We zagen 't reedsde kansen van verspreiding der cholero-smetstof zijn hoofdzakelijk twee. Eer stens, en bovenalles, 't gevaar van drinkwater, op eenigerlei wijze (onverschillig in hoe geringe mate) door uitwerpselen bezoedeld: een gevaar, dat in 't klein van particuliere pompen en wellen, in 't groot van waterleidingen te wachten is. Ten tweede, het gevaar van inademing van mias men (uitwasemingen van faecale stoffen) in de lucht. Met onze, sinds jaren, verworven kennis van 't werkelijke dier gevaren, zoowel in gewone tijden als in tijden van epidemiën, had reeds lang moeten gezorgd zijn voor middelen tot wering er van: beter afvoer en aanwending van faecale sloffen, en toevoer van zuiver drinkwater. Bij gebrek echter aan dit alles, moet tijdelijke vei ligheid, voor zooveel mogelijk, gezocht worden in maatregelen van palliatieven aard a. Overal waar de bron van onzuiverheid ver dacht wordt, behoort een onmiddellijk en afdoend onderzoek te worden ingesteld naar de qualiteit van 't water. Waar bezoedeling ontdekt wordt, moet alles gedaan worden om die voor 't vervolg te voorkomen; en waar dit laatste onmogelijk is, moet 't water niet langer als drinkwater dienen; b. Tegelijkertijd behoort alle huisselijke afval geregeld en ten spoedigste te worden weggeruimd. Er behoort gelet te worden op defecten aan riolen en pijpen, waardoor een hinderlijke reuk ver spreid wordt. Goed wasschen en kalken is aan te bevelen vooral in dichtbewoonde huizen of vertrekken c. Desinfectie behoort op ruime schaal en her haaldelijk te worden toegepast, overal waar reser voirs van afval aanwezig zijn, of andere ophoo pingen, die vuile dampen afgeven. Kortom bij afwezigheid van blijvende waarborgen, is geen veiligheid bestaanbaar zonder onophoudelijke reiniging en desinfectie, en zonder onverdroten waakzaamheid tegen elke mogelijke besmetting van drinkwater. Niet door geweld wil het Volksblad de Inter- natioale bestrijden, en het verwacht daarom wei nig van de ontwerpen van wetgeving tegen haar in Frankrijk. Verkeerde beginselen worden alleen overwonnen door hoogere ontwikkeling. Tot die ontwikkeling nu is een onderwijs, afgescheiden van de opleiding tot godsdienstige deugden, niet voldoende. Naar mate een onvolledig en opper vlakkig onderwijs zich uitbreidt en velen tot lezen en oordeelen opwekt, zal het gevaar voor de verleiding van de sosialistische drogredenen niet verminderen, maar vermeerderen, en waar de gevaren grooter worden, zullen strenge wet ten en vervolgingen het kwaad niet stuiten. Het verkeerde, 't welk in de wereld plaats heeft, moet opwekken tot meer vooruitgang in het goede. Verkeerde beginselen worden niet over wonnen door geweld, maar door betere beginse len. Daarom wekken onze tijden meer dan ooit op tot krachtige volksopvoeding, zoowel in de scholen als door eene letterkunde, die den volks geest kan vormen. HC.) Zekere A. B. C. uit Coevorden zendt aan de Prov. Dr. en Asser Cl. het volgende stuk, waarop wij de aandacht onzer lezers vestigen „Om te kunnen weten, wie van het kiesrecht ge bruik mag maken, worden kiezerslijsten opgemaakt en ter lezing gelegd. „Wie echter, die reeds jaren lang kiezer was, en geen vermindering in zijn belasting heeft on dergaan, denkt er om deze te gaan inzien Zoo gebeurde 't bij de jongste verkiezingen, dat hier eenige ingezetenen (men speekt van 13), die alle langer dan een jaar de vereischte belasting zouden hebben betaald, niet op de kiezerlijst voor kwamen, en bij gevolg van hun recht geen ge bruik konden maken. „Zou nu, bij mogelijke verkiezingen, dit verzuim niet kunnen worden hersteld? Of zijn die ingeze tenen, niettegenstaande zij volgens de wet kiezers zijn, van hun recht verstoken, tot tijd en wijle er nieuwe kiezerslijsten worden opgemaakt? Gaarne zou men, door middel van dit blad, boven staande vraag beantwoord zien." In het hierbedoelde geval is het verzuim onher stelbaar. Volgens de wet mogen alleen zij aan de verkiezing deelnemen, wier namen op de kiezers lijst staan (art. 47). Het geval doet zich dikwijls voor. Bij gelegen heid van de laatste verkiezing voor Prov. Staten en Tweede Kamer hebben onderscheidene per sonen hier ter stede bij ons hun beklag gedaan, dat ze, schoon evenveel belasting betalende als ten vorigen jare, toch van de kiezerslijst waren afgeraakt. De schuld ligt öf aan onvolledige opga ven door de ontvangers der Rijksbelastingen (art. 7 der wel) voor de samenstelling der kiezerslijs ten gedaan of aan slordige opmaking der lijsten door de gemeente-ambtenaren. Het eenige en afdoende middel dat de kiesge rechtigden bezitten om de erkenning van hun recht te verzekeren is: dat ze „er om denken" de ter visie liggende lijsten te gaan inzien en, zoo hun naam er niet op voorkomt, zooals de wet aan wijst, bij den gemeenteraad in beroep komen. Vaderland Den 15den heeft de eerste locomotief geloopen over de geheele breedte van den onderhanden zijnden dam over het Sloe, in tegenwoordigheid van den eerstaanwezenden ingenieur der Staats spoorwegen te Vlissingen en eenige andere per sonen. BINNENLAND. Amsterdam, 17 Augustus. De kolossale zee- en uitwateringsluizen voor de werken van doorgra ving van Holland op zijn smalst de Schelling- woude, zijn voltooid en heden of morgen wordt het water er ingelaten en met het opruimen der dammen aangevangen. Amsterdam, 18 Aug. De volgende punten zul len behandeld worden op het tweede Congres van bestuurders en voorstanders der Volksvoor drachten in Nederland, op Donderdag 31 Aug. e. k. alhier: A. Is het wenschelijk dat elke vereeniging die f 50 'sjaars bijdraagt door tusschenkomst van het Centraal-Bureel tweemalen in het winterseizoen een letterkundig of wetenschappelijk gevormd man in haar midden ontvangt tot het houden eener voordracht? B. Kunnen de Volksvoordrachten dienen om bij volwassenen datgene aan te vullen wat hun ontbreekt, doordien zij in hnn jeugd geen of geen voldoend lager onderwijs hebben genoten Zoo ja, hoedanig moet dan de inrichting zijn C. LeertdeervaringdatdeVolksvoorlezingen met aanschouwelijke voorstellingen de meest gunstige uitkomsten hebben opgeleverd, zoo wordt de vraag gesteld: in hoeverre kan aanschouwelijk onder wijs gepaard gaan met mondelinge voordrachten D. Is het niet noodig de gewone bezoekers onzer Volksvoorlezingen meer en meer op bevatte lijke wijze kennis tedoen krijgen van de inrichting van ons Staatsbestuur? E. Zou het wenschelijk en doelmatig zijD, om met die arbeidersvereenigen, in wier midden voordrachten gehouden worden, samen te werken en gemeenschappelijke voordrachten te orgaDi- seeren F. Zou het, vooral op kleine plaatsen, geene aanbeveling verdienen om aan de Volksvoor drachten een persoonlijk bezoek te verbinden, ter opwekking tot geregelde bijwoning? G. Met het oog op het nut der verspreiding van volkslitteratuur, ook door onze tusschenkomst, is het van belang een nauwkeurig overzicht te hebben van al wat op dat gebied gedurende de laatste jaren is verschenen en de meeste lezers vindt. Daartoe is de benoeming eener speciale commissie noodig, aan wie worde opgedragen op het 3de congres daaromtrent verslag te geven, en des gevorderd voorstellen te doen tot het uitschrij ven van prijsvragen om in bestaande leemten te helpen voorzien. H. Wat moeten wij doen in de kermisquaestie? I. Is de Zondag aanbevelenswaard voor volks concerten? K. In hoeverre kunnen wij deelnemen aan de pogingen tot veredeling van het volksvermaak L. Welke volksvermakelijkheden zijn het meest gewenscht? Sassenheim, 17 Augustus. De raad dezer ge meente heeft besloten de kermis alhier dit jaar te doen doorgaan, met bepaling echter dat geen kramen, carroussels of stalletjes, die met in deze gemeente te huis behooren, mogeD worden op geslagen. Ook zullen alle liedjeszangers, bedelaars enz. worden geweerd, Mochten wij sedert 6 weken van geen pokken- gevallen vernemen, thaus vertoonen zij zich we der, doch slechts sporadisch en gewijzigd. Groningen, 17 Augustus. In de buitengewone raadsvergadering van hedenavond is (met 12 tegen 4 stemmen) besloten, de voorgenomen ker mis in de volgende maand niet te doen houden. Dit besluit is genomen conform het voorstel van B. en W. en overeenkomstig het praeadvies van de Vereeniging ter bevordering der volksgezond heid alhier. De wenschelijkheid, om alles te doen wat strekken kan om het gevaar der dreigende cholera zooveel mogelijk te verminderen, heeft tot dit besluit geleid. Het jaar 1S66 heeft ook hier velen wakker gemaakt 1 Tilburg, 16 Aug. Zaterdagmiddag was de land bouwer J. Mutsaarts met eeue arbeidster in de Rauwbraken alhier, op een akker bezig rogge binnen te halen. Toen zij een hoop rogge hadden opgeladen en naar een anderen wilden rijden, hoorden zij, toen de kar even in beweging was, een harden schreeuw of gil. De landbouwer ging zien wat er voorviel en aan de rechterzijde van de kar komende, zag hij eeD kind tusschen het wiel en den bak der kar geklemd zitten, geheel dubbel gevouwen, met het hoofd op de borst; het zat zoodanig geklemd dat men de kar moest laten wippen, ten einde het los te krijgen; toen het bevrijd was bleek het dat het reeds dood en een 4jarig zoomje was van Johannes van de Kerkhof, arbeider, in die nabijheid woonachtig. Men vermoedt dat het kind op den akker is ge komen, zonder te zijn opgemerkt naar de kar geloopen en tusschen de spaken van het wiel heeft willen doorkruipen op het oogenblik dat de kar voortreed. Mutsaarts eu zijne arbeidster waren aan de linkerzijde en hebben daardoor het kind niet kunnen zien. Wederom een waarschuwend voorbeeld om kleine kinderen toch niet zonder toezicht te laten. Op het bureau van deu burgerlijken stand alhier, werd Maandag door den kuiper M. S., aangifte van zijn 23ste kind gedaan. MATHESIS SCIENTIAKCM OEMTKLY. De lessen van het Genootschap zullen op den 4den September, e. k. weder beginnen. Het be stuur roept de leerlingen, die vaD die lessen wenschen gebruik te maken op, om zich Woens dag en Donderdag 23 eu 24 Augustus des avonds tusschen 7 en 9 uren daartoe aan te melden in het gebouw der Hoogere Burgerschool. Bij den vorigen cursus waren meer dan twee honderd leerliugen ingeschreven. Als men dat getal vergelijkt met de opgaven van het aantal leerlingen, die in andere steden van het onderwijs aan Burgeravond- of Ambachtscholen gebruik maken, dan schijnt in Leiden dat onderwijs meer mij hare kwalijk verholen blijdschap Roches te kunnen verlaten, veel wantrouwen in, maar eens besloten hebbeude om de zaak door te zetten, begon ik al dadelijk mijne zaakjes eeu weinig op orde te brengen, mijne weinige boeken op eene plank langs den muur te zetten, en op de dennenhouten tafel legde ik mijn papier en pen nen, lessenaar en passerdoosje neder. Tegen twaalf uren naar beneden gaande, vond ik de deu ren van de school en van de keuken wijd open; de oude vrouw Hulot stond op den drem pel te kijken. Ik ging uit. Nog meer personen laiws den weg keken in dezelfde richting als zij, zuster Eleonora, in de slede gezeten, reed lang zaam de helling af; een oude boer leidde den rossinant bij den teugel. De zuster, in haar kap gedoken, beantwoordde bijna niet aan de luide afscheidsgroeten, die de kinderen, op de steenen muren gezeten, haar toe riepen. Zij riepen door hunne roode vuistjes: „goeden dag, zuster Eleonora 1 goeden dag!" Niet een enkele maal wendde zij het hoofd om; zij was veel te gelukkig dat zij weg kon gaan. Dit ziende, werd ik wit van schrik. Nu konde ik van huis tot huis mijn brood gaan be delen, zoo beschouwde ik de zaak. „Waar woont toch Jaques Laroche?" vroeg ik aan de weduwe. Zonder een woord te spreken, stak zij hare hand uit, in de verte de vijfde wo ning wijzende, en ging toen ijlings naar binnen. De klok sloeg twaalf, ik ging er heen. Het ge heele gehucht kende mij reeds, iedereen bespiedde mij uit de dakvensters. Aan de hut komende, zag ik de groote Catherinette Laroche, eene wolvin gelijk, haar man uit de kroeg halen, hij was houthakker van beroep, had ronde schouders, zwarte knevels, een kaal hoofd en groote wratten. Al voortgaande keven zij geducht, de vrouw schold hem uit voor dronkaard, en hij ziju pijpje roo- kende, met een boosaardigen blikZwijg I Cathe rinette, zwijg I Ik stond bij hunne deur. Zonder eenige acht op mij te slaan, ja, zonder zich te schamen, gin gen deze twee wezens met hun gekijf voort; zij wisten toch, dat ik bij hun zoude eten. Hunne kinderen keken uit de keuken. Plotseling gaf de man, vóór hij naar binnen ging, zijne vrouw twee geduchte oorvijgen. Men kan denken, hoe zij gilde; zeker kon men bet hooren aan het einde van het dorp. Ik was er juist op bedacht om weg te loopen, toeD de man mij riep, zeggende: „Ga binnen, meester 1 doe alsof ge het niet ziet." Hij duwde mij bij den schouder in het tweede vertrek, waar twee kinderen bereids aan den disch zaten. De grootste bij zijn ooren van het bankje trekkende, liet bij voor mij plaats maken. De groote saladebak met zure melk, de schotel met rookende aardappelen, alles herinnerde mij aan mijn eerste komen te Chène Fendu. Buiten de deur stond de vrouw nog steeds hevig te gillen, al de vrouwen uit de buurt stonden rond haar; zij dreigde de bijl op te nemen. Jaques Laroche had zijne pijp uit den mond genomen, en voegde mij dood bedaard te gemoet„Eet tochdat ge schreeuw beduidt niets, tast toe! doe alsof je thuis waart!" Dit is een staaltje hoe men te Roches huis hield, daaraan moest ik nu maar gewennen. In zes weken had ik bij allen gegeten, overal zag ik dezelfde vertooning: de bewoners twistten onderling, scholden elkander, voegden elkander de verschrikkelijkste dreigementen toe; de kin deren liepen barrevoets, lachende rond, zonder zich hieraan veel te storen. Deze smokkelaars, houthakkers, wilddieven, klompenmakers, kuipers, wevers, kenden geene andere levensmanier. lede ren Zondag bedronkeD zij zich met witte wijn, en brandewijn uit aardappels gestookt, op eene schandelijke wijze, en zelfs de vrouwen kwamen in de kroeg; voorgevende er hunne mannen te komen halen, zetten zij zich naast hen neder, na eerst daartoe een weinig aangezocht Ie zijn. Wordl vervolgd.) dan elders op hoogen prijs te worden Op zich zelf beschouwd is dat getal vat 250 leerlingen echter geenszins voldoende. De scholen van M. S. G. moesten in den cursus van September tot Maart minsten vijfhonderd leerlingen worden bezocht. Jammerklachten over het lot van den wer| over zijn karig loon enz. enz. al bevatten veel dwaasheid ook veel waars, zijn ru ineer geschikt om de gemoederen te ontstei en de hoofden op hol te brengen, dan waarachtige verbetering mede te werket bestuur van M. S. G., dat van jaar tot ja onderwijs tracht te verbeteren, behartigt rechte wijze het belang van deu werkina van al diegenen, die van andere scholet gebruik kunnen maken, maar toch nog aao wijs behoefte hebben; het mag er op reifl dat het aantal der leerlingen, die zich op 24 Augustus komen aanmelden, grooter nl dan in het vorige jaar. Daartoe moeten ook alle welgezinden stad medewerken. Vooreerst de ouders of voila voor wien plichtverzuim in dat opzicht enkele verontschuldiging zou kunnen gelc-Rl de jongelui zelve, die anders later van of onverschilligheid de straf dragen. Maartij, zij aan het Genootschap de krachtige hul|n zekerd van de aanzienlijken, van de eigt[rjc en direkteuren der fabrieken, van de wert,ng( van allen die een gunstigen invloed in deaQe kunnen uitoefenen, vooral ook van de onderr,n der verschillende scholen, die aan hum.n leerlingen de lessen van het Genootschap zekyiu zullen aanbevelen. Leiden is eene stad van onderwijs en int^pe Mocht het in den nederigen kring van t-,j nootschap hoe langer hoe meer blijken, i twee tot bevordering van waarachtig volkj elkander de hand reiken te Bordeaux zijn 3 Hm dat de vergaderiie'olk rche BUITENLAND. Frankrfjk. iue Het bericht, ons door de telegraaf medege an dat in de commissie tot onderzoek naar dt8 stellen Rivet en Adnet slechts 6 voorstandt? het eerste waren gekozen, moet niet zooo; Cl) worden, als zou nu de propositie Adne,3(iul haar aangenomen worden. Uit de debattei)er'4 die de benoeming zijn vooraf gegaan, ble|e' de voorstanders van deze laatste nog sW8861 noodzakelijkheid inzien om eene transac t te gaan. Deze wordt ook door de dagblad eerl de rechter zijde en het linker-centrum e:!we' maar zij doen ten slotte al heel weinig ottiudi eene transactie gemakkelijk te maken. Zyrjnte maar steeds, dat het voorstel Rivet de ouvee komst van Bordeaux wil verbreken. Dodiimi de ware reden van hunne tegenwerkiu.irbe kan het niet zijn en iedereen weet ookeRè; het niet is. Immers punten vastgesteld1°. aanspraak zou maken op eene constitueij bevoegdheid het voorstel Rivet denkt e over, ze haar te geven2°. dat men ets lijke proef zou nemen met de republike|'aP staatsregeling het voorstel Rivet wil IPS over gedurende 3 jaren een geregelde 11 bliek in 't leven roepen; 3°. dat aan eet' gadering, bepaald tot dat doel samengesteld recht zou overgelaten worden om den define®1 regeeringsvorm vast te stellen het v.ew Rivet legt hieraan niet de minste moeilijk!"/ in den weg, daar bet de republiek volstrekt D3u(i finitief wil vaststellen, maar alleen beoogt" eenigen tijd een vast bestuur in het let i roepen, dat hoog noodig is tot het hersti Frankrijks gefnuikte welvaart. De ware OJ van de tegenkanting der rechterzijde lisl niet in de voorgewende grief. Zij is veeleer"! te zoeken, dat zij zelf, als de gelegeul)ei;| opdoet, de overeenkomst van Bordeaux wilt den eu een harer afgoden op den troon 1 om Frankrijk aan nieuwe réactie eu aan nieuwe omwenteling prijs te geven. Zij1? dat de republiek onder een driejarig bestuur zich te diep in de liefde der Ffij burgers zal indringen om nog ooit een Bil of Orleans als hun koning te will® kennen. Bovendien is zij bevreesd, durende het bestuur van Thiers de ffltjÖiM ante zal bijeen geroepen worden, die i overeenkomst van Bordeaux genoemd vvo'-j dat door den president der republiek samenstelling daarna een invloed zal fend worden, die alles behalve in haarS zou vallen. Om al deze redenen en doordat deGe aanhangers van Thiers wel een weinig H!1 zijn door zijne financieele en haudels-dewl den, zal de propositie Rivet waarschijn!, an idet anders dan zeer verminkt te voorscl':J:iri( men uit de bewerking, die zij in de verg8"1 moet ondergaan. Aan de zesde commissie voor parle®'B initiatief was opgedragen het onderzoek o» ontwerp van de heeren Ordinaire en afgevaardigden van de Rhöne, dat strek- den staat van beleg, die sedert de eerste Hp ger van den oorlog nog te Lyon bestaat, op te t an

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 2