vereeniging werd opgericht. Men moet evenwel
den werkman vooral niet verbijsteren om hetgeen
gedaan wordt om zijne gunst te verwerven, men
moet vooral trachten hem heldere denkbeelden
te geven omtrent het samenstellen der maat
schappij. Vooral staathuishoudkundige wanbegrip
pen moeten op allerlei wijze worden bestreden
en vooral de dagbladen moeten zich dit tot taak
stellen. Waar Internationale en Commune de
kapitaalvorming willen belemmeren, moet het
steeds luider verklaard worden dat de Maat
schappij alleen bloeit naarmate er meer gespaard
wordt en naarmate er ingetogener geleefd wordt.
Onbewust waren onze puritensche voorvaderen
de meest uitstekende economisten. Zij lokten door
tafereelen van overdaad, verkwisting en waan
zinnige weelde het ontstaan niet uit van die
.verkropte haat der lagere volksklasse die't meest
onrustbare verschijnsel is onzer hedendaagsche
beschaving. De dwaasheden, de fouten, de mis
grepen der hoogere standen zijn de winsten en
de baten der vermeende arbeiders vrienden.
De spreker ontwikkelt daarna uitvoerig zijne
bezwaren tegen de zooveel gerucht makende
Internationale. Gold het bij deze vereeniging alleen
de arbeiders van raad te zijn omtrent den stand
der loouen in verschillende landen, men zou met
haar vrede kunnen hebben. Zij deed dan voor
de arbeiders wat de bankiers doen voor 't kapi
taal. Maar de internationale beoogt iets geheel
anders. Zij streeft naar vermeerdering van poli-
tieken invloed in alle landen en wenscht de har
monie en de orde die in de gansche menschen-
maatschappij heerscht, te verstoren. Niet alleen
op 't programma barer beginselen van 1 Nov.
,1864 moet worden acht geslagen, maar vooral
op de uitwerking van dat programma door de
verschillende hoofden der Internationale, meest
Duitschers, waaruit blijkt dat zij beoogen den
oorlog tegen het kapitaal, tegen den eigendom,
tegen de maatschappij. Een troostgrond is even
wel nog gelegen in het verschil van beschouwing
welke in den boezem der Internationale zelve
.heerscht.
Maar toch de kracht dezer vereeniging is niet
gering te tellen. Dr. Carl Marx, een der bekende
hoofden, schreef den 28sten April jl. dat 't getal
der leden nu hoogstens 3 millioen bedroeg en
over 20 jaren tot 50 of 100 millioen zal geklom
men zijn. „Dan," schreef hij, „zal de wereld ons
toebehooren, en dan zal het verledene verdwe
nen zijn als eene afschuwelijke nachtmerie."
De wereld moet aan de Internationale niet
toebehoorenl En dat is alleen dan mogelijk wan
neer de nijvere mannen in den lande, wanneer
vooral de arbeiders niet onverschillig blijven en
wanneer de regeeringen haren plicht doen. Er is
eene zaak die men 't minst van allen vergeten
mag; de Internationale voedt zich met de
gebreken die aan onze wetten of maatschappe
lijke instellingen kleven. Daarom moet ons be
lastingstelsel en onze loon- en rephtsbedeeling
worden herziendaarom moet de toegang tot
inrichtingeu vau onderwijs op zulke wijze wor
den ingericht dat zij den toets kunne doorstaan
van eene jury van arbeiders zooals wij er geluk
kig nog velen ïu Nederland bezitten, die onbe
smet met de hedendaagsche wanbegrippen, niet
bijzonder, maar gelijk recht vragen, van repres
sieve maatregelen van regeringswege heeft spr.
een afkeer.
Spreker dringt ten slotte in een krachtige sluit
rede op werkzaamheid bij de vereeniging aan.
Bij de oproeping der afdeeliugen blijkt dat
vertegenwoordigd zijn de volgende afdeelingen
Amsterdam, Arnhem, Dordrecht, 's-Gravenhage,
Middelburg, Noordwijk, Utrecht, IJsselstein en
Zwolle.
De Secretaris, de heer Dr. J. Th. Mouton gaat
over tot het uitbrengen van zijn verslag omtrent
den toestand der vereeuiging en hare verrichtin
gen in het afgeloopen jaar wat de hoofdpunten
betreft, meerendeels overeenkomende met de des
wege reeds in groote trekken medegedeeld bijzon
derheden in de openingsrede.
Rekening en verantwoording van den Penning
meester des Hoofdbestuurs.
Benoeming eener commissie tot het opnemen
dier rekening.
De commissie, belast met het opnemen der
rekening en verantwoording brengt daarna ver
slag uit, waaruit blijkt, dat die rekening in vol
doende orde i3 bevonden en zij stelt voor den
penningmeester daarvoor den dank der vergade
ring te betuigen. Aldus besloten.
De commissie tot beoordeeling der voordrachten
tot 't uitreiken van vereerende getuigschriften,
brengt hieromtrent verslag uit, waaruit blijkt,
dat, naar het inzien der commissie, geen der voor
gedragen werklieden van de heeren Enthoven,
van de ijzergieterij: de Prins van Oranje en som
mige anderen, kunnen in aanmerking komen
hetzij wegens te korten tijd, dat die werklieden
werkzaam waren, of wel dat geene behoorlijke
omschrijving is geschied van de beweegredeoen,
die tot de voordrachten hebben geleid. Ten aan
zien van alle overigen wordt evenwel voorgesteld
hun medaljes en getuigschriften uit te reiken.
Daarbij bleek over 't algemeen dat door de ver
schillende afdeelingen niet genoegzaam i6 gemo
tiveerd de aard der bekwaamheden van de werk
lieden. Wordt besloten overeenkomstig de conclusie
van het verslag, en zijn alzoo buiten aanmerking
gebleven voor het erlangen van vereerende getuig
schriften al de voorgedragen werklieden van de
heeren L. J. Enthoven C°. en van de ijzergie
terij de Prins van Oranje en sommige anderen.
Nadat nog de commissie tot uitreiking van
getuigschriften verslag heeft uitgebracht en mede-
deeling is gedaan van de op de prijsvragen inge
komen antwoorden is aan de orde het volgende
puntGevolg gevende aan de motie door de negen
tiende algemeene vergadering aangenomen, stelt
het Hoofdbestuur de behandeling der volgende
punten voor.
Punt A luidt: „Op welke wijze kunnen de
Afdeelingen den handwerksman het best voor
lichten in de keuze der middelen tot bevordering
zijner eigene belangen
Verschillende denkbeelden worden hierover
ontwikkeld, waarbij vooral het oprichten van
goede pers-organen en het onschadelijk maken
der valsche leerstellingen der Internationale op den
voorgrond traden.
Het hoofdbestuur uitte als zijne meening, dat
op dit oogenblik, waar reeds wantrouwen door
de kwade pers verwekt is, geene tegenoverge
stelde geschriften meer baten, maar allereerst
moet gewerkt worden om het onderling ver
trouwen tusschen patroon en werkman te her
stellen, ook door lotsverbetering, hetwelk door
den eersten spreker nader wordt bevestigd. Phi-
lantropie alleen kan niet baten. De huur beslaat
in den regel 4 A 5°/, van het kapitaal. Hoe nu
kan een arbeider die f 8 's weeks verdient, alleen
aan huur f 1.60 betalen? Van daar zijn denk
beeld om, als grondslag van alle verbetering de
oprichting en verschaffing van hetere en doelma
tig ingerichte woningen voor den werkman.
Met het oog op 's-Hage wordt wijders aange
toond dat een eerste vereischte is een verbod tot
verhuur van ongeschikte woningen of het opleg
gen van de verplichting tot behoorlijke inrichting:
zoolang de vele krotten bestaan blijven, zal aan
bouw niet voldoende helpen. Het geldt dus hier
eene quaestie van tusschenkomst van den wet
gever, hetgeen ook door het hoofdbestuur zeer
wordt ondersteund met heenwijzing op het voor
beeld van Engeland. Ook het gebrnik van ster
ken drank kwam daarbij ter sprake, doch werd
geacht van te ingewikkelden aard te zijn om nn
reeds een punt van overweging uit te maken,
vooral daar vele medici van oordeel zijn dat bij
slechte voeding een matig gebruik van sterken
drank niet absoluut af te keuren is.
Na verdere wisseling van gevoelens over deze
zaak en inlichtingen der verschillende afdeelingen,
stelde het hoofdbestuur bij resumtie voor, dat de
vergadering als antwoord op de vraag litt. A. zou
9tellen, dat de daarbij verlangde middelen tot
verbetering bestaan1'. in het vestigen van ver-
eenigingen tusschen patroons en werklieden; 2®.
in het bevorderen der stichting en 't bevorderen
der oprichting en bewoning van goede en goed-
koope woningen; 3®. in het bevorderen van een
geregeld en langdurig schoolbezoek. En waarbij
nog op voorstel van sommige afdeeliugen gevoegd
worden de navolgende punten4°. in de uitnoo-
diging aan de land- en gemeentelijke regeeringen
om mede te werken tot de bevordering van punt
2 en in de herziening der tarieven voor de aan
bestedingen; 5°. in het bezoeken van fabrieken
en industriële inrichtingen 6®. in de bevordering
der eprichting van spaarbanken en spaarkasten.
Over de uitgebreidheid van deze serie van
punten ontstond een ingewikkelde discussie, doch
op het voorstel van den Voorzitter wordt besloten
om de beslissing aan te houden tot morgen als
wanneer het bestuur een nader geformuleerd
voorstel zal ter tafel brengen, waarover dan alleen
zonder verdere discussie, gestemd zal behoeven
te worden.
Hierop is de vergadering verdaagd tot Dinsdag
ochtend te 9 uren.
Het volgend voorstel is door Burgemeester en
Wethouders van Amsterdam, in de quaestie van
't al of niet houden der kërtnis aan dén Gemeente
raad gedaan
„Aan de personen, die op den 16den Augustus
e. k. in het bevolkingsregister der gemeenten zijn
ingeschreven, wordt vergund met de tenten en
kramen, die zich thans in de gemeente bevinden,
voor te staan, gedurende den tijd bij art. 470 der
algemeene politieverordening voor de najaarsmarkt
of kermis bepaald, wanneer vóór of in de maand
September de cholera zich niet in Nederland heeft
vertoond."
„Voor het geval dat de cholera zich gedurende
den kermistijd in het land vertoont, worden B.
en W. gemachtigd de kermis te doen ophouden."
De Minister van Oorlog, tot de overuiging ge
komen zijnde, dat er op het oogenblik onder de
officieren der schutterijen hier te lande geen
zoodanig getal gerechtigden tot het dragen van
het Metalen Kruis, of van de medaille der Cita
del van Antwerpen gevonden wordt, dat er grond
is om aan te nemen gelijk aanvankelijk ge
schied is dat het korps dier officieren onder
de met genoemde onderscheidingsteekenen ver
sierde oud-officieren en militairen genoegzaam
zal vertegenwoordigd zijn bij het overbrengen
naar het kerkhof te Ginneken van de stoffelijke
overblijfselen der op de Citadel van Antwerpen
gesneuvelde Nederlandsche officieren
Heeft, na daartoe bekomen machtiging des
Konings, goedgevonden het in de Staatscourant
van den Ssten dezer gepubliceerde programma
van genoemde plechtigheid in dier voege te wij
zigen, dat nevens de daarbij vermelde deputatien
der officieren van de vloot en het leger hier te
lande en in Indië ook eene deputatie van het
korps officieren, der schutterijen, ter sterkte van
3 hoofd- en 3 subalterne officieren, deel van den
optocht zal uitmaken.
Kapitein P. A. Jansen, wien men het reeds
zóo lastig heeft gemaakt wegens het schrijven
van een artikel over het gedwongen kerkgaan, zal
thans nog terecht moeten staan voor een krijgs
raad. [Arnr. Cl.)
naar boveu, vier trappen tegelijk. Toen ik boven
op de kamer kwam, zag ik, dat Mr. Guillaume
en vrouw Catharina alles wisten, zij keken mij
verbluft aan. Ik vertelde hun wat er gebeurd
was, en de goede verwachting die ik had om aan
de Roches geplaatst te worden.
„Aan de Roches?" zeide Mr. Guillaume, „gaat
gij naar dat gehucht?"
„Ja, dat is mijn eenigste toevlucht, ik heb geen
andere hoop."
De goede man zag zijne vrouw veelbeteekenend
aan, hij scheen mij iets te willen zeggen, maal
zweeg stil. De schooltijd was daar, wij gingen
naar beneden, en men kan denken onder welkè
overpeinzingen de uren voorbijgingen. Bij het
minste geritsel daar buiten beefde ik als een blad,
wanende dat men mij het besluit van Mr. Ban
quet zou komen zeggen. Eindelijk, tegen 5 uren,
gingen wij weer naar boven. Mr. Guillaume was
ernstig gestemd, het hoofd en de schouders ge
bogen, de handen kruiselings op den rug, wan
delde hij de kamer op en neder, nu en dan een
droevigen blik op mij werpende. Vrouw Catha
rina bracht om 7 uren de soep binnen en wij
aten zouder een woord te wisselen. Eensklaps
kwam de pastoor Bernard binnen, zijn driekante
hoed was met sneeuw bedekt. Ieder; stond op.
„Blijf zitten," zeide hij een stoel nemende, en
mij aanziende, sprak hij ernstig:
„Gij zijt gered, ik heb eiudelijk de toestem
ming van den heer Banquet verkregen, maar niet
zonder moeite I Onze goede zuster Augustina, die
sedert hare komst te Chène Fendu altijd zieke
lijk is, gaat naar haar klooster terug tot herstel
van hare gezondheid. Zuster Eléonora, die de school
te Roches bestuurt, zal haar vervangen, en gij komt
in plaats van zuster Eleonora. Dat is nu een
afgesproken zaak. Hier hebt gij twee brieven,
beide door my en den burgemeester geteekend,
de eene voor Nicolaas Ferré, lid van den raad
van het gehucht succursaal, en de andere voor
zuster Eleonora. Deze goede zuster kon onder
deze onbeschaafde bevolking, met al hare Chris
telijke deugden, niets uitrichten. Gij zult gelukki
ger zijn; met uwe kennis, uwe goede leerwijze,
hebt gij alle kans; en wie weet? wie weet
De dieusten, die gij daarin die hooge streek zult
kunnen bewijzen, zullen misschien eenmaal het
groote schandaal doen vergeten, dat gij hier in
Chène-Fendu veroorzaakt hebt. Ik hoop en wensch
dit van ganscber harte. Ziedaar alles, wat ik voor
u heb kunnen doen."
„Mijnheer pastoor I o, ik dank u duizendmaal,"
antwoordde ik, half schreiend, „nooit zal ik het
vergeten, wat ik u schuldig ben."
„Ja," zeide hij, opstaande, „het was moeielijk,
maar met Gods hulp is hèt ons gelukt. Verlies
nu geen tijd, vertrek morgen vroeg. Het zou niet
geraden zijn, dat de burgemeester u tegenkwam,
zijn besluit is nog zoo weifelendGij ver
staat mij?"
Hij groette ons en vertrok. Ik deed hem uit
geleide tot onder aan de trap. Naar boven gaande
was ik diep bewogen.
„O, meester Guillaume!" riep ik uit, „wat is
pastoor Bernard een edel mensch, en hoe goed
hartig I Hoe zal ik ooit dankbaar genoeg zijn
voor 't geen hij voor mij deed?"
Ja, jawel!" zeide de meester, binnensmonds,
„ja, ja, het is een braaf man."
En eenige oogenblikken later zeide hij:
„Aangezien gij naar Roches gaat, Jean Baptiste,
zoo luister naar eenen goeden raad. Ik ben u
zes livres en tien stuivers schuldig voor de laat
ste maand; neem een deken en twee lakens mede,
want daar in de bergen zult gij die niet vinden:
gij zoudt het te koud hebben en het er niet kun
nen uithouden. De deken heb ik voor u, het is
een oude, maar nog zeer goedezoo ook de lakens
wij zullen alles te zaïnen op twaalf franken reke
nen, en ik zal u de vier franken en tien stuivers,
die u toekomen, uitbetalen."
Wordt vervolgd.)
In de lokalen der Nieuwe Rotterdams
werd gisterenavond feest gevierd. Dooi
W. N. J. van Ditmar, chef der adm
Jen i
#bon
werd aan de leden der redactie
enada
rrg-Si
Z.
ZIJ
er
en aan het geheele personeel van zeiit
kerij en expeditie eene partij aangelu'"'
erkentelijkheid voor de blijken van s:5B"
hem bij gelegenheid van zijn 25-jario
schonken.
id u:
De Haagsche politie was dezer da ta°ei1
verontwaardigd over de door haar vocqZ. 41
opgemerkte baldadigheid, bestaande ])nha<
breken van de rails den Tramway. Zij i f.' d"
gingen in het werk stellen om de d0^'oe
lafheid te vatten. De schuldige is nuqetyoei
maarde politie heeft haar (want;2. 1
vrouw) laten loopen. Zij was de handt.JP^0
veiligheid te machtig. Het is namelijk ,»ken
dat de zon zoo kinderachtig geweest i; eder
van de Haagsche Tramway krom te gaar 2-
Het verheugt ons dat deze zaak opget"*aa
maar wij zijn benieuwd hoe men er ;erVi
komen is. De politie toch schreef t, 2.. J
baar aan een kwaadwillig sterveling toe'
sterveling op te sporen is zij \vaaian
hier en daar bij de Tramway in hindert-^'—
ichtt
liggen. De ontdekking moet dan zoo
hebben, dat een agent tot zijne grootians
dering het ijzer langzamerhand krom ia:
en toen begreep, dat hij te doen had mt:"(
machtige vijandin, die zoo hinderlijk op;
werkte. Misschien ook is er eenvoudige;
knecht of een ander met ijzer vertrouw:'
voorbij gekomen, die de zaak heeft
it si
Z.
aarti
Is re
Z.
sten
In den laatsten tijd is het bij herl, er'
bleken dat winkeliers te Rotterdam de'6'
geworden van een nieuw soort van ini|_?j
het in ontvang nemen van zoogenaamd -"
pers" (rollen van 50 centen,) waarin z;
van het volle getal centen, een rond stu 's
sitie, zonder waarde, de plaats inneui: e
14, 20, en ook wel 30 centen, hebbeiio;Bru^
zoodat een ieder in zijn belang daarte»;
gewaarschuwd, alsmede tegen het in
nemen van rolletjes kwartjes en dubbel101"^
jelui
Heden is het honderd jaren geleden»epr
groote schrijver Walter Scott te EdiDtiectii
boren werd. In geheel Schotland wordtin
feest van den populairen man met grojenc
wondenheid gevierd. Op een groot bajied
te Edinburgh ter zijner eere gehouden v,,e'd
onder anderen als spreker optreden on;zMU8e
laudgenoot, Dr. N. Beets, of zooals ve!
Dog liever hooren noemen, UUdebvandl.
Op het Geographisch congres, dat op he..
blik te Antwerpen gehouden wordt, is
aldaar aanwezige Nederlanders Prof. P j
tot hun vertegenwoordiger gekozen; i
plaatsvervangers de kapiteins ter zee A. H,je
en A. R. Blommendaal, terwijl de overtrej
steegh, bewerker van een uitstekenden -e
Nindië, in hunne plaats zal optreJ:|lee
een van allen aanwezig zijn. b
Het vliegeDpapier, dat vergiftiging heet
zaakt bij een kind, te Groningen dal
water waarin het papier op een bord lat
was, volgens de mededeeling van de coljB
ter bevordering der volksgezondheid, al,we(
van „von Gimborn" te Emmerik, en
het opschrift geen rattenkruid moeten t'en
Volgens een bij het Departement vsta^'!
ingekomen telegram, was Zijner MajestéitlKjj
stoomschip Willemonder bevel van den I I
P. Toutenhoofd, op zijne terugreis van.l
naar Nederland, in den namiddag van dstflT
dezer te Portsmouth binnengeloopen n
den volgenden dag zijne reis herwaanfig
zetten. Aan boord was alles wel.
set
De Minister van Staat en van Binnenl""
Zakengelet op de artt. 41 en 42 der
13 Augustus 1857 Staatsblad n°. 103);
kend, dat de examens voor het verbal11'
bekwaamheid tot het geven van schoolt'6
huisonderwijs dit jaar zullen worden Mg!
op Woensdag 4 October aanstaande eD Tj
dagen; dat zij, die een dezer exaineDS «s
af te leggen, zich uiterlijk op 6 Septemh';ëei
behooren aan té melden bij den schools;)-"-
van het district, waarin zij wonen, of, ®J!r
's lands komende, voornemens zijn zich 'N
gen met opgave van de acte, die zij
en overlegging van een of meer getuigt"®
van hun goed zedelijk gedrag en var Ll
geboorte-acte, terwijl de dag en plaat' !'"l
examen hun door den schoolopzienerzu"'^9
den bekend gemaakt.
De luitenant ter zee der 1ste klas-".
Bosch wordt met den lsten SeptembermO
geplaatst op Zijner Majesteits wacht-*!
Willemsoord.
Z. M. heeft aan M. graaf van Limbur.'l
Zr. MS. kamerheer, dienstdoende bij
Prins Frederik der Nederlanden, vergat"!
leend tot het aannemen en dragen df'