e,n'1 iaterieel van het wapen), als onder-direct., de kapit. an». A. van Son, en ale onder-direct., de 2de luit. 1 deiij Twiss; bij het personeel, de kapit. A. J. H. joe „illemse, Tan het materieel. Directie der genie; Bij de militaire verkenningen, 2de luit. H. J. G. Fersenaar, van het 9de bat. trediti;,tjullende hij als zoodanig bij zijn wapen worden zich n'0°rd va la suite. Geparlement der Marine. Benoemd: Bij de fabriek ütj r de Marine en het stoomwezen te Soerabaye er coJ administr. tevens magazijnm., de ambt. op wacht- hoofdii'J- I- H. Woesthoff; tot boekhouder, de comm. de admin. dier inrschting F. W. Wolff. 'en ui geeDt)s; buitenland. ;eene g wan Frankrijk. Jet linker-centrum der Nationale Vergadering waarschijnlijk, niettegenstaande de oneenig- len tusschen Thiers en de verschillende com- te ve: nieti' ssies, in den loop dezer week het ontwerp tot vestiging zijner macht indienen. Het heeft echter de tegenwoordige stemming der vergadering 'st zeer veel kans van slagen. "'J' Eene interpellatie, tot den minister van oorlog richt door den heer Ordinaire, over de benoe- ng tot escadron-chef van den hertog van Char- een j s, heeft tot geen incidenten geleid daar de nister hierover voldoende ophelderingen kon twiifc, r L '6n' Het Ontwerp om de krijgsraden uit te breiden Cl het getal instructeurs tot 100 te brengen, is, 'e" rapport van den heer Berenger, door de ver- e het n car e, ik, i, hi, i'g li Is G dering goedgekeurd. Uit dat rapport bleek, dat 32 gevangenen tot nog toe waren verhoord, wijl 1500 personen waren losgelaten. Het clericale element der vergadering drong, t de gewone ellendige onverdraagzaamheid, "j deze partij overal kenmerkt, in den laatsten •'1 aan op intrekking van het decreet der dele- Iltie te Tours, waarbij alle Israëlieten in Algiers aden, ]rran30|)elj genaturaliseerd werden. De regee- ïnls' ig was zoo laf, aan dezeu voortdurenden aan- 1 ing toe te geven en diende in genoemden zin •trect, ontwerp ;n. De commissie, met het onderzoek irnaar belast, toont echter gelukkig, rechtscha- ',n ^aoer te zijn dan de clericale drijvers en het ''US uvernement, en zal er ongunstig rapport over n(*3'brengen. Onder het tweede keizerrijk en zelfs e Seïds onder de restauratie in 1818 werden aan 'e's Israëliten in het rijk alle burgerrechten verleend, 'd te iederen weidenkenden uiensch zal een gevoel zwtij- tegenzin ontstaan tegen dat verwatene ele- besta.at, (jBt zjch verbeeldt, om eene quaestie van uertoof meer burgerlijke rechten te hebben dan a' lere menschen, terwijl lij het inderdaad zijn, ''u8 door hunne verderfelijke, heerszuchtige be- Lau liteüngen de maatschappij in de war sturen. ^"«hsteD aan iemand eeuige burgerrechten ont- bezwiden worden dan zou het naar ons inzien aan =e clericalen zijn, niet uit een oogpunt van gods- ekeu ist (wij begrijpen niet wat die er mee te e'ee:ken heeft) maar uit het oogpunt van de staats- e" d angen, die door hen voortdurend in gevaar eu bracht worden. irl,sllDe krijgsraden zijn, zooals wij gisteren mee- it, döjiden, eindelijk hunne zittingen begonnen. Een iscliif advocaten, de heer Dupont de Bussac, heeft moei naam van alle beschuldigden aangedrongen k e< de benoeming van burgerlijke rechters. Deze Icii'-ioh is echter afgewezen, de krijgsraden hebben :h in hunne bevoegdheid gehandhaafd, leer;Wij deelen hier de hoofdpunten van beschul- "ging mede, die tegen de voornaamste personen au der hen, die op het oogenblik voor den 3den lita-ijgsraad, onder voorzitterschap van kolonel Bel erlin, terecht staan worden ingebracht. Het zijn eruex-leden der commune en van hetcomitécentral. .ru;Aaal. Hij noemt zich Adolphe-Alphonse Assi. i vrangen tijd is hij als opzichter werkzaam ge- iu» eest te Creuzot. Wegens voortdurende aanzet- Loctjig tot werkstaking en ongeregeldheden werd ij naar Parijs gevoerd om er te recht te staan. D,i olgens zijn beweren werd hij vrij gesproken. Bij het eerste beleg van Parijs werd hij be- 50 >emd tot officier van een vrij-korps, „la guerilla i3l^ l'Ile de France". Bij de oprichting van het imilé Central wist hij daarin zitting te krijgen mat's gedelegeerde van het 192ste bataljon. '°L, sn de gebeurtenissen van 18 Maart nam hij een erkzaam deel door alles in het werk te stellen p»*: het bieden van een krachtigeu weerstand, het u': richten van barricades enz. Tot lid der com- ïsine verkozen, heeft hij de meeste besluiten, len lardoor dit lichaam zich berucht maakte, mede ^derteekend, onder anderen, tot vernietiging van t Vendóme-zuil, van het huis van Thiers, het brand steken der stad, het executeeren der ts' zeiaars. Alleen tot het laatste ontkent hij mede- >>iwerkt le hebben; doch uit zijne aanwezigheid le v; de zitting waarin het besluit genomen is later uit het document zelve, waaronder ieSo"6 handteekening voorkwam, is gebleken, de 1 hij..ook aan deze gruweldaad medeplichtig I. l as. Een zekere Fossé, dien hij zich wegens ne drukke bezigheden als een zaakgelastigde 't ^voegde, is het voornaamste instrument geweest, re t hij i later gebruikte om volgens een vast j'ur 8leein de stad in brand te steken. Hij werd „stfT^'yk op Zondag 21 Mei door de gouveme- entstroepen gevangen genomen op het oogen ic ik dat hij zich naar een buskruitmagazijn in rue Beethoven wilde begeven. De beschuldigingen, volgens al het genoemde, tegen hem ingebracht, van opruiing, provocatie der militairen om tot den opstand over le loopen, onrechtmatige regeeringsdaden, het uitvaardigen van decreten, die verwoesting en moord ten ge volge moesten hebben enz., enz., worden voorzien bij de artt. 59, 60, 61, 87, 88, 91, 92, 93, 96, 257, 258, 259, 295, 296, 297, 302, 341, 342, 344, 434, 437, 439 en 440 van den Code Pénal en bij art. 208 van den Code militaire. Lullier. Noemt zich Charles Lullier en is van een hevig en driftig karakter. Vroeger als officier in dienst bij de Fransche marine, is bij verschei dene keeren wegens daden van geweld veroor deeld en eindelijk geheel uit den dienst ontsla gen. Sedert dien tijd is hij vervuld met een bit teren wrok tegen de maatschappij over vonnissen, die hij zich zelf op den hals heeft gehaald. Uit deD dienst ontslagen zijnde toonde hij, zich even min aan de burgerlijke als aan de militaire wet ten te kunnen onderwerpen. Achtereenvolgens werd hij veroordeeld: 1". Den SOsten Sept. 1868 tot 6 maanden gevan genisstraf en 200 franken boete wegens het toe brengen van slagen en onwettigen dracht van de uniform. 2°. Den 20sten Nov. 1868 tot twee maanden gevangenisstraf wegens slagen en verwondingen met voorbedachten rade. 3". Den 26sten April 1869 tot 1 maand gevan genisstraf wegens beleedigiug en verzet tegen de autoriteiten. 4°. Den 22sten Sept. 1869 wegens beleediging van een magistraat bij de administratie. Onder al die wederwaardigheden maakte hij te Parijs kennis met Kochefort en Flourens en sloot met beiden een trouwe vriendschap; beiden verwachtte groote dingen van hem wanneer de tijd zou gekomen zijn. Die groote dingen komen hierop neder: Door het comité-oentral werd hij den 18den Maart be noemd tot koinmandant en chef der nationale garde. Als zoodanig heeft hij veel energie ont wikkeld. Hij bezette achtereenvolgens het stadhuis, de caserne Napoleon, de prefectuur van politie, de Tuilerien, de place de Paris en liet volgens zijn zeggen alleen na om de toen in het gebouw van buiteulandsche zaken vereenigde ministers te om singelen om der wille van den heer Jules Favre. Op het Luxembourg beproefde hij te vergeefs, eerst met welsprekenheid, daarna door hevige bedreigingen, het 43ste regiment onder bevel van den komuiandant Périer tot deu opstand over te halen. Hij werd weldra door de Commune in de conciergerie opgesloten, doch den 14den April verschijnt hij weder als aanvoerder der kanonneer- booten. Ten slotte wordt hij weer in Mazas op gesloten, van waar het hem echter spoedig ge lukt te ontsnappen. Nu treedt hij in overleg met den heer Cainus en den baron Duthel om eene contra-revolutie te bewerken. Tegen eene som gelds en vrijheid voor zich en zijne medeplichti gen d'Abin en de Bisson zou hij de Commune- leden gevangen nemen en in Mazas opsluiten. Dit edele plan mislukt echter, doordat er zich geen goede gelegenheid voor opdoet. De instructeurs beschouwen Lullier als een van de gevaarlijkste medeplichtigen aan de revolutie. De slotsom der beschuldigingen, die zij tegen hem inbrengen, is: Deelneming aan eene poging om het gouvernement oinver te werpendeelneming aan eene poging tot verwoesting en moord in de stad Parijs; oproeping van en verschaffing van wapenen aan de trjepen; aanvaarding van het bevelhebberschap over de insurrectioneele troe pen; overweldiging van eigendommen, steden en sterkten, aan den staat toebehoorendeprovocatie van de soldaten om tot den opstand over te gaan en het hun verschaffen der middelen er toe. De aan Lullier te laste gelegde misdaden zijn voorzien bij de artt. 87, 91, 92, 93 en 96 Code Pénal en bij art. 208 Code Militaire. In een volgend nummer zullen wij deze acten van beschuldiging tegen de hoofdpersonen der insurrectie voortzetten. Italië. Bij de verhandelingen in de Fransche Natio nale Vergadering over den gedragslijn tegen den Paus, de uitlatingen v&n Thiers en de aftreding van Favre, is de volgende brief, die door de ultramontaansche Univers wordt medegedeeld, niet van belang ontbloot. Hij is geschreven door den heer Nigra, Italiaansch gezant bij het gouverne ment van 4 Sept., en dateert van den 12den dier maand 1870. „Mijnheer de minister! Ik heb heden den heer Jules Favre mededeeling gedaan van den inhoud der circulaire, die uwe exellentie mij de eer heeft bewezen den 7den dezer maand aan mij te richten. Ik heb te gelijkertijd den Franschen minister van buiteulandsche zaken opmerkzaam gemaakt, dat de koninklijke troepen bevel heb ben gekregen, de grenzen van den kerkelijken staat over te trekken om de orde te bewaren, de onschendbaarheid van den Italiaanschen bodem te verzekeren en voor de veiligheid van den hei ligen stoel te zorgen, zonder daardoor invloed uit te oefenen op de oplossing der politieke quaestie en der kerkelijke vraagstukken. De minister van buiteulandsche zaken heeft mij herhaaldelijk geantwoord, dat de Fransche regee ring ons met „ympathie onzen gang zal laten gaan." Het ultramontaansche blad deelt dezen brief klaarblijkelijk ntede om den heer Favre bij zijn aftreden nog een douceur toe te voegen, maar zij bereikt er al zeer weinig haar doel mede. Immers, indien de brief authentiek is, blijkt er alleen uit dat de staatkunde van het gouvernement van 4 Sept. Italië gunstiger was dan de latere van Thiers, iets wat ieder reeds lang weet, daar het juist de reden van Jules Favre's aftreding is. Men is het er toch vrij algemeen over eens, dat hoewel Frankrijk thans door zijne zwakheid verhinderd wordt iets te doen, Italië tegen het gouvernement van Thiers op zijne hoede dient te blijven. telegba3im fin. Far(js, 8 Augustus. Uit goede bron wordt ge meld, dat de Pruisen binnen acht dagen de de partementen van de Seine, Oise, Seine-et-Oise en Seine-et-Mame zullen ontruimen. Er wordt verzekerd, dat de Regeering en de commissie der Kamer tot eene overeenstemming zijn gekomen ten aanzien der quaestie betreffende de vergoeding, welke aan de door de Duitschers bezette departementen zal verleend worden. Men verzekert voorts, dat het linker-centrum onverwijld het voorstel bij de Kamer zal indie nen om de volmacht des heeren Thiers te ver lengen. Versailles, 8 Augustus. In de heden gehouden zitting van den krijgsraad wilde Ferré eene lof spraak op de Commune houden, maar door den Voorzitter werd hem dit belet. Ferré verklaarde op geenerlei ondervraging te willen antwoorden. Tusscben de verdedigers en het Hof ontstond eene discussie over de quaestie of het Hof bevoegd was omtrent zijne competentie te beslissen. Bij het ge tuigenverhoor ontkende Ferre, dat het bevel om bet Ministerie van Financiën in brand te steken van hem was uitgegaan. De abbé Féron gaf een verhaal van de stap pen, die gedaan zijn om den aartsbisschop Darboy te redden. Andere getuigen brachten ernstige fei ten te berde; zoo verklaarde een hunner, dat Ferré de prefectuur van politie in brand gesto ken had en verboden had de in de prefectuur opgesloten gevangenen te bevrijden. De zitting duurt voort. Ferré en Assy nemen eene onbeschaamde hou ding aan. Londen, 8 Augustus. In het Lagerhuis is, na vrij levendige discussie, de Ballot-Bill bij derde lezing aangenomen. Sir John Gray zal Vrijdag de Regeering interpelleeren betreffende de ongeregeldheden in het Phoenix-park te Dublin. Cairo, 8 Augustns. De Khedive heeft gisteren de Kamers in persoon gesloten. In de sluitings- rede wordt de hoop te kennen gegeven, dat de werkzaamheden der Kamer zullen strekken tot heil des lands. Namens de Kamer werd den Khedive dank gezegd voor de medewerking, die zij van zijn Gouvernement had ondervonden, alsmede voor den vrijziunigen geest, waarmede hij de voorstel len der Kamer had begroet, vooral wanneer er sprake was van hervormingen in het binnenlandsch beheer. Londen, 8 Augustus. Het militair gerechtshof heeft na een behandeling, welke veertien dagen geduurd heeft, uitspraak gedaan in de zaak der schipbreuk van de Angiucourt bij Gibraltar, en al de terechtgestelden schuldig verklaard, doch onder aanneiniug van verzachtende omstandighe den. De kapitein Beamish,dekommandantKnight en de luitenant Bell hebben een scherpe besisping ontvangen. In het Lagerhuis heeft de beer Harlington op een interpellatie geantwoord, dat het verbod tot het houden der meeting in het Phoenix-park te Dublin door den luit.-gouuerneur met zijne (Har- lington's) volle goedkeuring was uitgevaardigd. Homburg, 8 Aug. De Keizer vertrekt aan staanden Donderdag van hier; bij zal zijne reis neuien over Frankfort, Nürnberg en Regensburg, in laatstgenoemde plaats den nacht doorbrengen en Vrijdag over Passau en Gmunden naar Ischl vertrekken. Aanstaanden Zaterdag, des namiddags, vertrekt de Keizer naar Salzburg; en Zondag morgen naar Gastein, waar hij te 5 uren des namiddags wordt verwacht. Versailles, 8 Augustus. De krijgsraad heeft de meeste getuigeu die betrekking hebben op den moord der gijzelaars in de gevangenis van La Roquette gehoord. De zitting is te 6 uren opge heven en zal morgen worden hervat. In de Nat. Vergadering is ingekomen een wetsontwerp tot invoering van verplichten koste loos lager onderwijs. De commissie voor het iniatief heeft voorgesteld om over het voorstel van Dahirel, tot het voorbe reiden van een ontwerp constitutie, over te gaan tot de orde van den dag. De wet op de schadeloosstellingen voor de be zetting der Duitschers is aangenomen in den gewijzigden vorm, bij overleg tusschen de regee ring en de commissie vastgesteld. Washington, 8 Aug. De oud-gezant te Londen, Adams, heeft de benoeming als scheidsrechter in de Alabama-quaestie aangenomen. Dublin, 9 Aug. De vrijgelaten fenian Covey, in het Phoenixpark gewond, is in doodsgevaar, t Par(js, 9 Aug. Gisteren heeft de commissie aan Thiers verklaard, dat het de opinie der vergade ring is, dat de ministers, de secretarissen en het geheele ministerieele personeel te Versailles moet blijven. De tijdingen uit Algiers zijn vrij ongunstig. HUWELIJKEN, GEBOORTEN EN STERFGEVALLEN. Burgerlijke Stand van Leiden van den Sden tot en met den 9den Augustus. Gehuwd J. S. Ticrolf jm. en M. Kragt jd A. Sloo» jm. en C. Verhoeff jd., H. J. Plaüje jm. en J. de Graaf jd., J. Van der Steen jm. en J. Galjaard jd., J. Brouwer jm. en J. Van der Spree jd., H. de Vriea jm. en J. A. C. Mark# jd., P. Van der Meer jm. en F. C. Rietbergen jd., J. Mooten jm. en P. de Ridder jd., P. B. Van Oerle jm. en E. Plasmeijer jd., A. J. Van der Heijden jm. en W. M. Roeteringen jd. Bevallen t E. M. Kallenberg, geb. Van der WesteD, tweel. D. en Z. H. C. Planjer, geb. Waardenburg, D. Ch. M. Buyi, geb. Brummelkamp, D. J. Roman, geb. Van 't Hooft D. W. E. Van der Heyden, geb. Van der Mcy, Z. F M. Boekkooi, geb. de Vries, Z. C. P. Van Valderen, geb. Magte- geller, Z. C. Cornet, geb. de Jong, Z. C. Schuller, geb. Schouten, Z. J. A. Wiebera, geb. Coebergb. Z. - J. Jasper- aen, geb. Van Loe, D. J. W. Dreef, geb. Kettenes, Z. J. J. Binneudijk, geb. Hoogenitraaten, D. M. Overdijk, geb. Rijgersbergen, D. C. Ch. Gestman, geb. Van der Walle, Z. J. Leemans, geb. Spek, D. E. Schols, geb, Kershof, Z. Z. Perk, geb. Van Wateren, Z. J. M. La r re wijn, geb. Beun. Z. J. J. Habraken, geb. Van der Weyden, L. J. W. Cb, Piket, geb. Ederzeel, D. M. H. Vau Wijk, geb. Walter, Z. hl. Fles, geb. Hartog, Z. F. H. Van Wingen, geb. Van der Reest, Z. J. E Arentien, geb. Van Kooperen, Z. J. L. Blansjaar, geb. Pierlot, Z. Overleden t J. Molet Z. 22 m. J. Sollie D. 7 j. E. Schild, geb. Koeke, 46 j. P. H. Lindeman 3 d. J. Arbouw 76 j. A. Kroon Z. 4 j. D. Lafeber 75 j. M. J. Bonte D. lm. H. Auguêtein Z. 3 j. F. Arnoldus Z. 10 d. J. Aniba Z. lm. A. Noest Z. 13 m. H. J. Schuller Z. 2 d. J. Musegaas Z. 5 m. A. L. C. Van Hees Z. 3 w. W. J. Ketting Z. 2 j. J. Brouwer 40 j. L. T. Boom Z. 3 ra. M. kapaan D. 7 j. 276ste STA1TS-LOTE1UJ. TWEEDE KLASSE. DERDE LIJST. Trekking van Woensdag 9 Augustus. N°. 17172 /T000. N°. 990 /AOO N". 8030, 17932 Ï5 O O N°. C755, 9590, ƒ100. Prijzen Tan ƒ30. 33 2349 4602 £7236 9661 12266 14912 17220 G8 2474 4705 7244 9675 12381 14913 17251 134 2486 4719 7250 9725 12493 15023 17316 469 2516 4723 7273 9808 12289 15035 173-4-1 272 2589 4728 7326 9839 12322 15079 17435 278 2618 4733 7398 9862 12526 15084 17535 282 2778 4741 7411 9929 12597 15086 17560 293 2918 4786 7435 10013 12604 15123 17585 309 2990 4803 7458 10021 12648 15167 17604 458 2994 4851 7613 10029 12684 15189 17639 466 3035 4900 7647 10142 12692 15201 17690 476 3039 5054 7718 10144 12696 15305 17698 509 3066 5099 7720 10287 12728 15307 17704 523 3067 5119 7726 10291 12801 15389 17765 569 3084 5133 7850 10370 12813 15416 17784 590 3113 5139 7890 10408 12825 15442 17849 620 3131 5167 7982 104 J5 12868 15489 17852 643 3150 5188 8004 10465 12952 15513 17901 685 3172 5198 8019 10481 12967 15514 17922 687 3230 5222 8021 10576 12990 15653 18042 690 3288 5263 8125 10618 13012 15802 18092 757 3399 5267 8177 10670 13118 15813 18101 769 3400 5306 8227 10797 13122 15862 18112 791 3446 5345 8228 10386 13132 15891 18157 792 3450 5381 8242 10953 13176 15910 18179 793 3502 5523 8279 11047 13215 15943 18231 950 3515 5541 8456 11151 13285 15992 18402 962 3591 5569 8485 11161 13326 16U24 18419 996 3682 5609 8557 11187 13333 16044 18588 1201 3690 5611 8572 11279 13498 16088 18688 1233 3711 5807 8586 11334 13620 16146 18692 1254 3727 5997 8641 11464 13625 16252 18713 1-264 3731 6111 8693 11508 13745 16323 18852 1326 3735 6126 8720 11516 13846 16422 18995 1344 3764 6178 8730 11538 13973 16448 19013 1348 3779 6214 8785 11579 13974 16477 19115 1408 3780 6229 8971 11775 14060 16480 19146 1440 3792 6250 9016 11780 14089 16505 19178 1442 3810 6252 9026 11784 14107 16515 19197 1457 3891 6259 9028 11817 14122 16574 19224 1559 3903 6327 9079 11868 14139 16578 19263 1577 3616 6332 9139 11893 14294 16586 19284 1598 3989 6391 9154 11933 14301 16601 19407 1668 4001 6461 9193 11942 14312 16640 19435 1670 4038 6468 9194 11964 14368 16751 19437 1679 4132 6506 9195 12007 14372 16773 19470 1697 4171 6531 9197 12043 14387 16830 19569 1802 4175 6540 9246 12049 14402 16842 19578 1886 4231 6543 9305 12052 14419 16854 19673 1921 4363 6613 9334 12072 14421 16859 19685 1937 4370 6753 9354 12087 14467 16930 19686 1957 4375 6813 9399 12114 14559 16956 19748 2068 4449 6821 9457 12123 14639 16957 19762 2079 4511 6894 9503 12173 14710 16973 19901 2140 4512 6990 9603 12181 14772 17020 19940 2155 4523 7071 9626 12214 14790 17107 19942 2195 4538 7026 9637 12244 14845 17133 19949 2196 4556 7169 9646 12245 14853 17140 19958 2311 4601 7184 9660 12246 laatste berichten. 's-Gravenhage, 9 Augustus. Aari de leden der Stateo-Generaal is rondgedeeld het verslag omtrent den staat der hooge-, middelbare- en lagere scho len over 18691870. Dit verslag, over het alge meen reeds vele bekeDde zaken omvattende, sluit zich geheel bij het vorige aau. Het loopt, wat betreft het lager onderwijs en de meeste inrich tingen van middelbaar onderwijs, over het bur gerlijk jaar 1869, wat betreft het hooger onder wijs en de overige inrichtingen over het studie jaar 1 September 1869 tot 31 Augustus 1870. In vorm en indeeling is geen verandering gekomen. De splitsing der niet-gesubsidieerde bijzondere scholen en de meer volledige mededeelingen om trent de kosten van het onderwijs, in het vorige verslag voor het eerst opgenomen, worden ook hier gevonden. De stafschool, die op 1 Novem ber 1868 te Breda in werking kwam, wordt in dit verslag voor het eerst vermeld. Overigens, zegt de Minister, hebben zich in het behandelde tijdvak geene bijzonderheden voorgedaan, die tot algemeene opmerkingen aanleiding zouden kun nen geren. Met de bewerking van het overzicht van den toestand van het lager onderwijs op het einde van 1869, vergeleken met dien tijdens het iq

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 3