behoorde, die door den waterstaat moest voor
gelicht worden. Jlochten er rapporten bij hem in
komen, dan zou hij ze gaarne overleggen.
De heer Nierstrasz nam ook aan de discussie
deel, maar week van den heer Tak in zoover
af, dat hij ook bij den Minister aandrong om
het gevoelen van de hydrografie ook in te win
nen omtrent de doorgraving van den Hoek van
Holland.
Ook hem verwees de Minister, naar Binnen-
landsche Zaken. De ambtenaren van den water
staat gingen even goed de werken van den Hoek
van Holland geheel in de bij zonderheden na.
De heer Nierstrasz bleef nogtans aandringen
op grond ook van bet groote belang van het
werk, waaraan zoo groote sommen werden ten
koste gelegd, en over welks russite zoo uiteen
loopend gedacht wordt.
De Minister van Marine ging nu een stap ver
der. Hij zeide m. a. w. tot den heer Nierstrasz:
Gij vraagt naar den bekenden weg. Men weet
immers dat de chef der hydrografie niet gunstig
voor de doorgraving gestemd is en dat het werk
tegen zijn zin is aangevangen.
Deze discussie had geen verder gevolg.
Nu werd de begrooting voor het Depart, van
Binnenl. Zaken onder handen genomen.
Bij iedere afdeeling zou gelegenheid tot alge-
meene beraadslagingen worden gegeven.
De heer Begram opperde bedenkingen tegen
het hooge eindcijfer dezer begrooting, dat wederom
ruim li* millioeu hooger is dan in 1871, en
schreef dit toe aan de uitzetting der openbare
werken. Hij bekeurde een en ander in verband
tot het financieel tekort, en waarschuwde dat
men niet te lichtvaardig op den weg tot verhoo
ging van uitgaven voor openbare werken voortga.
De Minister van Binnenl. Zaken erkende dat
hij een duur Minister was, en waar het op deze
begrooting vermeerdering van uitgaven betrof, de
grootste zondaar was. Doch 't kwam z. i. bij de
beoordeeling van een en ander hoofdzakelijk aan
op de vraag of wij waarde voor het uit te geven
geld zullen krijgen.
Hierna werden de algemeene beraadslagingen
gesloten.
De eerste afdeeling (kosten van het Departe
ment) wordt goedgekeurd.
Bij de tweede afdeeling drong de heer van
Kuyk aan op verbetering van het lot der amb
tenaren van de provinciale griffiën, waarbij hij
tevens ter loops, zeer terecht, de lage bezoldigin
gen van de leden van Ged. Staten ter spra'-e
bracht, in verband niet alleen met den enormen
omvang dezer betrekking en de groote bekwaam
heden die er voor vereischt werden, maar ook
de onbillijkheid dat de leden van dit college bij
zulk gering tractement bijkaus van alle betrek
kingen zijn uitgesloten.
De Minister vau Binnenl. Zaken bleef de nood
zakelijkheid tot verhooging der eerstbedoelde be
zoldigingen ontkennen, maar liet zich, althans
volgens de lezing van ons verslag, niet uit over
de opmerkingen nopens de leden van Ged. Staten.
De heer v. Kuyk liet bij Art. 9 dezer afdeeling
(kosten voor de provincie Gelderland) de Kamer
tusschen zijne meening en die van den Ministei
uitspraak doen.
Zijn amendement tot verhooging van dit artikel
met f 1000 ten behoeve van de ambtenaren ter
prov. griffie van Gelderland uerd verworpen met
46 tegen 16 stemmen.
Deze en de 3de afdeeling (Nationale Militie)
worden goedgekeurd.
Bij de 4de afdeeling (Medische politie) kwam
de gewichtige quaestie der fabriekskinderen ter
sprake.
De heer van Houten verdedigde het beginsel
dat de staat in deze tusschenbeide moest komen,
om te weren dat misbruik worde gemaakt van
„Zij is bedenkelijk ziek!" antwoordde de dok
ter. „Als daar kans op was, zou ik haar onder
andere verpleging laten brengen."
Erich knielde voor het leger neder en drukte
het bleeke gelaat daartegen. Met kracht stegen
de tranen uit zijn hart op en baanden zich een
weg tot de trouwe oogen. De arme jongeling
snikte als een kind.
Met een somber gelaat stond de dokter daarbij
en bijna vijandig viel zijn blik op den knielenden
Erich.
Toen kwam er plotseling een diepe droefheid
op zijn edel gelaat. Medelijdend legde hij de
hand op Erich's boofd en zeide:
„Houd moed, Erich 1 Ik hoop het meisje met
Gods hulp spoedig te herstellen, en dan ja,
dan zal God wel verder helpen. Wilt gij mij nu
volgen? Uw vader wacht op u en ook hier is
dadelijk hulp noodig."
Erich stond op en volgde den dokter zwijgend.
Daar buiten was de beul reeds lang verdwenen.
Toen zij buiten kwamen in den storm en regen,
sloop hen iemand na. Het was Thiele Ebers, die
dicht achter hen bleef.
„Als Sophie door uwe hulp gered zal zijn,
dokter", zeide Erich, „zult gij dan uw woord
van heden avond tot waarheid maken en haar
mij tot vrouw geven?"
den arbeid op het veld of in de fabriek dier kinde
ren beneden een bepaalden leeftijd.
De heer Rombach prijst als afdoend mid
del aan om misbruiken ten deze te keer te gaan,
het invoeren van verplicht onderwijs. En zoo
veel kan, onthoude men zich van partiëele maat
regelen.
De heer Idzerda bestreed de staatstusschenkoms t.
Het eenige wat de Regeering kon doen, was uit
breiding van het onderwijs, afschaffing van ac-
cijnsen op de eerste levensbehoeften, en in de
wet, houdende toezicht op de oprichting van
fabrieken, bepalingen op te nemen, voor vol
doende ventilatie, verlichting, verwarming enz.
De Minister van Binnenl. Zaken bleek opnieuw
niet gezind te zijn deze quaestie tot bemoeiing
van den wetgever te maken. Was de heer van
Houten zoo zeer overtuigd van de dringende
noodzakelijkheid eener wettelijke regeling, terwijl
de Minister dit nog niet inzag, de afgev. had het
middel bij de hand om van het recht van initi
atief gebruik te maken.
Wij hopen dat de heer van Houten zich dit
niet tweemaal zal laten zeggen en spoedig de
handen aan 't werk slaan. Beschroomd om van
het recht van initiatief gebruik te maken, is hij
niet; dit heeft hij meermalen bewezen.
En de afgev. kan zeker zijn dat hij in deze
quaestie niet zoo geïsoleerd zal staan, als met me
nig ander zijner beginselen het geval is. Wel
bestaat er groote verdeeldheid omtrent dit groot
vraagstuk van practische staathuishoudkunde, het
geen echter niet wegneemt dat er, waar deze
quaestie in zoo nauw verband staat met den so
cialen toestand van een volgend geslacht, pogingen
tot oplossing aangewend behooren te worden.
Wij beroepen ons hierbij op het gezag van den
Hoogleeraar Vissering, die, in zijn Handboek voor
practische Staathuishoudkunde, staatstusschenkomst ten
(leze aanbeveelt vooral wat betreft de bepaling
der werkuren voor kinderen en verplichting tot
schoolbezoek.
Deze afdeeling werd na deze discussie goed
gekeurd.
De beraadslaging werd tot heden verdaagd bij
art. 71, onderstand aan hulpbehoevende gemeenten,
van de 5de afdeeling (verdere uitgaven van het
Binnenlandsch bestuur.)
De Minister van Oorlog heeft in dezelfde zit
ting een blijk gegeveu, dat het der Regeeriug
ernst is met de verbetering der verdedigbaarheid
van ons land. lngezondeu heeft hij de wetsont
werpen tot regeling en voltooiing van het vesting-
stelsel, tot het verleenen van buitengewone uit
gaven ten behoeve der artillerie en tot aanschaf
fing van vuurwapenen.
Van zijne toegezegde verklaringen bij de Be
grooting van Oorlog zal 't afhangen, of 't hem
gegeven zal zijn, die ontwerpen voor de Kamer
te verdedigen.
In de zitting van den gemeenteraad te Rotter
dam van gisteren werd o. a. behandeld de be
noeming van leeraressen bij de school voor mid
delbaar onderwijs voor meisjes. Alvorens daartoe
werd overgegaan, achtte de heer Eickma het
noodig eene toelichting te geveD, naar aanleiding
eener bij de stukken overgelegde missive van den
Inspecteur over het middelbaar onderwijs. Voor
de benoeming tot leerares in de Nederlandsche
taal- en letterkunde zijn namelijk aanbevolen
Mej. de Goeje en Leendertz. Deze laatste is, na
staking der stemmen tusschen haar en Mej. Kra
mers te Rotterdam, bij het lot aangewezen om
op de lijst te worden gebracht. Een tweede punt
was dat de Inspecteur had gewenscbt, het onder
wijs in de Hoogduitsche taal- en letterkunde te
zien opdragen aan de directrice, maar dat de
Commissie had gemeend, haar met het onderwijs
in de geschiedenis te moeten belasten, eensdeels
omdat daaraau drie uren per week minder be-
„Wei, mijn lieve Erich," vervolgde de arts,
met een gedwongen lach, „ben ik dan haar
vader? Daarover, denk ik, heeft Sophie zelve,
en in de tweede plaats haar grootmoeder te be
slissen. Overigens," voegde hij er zeer ernstig bij,
„moet er later, wanneer zij eerst geheel hersteld
is, iets geschieden. De zoon van den beul dingt
naar hare hand. Dat moeten wij verhinderen,
daartegen het meisje beschermen."
„Als de huisvrouw van een eerlijk man zou
haar zulk eene beleedigiug voor altijd bespaard
worden," merkte Erich zacht aan.
„Dat is ook mijne meening," hernam de dokter
vriendelijk.
„Maar ik geloof dat wij het haar zelve moeten
vragen, wanneer zij gezond is."
Thiele balde de vuisten, en wilde met een
sprong op Erich losgaan. Dezen mededinger
moest hij uit den weg ruimen.
Maar hij bezon zich, hief noch eens dreigend
de vuist achter hen op en snelde door storm en
regen weder terug naar den kleinen Wulfeshorn.
Haastig en zwijgend liepen de dokter en Erich
door het ruwe weder voort, in de richting van
de marktkerk, waar de eerste woonde.
Wordt vervolgd.)
steed zullen worden en de directrice derhalve
meer tijd zal overhouden tot toezicht op de ge-
heele schoolanderdeels omdat er onder de sol
licitanten naar de betrekking van leerares in het
Uoogduitsch eene was, die, zoowel door den In
specteur als door de Commissie en de directrice,
bij uitnemendheid geschikt werd geacht voor het
onderwijs in die taal, waarom de Commissie
dan ook gemeend had in het belang der school
te handelen, met die sollicitante voor dat vak
bovenaan op de lijst van aanbeveling te plaatsen.
Nadat de heer Mirandolle hierbij nog eene nadere
toelichting had gevoegd, werden tot leeraressen
benoemd
1". Voor de Nederlandsche taal- en letterkunde
Mej. M. A. S. E. S. de Goeje, te Leiden;
2°. Voor de Hoogduitsche taal- en letterkunde
Mej. E. Kempf, hulponderwijzeres te Groningen;
3°. Voor de Fransche taal- en letterkunde Mej.
C. M. J. Dejardin, hulponderwijzeres te Leiden;
4'. Voor de Engelsche taal- en letterkunde Mej.
J. M. Schaap, te Kampen;
5°. Voor de natuurlijke historie Mej. G. Mühring
te Ede.
De generaal-majoor Besier, chef van het topo
grafisch bureau, is door den Koning van Zweden
en Noorwegen benoemd tot kommandeur der
Wasa-orde.
De kiesvereeniging de Grondwet heeft, evenals
Burgerplicht, Mr. Godefroi tot candidaat gekozen
voor de Tweede Kamer met éene stem meer
derheid op den heer van Heukelom.
De Provinciale Staten van Groningen hebben
zich eergisteren vereenigd met het voorstel tot
het uitspreken der wenschelijkheid van de ver
andering van den tijd voor het houden der zomer
vergadering van de Prov. Staten op den eersten
Dinsdag in Juni in plaats van Juli. Het voorstel
van den heer Mulder tot het uitspreken van de
wenschelijkheid eener rijksinkomstenbelasting is
ingetrokken. In de afdeelingen achtten sommigen
de staten onbevoegd tot een oordeelvelling in zake
rijksbelasting; anderen beklaagden zich over de
late indiening van het voorstel.
De heer Schepel heeft medegedeeld de benoe
ming tot lid van Gedeputeerde Staten aan te
nemen.
De vergadering is daarna gesloten.
Na eene tweedaagsche teleurstelling wegens
den te lagen hoogwaterstand is gisterennamiddag
te 3 uren in tegenwoordigheid van de betrokken
directie en van vele belangstellenden op pijlers
12 en 13 van de spoorwegbrug alhier met gunstig
gevolg de laatste overspanning van den boven
bouw dier brug geplaatst.
Het geheel van die overbrugging doet zich zoo
gunstig mogelijk voor, en de uitvoering zoo van
onder-als van bovenbouw getuigt van de bekwame
hand en de accuratesse van ontwerpers en con
structeurs.
In de Haarl. Courant komt de volgende adver
tentie voor
17 Juni 17 November: „Inzender dezer re
gelen stelt, als warm Protestant, boven alles prijs
op vrijheid voor zich zeiven, maar weet zeer goed
dat die vrijheid onbestaanbaar is zonder eerbiedi
ging der vrijheid van andersdenkenden. Uitdien
hoofde heeft hij met groot leedwezen vernomen,
dat de Tweede Kamer op den 17den November
heeft besloten tot het intrekken der Katholieke
missie te Rome; immers hij gevoelt dat dit be
sluit duizenden zijner andersdenkende landge-
nooten diep moet krenken. De Kamer, dit besluit
nemende, was voorzeker in haar recht, en de
meerderheid der Afgevaardigden heeft den weg
der logica bewandeldmaar die meerderheid had
ditmaal vooral hetsummum jus, summa injuria"
in het oog behooren te houden daargelaten de
vraag of dit strookt met den geest onzer parle
mentaire instellingen. Intusschen de slag is ge
vallen, en het is nu plicht om naar vermogen
mede te werken tot het afwenden der treurige
gevolgen welke daaruit kunnen voortvloeien. Het
kan nu zijn nut hebben een terugblik te werpen
op April 1853, toen door eene handeling van den
Paus duizenden Nederlandsche Protestanten zich
ernstig gekrenkt gevoelden, omdat zij begrepen
dat daardoor inbreuk was gemaakt op hunne
rechten zoowel als op de rechten van Oranje.
Achttien jaren zijn sedert verloopen en op den
17den Juni 1871 heeft men allerwegen de oranje,
de nationale en de pauselijke kleuren, naast elk
ander zien wapperen en hebben diezelfde Pro
testanten er zich oprecht in verheugd, dat hunne
katholieke landgenooten in het vrije Nederland
openlijk getuigenis hebben kunnen geven van
hunne vaderlandsliefde, van hun geloof en van hun
nen eerbied voor hun kerkelijk opperhoofd.
Mochten deze weinige regelen eenigermate kun
nen strekken tot geruststelling van hen die thans
de toekomst met bezorgdheid te gemoet zien, dan
zal het doel, waarmede zij zijn geschreven, zijn
bereikt."
De officier van gezondheid Giesbers, van het
regiment grenadiers en jagers, wordt voor drie
jaren gedetacheerd bij het leger in West-Indië.
De openbare school voor gewoon lager onder
wijs te Lekkerkerk is op last van den schoolop
ziener gesloten geworden, omdat het lokaal te
klein was voor de schooljeugd, en het gemeen
tebestuur weigerachtig bleef voldoende verbete
ring aan te brengen.
Dr. M. Denekamp, arts te Rotterdam, die in
het afgeloopen jaar drie maanden te Dusseldorl
in het Evangelisch ziekenhuis en het particulier
lazareth der kunstenaars-vereeniging „Malkasten
onder het Roode Kruis werkzaam was, heeft dezer
dagen, namens het comité van laatstgenoemde
vereeniging, een prachtig gedenkblad van de
hand van den bekenden talentvollen professor
C. Scheuren ontvangen. Dit blad brengt, met
toepasselijke afbeeldingen, hulde aan de vele
geneeskundige diensten te dier plaatse verleend.
Aan het te Antwerpen verschijnend blad ie
Koophandel wordt gemeld, dat de zoo gunstig be
kende Vlaamsche volksschrijver Henri Conscience
gevaarlijk ziek ligt.
De officier van administratie der 3de klasse
J. H. de Sauvage wordt met den lsten December
aanstaande geplaatst op Zr. Ms. wachtschip te
Willemsoord.
Het Rijkstelegraafkantoor te Monster wordt
op den 30sten dezer, na afloop van den dienst, op.
geheven.
Z. M. heeft benoemd tot adjunct-ijker der maten
en gewichten en weegwerktuigenA. A. Wellen,
te Amsterdam, O. Venema, te Groningen, en Dr,
B. J. C. Hazelhoff Roelfzema, te Dordrecht.
Z. M. heeft aan W. A. Evertsz, op zijn daarto#
gedaan verzoek, eervol ontslag verleend als nota
ris te Oldeboorn, gemeente Utingeradeel, en be
noemd tot notaris binnen het arrond. Heerenveen,
ter standplaats Oldeboorn, gemeente Utingeradeel,
P. H. Themmen de Lang, cand.-notaris te Leeu
warden, een en ander in te gaan den lsten Ja
nuari 1872.
BINNENLAND.
Amsterdam, 23 November. In de op eergisteren
avond gehouden vergadering van de Democratischs
Vereeniging is het ter bespreking aangekondigde
onderwerp:
De invloed van 't vereenigingsleven op de volkshuis
houding, in behandeling gebracht.
Men was 't er over eens, dat de beweging on
der de arbeidende klasse geenerlei politieke strek
king had, maar enkel ontsproot uit het verlangeD
der werklieden, om grooter aandeel van ts
maatschappelijke rijkdommen en van de levens
middelen, die de natuur oplevert, te verwerven.
Er werd gewezen op de noodzakelijkheid om
ook de verstandelijke tekortkoming te doen op
houden, indien men de stoffelijke tekortkoming
wilde doen eindigen.
Daartoe moest de democratie medewerken en
dat te meer, omdat de liberalen van gisteren de
conservatieven zijn van daag, en 't van de libe
ralen niet te verwachten is, dat zij zich bekom
meren zullen over de zelfstandigheid en onafhan
kelijkheid der niet-kiesgerechtigde bevolking.
De democratie moest, zoo sprak men, 't ver
eenigingsleven als 't beginsel van onderlinge
bescherming en verdediging tegen knevelarijen
tegenspoeden beschouwen en dus bevordeten-
door verbeteringen voor te bereiden in vereent
gingen voor onderling hulpbetoon (ziekte, dood
en werkeloosheid)door de vorming van ver-
eenigingen tot stoffelijken vooruitgang, spaar- en
voorschotbanken, bouwvereenigingen, enz., voor
te staan; door vereenigingen, tot verstandelijke
ontwikkeling, zooals vooral in Duitschland, inde
„Bildungs-Vereine," in Engeland in de „mechanic
institutes" aangetroffen worden, ook in ons vader
land ingang te verschaffen. Men wees op 't feit
dat in Engeland thans meer dan 2000 dergelijke
instellingen met meer dan 300,000 leden gevonden
worden.
De beste werklieden in Engeland, zoowel in
de dorpen als in de steden, gaan des avonds naar
goede gebouwen, wel verlichte en verwarmde
zalen, met alle middelen om zich te oefenen,
voorzien.
Na vele discussiën over dat onderwerp, ging
de vergadering uiteen. Dinsdag 28 November,
's avonds te 8 uren, zal, in de Keizerskroon, op den
Singel, gesproken worden over het stellen van
een eandidaat voor het lidmaatschap der Tweede
Kamer, ter vervulling der, door het uittreden van
Mr. C. Fock, voor Amsterdam opengevallen plaats-
Verscheidene bezoekers traden, na alloop
vergadering, tot de Vereeniging toe.
's Gkaveniiage, 23 November. Bij het heden-
in het gebouw van het Prov. Gerechtshof voort
gezette examen, zijn als candidaït-notarissen toe
gelaten de heeren P. J. la Lau, van Gorcum:-'-
G. Ernste, van Papendrecht, en Mr. J. G. Brillen-
burg, van Schiedam.
Dïlfï, 23 November. In de gisterenavond ga-
houden vergadering van het Delftscbe departement
der Ned. Maatschappij ter bevordering van nijverheid,
is een zeer interessante voordracht gehouden;
belangrijk te meer de voorzitter merkte dit
terecht op omdat de spreker een tak van m-