
request, vóór ultimo December a.s. te wenden tot
bet Ministerie van Koloniën.
Aan deze betrekking, welke voortaan onver-
eenigbaar is met het uitoefenen der burger-prac-
tijk buiten het gesticht, is verbonden eene toelage
van ƒ800 'sjaars, benevens het genot van vrjje
inwoning in het gesticht.
Vanwege den Minister van Staat en Binnen.
laDdscbe Zaken is ter algemeene kennis ge
bracht:
1*. dat de Commissie, belast inet het ezaminee-
ren van hen die het diploma, vermeld in art.
16 der wet van 1 Juni 1865 [Staatsblad n'. 59),
wenschen te verkrijgen, ^zitting zal houden op
Vrijdag 8 December e. k. en volgende dagen, te
Leiden.
2°. dat de Commissie, belast met het examinpe-
ren van hen die eene.akte van bevoegdheid als
arts wenschen te verkrijgen, of hunne vroeger
verkregene bevoegdheid verder weuschen uit te
breiden, overeenkomstig artt. 27 en 28 dier wet,
zitting zal houden op Maandag A December e. k.
en volgende dagen, te Amsterdam;
3'. dat de Commissie, .belast met het examinee-
ren van hen, die eene akte van bevoegdheid als
hulpapotheker wenschen te verkrijgen,zitting zal
houden op Maandag 4 December e. k.en volgende
dagen te Utrecht;
V. dat de Commissie, belast met het examinee-
ren van ben, die eene akte van bevoegdheid als
apotheker wenschen te verkrijgen, aifting zal
bonden op Vrijdag 1 December e. k. en volgende
dagen te Utrecht.
De Minister van Financiën maakt bekend dat
bij hem ontvangen is eeue som van ƒ200, door
een Oübekende, onder de letters V. V. (postmerk
Amsterdam), tot voldoening van verschuldigd re
gistratierecht ingezonden.
Bij beschikking van 24 November 1871 is aan
A. Smit, te Ridderkerk, tot wederopzegging, ver
gunning verleend voor -een stoomsleepdienst langs
de rivieren in de provinciën Noord-Brabant
Gelderland, Zuid-Holland en Zeeland, voor zoover
aldaar sleepbooten worden toegelaten.
Bij beschikking van 24 November 1871 is aan
P. Smit Jr., te Alblasserdam, tot wederopzegging,
vergunning verleend voor een stoomSlëêpdienst
langs de rivieren in de provinciën Noord-Brabant,
Gelderland, Zuid-Holland, Zeeland, voor zoover
aldaar sleepbooten worden toegelaten.
De generaal-majoor M. D. graaf van Limburg
Stirum, buitengewoon adjudant des Koniugs
maakt, overeenkomstig de aankondiging in de
Staatscourant van den 19den Augustus j!., bekend,
dat bij bem is ontvangen tot het oprichten van
een monument ter eere der gesneuvelden in de
Citadel van Antwerpen in Deoember 1832: twee
bijdragen van de vereeniging bet Metalen Kruis,
door tusschenkomst van huren thesausier, den beer
M. Brandon Mondolpho te Amsterdam, als: van
de afdeeling Amersfoort ƒ10 en van de tweede
sectie te Breda 6; te zamen ƒ15.
De luitenant-ter-zee der 1ste kl. J. M. H. Ber -
voets; de luitenants-ter-zee 2de kl. D. E. f. van
de Rivière, S. T. Land, dienende op Zr. Ms.
wachtschip te Hellevoetsluis, en de luitenants-
ter-zee 2de kl. C. H. de Goeje, W. J. Derx, P.
G. Bruch, W. baron van flogendorp, C. Bijleveld,
respectievelijk dienende op Zr. Ms. monitor Kro
kodil, wachtschip te Willemsoord, rampqbip Scltor-
pioen, monitor Tijger en monitor Heiligerlee, de
beide laatstgenoemden als 1ste officier, worden
met den loden December a.s. pp non-activiteit
gesteld.
Voorts worden met den 16den daaraanvol
gende geplaatst: up Zr. Ms. wachtschip te Hel
levoetsluis, de l|iitenant-ter-zee ,1ste klasje Q.
Schuyienburg, de luitenante,.ter-zee 2de kl. H.
L. C. Wolterbeek Muller en H. J. R. Sutherland;
in de rol van gemelden bodem en gedetacheerd
op Zr. Ms. flotiUe-yaartuig Hector, de iqfteuant-
terzee 2de .kl. J. A. Snoek; pp Zr. Ms. mo.nitor
Heiligerlee, de luitenanl-ter-zee ,24e (tl.,,L. A. Wal-
aardt Sacré, als 1ste officier op Zr. Ms. mpqitor
Tijger, de luitenants-ter-zee 2de kl. H. A. Sirka
en G. M. Dolleman, eerstgenoemde als lste.pffi-
cierop Zr. Ms. monitor Krokodil, de luitenant-ter
zee 2de kl. D. Hordijk; pp,fir. Ms. waqhtsebjp
te Willemsoord, de luiten^nt-ter-pee ,2de kl. J.
V. Wierdsma; en op Zr. Ms. rauischjpA'cAvrpioen,
de luitenant-ter-zee 2de klasse B. T. W. ,yan
Hasselt. t
Z. M. heeft aan F. J. WitteveeD, op zijn verzoek
eervol ontslag verleend, als kapit. bij de dd.schut
terij te 's-Gravenhage en voorts bij de dd. schut
terij te 's-Gravenhage benoemd: tot kapit. J. J.
in den groolslen angst. „Mijn oude vader is weg,
in het geheele buis niet te vinden."
De dokter schrikte hevig. „In dit ruwe weder
de oude, zwakke man, hij zal het besterven.
Waar bem echter te zoeken Men kan elkander
in deze duisternis bijna alleen op het gevoel her
kennen, en toch moet er iets gedaan worden."
„Ik ga aan mijne zieke een drank brengen,"
sprak de dokter na eenig nadenken. „Ga gij nu
aan den overkant, en doorzoek de straat, ik zal
deze zijde kiezen en geen boek, voor zoo ver de
duisternis het toelaat, ondoorzocht laten."
Erich gehoorzaamde, terwijl zij bij de markt-
kerk scheidden, en met een bedrukt hart ver
volgde dokter Horn zijn weg naar den kleinen
Wulfeshorn.
Toen hij in die straat kwam, welke van de
Oosterstraat af, van den grooten tot aan den
kleinen „Wulfeshorn" de Koperslagers-straat ge
noemd werd, struikelde hij over een voorwerp,
dat -midden op den weg lag.
Albert Horn droeg steeds eene kleine dievenlan
taarn bij zicb. Eene buivering ging hem door
de leden, toen hij bij het schijusel dezer lantaarn
een bewusteloos mensch zag. Was bet de wol
lenwever?
De man lag .met het gelaat op den door den
regen doorweekten bodem. De dokter keerde
hem met moeite om en lichtte hem in het aan
gezicht.
Het was de zoon des beuls, Thiele Ebers.
Een wonderlijk gevoel bekroop hem. Voor
dezen roekeloozen knaap had hij vrees en afschuw
gehad. Hij had gebeefd om Sophie's wil en nu
lag deze mensch bewusteloos, misschien dood
voor hem. De dokter had op dit oogenbjik een
gevoel, als hadde hij hem zelf gedood.
Zou hij den etiendelmg, den verworpen beuls
knecht hier laten liggen Was hij niet misschien
nog te redden?
Slechts eenige oogenblikken duurde deze twij
fel, toen bad de geneesheer over uen mensch
gezegevierd.
Hij boog tot hem neder en beproefde den dik
ken rok open te maken. Verschikt trok hij de
hand terug, toen zij rood van bloed werd.
Besluiteloos stond hij daar. Wat zou hij hier
met den gewonde beginnen!
Daar hoorde hij voetstappen in de stilte, plot
seling werd de Oosterstraat verlicht. Uit een
heerenhuis keerde een voornaam burger in een
draagkoets en door bedienden met fakkels ver
gezeld, zooals dat gebruikelijk was, naar huis
terog.
Wordt vervolgd.)