zorgvuldig gewacht hebben om van de tendeni van zijn geschiedkundig boek te gewagen! De heer Groen van Prinsterer die in zijne Nederlandschc Gedachten, de clericalen gepolst had, om te vernemen wat zij over een aanval op art. 191 Grondwet zouden denken, kon, giste ren in de Tijd lezen dat op dien gewenschten steuD alles behalve vast te rekenen valt. Het clericalo orgaan houdt een slag om den arm. Het erkent dat de derde zinsnede van art. 194 eene „ellendige" zinsnede is, maar de geheele neutrale staat is in oplossing een ellende. Dit artikel is niet ellendiger dan andere, want 'tis neutraal, maar de liberalen hebbeu de grondwet vermeesterd en ter kwader trouw van art. 194 datgene gemaakt wat het nu schijnt te zijn. Het culminante punt van 't gevoelen van de Tijd is eigenlijk in deze zinsnede gelegen „Wat de poging der christelijke nationale rich ting zal brengen, is nog duister. Een grondwetsherziening kan verder leiden dan den voorstellers aangenaam is. Zulke pogingen geschieden nooit zonder een geweldigen schok. Of men in dezen veel geschokten tijd bij machte zal zijn de strooming te leiden, de schuddende kracht haar grens te wijzen Duister blijft bet steeds." De Tijd acht dus de geheele zaak ontijdig aangevat. Ook de Maasbode is niet ingenomen met de vraag van den heer Groen, of zij herziening van art. 194 der Grondwet noodig acht. Het Rotterdamse!) clericaal blad acht die her ziening onmogelijk en gevaarlijk. Onmogelijk: omdat zij, na de ontbinding der Kamers, de meer derheid van '/s van alle stemmen in de nieuwe Kamer niet te verkrijgen acht. Gevaarlijk: voor eerst omdat de Kamer-ontbinding een storm in het land zou doen ontstaan, waarvan het in deze revolutionaire tijden wenschelijker is verschoond te blijven, en ten tweede omdat men met eene wijziging der Grondwet wel weet waar men begint, maar niet waar men eindigt. Het blad weet niet, hoe de leden der katholieke partij in de Tweede Kamer jegens wijziging van art. 194 der Grondwet gestemd zijD, maar het zou haar zeer verwonderen, indien er éen gevonden werd, die gunstig over zoodanige wijziging dacht. In 1833 overleed te Dordrecht mejufvrouw Anna Klara Meijers, die bij olographische uiterste wilsbeschikking het vruchtgebruik harer nalaten schap aan vijf vriendinnen gelegateerd had, met bepaling dat na het overlijden van al hare lega tarissen het kapitaal in gelijke deelen gesplitst en aan acht Nederlandsche instellingen of genoot schappen van liefdadigheid (in het testament bij namen genoemd), ieder éen deel zou worden uit gekeerd. Onder die acht instellingen of genootschappen behoort ook de maatschappij van Weldadigheid. Daar in 1870 de laatste vruchtgebruikster over leden is, is uitvoering gegeven aan het tweede gedeelte van de beschikking der erflaatster en tot splitsing van het nagelaten kapitaal overge gaan, waarvan het achste deel, na aftrek der kosten van successie, enz. p. m. ƒ1600 bedraagt. De M. v. W. heeft haar aandeel dezer dageu ontvangen. Door den Nederlandschen consul in Denemarken is de heer C. Faber aangesteld tot zijne vice- consul op het eiland Moën. De officier van administratie der 2de klasse J. J. van den Berge, de officier van administratie der 3de klasse J. C. Coeland en de scheepsklerk I. F. van Gelsdorp, laatst behoord hebbende tot de zeemacht in Oost-Indiê, en van daar den 7deu dezer in Nederland teruggekomen, worden met dat tijdstip op non-activiteit gesteld. als men bedenkt dat de verrekijker eerst in 't begin der zeventiende eeuw werd uitgevonden staat men verbaasd over de vele en belangrijke waarnemingen, welke alleen met het bloote oog reeds voor dien tijd gedaan waren. De nieuwere methode der scheikunde, als gron dende zich bijna geheel op meten en wegen is voor de oefening van het waarnemingsvermogen een ruim en vruchtbaar veld, en is aan hetzelve zijne grootste vorderingen schuldig. Menig wel dadig geneesmiddel werd schijnbaar toevallig door opmerkzame zintuigen ontdekt, kunst en kunde moeten in de scheikunde hand aan hand gaan om tot wetenschappelijke uitkomsten te leiden. Voor de geneeskunde in al hare onderscheiden vakkeu is eene vlugge en juiste zintuigelijke waarneuiing zoo onontbeerlijk als voor den tim merman de hand, waarmede hij hamer en bijtel hanteert. Meer en meer heeft men begrepen, dat de geneeskundige wetenschappen op waar- en proefnemingen moet gegrond zijn, en hoewel deze stelling soins tot overdrijving leidt, zoo is ze toch niet te betwisten. Dat de geneeskundige praktijk tot veelzijdige oefening en volmaking der zintuigen ruime gelegenheid geeft, wie, die een oogenblik nadenkt kan dat betwijfelen? Ja bewijzen niet alle organen tot reuk en smaak toe den geneesheer uitmuntendt de diensten aan het ziekbed? daar zwijgt alle theorie om plaats Z. M. heeft benoemd bij de dienstdoende schut terij te Winschoten tot 2den luitenant la suite Mr. P. A. Ramaer, vroeger 2de luitenant bij de dienstdoende schutterij te 's-Gravenhage. Z. M. heeft M. J. Jansen, op zijn verzoek, e«rvol ontslag verleend als auditeur bij den schutters raad der dienstdoende schutterij te Sittard, bu is als zoodanig benoemd W. N. M. A. Nyst. Z. M. heeft aan Mr. A. Hanedoes, burgemeester van Woudrichem, eervol ontslag uit die betrek king verleend. Z. M. heeft aan Jhr. Mr. J. H. Caan van Neck, burgemeester en secretaris der gemeente Rijswijk, op zijn verzoek verleend eervol ontslag uit laatst- gemelde betrekking goedgekeurd. Z. M. heeft den heer J. W. S. May eervol ont slagen als Nederlandsch cousul te Liverpool. BINNENLAND. Amsterdam, 13 September. De kermis sleept dit jaar onder ons haar armzalig bestaan voort, zon der die belangstelling op te wekken welke vroe ger wel eens aan de oude dame ten deel viel. Tot eer van ons gemeentebesiuur moet erkend worden dat de gemaakte bepalingen streng wor den gehandhaafd. Men ziet menig wafelbakker zijn zetel vestigen in een loods van ruwe onge zaagde planken, omdat zijn bont geschilderde kraam niet vóór het bepaalde tijdstip bionen de palen der stad was; zelfs is een beignet-bakker op bet Koningsplein, wiens tent reeds was opge trokken, zonder dat aan de voorwaarden was vol daan, gedwongen geworden zijn verblijf af te breken. Ook de annonce, waarbij aan de tappe rijen werd vergund tot 3 uren 's nachts open te blijven, bleef dit jaar achterwege. Daarentegen worden in verschillende theaters zeer bruyante kermisstukken opgevoerd. Vaderland 's-Gravenkage, 13 Sept. Als vervolg op het be richt van den wedstrijd te Waalsdorp, in ons nummer van gisteren, zij nog meegedeeld, dat Z. M. zich te halftwee ongeveer naar de daartoe bestemde tent begaf om het dejeuner te gebrui ken, waartoe vele hoofdofficieren werden uitge- noodigd, en dat smaakvol was aangericht. Daarna onderhield zich Z. M. op minzame wijze met vele vlag-, hoofd- en andere officieren en begaf Zich vervolgeos naar de Koninklijke tent, waar hij de verzamelde officieren hartelijk aldus toesprak: „Het is voor mij een gelukkig oogenblik, het is voor mij een voorrecht mij te midden der officieren van een aanzienlijk deel des legers te bevinden; want ik heb de diepe overtuiging, Mijne heeren, zonder nu juist met bezorgdheid aan de toekomst te denken, dat gij allen, van welke rang, van welk wapen ook, uiet mij voor de eer des Vaderlands steeds pal zult staan; dat gij den Nederlandschen bodem, de Nederlandsche eer en onaf hankelijkbeid, zoo zij ooit werden aan gerand, allen met mij, zooals wij hier vereenigd ziju, naar het voorbeeld van ons roemrijk voorge slacht, zoudt helpen handhaven en dat wij onzen laatsten bloeddroppel zouden veil hebben voor de eer en voor de onafhankelijkheid des Vader lands." In het bijzonder sprak Z. M. daarna tot den generaal-majoor Graaf van Limburg Stirum, die zich op deu Vijfhoek zoo manmoedig gedragen heeft. Z. M. liet vervolgens de photografische afbeelding van de begravenisplechtigheid van de helden der Citadel zien, en hoopte dat met dat voorbeeld voor oogen, al degenen die hier met zooveel vaardigheid geschoten hadden, zoo 't noodig was even krachtig zouden staan voor de eer en onafhankelijkheid van het vaderland. 't Behoeft niet gezegd te worden met hoeveel warmte deze toespraak werd begroet. Intusschen was de wedstrijd geëindigd. Er moest nu worden overgegaan tot het kampen tusschen diegenen die het hoogst aantal gelijke punten hadden bekomen. Zij warenop 500 pas, te maken voor waarneming, en ondervinding, die door de zinnen wordt aangebracht. Het wordt tijd, een einde te maken aan deze oppervlakkige en onvolledige beschouwing van het hoogst belangrijke onderwerp, waarover zoo veel schoons en nuttigs gezegd wordt in het werk, waaruit dit kleine schetsje getrokken is. Mocht de lezing van het bovenstaande de belang stelling van dezen of genen vooral van ouders, meer en meer hebben opgewekt voor dit ge wichtig deel der opvoeding; de oefening der zin tuigen 1 Maar mochten vooral jonge lieden die de maatschappij intreden, zich blijven beijveren, om die vaardigheid en juistheid in het zien en op merken te verkrijgen, die op ieder gebied van maat schappelijke werkzaamheid, zoozeer te stade komt. Veel is er in 't leven te zien, te hooren en waar te nemen, maar er is ook zooveel te doen I Daartoe ons zeiven en anderen bekwaam en ge schikt te maken, door zooveel mogelijk de krachten en talenten te ontwikkelen door den schepper aan ieder onzer verleend, dat zij aller streven, maar vooral dat van 't jeugdig Nederland. Laat ons ho pen voor ons dierbaar Vaderland en voor ons nageslacht, dat onze jonge mannen en vrouwen meer en meer helder leeren zien, om juist te kunnen oordeelen; en dan ook met ernst en onvermoeid naar hun beste weten te handelen I de officieren de Cock, Sprenger, Wentzel en Hanckar, ieder met 8 punten; terwijl de luit. de Ronde 9 punten had behaaldop 400 pas tusschen de heeren van Beijma en Hanckar ieder met 11 punten; op 300 pas tusschen de heeren Sprengers, Reijgersberg, Versluys, van Tienhoven en Meuter ieder met 11 punten; op 200 pas de officieren Wentzel en Pabst ieder met 15 punten. Te ruim 5 uren eerst was de uitslag bekend, en was als volgt: Op 500 pas, eerste prijs, luit. C. H. N. de Ronde, met 9 punten; tweede prijs luit. J. C. J. Wentzel met 7 punten. Op 400 pas, eerste prijs, luit. J. E. H. Hanckar, met 3 punten; tweede prijs Jhr. L. van Beijma, ordonnance officier van Z. M. Op 300 pas, Jhr. A. W. van Reijgersberg Ver- sluijs, met 7 punten, na voor de 2de maal te heb ben overgekampt. Op 200 pas, de kapit. C. F. Pabst. Al de prijzen zijn dus teo deel gevallen aaD officieren van het regiment gren. en jagers. Zij we rden door Z. M. voor de Koninklijke tent aan de gelukkige winners niet eene minzame toespraak uitgereikt, terwijl do muziekkorpseu de volksliederen speelden en de verzamelde me nigte allen instemden in het „leve de Koning" dat werd aangeheven; en toen Z. M. afscheid nam met de woorden: être ensemble est un plaisir, mais se revoir est un bonheur en daarbij op deD dug van heden, zijnde de wedstrijd voor officieien, zinspeelde, scheen er aan het gejuich eodegioc- ten „leve de Koning" „leve Prins Hendrik"geen einde te komeD. De Vorstelijke personen hierover blijkbaar ge troffen begaven zich daarop naar de residentie terug. Bij herhaliDg gaf Z. M. zijne bijzondere tei re denheid te kennen aan de regelingscommi sie voor de inrichting van het kamp en den wedsl i ijd aan wie daarvoor dan ook allen lof toekomt. In 't geheel haddeD zich voor dezen wedsl i ijd aangemeld 191 officieren, terwijl aan den w ed strijd op morgen door omstreeks 280 onderoffic, van alle wapenen zal worden deelgenomen. Scheveningen, 13 September. Thans vaieu \an hier nog slechts 2 schuiten aan den kunt. Al de overigen bevinden zich onder den Engel- schen wal op de hariDgvisscherij. Intusschen schijnen visschers van andere plaatsen naar den gegeven wenk geluisterd te hebben om van een slilstand der kantvisscherij te Scheveningen ge bruik te maken en alhier hun visch aan te bun gun. Verleden week zijn 8 schuiten vaD Egmoad en gisteren nog 6 van dat dorp en 2 van Zsnd- voort met overheerlijken visch aan geweest en blijft de wind in denzelfden hoek dan mag men verwachten dat schuiten van andere pluat sen Scheveningen zullen blijven bezoeken,'t geen z j zich zeker niet zullen te beklagen hebl en, daar het toch bekend is dat nergeDS meer geld voor goeden visch besteed wordt dan aan de llaagsche markt. Van den 6den tot en met den 12den dezer zijn te Scheveningen weder 17 haringschuiten a ingekomen, als: de pink Jacob Johannes, stuurman 1'. Iloeleveld, met 70,000 stuks steurharing en 118 ton pekelharing; de pink de Jufvrouw Neeltje, stuur man P. Roelevetd Pz., met 60,000 stuks steurlia- ling en 55 ton pekelharing, beiden van den reeder M. de Niet Az.; de pink Justine, 6tuurman J. Klok, met 50,000 stuks steurharing en 60 ton pekellia- ng; de pink de Jufvrouw Neeltje, stuurman M. Vrolijk, met 71,000 stuks steurharing en 30 ton p ikelharing, beiden van den reeder P. de Niet; de pink Willem Basliaan, stuurman G. Keus, ree- dor B. Pronk Wz., met 60,000 stuks steurharing eu 20 ton pekelharing; de pink de Vijf Gebroeders, stuurman P. de Jong, reeder J. Hoogenraad, met 511,000 stuks steurharing en 38 ton pekelharing; do pink de Zeevogel, stuurman F. Dijkhuizen, ree der B. Pronk Az., met 59,000 stuks steurharing en 30 ton pekelharing; de pink de Jonge Arend, stuurman S. de Kraa, reeder A. van der Toorn, mei 70,000 stuks steurharing en 24 ton pekelha ring; de piDk Dina Cornelia, stuurman H. Wesie - dui reeder J. vau der Toorn, met 56,000 stuks steurharing en 27 ton pekelkaring; de pink de vrouw Aaltje en Jansje, stuurman C. Mos Cz., reede- resse mej. de wed. A. Dijkhuizen, met 52,000 stuks steurharing en 20 ton pekelharing; de pink de vrouw Jacoba, stuurman A. van der Zwan, reeder J. Bierer, met 87,000 stuks steurharing en 23 ton pekelharing; de pink Wonderlijk lijn 's Heeren we gen, stuurman M. Korviug, reeder J. Schoor, met 58,000 stuks steurhariug en 40 ton pekelharing; de pink de Vischvangst, stuurman A. Ronk Gz., reeders J. en P. de Mos, met 73,000 stuks steur haring en 20 ton pekelharingde pink Uit ach ting en Vriendschap, stuurman A. Roeleveld Kz., reeder M. Korving, met 52,000 stuks steurharing eu 32 ton pekelharing; de pink Regt door Zee, stuurman M. Vink, reeder W. den Duik, met 75,000 stuks steurharing eu 40 tou pekelharing de pink de vrouw Gijsbertha, stuurman F. Ronk, reeder C. van der Toom Az., met 49,000 stuks steurharing en 30 ton pekelharing; de pink de Jonge Benardus en Maria Elisabeth, stuurman J. den Heijer Dz., reeder B. van Leeuwen, met 62,000 stuks steurharing eu 50 ton pekelharing. De steur haring goldt van 12 tot 3 het duizendtal pekelharing van ƒ16 tot ƒ18 de ton. Men herinnert zich niet dat ooit, vooral J in het begin vau de teelt, de markt vat e 1 steurharing zóo laag was als thans het geva; 1 Het getal vreemdelingen dat hier reedsrt-J aanzienlijk was neemt nog dagelijks toe, J men zich geeD zoo druk seizoen herinnen i Utrecht, 13 September. Onder de voorv„l die op de bijzondere vergadering van heivl Rederijksverbond zullen behandeld worde^ j een van het hoofdbestuur, om het verbom] 1 te doen worden van het Ned. TooneelverboniJ Het hoofdbestuur wenscht iu plaats van versct lende leden van het verbond op de algemed vergaderingen iu afzonderlijke voordrachten j zien optreden, eeD volgend jaar op de gen, algemeene vergadering of op door de bijzondJ vergadering te bepalen dag en plaats, door iJ schillende leden van het verbond een treurig] drama of blijspel te zien uitvoeren. Een daai;| strekkend voorstel komt in behandeling, eved een vraag van het hoofdbestuur of het vertel zal optreden als uitgever van het ten vorj jare met de zilveren medaille bekroonde blijs! „de ring van Gyges," dat door deu schrijverij heer F. A. Franssen te Egmond Bionen aao J verbond is afgestaan. Wat de feestelijkheden:.] treft, Zaterdag 16 Sept. zal de afd. UiterlJ Welsprekendheid, den vereeniging Kunstmin] Dordt, de Hamlet van Shakespaere opvoeren,:] afloop waarvan een| collation zal plaats hebk] Na de bijz. vergadering op Zondag 17 &J zal ten half twee ure een matinee musicale, J des namiddags een dinee plaats hebbeo. [1 ovonds voert, de rederijkerskamer Jan vao BeJ Schimmels „Kind van Staat" op, na afloop win van een bal het feestelijk samenzijn zal besluit! Arnhem, 13 September. Voor het Prov. gereciJ hof van Gelderland zal morgen terecht ttsJ W. Regeling, door den procureur-generaal J schuldigd: van in den avond van den lstenliJ 1871 op den openbaren weg tusschen Ellekoael Doesburg onder Ellekom (gemeente Rbedetji&l vrouw, vermoedelijk genaamd Elizabett M Leeuwen, moedwillig met den scherpen kam-B schop een hevigen slag op bet hoofd te l el toegebracht, welke slag een schedelverwoiB met verbrijzeling der schedelbeenderen gei-Ml heeft veroorzaakt, ten gevolge waarvan die ïb<1 iu den morgen van den zesden Juli daarna:;,! gende in de slaapstede van M. v. K. te Diers! overleden, en alzoo van: moed willigen doodsil Aan de acte van beschuldiging ontleenen J enkele bijzonderheden In den ochtend van den 2den Juli dezesjal ten ongeveer halfacbt, ontving Adrianus Gil veldwachter te Dieren, van den heer Woutel Cornelis van Lookhorst, geneesheer aldaar, e-l boodschap, dat er eene gewonde vrouw op dl grindweg van Ellekom naar Doesburg lag. 1 begaf zich onverwijld derwaarts, en vond i aangeduide plaats de bedoelde vrouw, hem! bekend, met een twee- of driejarig kind bij sM zwaar aan het hoofd verwond en in geJ bewusteloozen toestand, bijgestaan door eeJ personen, welke op last van den dokter baan hoofd nat hielden. Op bevel van den wetheM der gemeente, den heer Geertsema, aan r.fl Gout zijne bevinding mededeelde, werd zijfB zichtig overgebracht naar de slaapstede vgefl chiel van der Kerkhof te Dieren, en dsi. H haar kind opgenomen. Intusschen was <LiA® ook ter oore gekomen van den chef-veldv.-'B der gemeente Rheden Willem George Frfen Koppe, en tevens te zijner kennis gebracbW 's avonds te voren een troep volk, rumoer uiakeiH door het dorp was gegaan. Hij vermoedde dïfl lieden aan de verwonding niet onkundig z '-B zijD, en ging uit om hen op te sporen. Om 34 kwam hij bij deD EllekomscbeD toleenige ine®-* tegen, en daaronder den beschuldigde en de:»j beider Pieter Steitsel. In de onderstelling dat zij wellicht degf'l waren die hij zocht, sprak hij hen aan oi«'1 verwonding, en ontving vaD Steitsel terstond'I mededeeling: „dat hij inet den beschuldig! ieder van een schop voorzien, den vorigen»™! naar den Fraterweerd was gegaan om den d'! iu oogenschouw te nemen; dat zij omstreeks! uur op den weg vau Ellekom naar Doesbul een hun onbekende vrouw met een kind bade! ontmoet, die hem gevraagd had, of bij voor d« nacht geen onderkomen voor haar wist; dat geantwoord had, dat zij dan maar naar slaapstede te Dieren moest gaao, en dat, zool toen hij dit gezegd had, Regeling haar metitl schop zulk een slag tegen het hoofd had bracht, dat zij erg verwond had neergezegen™ zij zonder verder naar haar om te zien, hun® hadden vervolgd." fl De beschuldigde bevestigde deze opgaaf,® bijvoeging dat hij, daar het zeer donker geweest, vrees had gekoesterd, dat die heD zou aamanden en dat hij niet wist tvs^-B hij gekomen was. Na deze verklaringen od6j gen te hebben, ging Koppe Daar de slaapstede van der Kerkhof; hij hoorde daar dat de vro'J welke buiten staat was zelve eenige inlicbtiOs'l te geveD, vermoedelijk zoude zijn Elisabeth

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 2