van industriëelen, na al hetgeen deswegens ten vorigen jare reeds is verhandeld en besproken geworden, voorshands niet te wachten schijnt, hebben Directeuren desniettemin gemeend de aandacht der Nederlandsche nijveren op de Eu- gelsche Tentoonstellingen van 1872 en volgende jaren te moeten vestigen, daar zij het zeer zouden betreuren, indien alsdan de Nederlandsche nijver heid te Londen weder, zooals dit jaar, onvcrte- woordigd bleef. De slotsom is nu, dat zij die iets wenschen te zenden, zich de transportkosten naar het Tentoon- stellings-gebouw te Londen en terug zullen moeten getroosten. De voorwerpen, die in het jaar 1872 geëxposeerd zullen worden, uit den aard der zaak niet zeer volumineus nog zwaar zijnde, zoo schijnen de kosten voor elk inzender individueel niet zeer overwegend te zullen zijn. Zij, die tot inzending wenschen over te gaan, zullen het Bestuur der Nederlandsche Maatschappij ter bevordering van Nijverheid bereid vinden, alle hulp eii inlichtingen te geven, die te zijner be schikking staan, en worden uitgenoodigd, zich te dien einde te wenden tot den Algemeenen Secretaris F. W. van Eeden, te Haarlem. 1 Wij vernemen van goeder hand, dat er omtrent de aansluiting van den spoorweg te Ihrhove, waarover reeds sedert langen tijd onderhande lingen aanhangig zijn, thans in Duitschland gun stige uitzichten -zijn geopend, en dat men het vertrouwen mag koesteren, dat binnen een niet lang tijdsverloop de gunstige verwachtingen om trent die aansluiting zullen worden verwezen lijkt. ProvGron. Ct.j. Gisteren droeg de hoogleeraar Dr. S. Rosen- stein het rectoraat der Groninger Hoogeschool over aan zijn opvolger, prof. Dr. M. Salverda, met het houden van een plechtige oratie. Het eerste gedeelte, in het Latijn, behandelde de fata der hoogeschool gedurende het jongste academi sche jaar en bevatte o. a. eene uitnemende bio graphic van wijlen prof. T. S. Ermerins. Het tweede gedeelte was in het Nederlandsch en behandelde hoofdzakelijk de vraag, in hoever ook onze hoogere burgerscholen als voldoende gele genheden tot opleiding van aanstaande studenten, bepaaldelijk die in de natuurwetenschappen of in de geneeskunde zullen studeeren, kunnen be schouwd worden? Spreker deelde daarbij ook de adviezen mede, welke dienaangaande in Prui sen waren uitgebracht door de onderscheiden academische senaten. Merkwaardig was ook bij deze rede het gekuischte Nederlandsch, waarin de spreker, die nog slechts zeer weiuige jaren in ons land vertoeft, zich weet uit te drukken. Met groote belangstelling werd deze rede aange hoord. Bij de gisteren te 's-Gravenhage voortgezette examens voor het lager onderwijs hadden zich 17 candidaten voor het verkrijgen van den hoofd onderwijzersrang aangemeld. Daarvan zijn 7 afgewezen en 10 toegelaten, als: G. Elseman, van RotterdemJ. P. Goud schaal, van Nieuw Hellevoet; P. Leendertz, J. M. A. Naethuijs, R. J. F. J. H. Nogarede en C. C. Ontijd, allen van Rotterdam; K. J. Raselius, van Hellevoetsluis; K. van der Veen en L. Wal ters, beiden van Rotterdam, en C. Zeedijk, van Delfshaven. De heer Jhr. Joan Gornelis Reijnst, gewezen vice-president van den Raad van Nederlandsch- lndië, overleed, zooals wij gemeld hebben, gisteren te 's-Gravenhage in den ouderdom van ruiin 74 jaren. Den 28sten Februarij 1797 te Velp geboren, vertrok hij den 9den Februari 1815 als ambtenaar 5de klasse naar Nederlandsch-Indië. In het volgend jaar werd hij tot 2den commies aangesteld bij de Rekenkamer, om reeds in '17 lot commies 1ste klasse te worden bevorderd. Achtereenvolgens klom hij met snelheid in de ambtelijke hiërarchie. Terwijl hij in ,'18 werd aangesteld tot secretaris fungeerend resident van Cheribon, zag hij zich in '20 tot resident van Sainbas verheven, om, zeven jaren later, na eerst nog in '23 tot adjunct-commissaris van Palembang te zijn benoemd, met bestemming straks als resi dent daar op te treden, het vice-presidentschap bij de Algemeene Rekenkamer te aanvaarden. Nog in ditzelfde jaar 1827 vertrouwde men hem de betrekking van algemeen secretaris toe, en spoedig daarop werd hij voorloopig directeur van 's lands producten en civiele magazijnen, een ambt, hem in '28 definitief opgedragen. Twee jaren later, in '30, werd hij fungeerend directeur-generaal der financiën en in '33 trad hij voor goed als zoodanig op. Na gedurende drie jaren als zoodanig te zijn werkzaam geweest, beuoemde hem de Koning in '36 tot Raad van Indië. Ten jare '39 keerde hij met verlof naar Neder land terug. Als blijk van bijzondere tevredenheid verhief de Koning hem in 1840 in den Nederlandschen adelstand, terwijl hij in '42 het mandaat van vice-president van den Raad van Indië ontving. Meermalen vervulde hij als zoodanig tijdelijk de waardigheid van Gouverneur-Generaal, of werd, bij afwezigheid van dien hoogen staats-ambtenaar, met hetdagelijksch beleid van 's lands zaken belast. Na 35jarige ambtsvervulling vroeg en verkreeg hij in 1850 zijn eervol ontslag uit 's lands dienst en genoot sedert een eervolle rust, werkzaam door hem doorleefd, gelijk blijken kan uit het feit, dat hij in 1861, dus op 64jarigen leeftijd, voor eigen zaken de reis naar Indië nog eenmaal ondernam. De overledene was versierd met het komman- deurs-kruis der orde van den Ned. Leeuw en van het Legioen van Eer. De gezamenlijke werklieden der Stearine- Kaarsenfabriek „Gouda," brengen, bij advertentie in de Goudsche Courant, hunnen welmeenenden dank aan HH. Directeuren, voor de belangrijke verhooging hunner weekloonen, en hopen dat de fabriek steeds in welvaart moge bloeien. In den afgeloopen zomer, zoo meldt de Bohemia, kocht de vorstin Eleonore zu Schwarzenberg, tijdens zij in Scheveningen logeerde, een oud gesneden kastje. Dit werd den 30sten Augustus in een met zeegras voorziene kist verzonden. Den 2Ssten September kwam de kist te Frauen- berg aan en werd den volgenden morgen op het vorstelijk slot bezorgd en geopend. Niet gering was de verwondering, toen men daarin een nog levende kat vond, met een poot aan de kist vast genageld. Waarschijnlijk had het dier zijn nacht leger in het zeegras gezocht en is, toen de kist dichtgemaakt werd, de spijker door den poot ge drongen. De kat stierf denzelfden avond, niette genstaande de zorgvuldigste verpleging, welke het vermagerde dier terstond na de ontdekking werd verleend. Negenentwintig dagen heeft het dier alzoo zonder eenig voedsel of drank geleefd. Een belangrijke brief uit 's-Hertogenbosch, komt in het Vaderland van heden voor. Sprekende over den liberalen zin van een derde gedeelte der Kiezers in de arrondissementen 's-Hertogenbosch en Breda, schrijft de briefzender Bij den boer die angstvallig is, en bij de klei nere burgerij, die haar bedrijf door de Ultramou- tanen bedreigd acht, vindt de geestelijkheid haar steun. De hoogere standen, die onze geschiedenis kennen, en allen, die door wetenschap en ont wikkeling de hooge waarde van een eigen zedelijk, godsdienstig en maatschappelijk leven op prijs stellen, zijn verklaarde vijanden der Ultramon taansche drijverij. Bij de hoogere standen zijn alleen zij, die aan de geestelijkheid hun macht of aanzien ontleenen, of sedert jaar en dag uit het geestelijk potje pikken, aan hunne zaak ver bonden. Hiervan hadden wij dezer dagen nog een doorslaand bewijs. De heer Dr. van der Steen, onlangs benoemd tot lid der Gedeputeerde Staten, éen der coryphées der Ultramontaansche partij en als zoodanig gesignaleerd, maar overigens een humaan en fatsoenlijk man, had zich in de Zwarte Arend, de sociëteit der voornaamsten onzer stad, tot lid doen voordragen. Bij de stemming, die verleden Vrijdag plaats had, konde hij van de 102 stemmen er slechts 45 op zich vereenigen, zoodat hij met groote meerderheid gedeballotteerd werd. De eenige reden voor de bejegening is: zijn verkocht en verknocht zijn aan de Ultra montaansche factie, te wetenaan de partij dei- geestelijkheid, die, met den Syllabus in de hand, evenals weleer met de Bulle „Unigenitus" zich ten plicht stelt onze beschaving en samenleving te beoorlogen en zoo mogelijk te vernietigen. Daar waar eene bevolking van harer kiezers en door den mond harer hoogere en meer ont wikkelde standen zich zoodanig ten behoeve onzer instellingen, beschaving en grondwettelijke vrijheden uitspreekt, behoort eene vrijzinnige regeering den handschoen voor haar op te nemen en haar, zoowel op zedelijk als op stoffelijk ge bied, tegen de aanslagen harer vijanden te verde digen. In den toestand, dien ik geschetst heb, mag een regeering, die zich vrijzinnig noemt, niet uit berekening of zoogenaamde staatsmanswijsheid toegeven aan Ultramontaansche eischen, of, om wille der rustige rust van een rustig regeereu, de tijdelijke hulp harer en onzer vijanden aan nemen en nog veel minder zoeken. De toegeeflijkheid op financieel gebied mag niet langer een Ultramontaansch privilegie zijn, nu een belasting van 2 pCt. op hetinkomen noo- dig gaat zijn en de ingezetenen nieuwe en zware lasten zullen te torschen krijgen. Aan de Ultra montaansche weelde mag niet langer worden toegegeven. Van de Provinciale begrootingen moeten door de zorg der Hooge regeering de pos ten geschrapt worden ten behoeve van geestelijke inrichtingen en gestichten, waardoor inzonder heid de begrooting van Noord-Brabant bezwaard is. De weelde om er te Rome twee gezantschap pen op na te houden en de weelde om voor de St. Janskerk te 's-Hertogenbosch 9000, te betalen mag zich 's lands budget niet langer getroosten. De doode hand mag niet langer bevoorrecht blij ven, overgangsrechten en inkomstenbelasting moe ten ook van baar geheven worden. Moge toch 's Lands Regeering eenmaal den moed krijgen, om op materieel gebied de eischen van recht en billijkheid tegenover het ultrantoft- taansche privilegie te bevorderen 1 En het moreel gebied O hoeveel gi outer nog zijn daar de plichten der Regeeriug- Men zegt ik weiger het te gelooven, ofschoon mijne bron vrij goed is dat eene onderhande ling met de clericale partij tot een vergelijk ge leid heeft aangaande de wet van 1857, te weten van regeeringswege zou er eene wijziging worden gebracht in het examen voor onderwijzers, in dier voege, dat nonnen en paters met een zoogenaam- den vierden rang bevoegdheid zouden erlangen tot het geven van onderwijs. Deze toegeeflijkheid zou de clericale partij heloonen met vóór de begrooting van Binnenlandsche Zaken te stemmen en niet langer op de wijziging van art. 194 der Grondwet aan te dringen. De ultramontaansche pers en de leiders der clericale partij in de Kamer hebben in de laat ste dagen menig blijk van toenadering tot de Regeering gegeven en zijn misschien daardoor oorzaak, dat het gerucht eener transactie veld wint. Wat er van is, ik zal het niet beslissen; maar dit weet ik, dat zoodanige transactie, waarbij de verstandelijke ontwikkeling en het zedelijk leven van der bevolking aan de clericale eischen zouden worden opgeofferd, een vrijzinnige Regeering, en den genialen staatsman die aan haar hoofd staat, onwaardig zou zijn. De ingenieur der 1ste klasse L. C. P. W. Visser wordt, met den eersten November aanstaande, overgeplaatst van de directie der marine te Am sterdam naar die te Hellevoetsluis, ter vervanging van den met den laatsten dezer eervol ontslagen hoofdingenieur der marine A. J. H. Beeloo; ter wijl voorts, met den eersten December aanstaande de ingenieur der 1ste klasse J. C. Jansen wordt overgeplaatst van de directie der marine te Wil lemsoord naar die te Amsterdam, en de ingenieur der 2de klasse P. J. Turk, met gelijken datum, van de directie der marine te Amsterdam naar die te Willemsoord. Door het Nederlandsch consulaat-generaal in Egypte wordt de heer J. Hollebeke aangesteld tot zijnen vice consul te Port-Said. Z. M. heeft pensioenen verleend ten laste van den staat aan: Klaas Geerts, volgens aangenomen familienaam Klaas Geertsma, gewezen hulpon derwijzer te Sneek, ten bedrage van ƒ264'sjaars; Jan Jacob Afterheyden, zich noemende en schrij vende Jan Jacob Aufderheyde, gewezen hulpon derwijzer te Amsterdam, ten bedrage van ƒ527 sjaars; Jan Middel, zich noemende en schrijvende Jan Rentes Middel, gewezen hoofdonderwijzer te Stadskanaal, gemeente Wildervank, ten be drage van ƒ433 'sjaars. Z. M. heeft aan J. T. F. Huyvenaar, med.chir. et art. obst. doctor, wonende te 's Hertogenbosch, vergunning verleend tot het aannemen en dragen der versierselen van ridder der Koninklijke Kroon orde 4de kl., hem door Z. M. den Duitschen Kei zer, Koning van Pruisen, geschonken. Z. M. heeft aan de na te melden officieren bij de rustende schutterijen, op hun verzoek, eervol ontslag verleend als: iD de prov. Zuid-Holland, 8ste bat. 4de komp., aan P. A. den Boer, als 2den luit.; 9de bat. 4de komp., aan H. Duyfjes, als 2den luit.; in de prov. Friesland, 4de bat. 2de komp., aan J. Visser, als 2den luit.; in de prov. Groningen, 7de bat. Ide komp., aan A. Vrieze, als 1ste luitenant. En zijn voorts hij de rustende schuttei'ijeo be noemd: in de prov. Zuid-Holland, 8ste bat. 4de komp., tot lsten luit. H. Duyfjes, tot dusverre 2de luit. bij de 4de kouip. van het 9de bat.; tot 2den luit. J. D. G. van Gulpen; in de prov. Friesland, 4de bat. 2de komp., tot 2den luit. S. Klaassen,. thans schutter; in de prov. Groningen, 7de bat. 3de komp., tot lsten luit. J. Buining, thans 2de luit.; tot 2den luit. G. Bultena, thans sergeant. Z. M. heeft aan Mr. J. Bieruma Oosting, op zijn daartoe gedaan verzoek, met ingang van 15 October 1871, eervol ontslag verleend als kantonrechter te Heerenveen. BINNENLAND. Amsterdam, 11 October. Id de zitting van den raad deelde de voorzitter mede, dat op de geld leening van 1,800,000, waarop 10 eu 11 Octo ber, inschrijving ten kantore van den gemeente ontvanger heeft plaats gehad, is ingeschreven voor een bedrag van 2,855,800. Een voorstel van B. en W. om aan te nemen alle inschrijvingen tot en met die van 99V4 pOt. voorts de alsnog ontbrekende 73,800 te neuien van de daaropvolgende inschrijving van 6 ton, en dientengevolge den koers van de geheele leening te bepalen op 99pCt. is aangenomen. Amsterdam, 12 October. Woeusdag 11 dezer stond voor de arrondissements-rechtbank alhier terecht de dienaar van politie de Boer, aangeklaagd van het in de uitoefening zijner bediening toe brengen van een verwonding, waaruit een belet sel om te werken, gedurende meer dan twintig dagen, zou zijn ontstaan. De toedracht der znak was als volgt: Den llden April surveilleerde de beklaagde aan het lokaal Keherskroon op den Sin gel ter gelegenheid van een aldaar plaatshebbend publiek bal. Tegen halfdrie des nachts vervoeg den zich aan het lokaal een aantal jongelieden, studenten alhier, allen miatlof meer besdhonke die op eenigszins luidruchtige wijze toegano eis ten tegen verminderden entréeprijs. Op de gering der bureaulisten ontstond een woorde wisseling, vergezeld van hevig rumoer, lvaaro door de bedienden de adsistentie van werd ingeroepen, die met veel moeite de j0„, lui buiten de deur wist te krijgen. Zij zich daarbij niet hem allerlei ongepast drukkingen toe te voegen, die zijn drift zoodaQi gaande maakten, dat hij naar buiten komend een hunner, zekeren H., met zijn sabel een sl op den arm toebracht, waarvan bloedstortin» e ziekte het gevolg was. 16 getuigen werdeniod zaak gehoord. Drie daarvan verklaarden bepaaldelijk, dal i Boer op straat door de jongelui was aangevall en dat hij zich daartegen heeft moeten verded gen. Dit werd intusschen door de studenten oo kend. De substituut-officier van justitie Mr. H.J, beweerde, dat niet bewezen was, dat er een wettigde aanleiding voor beklaagde bestond het gebruik maken van zijn wapen. Ofscho; nergens bepaald was voorgeschreven in welk val de politie zich van haar wapen mag bedi nen, meende spreker, dat de gewoonte medebra-l dat dit alleen mocht geschieden ingeval vat. weid (zelfverdediging) en van ontvluchting arrestatie. Daar het beletsel om te werken g rende meer dau 20 dagen, volgens spreker, ui bewezen was, requireerde hij vrijspraak voor ver deze verzwarende omstandigheid betrof overigens schuldigverklaring aan het ten I gelegde, met veroordeeling van den beklaagde eene cellulaire gevangenisstraf van 6 maanden in de kosten. De advocaat Mr. A. J. Hovy bestreed dit quisitoir in den breede. Pleiter betoogde, dat r gens den geest der wet, het Openbaar lli: terie niet kan volstaan met te beweren,: geweld van de zijde der jongelui niet beis was, maar dat het bepaaldelijk het niet Se van dat geweld moest bewijzen, hetgeen i bewezen was. Uit de verklaringen der getuit- resulteerde, dat er minstens een begin vang weid van de zijde der studenten zich had in gedaan, waartegen beklaagde zich moest ven: digen, ingevolge de bepalingen der verordent welke door spreker werden aangehaald. Bor dien beweerde hij, dat de getuigen die het p gen van het geweld ontkenden, in casu de stut ten, niet alleszins geloofwaardig waren, daar volgens hun eigen verklaringen, min of mee: beschonken toestand verkeerden. Spreker vervolgens een verklaring voor van eentjeh' ambtenaren bij de politie, die de gunstigst! tuigenis gaven van het gedrag en den buit- wonen dienstijver van den bekl., en een dergel; verklaring van eenige bewoners der buut waar de Boer gewoonlijk surveilleerde. Ple concludeerde dus tot vrijspraak en subsidiair ruime toepassing van verzachtende omstandip den. Na korte re- en dupliek, bepaalde dew bank de uitspraak op heden en heeft zij, bij vonnis van hedenmorgen, den bekl. van hel ten laste gelegde vrijgesproken. 's-Gravenhage, 12 October. Te 11 uren stut: drie eskadrons op het Alexanders-plein opg® om geïnspecteerd te worden door den Engek' generaal Hope Grant, die op het terrein veerde vergezeld van den generaal Ma:- Nadat de cavalerie eenige manoevres enX had gemaakt, werd door de muziek heU-h the Queen gespeeld en vervolgens verschenk1 batterijen veld-artillerie. Vooral de manoeuvres de force, waarbij® getoond hoe een vuurmond nog vervoeii worden wanneer óf de affuit óf de voorn reddeloos was geschoten, trokken zeer de dacht van den generaal en diens adjudant. De generaal Grant is gedurende de afgelat zomermaanden kommandant van het kamf Aldershott geweest, alwaar 30,000 man vao Engelsch leger vereenigd waren. De exercitiën van het reg. grenadiers en ja; in de Maliebaan waren een weinig vroeger1- den Engelschen generaal bijgewoond, die ooi verschillende kazernen alhier heeft bezocht. H. M. de Koningin, reizende onder deD o van de gravin Van Buren, zal, op haar te reis van Napels, een tiental dagen in hoofdstad vertoeven. Naar wij vernemen zijn de effecten en waarden die in het Politieblad als ontvreemd1 kwamen en toebehoorden aan den heer Bi man van der Wijck te Delft iu diens eigen ning teruggevonden in een kast, waarin de feuille arglistig en in haast moet zijn gew daar bij opening van die kast de portefeub uitviel. ij Rotterdam, 12 October. Hedenochtend oms" 8 uren had op de Maas, tegenover Feijenr het volgende ongeluk plaats: De stoomboot Telegraaf, varende tusschen terdam en Antwerpen, is door den buitenge dikkeu mist, die er heerschte, op het met-51 kolen geladen aakschip de Vier Gebroeders, sc J. Dirksen, aldaar voor anker liggende, get ten gevolge waarvan dit vaartuig zoodanig

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 2