N°-3932
A". ïbli.
Woensdag
16 Augustus.
^Feuilleton van het „Leidsch
Dagblad".
Ondermeester.
LEIDSCH
t het Vij
f borstels,
iatr. i,
vèrMêriJ
Rami-
knippatt
een revei' Voor Laiden Per 3 mMnden
,at. Franco per post,
't xji;;i.M
tgarhiiauj
rk. Tas.1
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT.
Afzonderlijke Nommers
3.00.
3.85
0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zen- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Voor iederen regel0/15.
Grootere letter* naar de plaatsruimte die zij beslaan.
riënem lSHANDELING YAN DIEREN.
r. TwtM j
patr.
st is in de samenleving eene eigenaardigheid,
wel opmerking verdient, dat zij de menschen
lan het ware biJ e|kallder heeft geroepen om
tdurend tegen de verkeerdheden te strijden,
^'raan zij zich juist door hunDe samenwo-
overgeveu. Het oorspronkelijk doel der
.schappij is natuurlijk om met vereende krach-
H»(i, aan die machtige behoefte van den mensch
noet te komen, die uitgedrukt wordt door
wee eenvoudige woorden naar hooger. Maar
,Lrmijdelijk brengt het goede het kwade mede.
•tdurend worden op ieder, en dus ook op
- lijk gebied (wat de handenwringende jam-
sars over de goddeloosheid van de nieuwere
n hiertegen ook mogen inbrengen) belang-
:i j stappen vooruilgedaan voor iedere behoefte
den mensch, voor zijne vrijheid, zijne veilig-
zijne ontwikkeling, zijne uitspanning, zijn
4;eer met andere verafwonende medemenschen,
enz. worden steeds nuttige uitvindingen ge-
- en wanneer men het geheele mechanisme,
'er als het nu gevorderd is, beschouwt, dan
lelt men in zijne borst eene aandoening van
- 'ondering en vooral van dankbaarheid oprijzen
r de groote en schoone dingen, die het den
MSch vergund is, tot stand te brengen. Maar
- den anderen kant wordt hem met iedere
ïwe ontdekking, met iedere practische of
»one instelling, eene gelegenheid meer open-
eld om aan zijne slechte lusten toe te geven,
j het natuurlijk gevolg is, dat door velen ten
kade wordt gebruikt gemaakt van hetgeen door
J' eren ten goede is uitgedacht. Daarmede wordt
e nieuwe en wij zouden haast zeggen de
- louste werkkring voor de maatschappij geopend,
«lijk de herstelling van bet kwaad dat in
in eigenen boezem ontstaan is. Door de geheele
ihiedenis heen kan men aanschouwen, dat
ende eeuwen hebben voortgebouwd op de
l Ie grondslagen, die in de vorige waren neder-
Wd, doch tevens de gebreken van vroegere
ti nagespoord en het tot de uitroeiing daarvan
ie krachten hebben ingespannen. Er bestaat
eer eenvoudig landbouw-werktuig, dat geheel
streven vau de maatschappij in dit opzicht
'geeft, namelijk de kafmolen. Het graan komt
onder den dorschvlegel te voorschijn, ver-
gd met de bolsters, vezels en andere deelen,
noodzakelijk moeten verwijderd worden om
- mensch het gezonde en smakelijke voedings-
idel te verschaffen. Daar komt men met het
- iverings-machiue aangereden. Met volle schep-
V n' werpt" de een kaf en koren door elkander
den bak en geeft de zaak verder gerust over
q zijn helper, die dapper de houten bladen van
- t machine ronddraait. Het kaf vliegt dwarrelend
sg, het graan valt door zijne zwaarte naar bene-
n en is gereed voor molenaar en bakker om
- rder tot zijne bestemming gebracht te worden.
Dat ook in de groote maatschappij ieder wel-
^zinde naai zijn vermogen bijdrage om de vrucht
van het kaf te scheiden, en hij zal bevinden, dat
zijne laak hem gemakkelijk wordt gemaakt, door
dat inderdaad het goede veel zwaarder weegt
dan het kwade.
De gevaarlijkste gebreken der maatschappij
zijn de zulke, waarvan men als het ware
stilzwijgend overeengekomen is, ze wel niet als
iets prijzenswaardigs maar toch ook niet als be
paalde gebreken te zullen beschouwen.
Het is niet bijzonder te vreezen, dat moord en
doodslag als eerie epidemie de wereld zullen
komen bezoeken, vooreerst omdat het schrikbeeld
van alle misdadigers, de wet, den vinger drei
gend tegen dergelijke bedrijven opheft, en ten
tweede omdat de naam van „moordenaar'' vol
doende is om als eeo schadelijk dier uit de samen
leving verbannen te worden. Maar anders is bet
met die verkeerde neigingen der menschen, waar
over de publieke opinie zich als rechter heeft
opgeworpen, zonder nog in vaste wetsbepalingen
duidelijk te hebben neergelegd, wat zij eigen
lijk wil. Op de grilligste wijze springt zij met
de beschuldigden, die voor haar gebracht worden,
om. Het is haar dikwijls voldoende, dat iemand zich
in het publiek in beschonken toestand vertoond
heeft om hem voor goed tot verbanning naar het
land der algemeene verachting te veroordeelen
de eerste de beste van de straat opgeraapte ge
tuige is dikwijls iu staat, iemand voor zijn ge
heele leven als een onzedelijk of gevaarlijk meosch
te brandmerkeo. Aan den anderen kant spreekt
zij van alle rechtsvervolging vrij personen, die
zich aan even lage en voor de maatschappij veel ge
vaarlijker handelingen schuldig maken. De kwaad
spreker van beroep, die venijnige, laffe in de
samenleving rondkruipende slang, wordt dikwijls
niet alleen als een fatsoenlijk mensch beschouwd
en behandeld, maar zelfs geëerd en bewonderd,
omdat zijn ellendig ambacht dikwijls ten gevolge
heeft, dat men hem aanziet voor iemand, die
verre verheven is boven al die nietswaardigen,
waarvan hij de ondeugden aan den dag breügt.
Tegen dergelijke aanmatigingen van de publieke
opinie, of van het monster dat men gewoon
is, met dien naam te bestempelen, waar
door eenvoudig wordt vastgesteld, dat deze
in6nschelijke verkeerdheid ten sterkste is af te
keuren, geene daarentegen door de vingers
moet worden gezien, komen wij met kracht op.
Het mag inderdaad vreemd genoemd worden,
dat in een tijd, waarin de prijzenswaardige liefde
voor vijheid eo onafhankelijk in den boezem des
volks zoo welig ontluikt, waarin dood of ver
banning gezworen worden tegen al wat tyran
is, dat in zulk een tijd velen nog ootmoedig het
hoofd buigen voor de grootste dwingelandes, die ooit
heeft bestaan. Want de publieke opinie (die eigen
lijk dezen naam niet moest dragen) heeft even
weinig recht om zich als de vertegenwoordigster
van het gevoelen der meerderheid te beschouwen,
als b. v. Napoleon III had, om zich, ten gevolge
van knoeierige volksstemmingen, den lieveling des
volks te noemen. Zij is eene onbarmhartige tyran-
nieke intriguante, die zich door allerlei listige
middelen van de heerschappij over de menschheid
meester maakt. En, eenmaal op haren geïnsur-
peerden trooD gezeten, geeft zij de wereld het
meest afschrikkende voorbeeld te aanschouwen
van veinzerij, van valschheid, van nietswaardige
gunstelingen, die tot hooge betrekkingen worden
verheven, van verdienstelijke mannen, die ver
geten of vernederd worden, kortom van alle ge
breken, die eene slechte regeering kenmerken.
De grootste misbruiken tieren onder hare heer
schappij welig voort, omdat zij, die er zich aan
schuldig maken, niet de miDste afkeuring, maar
dikwijls toejuiching en aanmoediging ondervin
den. Eu indien niet nu eu dan hare verdrukte
onderdanen tegen hunne onwaardige slavernij
in opstand kwamen en hunne gehate dwinge
landes van den troon bonsden, dan zou zij eindi
gen met de geheele maatschappij tot een uitge-
breideu poel van valschheid, onrecht en liefde
loosheid te maken.
Leiden, U Augustus.
De Burgemeester, hoofd van het Gemeentebe
stuur alhier, doet te weten, dat de ingevulde
patentbladen, over het dienstjaar 1871 en 1872
voor de Wijken 5 en 6, bij het college van zetters,
in eene der vertrekken van het raadhuis dezer
gemeente, verkrijgbaar zijn, dagelijks, met uit
zondering van den Zondag, van des middags
twaalf tot twee uren.
Naar wij vernemen zoude er voornemen be
staan om gedurende de wintermaanden acht
muziekuitvoeringen van het muziekkorps dd.
schutterij iu de Dieuwe groote stadszaal te doeu
plaats hebben, waarvan 4 met dames. Bij een
lage inteekenpriis zoude een zeer groote deelne
ming te verwachten zijn.
Uit goede bronnen mogen wij mededeelen dat
de opening van de nieuwe stadszaal in Decem
ber zal plaats hebben door een groot concert, te
geven door de Maatschappij voor Toonkunst te
Leiden.
Een 79jarig man, Overduin genaamd, wonende
op de Middelste gracht alhier, was gisterenna
middag alleen te huis. Door een of ander toeval,
waarschijnlijk bij het opsteken van een pijp tabak
is de ongelukkige grijzaard iu brand geraakt. Op
het angstgeroep is zijn zoon toegesneld en heeft
inet verwonding van zijne eigene handen zooveel
mogelijk de brandende kleeren van hem afgerukt.
Niettegenstaande het inroepen van geneeskundige
hulp is de man hedenochtend omstreeks twaalf
uren overledeD.
Sedert de vorige opgave zijn alhier door pokken
aangetast 1 persoon, als hersteld opgegeven 2,
overleden geene, zoodat in behandeling blijven 19.
Naar wij vernemen heeft Dr. P. D. Schouw
Zandvoort, predikant bij de Herv. Gemeende te
Leiderdorp, voor het op hem uitgebracht beroep
te Ressen bedankt.
2
au.
l./un'/IETS UIT HET LEVEN
K
«a-f
d is
1,0 ï:E:R,c3£2!d:_A.2ir-csatE/IAIT
i"'" naverteld.
fcuQ*. Jl/
,3tt; WhIisv (Vervolg).
per i'Ut zag wel dat enkele kwajongens onder elkan-
K Mir zaten te ginnegappen, mij zijdelings aanziende,
'"•/"aar een paar ferme klappen deden hen zwij-
M jJB, en ik zeide tot mij zeiven: „Dat is alles niets,
,L >an Baptiste, gij hadt ongelijk om zoo angstig
zijnj het is niets dan een ruwe boerengrapl
n,cbs en heeft zich te uwen koste vroolijk gemaakt,
hebt groot ongelijk om u ongerust te maken
^d'"'"-"Ér ^ezen troep uilskuikens, die zich verbeelden
i, i, i;; te hebben beleedigd en bespot."
Alzoo sprak ik mij zeiven moed in, en na
^hooitijd, toen moeder Catharina bij den maal-
jd even vriendelijk tegen mij was, meende ik
Mds met den schrik vrij te komen, totdat juf
vrouw Justine de meid van den pastoor, binnen
kwam, zeggende, dat ik oogenblikkelijk in de
pastorie moest komen.
„Wat gebeurd er toch?" zeide meester Guil-
laume. Ik wist niets te antwoorden, eo begaf
mij dadelijk op weg. Justine, de meid, bleef.
Weinige oogenblikken later was ik in de pastorie
en in tegenwoordigheid van pastoor Bernard, die
met een bedrukt gelaat in zijne kamer op en
neer ging, en mij vertelde, dat de heer Banquel
daar zoo even weg ging, dat hij, (Baoquel), het
schandaal van den vorigen avoDd had vernomen
en verlangde dat ik op staanden voet het dorp
zoude verlaten, dat deze trotsche en hoogmoe
dige man, die zich op zijne rijkdommen zooveel
liet voorstaan, in eene zoo vreeselijke woede was
ontstoken, dat niets hem tot bedaren kon bren
gen, en dat hij, (pastoor Bernard), niet wist wat
te doen in deze netelige zaak, dat hij niet wist,
hoe zich hieruit te redden, en dat het hoofd hem
omliep.
Doodelijk verschrikt hoorde ik hem aan,
maar vatte toch nog niet recht al het gewicht
van mijn toestand. Het was op het oogenblikdat
pastoor Bernard, zuchtende over de onverzich-
tigheid om volwassen jor.gens en meisjes, des
avonds na acht uren in de school ie verzamelen,
uitriep, dat de burgemeester iu zijne verontwaar
diging van plan was zich tot deo schoolopziener
te wenden, eo mijne terugroeping te verzoeken,
omdat ik gepoogd had zijne dochter te verleiden,
eene rijke erfgename, die ik het hof maakteom haar
geld; het was, toen hij mij deed verstaan dat
eene dergelijke beschuldiging een man overal
vervolgt en men mij nergens zoude kunnen
plai-rsen, en dat de Burgemeester nooit mijn
certificaat van goed en zedelijk gedrag zou willen
teekenen, het was toen eerst, dat ik mijn onge
luk overziende, luide begon te schreeuwen en
verklaarde, dat ik aan niets schuld had, dat deze
gedachten nooit in mijn geest was opgekomen.
Pastoor Bernard wandelde op en neer, met
gebogen hoofd, zeggende: „Welk eene onvoorzich
tigheid. Och 1 zoo Mr. Gnillauine mij maar om
raad gevraagd had bij het oprichten der onge
lukkige avondschool, zou van dit alle3 niets ge
beurd zijn. Mijn lieve hemel I ik geloof u wel
ja, ik weet wel dat gij een eerlijke jongen zijt,
maar de voorliefde die gij voor Mejufvrouw Ban
quel getoond hebt, heeft des niet te min dit
schandaal veroorzaakt, en zie daarmee na dit
jonge meisje op de spraak gebracht. Wat nu te
doen? wat zullen wij aanvangen?" En op mijn
sineekend verzoek om voor mij te spreken, zeide
hij, zich nederzettende: „Och I misschien is er
nog éen middel, ja, hoe meer ik daarover denk,
De 208te algemeene vergadering der vereeni-
ging ter bevordering van Fabriek- en Hand-
werksnijverheid, Maandag 13 Augustus te's-Gra-
venhage gehouden, werd door den voorzitter, den
heer Mr. J. D. baroo Mackay, geopend met eene uit
voerige rede, hoofdzakelijk hierop nederkomende:
Spreker herionert in zijn inleiding aan het ver
schil der politieke omstandigheden, waaronder de
tegenwoordige vergadering wordt geopend en die
waaronder de vorige werd gehouden. De gedrukte
stemming tusschen de volkeren onderling, de ver
schillende meeningen over de beste wijze om zich
tegen politieke moeilijkheden te wapeneD, wor
den achtereenvolgens door hem gereleveerd.
Eeo overzicht te geven van de gevolgen van
den jongsten oorlog, lag buiten het bestek van
sprekers rede; maar een punt mag hij bier niet
voorbijgaan: Het lichtpunt van de regeering van
Napoleon III was ontegenzeggelijk dit, dat Frank
rijk door haar werd geleid op de effen wegen van
den vrijen handel. Zal het ongelukkige Frankrijk
bij al de gewaagde proefnemingen, waaraan bet
heeft blootgestaan, straks aan eene nieuwe kunst
bewerking worden onderworpen: den terugkeer
der bescherming? De wijsheid zijner tegenwoor
dige regeering eu de voorbeelden van andere mo
gendheden, mogen Frankrijk behoeden tegen dezen
nieuwen zelfmoord. Ook een andere treurige scha
kel van den keten van het militarisme, vindt
spreker in de poging, om terug te komen op de
in de laatste jaren van Napoleons regeering vast
gestelde wet, betreffende de coalitiën van arbeid.
Tegenover die wrange vruchten van het mili
tarisme, gaf spreker het voorbeeld van een siaat,
die zijne militaire uitgaven niet opdrijft, die zijne
tarieven steeds verlaagt, die internationale moeie-
lijkheden vereffent met de pen, die om de wereld
een gordel slaat, gevormd door zijne landskinde
ren, die aan aijne arbeidende bevolking steeds de
gelegenheid opent om zich te verplaatsen en in
het binnenland om zich vrij te bewegen, en die
zich steeds bezighoudt met de oplossing van het
groote probleem van onzen tijd eene gelijkmatige
en niet eene eenzijdige vermeerdering van welvaart.
Spreker schetst thans het gewicht van dit pro
bleem en wijst vooral op den grooten ommekeer
welke eene openbare meening ten aanzien van
dit vraagstuk, het sociale geheeten, in de laatste
jaren heeft plaats gevonden. Deze quaestie kan
alleen hare oplossing vinden door eene zorgvul
dige studie van oorzaak en gevolg, eene studie
waaraan alleen zich bevoegden moge weiden.
Het initiatief behoort van de patroons uit te
gaan, die de behoeften van den werkman ken
nen, en zonder wier medewerking weinig nut
tigs kan worden tot stand gebracht. Deze over
weging heeftin Duilschland geleid tot de oprichting
van eene vereeniging voor industrieelen ter
overweging van hetgeen gedaan kan worden.
Ook moet spr. hulde brengen aan de onvermoei
de pogingen van den wakkeren secretaris der af-
deeling Arnhem, van deze maatschappij en aan die
van den algemeenen secretaris door wiens toedoen
nu onlangs eene algemeene Haagsche werklieden
hoe meer mij dit mogelijk toeschijnt. Het is uw
eenige uitkomst. Nergeos anders komt gij, zonder
getuigschrift, te recht. Maar wij hebben eene
hulpschool, wij hebben het gehucht de Roche9,
twee mijlen van hier, hoog in de bergen, een
hol van wilden, eene bevolking uit wilddieven,
smokkelaars houtdieven bestaande. Ja, ja, daartoe
is moed noodig."
„Goddank! pastoor, alles, alles is mij welkom,
alles neem ik aan," zeidé ik. „Stuur mij naar
dat gehucht."
„Denk er over!"
„Als men mij maar niet met schande overlaadt,
neem ik alles aan."
De pastoor scheen met mij begaan, en zeide,
dat het ongelukkigerwijs niet alleen van hem
afhing, maar dat de burgemeester ook zijne toe
stemming geven moest; hij beloofde eene laatste
poging voor mij te doen bij dezen opgeblazen
man; hij geloofde niet hem te kunnen ter neer
zetten met hem te belooven dat ik oogenblikke
lijk zou weggaan, hij zou evenwel beproeven mij
dezen laatsten dienst te bewijzen om mijo gansche
loopbaan niet in eens te vernietigen en nog de-
zeo zelfden avond zoude hij mij den uitslag van
zijne pogingen mededeelen. Toen ging ik heen.
Ik was half krankzinnig. Op de trap bij de
school kwam ik Justine, de meid tegen, ik ging