den Raad dier gemeente werd toegelaten) te moeten verzenden naar de commissie voor de geloofsbrieven; aan haar over latende om al of niet een voorstel te doen naar aauleiding van art. 36 der gemeentewet. Gisterenochtend hebben de Haagsche scherp schutters in het kamp van waalsdorp onderlint naar de prijzen geschoten, die door vijf leden vau dit korps bij den laatst gehouden wedstrijd te Rotterdam gewonnen, en aan de vereeniging waren afgestaan. De uitslag was als volgt: De heer C. F. Schot, behaalde den eersten prijs, n. I een zilveren bokaal met 47 punten; de heer J. J. Becht sergeant majoor, den tw eeden prijs eene zilveren schenkkan met 48 punten; de heer Th. A. A. Stmonis 1ste luitenant 3den prijs, twee wijnkannen met zilver gemonteerd met 46 punten; de heer N. C. S. Vroom 4den prijs, een revolver in étui met 45 punten; de heer U. Rutten sergeant 5deu prijs, een reuimiug ton geweer met 100 patronen, 45 punten; de heer H. P. A. Albam fourier 6den prijs, een kristallen schenkkan niet zilveren deksel; dc heer J. J. Seuechal fourier 7den prijs, een zilveren lepel en vork in étui; en de heer W. W. v. d. Vet den Ssten prijs, een prachtboek werk; alle deze laatsten heeren schoten 45 punten. De heer L. P. van Lommei onderofficier één van de vijf overwinners uit Rotterdam werd de gelukkige winnaar van de gouden medaille, welke ook maar kou behaald worden door een der vijf ver tegenwoordigers bij het Rotterdamsch concours. Over 't algemeen is er goed geschoten, een blijk dus dat de oefening van het corps niets te wen- schen overlaat. Graaf Schimmelpenninck, com missaris van den weerbaarheidsbond was gedu rende den wedstrijd gernimen tijd in het kamp tegenwoordig. Ten slotte reikte de heer J. A. Appel secretaris van het bestuur der vereeniging met eene gepaste toespraak de prijzen aan de overwinnaars uit, wenschte hen geluk met den eervollen uitslag en betuigde zijnen dank aan de vijf algevaardigden die hunne prijzen te Rot terdam zoo eervol behaald aan de vereeniging uit eigen beweging wel hebben willen afslaan. Nadat de heer Becht, een der vijf overwinnaars te Rotterdam de hoop had uitgesproken, dat de vereeniging in bloei mocht toenemen en door voortdurende oefening zich meer en meer be kwamen, werd het concours met een „Leve de Koning" uit vollen borst besloten. öcHisvisNittQBM. 16 Aug. Op deu duur worden aanzieulijke pai tijen hanng alhier aangebracht. Rotterdam, 16 Sept. Dezer dagen zijn hier wederom uit de fabriek van den heer Krupp, te Essen, per Rijnspoor aangekomen 6 stalen ge groeide kauonstukkeu elk 25,ÜUÜ kg. en 1 stalen 50,000 kg.; zij liggen in het Entrepot-Maririe- werf, in afwachting der stoombooteu Gironde en Seine, waarmede deze vernielings werktuigeunaar Urooustad zullen worden overgevoerd. KOLONIËN. Het Bat. Handelsbl. van 3 Aug. bevat eeu arti kel over den nieuw benoemden gouverneur- generaal. Het blad herinnert aan de liberale Indische politiek, door deu heer Loudon steeds voorgestaan. Toen hij 10 jaren geleden als Minis ter van Koloniën optrad en de heer van Zuyleu van Nyevelt als Min. van Buitenlandsche Zaken, het programma van het nieuwe kabinet mede deelde, en daarbij voor de Koloniën het beheer van deu voorgaauden Minister Rochnssen als uitgangspunt stelde, verwachtte men van deu heer Loudon, dat hij hiertegen zou protesteeren. Aan deze verwachting voldeed hij ook inderdaad dooi zijne Memorie van Beantwoording, waarin hij blootlegde dat het stelsel der cultures moest ontwikkeld en aangewend worden tot vestiging van den vrijen arbeid. In denzelfden geest liet de Minister zich uit, toen hij door den heer Hartsen op 29 en 30 Mei in de Eerste Kamer over zijne koloniale politiek werd geinterpelleerd. Door den strijd echter, dien hij als gematigd man tegen de eene zoowel als de andere partij had te voeren, heeft hij echter als Min. van Koloniën weinig uitgevoerd. Drie maanden nadat van Zuylen nog eene ver- geefsche poging had aangewend om zijn ambtge noot tot een andere politiek te noodzaken, eene poging die hemzelven ten val bracht en Loudon ongedeerd liet, trad het geheele overige kabinet van het tooueel om door een nieuw Ministerie Thorbecke te worden opgevolgd. Dut de heer Lou don zijne partefeuille niet behield was alleen te wijten aan zijn verschil van gevoelen met den nieuwen premier omtrent de al dan niet wen- schetijkheid van de vaststelling der Indische be grooting bij de wet. Het Bat. Handelsbl. eindigt dit overzicht met de verwachting uit te drukken, dat de heer Loudon trouw zal zijn gebleven aan zijn beginsel: eer lijke toepassing van het regeerings-reglement; dat hij zoo dat waar is, aan het dwangstelsel niet langer kan vasthouden om voor het moeder land de voordeelen te blijven genieten; dat wj derhalve in hem een Gouverneur-Generaal inuge» begroeten, die Indië waarschijnlijk eeu grooiei stap vooruit zal brengen. Wij lezen in het Bat. Handelsblad. Gaarne maken wij van het verlof van den schrijver gebruik om onderstaand gedeelte uit een particulier aan ons gericht schrijven te pu- bliceereu uZeer te recht zegt uw mailoverzicht, dat de niet herkiezing van ueu neer Sloet van de Beele te Arnhem een pijnlijken indruk in Indië heeft veroorzaakt. „Vergun mij echter eene kleine opheldering daarvan te geven, opdat zijne antagonisten niet daarover behoeven te juichen. „Het was vooruit te zien, dat de heer Sloet te Arnhem het onderspit zou delven na de wijzi ging, welke de kiesdistricten, ik meen in 1869 ouder het ministerie-Fock, hadden ondergaan; o. a. was een gedeelde van het kiesdistrict Tiel, en wel waar het anti-revolutionair element over- heerschte, bij dat van Arnhem gevoegd, zoodat wij reeds voor 1% jaar voorspelden, dat bij de verkiezing in dit jaar te Tiel een liberaal zou winnen, hetgeen dan ook uitgekomen is. „De iieer Sloet wist dit even goed, doch konde natuurlijk de liberale partij te "Arnhem, die hem in 1868 zulk een schitterend bewijs van ver trouwen had gegeven, in deze omstandigheden niet verlaten. „Over het algemeen schrijf ik ook de groote aan winst der liberale partij in dit jaar toe aan het meer oordeelkundig samenvoegen van de geestverwante kiesdistricten. Ware onze kieswet op een meer rationeel beginsel gegrond nl. d chacun selon sa capacité en niet in het algemeen alleen selon ses mogens, b. v. als die in Italië in I860, waar een ieder, die lezen en schrijven kan en 40 fr. inde directe belasting betaalt, kiezer is, terwijl van dezen census zijn vrijgesteld de capaciteiten daarbij opgenoemd, voorzeker zou de liberale partij in ons land nog van veel grootere betee- kenis zijn. „Ik hoop niet, dat u mij de bovenstaande op merkingen ten kwade zult duiden, daar ze slechts ten doel hebben de omstandigheden, waardoor de heer Sloet onmogelijk te Arnhem herkozen kon worden, te verduidelijken." Soerabaya, 20 Juli. Door een ooggetuige, die als passagier der 1ste klasse tijdens den brand aan boord was van het stoomschip Willem III, en' de reis herwaarts per eerste daarna vertrekkende mail heeft vervolgd, is ons verzekerd, dat de in de Nederlandsche bladen voorkomende klachten, over onheusche behandeliug der schipbreukelin gen in Engeland, voor een groot gedeelte onwaar en voor de rest zeer overdreven zijn. Door hem en het gezelschap dat met hem was, is de meeste hulpvaardigheid, zoowel van de bewoners van Portsmouth als van de Londenaren, ondervonden. Bij den aankoop O. a. van eenige noodzakelijke kleedingstukken, wilden de verkoopers geen geld vragen, zeggende; „gij hebt zeker alles verloren, en waarschijnlijk geen geld bij u, zend ons het kostende uit Nederland toe." Eerst op zijne stel lige verzekering, voldoende bij kas te zijn om te betalen, werd de prijs der gekochte voorwerpeu hem medegedeeld. Dezelfde handelwijze werd in de logementen ondervonden, waar de passa giers huisvestten, en hen faciliteit werd gelaten om het bedrag der gemaakte rekening uit hunne woonplaats te voldoen. Dat er door sommigen, ook nog na aan wal gebracht te zijn, veel misère werd uitgestaan, schrijft onze zegsman dan ook uitsluitend toe aan gemis van energie en zelfbeheerscliiug, die hen tot handelen ongeschikt maakte en alle hulp van anderen deed verwachten, terwijl een totale ab sentie van kennis zoowel der Frausche als En- gelsche taal, hen buiten staat stelde, om zich verstaanbaar te maken. Men zal dus wel doen, het oordeel, zoowel over den consul te Portsmouth, als over de be woners dier plaats op te schonen, totdat nadere mededeeliugen dienaangaande zijn ontvangen. SoerHbl.) Bunka (Mei). In dé wateren van dit gewest vertoonden zich in den loop van deze maand op verscheiden plaatsen zeeroovers. Alle beschikbare middelen worden aangewend om hen in handen te krijgen. (B. H.) Het Indische Bestuur heeft dezer dagen voor de drie hoofdplaatsen van Java commissiëu be noemd, die te onderzoekeu hebben wat voor de hygiène van die steden te doen is. (B. H.) Een onderzoek, te Depok ingesteld, heeft, volgens de Javasche Cl., doen zien, dat daar niet de veepest, maar miltvuur heerscht. [B. H.) Da lang verwachtte verordening betreffende het onderwijs van den inlander is eindelijk ver schenen. Er is goeds in die algemeene regeling, mits de uitvoerig nu naar behooren plaats hebbe. Men had mogen verwachten, dat, na zoo lang beraad, met de algemeene regeling tegelijkertijd maatregelen tot uitvoering zouden zijn afgekon digd. Wanneer zal men echter met de voorberei ding gereed zijn? Eene andere verordening beveelt eene geolo gische opneming door een ingenieur van het mijnwezen, waar behoefte aan artesische putten bestaat. Alle laudsgroud-peilmaterieel wordt te vens onder het beheer van het departement van ouderwijs, eeredienst en nijverheid gebracht, waartoe het mijnwezen ressorteert, terwijl het thans bij verschillende departementen in gebruik was. Voorbereidende maatregelen tot uitbreiding van de onderzeesche telegrafische gemeenschap wor den genomen. B. H. Door den Gouverneur-Generaal van Nederl. Indië zijn de volgende beschikkingen genomen. Civiel Departement. Verleend: Eeu tweejarig verlof naar Nederland, wegens ziekte, aan den lsten kl. tevens griff. bij den landraad te Kadoes (Japara) H. Stoové; aan den landm. bij de statis tieke opname in de resid. Samarang A. Muller. Ontslagen: Op verzoek eervol, uit zijne be- trekk., wegens ziekte, onder toekenu. van tvachtg., de comm. op het res.-kant. te Kediri J. H. Pee[eu Uit 's lands dienst de gesch. lste onderw. bij de gouv. ambachtssch. te Soerabaya W. Schwertzel. Benuemd: Tot comm. op het kant. van den ads.-res. van Meester Cornelis (Batavia), T. VV. J. Litson, op het res.-bureau te Kediri, G. O. Twijsel tot comm. op het res.-kant. te Siboga, res. Ta pa- tot laat in den avond, toen Piotrowski een groot ongeluk trof. Zij traden namelijk eene herberg bin nen, waar eene groote menigte dronken volk dén Carneval vierde. Hij trok zijne beurs uit om den koetsier te betalen, toen ze hem van alle zijden oinriugdeu en eeuigen hem zijne portefeuille uit de hand rukten waarin zich ongeveer twintig roebels, zijn kostbaren pas en zijn met zooveel zorg opgesteldeu reiswijzer bevonden. Hij was in vertwijfeliug. Aan de politie durfde hij zich na tuurlijk uiet wenden en moest zich dus dat alles laten welgevallen. Toch koesterde hij geen oogenblik twijfel, dat hij zijne reis moest voortzetten en spoedig bevond hij zich op den weg naar Irbit, waarop zich tal rijke sleden bevonden, die van en naar de markt reden, met waren beladen en door boeren be stuurd, die hunne flinke paarden met groote be hendigheid voortdureud wisten aantezetten. Pio trowski vatte moed en beautwoordde de groeten der voorbijtrekkenden want hoe zou men hem den ontvluchte gevangene, onder zulk eene groote menigte vreemdelingen kunnen opsporen? Op den derden dag bereikte hij de poorten van Irbit. „Halt! laat mij uw pas eens zien!" riep hein een beambte toe, maar voegde er fluisterend bij„geef mij twintig kopeken en maakt dat ge voorbij komt." Hij voldeed gaarne aan dien wensch en niet zonder moeite vond hij eeu nachtverblijf, waar hij te midden van verscheidene boeren op den grond moest slapen, nadat hij vooraf met hen rammenas-soep, gedroogde visch en zuurkool ge geten had. Bij het aanbreken van den dag gebruikte hij de voorzorg om voor het in eeu tioek vau ieder Rus sisch huis hangend heiligenbeeld, de gewone be-1 groetingen te maken, waarna hij haastig de met vreemdelingen opgevulde stad doorging en de tegenovergestelde poort uitging, daar hij door zijn thans zeer geringen voorraad van geld zijn tocht te voet moest voortzetten. Te midden van een dichte 6neeuwbui moest hij zijn weg zoeken. Hij vermeed zooveel doenlijk de dorpen en als hij hongerig was, haalde hij eeu stnk bevrozen brood uit zijn zak om dat op te knabbelen. Bij het aanbreken van den nacht ging hij in een dicht bosch, maakte zich een diep gat in de sneeuw en zocht zoodoende eene legerstede voor zijn ver moeid lichaam. Den volgenden dag werd echter de koude nog veel strenger en de snijdende wind noodzaakte hem voor den nacht een onderkomen in eene hut te zoeken, dat hem bereidwillig werd toegestaan. Hij gaf zich bij de bewoners voor een werkman uit die op weg was naar dé ijzersmelte rijen van Bohotol aan den voet van het Uralgebergte. Terwijl men eenig avondeten voor hem gereed maakte, droogde hij zijne kleederen en strekte zich toen met welbehagen op de bank achter de kachel uit. Hij meende geeu enkele voorzichtigheidsmaat- regel verzuimd te hebben, hij had zijne gebeden en bewijzen van vereeriug voor de heilige beelden be hoorlijk verricht, maar toch had men verdenking jegens hem opgevat, en wel zooals hem later bleek, door de omstandigheid, dat hij drie hemden bij zich had, daar men gewoonlijk in dien stand zich zulk eene weelde niet veroorloofd. Nauwelijks was hij in een diepen slaap geraakt, toen hij op ruwe wijze wakker geschud werd. Verscheidene man nen stonden om hem heen en verlangden zijn pas te zien. „Met welk recht vraagt gij daarna. Behoort gij tot de politie?" „Neen, maar wij zijn bewoners van het dorp." „En moogt gij de huizen binnendringen en een eerlijk reiziger, die vermoeid en afgemat eenige uren rust tracht te vinden, verontrusten. Wie zal mij zeggen, of gij geen roovers zijt die mijne papieren wilt stelen? Ik kan u de noodige inlich tingen omtrent mijn persoon geven. Ik heet La- vrenti Kauzmiue, ga naar Bohotole, en het is de eerste maal uiet, dat ik door deze streken kom." Wordt vervolgd.) nolie (gouv. Sum. Westk.), G. F. L. van Beuse. I komtot hoofdouderw. aan de openb. lag. bcIiuqi te Alagelaug (Kadoe), D. Feikema; tot hoofdut,. I derw. aan de openb. 2de lag. school te Djokdjo. karta, H. C. A. Cornelius. Tot deurw. bij jei] landraad der stad en voorsteden van Batavia p C. M. van Abkoude. Tot venduin. te Samaraj? W. Glaser. Tot comm. op het ads.-res.-kao/, fj vendum. te Montrado (VVester-afd. van Boba I F. Brouwer. Tot ontv. van het recht van I en overg. onder christenen, tevens ontv. van ka 1 recht van succ. onder onchristenen te Batam I C. W. F. von Liitzow. Departement van Oorlog. Ingetr ok ken. Opvet zoek, het aan den ritm. bij het reg. Oost-In.J cav. Jhr. H. W. L. de Koek, verleend tweejarig I verlof naar Nederl. Verleend: Een tweej. verlof uaar Nederl, aan den lsten luit. der inf. A. C. W. T. Kortuu aan den magazijnm. der art. 3de kl. W. E. P I Monhemius; wegens ziekte, aan de offic. van. gei I lste kl. G. A. P. Steenvelt; aan dan comui. b I den art. constr.-winkel te Soerabaya (mil. ambil 3de kl.) Th. C. Doeleuian. Ontslagen: op verzoek, eervol, uit Zr. Mi I milit. dienst, wegens volbrachten diensttijd, metI behoud van recht op pens., de kapt. der iof. J.l C. Lach de Bere, de lste instrumentm. bij deo V iustrumentniakerswinkel van de directie der genieI (milit. ambt. 2de kl.) F. F. P. Wethmar; en del kapt. de-vin' A. H. J. Berg. Gesteld: op verz. op uon-activ. zonder bezivl van den lande, voor den tijd van zes maanden! de lste luit. der inf. C. M. J. Kroemer; voordel tijd van een jaar, de lste luit. der inf. A. van Rijn! Bevorderd: tot ritm. bij het wapen der cat.| de lste luit. J. H. Stuffken. Ministerie van Marine. Ingetrokken: De del tacheering bij het dep. der mar. in Ned.Indi:| van den luit.-ter-zee der lste kl. J. P. van Rossum Verleend: Een tweej. verlof naar Nederl,! wegens ziekte, aan den lsten opziener voor I vak van scheepsbouw bij het marine- ètablissem, te Soerabaya R. A. Hofland. Belast: Met de waarnein. der betrekk, vanI 2den machiuist bij de gouv. marine, de maok der 3de kl. bij de Kon. Ned. marine J. G. Ballot I Gedetacheerd: Bij het dep. der marine i;l Ned.-Indië, de luit. ter zee der lste kl. G. Kruij-I behoorende tot de rol van Zr. Ms. fregat Prw| Alexander der Nederlanden. IIVGrEZOIVDEIV. Zoo heeft de oude sleutelstad thans ook I Eldorado Niemand, die van tijd tot tijd Musis Sscrur J zoekt, zal dit een oogenblik betwijfelen. 't Is of oud en jong, rijk en arm zich bejsf-1 elkander te helpen genieten, en door aanwu I heid toont, de pogingen op rechten prijs teal ten, die het Bestuur voortdurend aanwendt, BI den bezoekers genotvolle oogen blikken te vet| schaffen. Moge het schoone najaarsweder het zijne bi| dragen, ieder zal toch bekennen, dat men dai prettig en gezellig zit, en meermalen door liefelijtl toonen en akkoorden niet onaangenaam verra| wordt. Het geachte Bestuur heeft dan ook volle aa:| spraak op den dank van Leiden's ingezeteneif doordien het zich zoo uitnemend van zijne taalj kwijt. Doch niet alleen het Bestuur: 't is, of krachten samenwerken tot bereiking van fe| groote doel Stil ernstig genot." De HH. officieren van ons garnizoen blercl vooral niet achter: het muziekkorps der Huif ren uit de residentie en dat aan het 4de RJ Inf. alhier gaf op kosten van de officieren tl wapens zijne talenten ten beste. Men rnagll niet slechts aannemen als een bewijs van eeudr.j ouder de leden van Leiden's burgers: hun hl daarvoor ook aller dank toe. Zoo sprekend-1 ik voorzeker de tolk van alle leden va1. Musis. Zullen ons van andere zijden wellicht til meer genotvolle uren bereid worden in ont-'l dorado 1 Wij hopen het en twijfelen niet! Mijnheer dé Redacteur! verplicht door h4| plaatsen van bovenstaande regelen Een getrouw bezoete| van Musis Sacrt» Leiden, 18 Sept. 71. BUITENLAND. Frankrijk. Conventie met Duitschland. Geconflsceerde deren der Orleans. Woelingen der Bonapar- tisten. Permanente commissie. Hossel. De Nationale Vergadering heeft in de avonvj zitting van den 16den tot na middernacht 1 slaagd Over dë conventie met Duitschland, waa'i van de telegraaf ons een vrij uitvoerige medC deeling doet. Zie hier nog eenige nadere bijzoï derheden: Dat de zaak pas des avonds iD bebaT deling kwam werd veroorzaakt doordat io1 commissie, die rapport zou uitbrengen, zeil e:| groote wrijving vao gedachten heerschte. D| juisten tekst van het rapport hebben wij nog «I voor ons, maar wat den algemeeneu inhoud treft is het gebleken, dat de wijzigingen, die d de commissie op het oorspronkelijk ontwerp den heer de Rémusat zijn voorgesteld, in grond der zaak niet veel verandering braclU'l Zoo is b. v. bedongen, dat de gunstige bepal-| voor producten uit ElzasLotharingen uiet dig zal zijn voor transito-goederen; zoo beef commissie vastgesteld, dat verminderde inkomend rechten zouden berekend worden, niet naar tegenwoordige tarief, maar naar het algetnfe'l

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 2