Een ridderkruis yoor de Eikenkroon. zijn afwezigheid benoemd tot wethouder van financiën, voor die betrekking zal bedanken en dat alsdan de heeren Mr. E. Boas of J. Coninck Westenberg daarvoor in aanmerking zouden komen. 's-Gravenhage, 9 September. De begrooting dezer geme.ente bedraagt 1,334,899.25, de uitgaven 1,334,782.95%, alzoo een batig slot of sluitpost ad 116.29%. Aan belastingen en heffingen wordt geraamd 1,023,736, als: opcenten op 's Rijks belastingen te samen f 272,100; 4/5 der opbrengst van de rijks belasting op het personeel en hoofd soin en opcenten, 477,600; plaatselijke directe belastingen 191,000; andere heffingen, opbreng' sten en belastingen 83,036. De uitgaven zijn verdeeld als volgt: huishoudelijk bestuur ƒ104,104 kosten voor werken en inrichtingen tot openbare dienst bestemd 242,214.64; kosten voor eigendom men, voor burgerlijk recht bezeten, 177,580.05% invordering van plaatselijke belastingen of mid delen 21,050; opeubare veiligheid en brandweer 183,713.05; plaatselijke gezondheidspolilie 1750 onderwijs en bevordering van kunsten en weten schappen 233,070.83%; armwezen, subsidiën enz, aan liefdadige instellingen 163,585; andere uit gaven in vorige hoofdstukken niet begrepen 115,134; renten en aflossingen 57,286.37% on voorziene uitgaven 35,295; totaal/'1,334,782.95% Ofschoon de tegenwoordige middelen weinig ruimte opleveren, zegt de Mem. v. Toel., en daar door misschien wel het een of ander niet onnut tig werk achterwege moest blijven, hebben B. en Weth. toch gemeend, geen hooger cijfer voor den hoofdelijken omslag te moeten voor stellen dan l'/i pCt., waaraan men reeds sedert eenige jaren gewoon is. Naar hun oordeel is het wenschelijk den omslag niet te verhoogen, dan voor uitvoering van groote werken, als rioolstelsel, waterleiding enz., althans geenszins ter bestrij ding van gewone uitgaven, wanneer die niet door buitengewone omstandigheden zijn bezwaard. Leidschendam, 8 Sept. Aan de hardraverij ge houden te Wateringen, hebben 8 paarden deel genomen, de prijs is behaald door het paard de Slimme Jan van den heer J. J. Leenen 's Graven- hage (Wassenaar), Pikeur J. de Boer en de premie door het bruine paard van den heer L. Klugt te Rijswijk, pikeur L. Klugt Jr. Arnhem, 7 September. De algemeene vergade ring van de Maatschappij tot Nut van den Javaan, die gisteren alhier gehouden werd, was schaarsch bezocht. Tot leden van 't hoofdbestuur werden herbe noemd de heeren Dr. J. M. van Bemmelen en J. P. Brediusvoor de vacature, ontstaan door het bedanken van prof. P. J. Veth, werd gekozen de heer J. G. Plate van Arnhem. Aangenomen werden: een voorstel van het hoofdbestuur, waarbij dit gemachtigd wordt een veertiendaagsch blad uit te geven tot bevorde ring der belangen van de Maatschappij en van het doel, dat zij zich voorstelt; een voorstel van het hoofdbestuur om het ter afdoening voorge dragen onderwerp: Gouvernements cultuur als belasting in arbeid, andermaal op de aanstaande algemeene vergadering aanhangig te maken en dan zoo mogelijk eeue conclusie uit te lokken. Met algemeene stemmen werd na debat over het puntBespreking van de tariefwet op den in- en uitvoer in Nederlandsch Indië, met het oog op de aanstaande herziening, de volgende motie aangenomen: De vergadering overtuigd van de wenschelijkbeid van de afschaffing der rechten, machtigt het hoofdbestuur zich in dien geest bij adres tot de Kamer te wenden, na de indiening van het te wachten ontwerp tot tariefsherziening. Geluermalsem, 8 Sept. Sedert eenige weken worden door een officier der genie in deze gemeente en ook te Waardenburg en Haatten opmetingen gedaan en de plattegrond dier plaatsen in teeke- ning gebracht. Bij eene mogelijke verdediging der Hollandsche waterlinie denkt men er zeker aan, hoe te handelen met den spoorweg en zijne kolossale bruggen, die jammer genoeg buiten de lijn van defensie loopen. Zou men ook denke aan verdedigingswerken of zou men alleen be dacht zijn om verdedigingsmiddelen te bestu deren Zuilichem, 7 Sept. Naar inen verneemt is het voorstel om in de verordening, houdende bepalingen ter voorkoming en verspreiding van besmettelijke ziekten binnen deze gemeente, voor te schrijven dat ter toelating op de openbare school, de vacci natie verplichtend zou zijn voor kinderen, die de natuurlijke pokken noch niet gehad zouden heb ben, door de gemeenteraad met algemeene stem men verworpen. Zwolt.e, 7 September. Eerstdaags zal een Gom missie uit den Gemeenteraad alhier, bestaande uit de heeren J. C. Eindhoven en I. F. A. A Schaepman, benevens den heer burgemeester W C. Th. van Nahuijs, zich naar 's-Hage begeven ten einde met Z. E. den Minister van Binnen landsche Zaken te spreken over de uitvoering der werken tot verbetering vau den waterweg van Zwolle naar Zee. De vroegere Minister van Binnen). Zaken, de heer Fock, had nl. daarom trent, in overeenstemming met des Raads be geerte, een plan vastgesteld, waaronder begrepen was de onteigening van eene zijde der IJselstraat. Het schijnt evenwel dat de tegenwoordige Minister dit plan niet zal doen uitvoeren, maar door een meer eenvoudig plan zal vervangen, waardoor het belang dezer gemeente minder zal worden Groningen, 8 September. Voor het provinciaal gerechtshof van Groningen stond dezer dagen terecht S. B., geschorst ontvanger der directe be lastingen, in- en uitgaande rechten en accijnsen te ten Apel, gemeente Vlachtwedde, beschuldigd van in verschillende, door hem opgemaakte pro cessen-verbaal van vernietiging van gedistilleerd en geraffineerd zout meerdere hoeveelheden te hebben opgegeven dan werkelijk waren vernie tigd, en zulks met het bedriegelijk oogmerk om zoodoende de bestaande ondermaat aan te zuive ren. Het O. M. requireerde schuldigverklaring van den beschuldigde aan: 1°. zeven misdrijven, alle bestaande in het als ambtenaar in het op maken van acten tot zijnen post behoorende, het wezen daarvan bedriegelijk te veranderen door valsche feiten als waar te staven; 2°. het zich desbewust zevenmaal bedienen van valsche acten, en zijne veroordeeliug deswege tot tuchthuisstraf van vijf jaren, veertien geldboeten elk van 60, subsidiaire gevangenisstraf van vier dagen voor elke boete en in de kosten. De uitspraak is be paald op Woensdag a. s. Harlingen, 7 September. Voor eenige jaren ver dween de stoomboot, varende tusschen hier en Leith spoorloos en kwam na haar vergaan geene andere in de vaart. Thans is een nieuw stoom schip in de vaart gebracht, dat, 706 gemeten, om de 14 dagen van hier vertrekt en hier aankomt, en bij zijne eerste reis eene goede lading inhad, waaronder ruim 200 koeien. Lemmer, 7 Sept. De afloop van de gisteren op de Zuiderzee door de alhier gevestigde zeilver- eeniging „de Zeverwolden" gehouden wedstrijd is geweest als volgt: lste klasse, prijs 60 of een voorwerp in zilver, behaald door de kotter de Fantasie, van den heer T. C. Schol, van Amsterdam premie; een Nederl. Vlag, door de Watergeus, van Z. H. K. Prins Hen- ik der Nederlanden. 2de klasse, beurtschepen beneden 35 ton, prijs 30, door de Vrouw Hendrika, van G. Pom me, van Oldemarkt; premie een Nederl. vlag, door de Vier Gebroeders, van L. Bakke, te Langweer. 3de klasse, jachten en boeiers; prijs een voor werp in zilver, ter waarde van f 25, door de boeier van den heer N J. Wouda, te Sr.eek; premie een Ned. vlag, wegens onvoldoende deel neming niet uitgereikt. 4de klasse visschersvaartuigen, lang 30 voeten daarboven, prijs 20, door de jonge Cornelis, van Dirk de Waard, van Marken; premie f7, door de Vrouw Elisabeth, van Cornelis Zondervan, van Marken. In de roeiwedstrijd is de prijs, ƒ10, behaald door de sloep de jonge Helliolle, van G. Bosma, en de premie ƒ3, dour de sloep van den kapitein Wil lem de Haan, beiden hier woonachtig. De zeil wedstrijd werd opgeluisterd door de mnziek van het lste regiment infanterie, kapelmeester Stoelz, terwijl na afloop een prachtig vuurwerk in het dok werd afgestoken. Maastricht, 7 September. Zooals in der tijd is medegedeeld, heeft de heer Commissaris des Ko- nings in deze provincie aan verscheiden vleesch houwers hier ter stede voorwaardelijk machtiging verleend tot den in- en doorvoer van vee, komende van buiten 's lands. Deze machtiging nu strekt zich uitsluitend uit tot Belgisch-Limburg en daar van zijn uitgesloten de aangrenzende Rijnprovin ciën, niettegenstaande daar evenmin als in eerst- gemelde provincie de besmettelijke veeziekten heerscheu. Thans vernemen wij, dat onze slagers tegen deze uitsluiting een middel hehbon uitgevonden. Zij voeren namelijk het vee uit de Rijnprovinciën eerst naar België en vervolgens naar Nederland in, zoodat aan het ietterlijk voorschrift der be doelde machtiging wordt voldaan. INGEZONDEN. 't Is wel niet goed, maar 't is toch zoo, dat ik op benoemingen tot posten, ambten en ridder lijke waardigheden weinig acht sla. De laatste interesseeren mij wel het minst. En zoo gebeurde het, dat ik eerst gisterenavond kennis kreeg van de benoeming van Dr. Nuyens tot ridder van de Eikenkroon, uit hetgeen het Leidsch Dagblad had overgenomen uit het Dagblad v. Z.-H. Die benoeming heeft dus al aanleiding gegeven tot veel geschrijf. De Tijd en de Maasbode hebben begrepen dat zij den trompet moesten blazen, en wel de Protestanten en een man als Motley (die geloof ik nog voortdurend in den Haag op het rijksarchief werkt) vlak in 't aangezicht. Dat was niet bijzonder beleefd. Het Dagblad heeft nu op zijn beurt ook geluid gegeven, en als dat zoo vooit gaat, zal die benoeming nog eene quaestie worden in onze journalistiek. Nu weet ieder wel hoe het met verreweg de meeste van die benoemingen gaat. De persoonlijke sympathie of hoogachting of waardeering van den Vorst komt daarbij al zeer zelden in 'tspel. Het doet er bij zulk eene ouderscheiding niet toe tot welke staatkundige of kerkelijke partij men behoort. De vraag is eenvoudig, of Dr. Nuyens verdienste heeft als wetenschappelijk geschied schrijver, welke verdienste men toch heeft wil len erkennen. Niemand kati hem deze ontzeggen. Dat hij zijn eigene zienswijze heeft, spreekt van zelf. Dat hij alles behalve onpartijdig is en te veel ziet door den bril van zijn kerkgenootschap, om duidelijk te kunnen onderscheiden, laat zich denken. Maar dit behoeft niet onderzocht te wor den, nu men een wetenschappelijk man een rid derorde toezend. Alleen zou men kunnen vragen, waarom niet andere mannen van minstens even groote verdienste op hetzelfde gebied gelijke on derscheiding ontvangen. Als er dan toch ridderordeu moeten zijn, dan zal Dr. Nuyens met meer recht zijn lintje dra gen dan vele anderen, die zeer verlegen zouden zijn, als ze huune aanspraken eens moesten ver dedigen. Doch wat ik eigenlijk wilde opmerken is dit. Die benoeming gaat ons volstrekt met aamyl de koning der Nederlanden maar de Groollie'j van Luxemburg heeft Dr. Nuyens benoemd i Nederlandsch minister heeft immers die benotuj gecontrasigneerd? Laten dan de Luxembw er hun stem tegen verheffen, wij hebben ej niet mee te bemoeien. We maken ons met rede boos als de Dui-J maar niet schijnen te willen leeren, dat o.L ninkrijk met het groothertogdom niets te n.J heeft. En nu begaan we hier dezelfde fout. Laat ons toch wijzer zijn Q- M. 1 BOITENLAND. Frankry k. Zooals wij gisteren mededeelden was het richt, als zou er eene verkoeling zijn ontsti tusschen de heeren Thiers en de Nigra, onjn Evenwel hebben de bladen die het mededeelt] in zooverre gelijk, dat er eene samenkomst ii schen de twee heeren heeft plaats gehad. Zooi men op het uiterlijke kan afgaan (en veel mi kan men bij dergelijke gelegenheden niet di zijn zij echter zeer vriendschappelijk gescheidi De president heeft den Italiaanschen verte»i woordiger zelfs de hand gedrukt, welk vriej schapsblijk zijn grond zou hebben in een weiwillenden brief van het Italiaansche goun neinent aan den heer Thiers, die hem door ridder de Nigra was overhandigd. Intusschen heeft zich te Rome een incident vJ geduan.dat weer tot eenige moeilijkheden tusscb-J Frankrijk en Italië aanleiding zou kunnen gen Een agent van den Franschen gezant bij paus, den heer d'Harcourt, heeft eene com® sie van den Romeinschen gemeenteraad toegang ontzegd tot een klooster, wast een Fransche teekenschool of iets der; lijks was gevestigd. Vooreerst is het de quaestie of de Fransche diplomatie tot iels recht zou hebbenmaar zelfs in dat ge mocht de maatregel nooit uitgaan van den n tegenwoordiger aan het vatikaan, maar van den gezant, die bij het Italiaansche hof accrediteerd is. Over de proposotie Ravinel zijn in de zittind Sept. de algemeene beraadslagingen gesi nadat de heer Cézanne een langwijlige redevoei] had gehouden, waarin Parijs werd voorges als de oorzaak van alle mogelijke omwentelini terwijl de hoofdstad een warmen verdediger voJ in Louis Blanc, die van oordeel was, dat de ren lutionaire uitbarstingen te Parijs hun oorzi vonden in de algemeene gezindheid van het heele land. Zooals de telegraaf mededeelt zal regeering aanraden, de zaak niet te beslissi maar tot na de vacantie het statu quo bewarei Tot rapporteur over de propositie Target gekozen de heer Laboulaye. Hij stelde namei de commissie voor om de vergadering van Sept. tot 29 Nov. uit elkaar te doen gaan. heer Thiers zou het recht hebben om in <6 tusscheutijd den staat van beleg in de menten op te heffen, in overeenstemming inel permanente commissie, die gedurende het rei den president zal moeten bijstaan en controleer:] Niettegenstaande den wensch van den minis! Pouyer-Quertier om de nieuwe belastingen aj handelen vóór het uiteen gaan der vergader] zal waarschijnlijk het ontwerp tot heffing inkomend recht op de grondstoffen van 20 pO na de vacantie worden uitgesteld. Zelfs bev' men dat het gouvernement zijne voorliefde - het beschermingstelsel in deze zou laten vs) en het recht vervangen door eene verhoogingi directe belastingen. Spoedig na het uiteengaan der vergaderi zullen de verkiezingen voor de algemeene rad; (provinciale staten) plaats hebben. De daloi men en van het voedsel, dat wij tot ons nemen bekend te maken, daardoor over die beide hoofdbronnen der voeding eenigermale de wacht te houden; die beide zintuigen zijn dus meer dienstbaar aan de voeding en bevorderlijk aan het zinnelijk levensgenot dan aan de ontwikkeling en volmaking van het verstand. Het zou even wel verkeerd zijn om deze zinnen van zoo onder geschikt belang bij den rnensch te achten, alsof daardoor niets tot onze kennis gebracht werd; de ervaring leert toch hoe zij geschikt zijn om ons de ons omringende natuur te leeren kennen, en wij zouden de ondervinding van geneeskun digen, scheikundigen en veel andere moeten raad plegen om de groote diensten goed te waardeeren die. reuk en smaak den inensch bewijzen. Het zintuig welks gebied zich het verste uit strekt, is het gezicht, de geheele zichtbare schep ping toch is daardoor toegankelijk, waarom het bij uitnemendheid het wereldzintuig genoemd wordt. Het gezicht dieut om ons bekend te maken met het verschil der kleuren, hetwelk de in het licht geplaatste voorwerpen, door de verschillende wijze, waarop zij de lichtstralen terugkaatsen, voor het oog opleveren; het openbaart ons de uiterlijke gedaante en gestalte der dingen, hunne groote, afstand, beweging of rust. Door middel van dit zintuig worden wij dus niet alleen met veel bijzondere eigenschappen der buiten ons geplaatste voorwerpen, maar ook met hunne onderlinge betrekking tot elkaar bekend gemaakt. Wat degrenzen betreft, binnen welke het natuurlijk gezichtsvermogen beperkt is, zoo worden wij door talrijke waar- en proefnemingen in staat gesteld, om den aanmerkelijken omvang te beoordeelen welke daaraan nog worden toegekend, zoowel ten opzichte van den afstand, waarop voorwerpen nog met het bloote oog zichtbaar zijn, als wat derzelver uiterste kleinheid betreft. Ik behoef u evenwel niet te herinneren dat in het gezichtsver- moven bij onderscheiden personen een aanmer kelijk verschil wordt waargenomen, en welke invloed de. vorm en kleur der voorwerpen, hunne meerdere of mindere verlichting, de gesteldheid van den dampkring en andere toevallige omstan digheden op ons gezichtsvermogen uitoefenen. Naast het edele zintuig des gezichts, plaatsen wij het gehoor, dat voor even voortreffelijk mag gehouden worden, ja met het gezicht om den voorrang wedijvert, althans voor zoover wij onze ontwikkeling aan anderen verschuldigd zijn. De dadelijke bestemming van dit zintuig, welks vermogen door geen der andere kan ver vangen worden, is hierin gelegen, dat het ons de kennis der geluiden doet verkrijgen door verschillende, tot in onze ooren voortgeplante tril lende bewegingen der lucht. Het zintuig des gehoors draagt onnoemelijk veel bij tot onze ver standelijke ontwikkeling, door ons in staat te stellen, om de denkbeelden van anderen te leeren kennen, en tevens onze eigene door middel der spraak aan anderen mede te deelen. Het zal u toch bekend zijn, dat het edele spraakvermogen ons tot niets nut zou zijn, zoo ons het zintuig des gehoors ontzegd was; hoe toch kunnen wij klanken nabootsen, die wij niet hooren? een onbestendig dierlijk geluid, is al wat de geheel doove rnensch voortbrengt: getuige daar van de doofstommen, waarvan maar heel enkele door gebrek in de spraakorganen, en ver de meeste door algeheele doofheid stom zijn. Wij willen naar geen maatstaf zoeken om den gemiddelden omvang, waartoe zich het vermogen van dit zintuig beperkt, te leeren kennen, ons bestek gedoogd dit niet, en het zal ons later aan geene gelegenheid ontbreken, het bewonderens waardig vermogen van een geoefend gehoor te doen uitkomen. Zoo is dan aan elk der vijf zintuigen een be paalden werkkring aangewezen, en draagt elk op zijne wijze er toe bij, om ons van het aan zijn der huiten ons geplaatste dingen te verge wissen, en met de eigenschappen er van bekend te maken. Ik ben niet in staat om de werktuigen, wa» door we zien, hooren, proeven ruiken of ge" len voor u te ontleden, hoewel het uitlokkei is om met voorlichting van deskundigen dehea lijke samenstelling van het oog, de doelmatig1 inrichting van het oor te bewonderen, kan ik als onkundige dit genot niet aanbieden. Lit ver wijs ik u op de groote weldaad der zi® tuigen in het algemeen; hetgeen wij dagelijf genieten en waarvan we het gemis nooit lef' den kennen, wordt toch door ons doorgaans weinig gewaardeerd; en waarlijk door liet ge mis van éen onzer zintuigen zou niet slechts eene geheele wereld van aanschouwingen en grippen uit onze geestelijke werkzaamheid weg vallen, maar ook de verrichting onzer overig' zintuigen zou min of meer beperkt worden,(Is* de werkzaamheid van het eene het andere o® dersteunt. Die wederkeerige hulp der zintuig® draagt veel tot meerdere volledigheid en zekerhei der zintuigelijke waarneming bijhoe onvolkoms wei kt ons gevoel of tastzin als het gezichtsverm-1 gen ons niet tevens ten dienste staat, ook valtoi oordeel over de richting vanwaar een geluid tot ""l komt doorgaans verkeerd uit, als het triIleml-| lichaam, waardoor het veroorzaakt wordt aauouzf blik ontgaat. Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 2