e,n'1 iaterieel van het wapen), als onder-direct., de kapit.
an». A. van Son, en ale onder-direct., de 2de luit.
1 deiij Twiss; bij het personeel, de kapit. A. J. H.
joe „illemse, Tan het materieel.
Directie der genie; Bij de militaire verkenningen,
2de luit. H. J. G. Fersenaar, van het 9de bat.
trediti;,tjullende hij als zoodanig bij zijn wapen worden
zich n'0°rd va la suite.
Geparlement der Marine. Benoemd: Bij de fabriek
ütj r de Marine en het stoomwezen te Soerabaye
er coJ administr. tevens magazijnm., de ambt. op wacht-
hoofdii'J- I- H. Woesthoff; tot boekhouder, de comm.
de admin. dier inrschting F. W. Wolff.
'en ui
geeDt)s;
buitenland.
;eene
g wan
Frankrijk.
Jet linker-centrum der Nationale Vergadering
waarschijnlijk, niettegenstaande de oneenig-
len tusschen Thiers en de verschillende com-
te ve:
nieti'
ssies, in den loop dezer week het ontwerp tot
vestiging zijner macht indienen. Het heeft echter
de tegenwoordige stemming der vergadering
'st zeer veel kans van slagen.
"'J' Eene interpellatie, tot den minister van oorlog
richt door den heer Ordinaire, over de benoe-
ng tot escadron-chef van den hertog van Char-
een
j s, heeft tot geen incidenten geleid daar de
nister hierover voldoende ophelderingen kon
twiifc,
r L '6n'
Het Ontwerp om de krijgsraden uit te breiden
Cl het getal instructeurs tot 100 te brengen, is,
'e" rapport van den heer Berenger, door de ver-
e het
n car
e, ik,
i, hi,
i'g li
Is G
dering goedgekeurd. Uit dat rapport bleek, dat
32 gevangenen tot nog toe waren verhoord,
wijl 1500 personen waren losgelaten.
Het clericale element der vergadering drong,
t de gewone ellendige onverdraagzaamheid,
"j deze partij overal kenmerkt, in den laatsten
•'1 aan op intrekking van het decreet der dele-
Iltie te Tours, waarbij alle Israëlieten in Algiers
aden, ]rran30|)elj genaturaliseerd werden. De regee-
ïnls' ig was zoo laf, aan dezeu voortdurenden aan-
1 ing toe te geven en diende in genoemden zin
•trect, ontwerp ;n. De commissie, met het onderzoek
irnaar belast, toont echter gelukkig, rechtscha-
',n ^aoer te zijn dan de clericale drijvers en het
''US uvernement, en zal er ongunstig rapport over
n(*3'brengen. Onder het tweede keizerrijk en zelfs
e Seïds onder de restauratie in 1818 werden aan
'e's Israëliten in het rijk alle burgerrechten verleend,
'd te iederen weidenkenden uiensch zal een gevoel
zwtij- tegenzin ontstaan tegen dat verwatene ele-
besta.at, (jBt zjch verbeeldt, om eene quaestie van
uertoof meer burgerlijke rechten te hebben dan
a' lere menschen, terwijl lij het inderdaad zijn,
''u8 door hunne verderfelijke, heerszuchtige be-
Lau liteüngen de maatschappij in de war sturen.
^"«hsteD aan iemand eeuige burgerrechten ont-
bezwiden worden dan zou het naar ons inzien aan
=e clericalen zijn, niet uit een oogpunt van gods-
ekeu ist (wij begrijpen niet wat die er mee te
e'ee:ken heeft) maar uit het oogpunt van de staats-
e" d angen, die door hen voortdurend in gevaar
eu bracht worden.
irl,sllDe krijgsraden zijn, zooals wij gisteren mee-
it, döjiden, eindelijk hunne zittingen begonnen. Een
iscliif advocaten, de heer Dupont de Bussac, heeft
moei naam van alle beschuldigden aangedrongen
k e< de benoeming van burgerlijke rechters. Deze
Icii'-ioh is echter afgewezen, de krijgsraden hebben
:h in hunne bevoegdheid gehandhaafd,
leer;Wij deelen hier de hoofdpunten van beschul-
"ging mede, die tegen de voornaamste personen
au der hen, die op het oogenblik voor den 3den
lita-ijgsraad, onder voorzitterschap van kolonel
Bel erlin, terecht staan worden ingebracht. Het zijn
eruex-leden der commune en van hetcomitécentral.
.ru;Aaal. Hij noemt zich Adolphe-Alphonse Assi.
i vrangen tijd is hij als opzichter werkzaam ge-
iu» eest te Creuzot. Wegens voortdurende aanzet-
Loctjig tot werkstaking en ongeregeldheden werd
ij naar Parijs gevoerd om er te recht te staan.
D,i olgens zijn beweren werd hij vrij gesproken.
Bij het eerste beleg van Parijs werd hij be-
50 >emd tot officier van een vrij-korps, „la guerilla
i3l^ l'Ile de France". Bij de oprichting van het
imilé Central wist hij daarin zitting te krijgen
mat's gedelegeerde van het 192ste bataljon.
'°L, sn de gebeurtenissen van 18 Maart nam hij een
erkzaam deel door alles in het werk te stellen
p»*: het bieden van een krachtigeu weerstand, het
u': richten van barricades enz. Tot lid der com-
ïsine verkozen, heeft hij de meeste besluiten,
len lardoor dit lichaam zich berucht maakte, mede
^derteekend, onder anderen, tot vernietiging van
t Vendóme-zuil, van het huis van Thiers, het
brand steken der stad, het executeeren der
ts' zeiaars. Alleen tot het laatste ontkent hij mede-
>>iwerkt le hebben; doch uit zijne aanwezigheid
le v; de zitting waarin het besluit genomen is
later uit het document zelve, waaronder
ieSo"6 handteekening voorkwam, is gebleken,
de 1 hij..ook aan deze gruweldaad medeplichtig
I. l as. Een zekere Fossé, dien hij zich wegens
ne drukke bezigheden als een zaakgelastigde
't ^voegde, is het voornaamste instrument geweest,
re t hij i later gebruikte om volgens een vast
j'ur 8leein de stad in brand te steken. Hij werd
„stfT^'yk op Zondag 21 Mei door de gouveme-
entstroepen gevangen genomen op het oogen
ic ik dat hij zich naar een buskruitmagazijn in
rue Beethoven wilde begeven.
De beschuldigingen, volgens al het genoemde,
tegen hem ingebracht, van opruiing, provocatie
der militairen om tot den opstand over le loopen,
onrechtmatige regeeringsdaden, het uitvaardigen
van decreten, die verwoesting en moord ten ge
volge moesten hebben enz., enz., worden voorzien
bij de artt. 59, 60, 61, 87, 88, 91, 92, 93, 96, 257,
258, 259, 295, 296, 297, 302, 341, 342, 344, 434,
437, 439 en 440 van den Code Pénal en bij art.
208 van den Code militaire.
Lullier. Noemt zich Charles Lullier en is van
een hevig en driftig karakter. Vroeger als officier
in dienst bij de Fransche marine, is bij verschei
dene keeren wegens daden van geweld veroor
deeld en eindelijk geheel uit den dienst ontsla
gen. Sedert dien tijd is hij vervuld met een bit
teren wrok tegen de maatschappij over vonnissen,
die hij zich zelf op den hals heeft gehaald. Uit
deD dienst ontslagen zijnde toonde hij, zich even
min aan de burgerlijke als aan de militaire wet
ten te kunnen onderwerpen. Achtereenvolgens
werd hij veroordeeld:
1". Den SOsten Sept. 1868 tot 6 maanden gevan
genisstraf en 200 franken boete wegens het toe
brengen van slagen en onwettigen dracht van de
uniform.
2°. Den 20sten Nov. 1868 tot twee maanden
gevangenisstraf wegens slagen en verwondingen
met voorbedachten rade.
3". Den 26sten April 1869 tot 1 maand gevan
genisstraf wegens beleedigiug en verzet tegen de
autoriteiten.
4°. Den 22sten Sept. 1869 wegens beleediging
van een magistraat bij de administratie.
Onder al die wederwaardigheden maakte hij
te Parijs kennis met Kochefort en Flourens en
sloot met beiden een trouwe vriendschap; beiden
verwachtte groote dingen van hem wanneer de
tijd zou gekomen zijn.
Die groote dingen komen hierop neder: Door
het comité-oentral werd hij den 18den Maart be
noemd tot koinmandant en chef der nationale
garde. Als zoodanig heeft hij veel energie ont
wikkeld.
Hij bezette achtereenvolgens het stadhuis, de
caserne Napoleon, de prefectuur van politie, de
Tuilerien, de place de Paris en liet volgens zijn
zeggen alleen na om de toen in het gebouw van
buiteulandsche zaken vereenigde ministers te om
singelen om der wille van den heer Jules Favre.
Op het Luxembourg beproefde hij te vergeefs,
eerst met welsprekenheid, daarna door hevige
bedreigingen, het 43ste regiment onder bevel van
den komuiandant Périer tot deu opstand over te
halen. Hij werd weldra door de Commune in de
conciergerie opgesloten, doch den 14den April
verschijnt hij weder als aanvoerder der kanonneer-
booten. Ten slotte wordt hij weer in Mazas op
gesloten, van waar het hem echter spoedig ge
lukt te ontsnappen. Nu treedt hij in overleg met
den heer Cainus en den baron Duthel om eene
contra-revolutie te bewerken. Tegen eene som
gelds en vrijheid voor zich en zijne medeplichti
gen d'Abin en de Bisson zou hij de Commune-
leden gevangen nemen en in Mazas opsluiten. Dit
edele plan mislukt echter, doordat er zich geen
goede gelegenheid voor opdoet.
De instructeurs beschouwen Lullier als een van
de gevaarlijkste medeplichtigen aan de revolutie.
De slotsom der beschuldigingen, die zij tegen hem
inbrengen, is: Deelneming aan eene poging om
het gouvernement oinver te werpendeelneming
aan eene poging tot verwoesting en moord in de
stad Parijs; oproeping van en verschaffing van
wapenen aan de trjepen; aanvaarding van het
bevelhebberschap over de insurrectioneele troe
pen; overweldiging van eigendommen, steden en
sterkten, aan den staat toebehoorendeprovocatie
van de soldaten om tot den opstand over te gaan
en het hun verschaffen der middelen er toe.
De aan Lullier te laste gelegde misdaden zijn
voorzien bij de artt. 87, 91, 92, 93 en 96 Code
Pénal en bij art. 208 Code Militaire.
In een volgend nummer zullen wij deze acten
van beschuldiging tegen de hoofdpersonen der
insurrectie voortzetten.
Italië.
Bij de verhandelingen in de Fransche Natio
nale Vergadering over den gedragslijn tegen den
Paus, de uitlatingen v&n Thiers en de aftreding
van Favre, is de volgende brief, die door de
ultramontaansche Univers wordt medegedeeld, niet
van belang ontbloot. Hij is geschreven door den
heer Nigra, Italiaansch gezant bij het gouverne
ment van 4 Sept., en dateert van den 12den dier
maand 1870.
„Mijnheer de minister! Ik heb heden den heer
Jules Favre mededeeling gedaan van den inhoud
der circulaire, die uwe exellentie mij de eer
heeft bewezen den 7den dezer maand aan mij
te richten. Ik heb te gelijkertijd den Franschen
minister van buiteulandsche zaken opmerkzaam
gemaakt, dat de koninklijke troepen bevel heb
ben gekregen, de grenzen van den kerkelijken
staat over te trekken om de orde te bewaren, de
onschendbaarheid van den Italiaanschen bodem
te verzekeren en voor de veiligheid van den hei
ligen stoel te zorgen, zonder daardoor invloed
uit te oefenen op de oplossing der politieke
quaestie en der kerkelijke vraagstukken.
De minister van buiteulandsche zaken heeft mij
herhaaldelijk geantwoord, dat de Fransche regee
ring ons met „ympathie onzen gang zal laten gaan."
Het ultramontaansche blad deelt dezen brief
klaarblijkelijk ntede om den heer Favre bij
zijn aftreden nog een douceur toe te voegen,
maar zij bereikt er al zeer weinig haar doel
mede. Immers, indien de brief authentiek is,
blijkt er alleen uit dat de staatkunde van het
gouvernement van 4 Sept. Italië gunstiger was
dan de latere van Thiers, iets wat ieder reeds
lang weet, daar het juist de reden van Jules
Favre's aftreding is. Men is het er toch vrij algemeen
over eens, dat hoewel Frankrijk thans door zijne
zwakheid verhinderd wordt iets te doen, Italië
tegen het gouvernement van Thiers op zijne hoede
dient te blijven.
telegba3im fin.
Far(js, 8 Augustus. Uit goede bron wordt ge
meld, dat de Pruisen binnen acht dagen de de
partementen van de Seine, Oise, Seine-et-Oise en
Seine-et-Mame zullen ontruimen.
Er wordt verzekerd, dat de Regeering en de
commissie der Kamer tot eene overeenstemming
zijn gekomen ten aanzien der quaestie betreffende
de vergoeding, welke aan de door de Duitschers
bezette departementen zal verleend worden.
Men verzekert voorts, dat het linker-centrum
onverwijld het voorstel bij de Kamer zal indie
nen om de volmacht des heeren Thiers te ver
lengen.
Versailles, 8 Augustus. In de heden gehouden
zitting van den krijgsraad wilde Ferré eene lof
spraak op de Commune houden, maar door den
Voorzitter werd hem dit belet. Ferré verklaarde
op geenerlei ondervraging te willen antwoorden.
Tusscben de verdedigers en het Hof ontstond eene
discussie over de quaestie of het Hof bevoegd was
omtrent zijne competentie te beslissen. Bij het ge
tuigenverhoor ontkende Ferre, dat het bevel om
bet Ministerie van Financiën in brand te steken
van hem was uitgegaan.
De abbé Féron gaf een verhaal van de stap
pen, die gedaan zijn om den aartsbisschop Darboy
te redden. Andere getuigen brachten ernstige fei
ten te berde; zoo verklaarde een hunner, dat
Ferré de prefectuur van politie in brand gesto
ken had en verboden had de in de prefectuur
opgesloten gevangenen te bevrijden. De zitting
duurt voort.
Ferré en Assy nemen eene onbeschaamde hou
ding aan.
Londen, 8 Augustus. In het Lagerhuis is, na
vrij levendige discussie, de Ballot-Bill bij derde
lezing aangenomen.
Sir John Gray zal Vrijdag de Regeering
interpelleeren betreffende de ongeregeldheden in
het Phoenix-park te Dublin.
Cairo, 8 Augustns. De Khedive heeft gisteren
de Kamers in persoon gesloten. In de sluitings-
rede wordt de hoop te kennen gegeven, dat de
werkzaamheden der Kamer zullen strekken tot
heil des lands.
Namens de Kamer werd den Khedive dank
gezegd voor de medewerking, die zij van zijn
Gouvernement had ondervonden, alsmede voor
den vrijziunigen geest, waarmede hij de voorstel
len der Kamer had begroet, vooral wanneer er
sprake was van hervormingen in het binnenlandsch
beheer.
Londen, 8 Augustus. Het militair gerechtshof
heeft na een behandeling, welke veertien dagen
geduurd heeft, uitspraak gedaan in de zaak der
schipbreuk van de Angiucourt bij Gibraltar, en
al de terechtgestelden schuldig verklaard, doch
onder aanneiniug van verzachtende omstandighe
den. De kapitein Beamish,dekommandantKnight
en de luitenant Bell hebben een scherpe besisping
ontvangen.
In het Lagerhuis heeft de beer Harlington op
een interpellatie geantwoord, dat het verbod tot
het houden der meeting in het Phoenix-park te
Dublin door den luit.-gouuerneur met zijne (Har-
lington's) volle goedkeuring was uitgevaardigd.
Homburg, 8 Aug. De Keizer vertrekt aan
staanden Donderdag van hier; bij zal zijne reis
neuien over Frankfort, Nürnberg en Regensburg,
in laatstgenoemde plaats den nacht doorbrengen
en Vrijdag over Passau en Gmunden naar Ischl
vertrekken. Aanstaanden Zaterdag, des namiddags,
vertrekt de Keizer naar Salzburg; en Zondag
morgen naar Gastein, waar hij te 5 uren des
namiddags wordt verwacht.
Versailles, 8 Augustus. De krijgsraad heeft de
meeste getuigeu die betrekking hebben op den
moord der gijzelaars in de gevangenis van La
Roquette gehoord. De zitting is te 6 uren opge
heven en zal morgen worden hervat.
In de Nat. Vergadering is ingekomen een
wetsontwerp tot invoering van verplichten koste
loos lager onderwijs.
De commissie voor het iniatief heeft voorgesteld
om over het voorstel van Dahirel, tot het voorbe
reiden van een ontwerp constitutie, over te gaan
tot de orde van den dag.
De wet op de schadeloosstellingen voor de be
zetting der Duitschers is aangenomen in den
gewijzigden vorm, bij overleg tusschen de regee
ring en de commissie vastgesteld.
Washington, 8 Aug. De oud-gezant te Londen,
Adams, heeft de benoeming als scheidsrechter in
de Alabama-quaestie aangenomen.
Dublin, 9 Aug. De vrijgelaten fenian Covey,
in het Phoenixpark gewond, is in doodsgevaar, t
Par(js, 9 Aug. Gisteren heeft de commissie aan
Thiers verklaard, dat het de opinie der vergade
ring is, dat de ministers, de secretarissen en het
geheele ministerieele personeel te Versailles moet
blijven.
De tijdingen uit Algiers zijn vrij ongunstig.
HUWELIJKEN, GEBOORTEN EN STERFGEVALLEN.
Burgerlijke Stand van Leiden van den Sden
tot en met den 9den Augustus.
Gehuwd J. S. Ticrolf jm. en M. Kragt jd A. Sloo»
jm. en C. Verhoeff jd., H. J. Plaüje jm. en J. de Graaf jd.,
J. Van der Steen jm. en J. Galjaard jd., J. Brouwer jm. en
J. Van der Spree jd., H. de Vriea jm. en J. A. C. Mark#
jd., P. Van der Meer jm. en F. C. Rietbergen jd., J.
Mooten jm. en P. de Ridder jd., P. B. Van Oerle jm. en
E. Plasmeijer jd., A. J. Van der Heijden jm. en W. M.
Roeteringen jd.
Bevallen t E. M. Kallenberg, geb. Van der WesteD, tweel.
D. en Z. H. C. Planjer, geb. Waardenburg, D. Ch. M.
Buyi, geb. Brummelkamp, D. J. Roman, geb. Van 't Hooft
D. W. E. Van der Heyden, geb. Van der Mcy, Z. F M.
Boekkooi, geb. de Vries, Z. C. P. Van Valderen, geb. Magte-
geller, Z. C. Cornet, geb. de Jong, Z. C. Schuller, geb.
Schouten, Z. J. A. Wiebera, geb. Coebergb. Z. - J. Jasper-
aen, geb. Van Loe, D. J. W. Dreef, geb. Kettenes, Z. J.
J. Binneudijk, geb. Hoogenitraaten, D. M. Overdijk, geb.
Rijgersbergen, D. C. Ch. Gestman, geb. Van der Walle, Z.
J. Leemans, geb. Spek, D. E. Schols, geb, Kershof, Z. Z.
Perk, geb. Van Wateren, Z. J. M. La r re wijn, geb. Beun.
Z. J. J. Habraken, geb. Van der Weyden, L. J. W. Cb,
Piket, geb. Ederzeel, D. M. H. Vau Wijk, geb. Walter, Z.
hl. Fles, geb. Hartog, Z. F. H. Van Wingen, geb. Van der
Reest, Z. J. E Arentien, geb. Van Kooperen, Z. J. L.
Blansjaar, geb. Pierlot, Z.
Overleden t J. Molet Z. 22 m. J. Sollie D. 7 j.
E. Schild, geb. Koeke, 46 j. P. H. Lindeman 3 d. J.
Arbouw 76 j. A. Kroon Z. 4 j. D. Lafeber 75 j. M.
J. Bonte D. lm. H. Auguêtein Z. 3 j. F. Arnoldus Z.
10 d. J. Aniba Z. lm. A. Noest Z. 13 m. H. J.
Schuller Z. 2 d. J. Musegaas Z. 5 m. A. L. C. Van Hees
Z. 3 w. W. J. Ketting Z. 2 j. J. Brouwer 40 j. L. T.
Boom Z. 3 ra. M. kapaan D. 7 j.
276ste STA1TS-LOTE1UJ.
TWEEDE KLASSE. DERDE LIJST.
Trekking van Woensdag 9 Augustus.
N°. 17172 /T000. N°. 990 /AOO N". 8030, 17932
Ï5
O
O
N°. C755, 9590, ƒ100.
Prijzen Tan ƒ30.
33
2349
4602
£7236
9661
12266
14912
17220
G8
2474
4705
7244
9675
12381
14913
17251
134
2486
4719
7250
9725
12493
15023
17316
469
2516
4723
7273
9808
12289
15035
173-4-1
272
2589
4728
7326
9839
12322
15079
17435
278
2618
4733
7398
9862
12526
15084
17535
282
2778
4741
7411
9929
12597
15086
17560
293
2918
4786
7435
10013
12604
15123
17585
309
2990
4803
7458
10021
12648
15167
17604
458
2994
4851
7613
10029
12684
15189
17639
466
3035
4900
7647
10142
12692
15201
17690
476
3039
5054
7718
10144
12696
15305
17698
509
3066
5099
7720
10287
12728
15307
17704
523
3067
5119
7726
10291
12801
15389
17765
569
3084
5133
7850
10370
12813
15416
17784
590
3113
5139
7890
10408
12825
15442
17849
620
3131
5167
7982
104 J5
12868
15489
17852
643
3150
5188
8004
10465
12952
15513
17901
685
3172
5198
8019
10481
12967
15514
17922
687
3230
5222
8021
10576
12990
15653
18042
690
3288
5263
8125
10618
13012
15802
18092
757
3399
5267
8177
10670
13118
15813
18101
769
3400
5306
8227
10797
13122
15862
18112
791
3446
5345
8228
10386
13132
15891
18157
792
3450
5381
8242
10953
13176
15910
18179
793
3502
5523
8279
11047
13215
15943
18231
950
3515
5541
8456
11151
13285
15992
18402
962
3591
5569
8485
11161
13326
16U24
18419
996
3682
5609
8557
11187
13333
16044
18588
1201
3690
5611
8572
11279
13498
16088
18688
1233
3711
5807
8586
11334
13620
16146
18692
1254
3727
5997
8641
11464
13625
16252
18713
1-264
3731
6111
8693
11508
13745
16323
18852
1326
3735
6126
8720
11516
13846
16422
18995
1344
3764
6178
8730
11538
13973
16448
19013
1348
3779
6214
8785
11579
13974
16477
19115
1408
3780
6229
8971
11775
14060
16480
19146
1440
3792
6250
9016
11780
14089
16505
19178
1442
3810
6252
9026
11784
14107
16515
19197
1457
3891
6259
9028
11817
14122
16574
19224
1559
3903
6327
9079
11868
14139
16578
19263
1577
3616
6332
9139
11893
14294
16586
19284
1598
3989
6391
9154
11933
14301
16601
19407
1668
4001
6461
9193
11942
14312
16640
19435
1670
4038
6468
9194
11964
14368
16751
19437
1679
4132
6506
9195
12007
14372
16773
19470
1697
4171
6531
9197
12043
14387
16830
19569
1802
4175
6540
9246
12049
14402
16842
19578
1886
4231
6543
9305
12052
14419
16854
19673
1921
4363
6613
9334
12072
14421
16859
19685
1937
4370
6753
9354
12087
14467
16930
19686
1957
4375
6813
9399
12114
14559
16956
19748
2068
4449
6821
9457
12123
14639
16957
19762
2079
4511
6894
9503
12173
14710
16973
19901
2140
4512
6990
9603
12181
14772
17020
19940
2155
4523
7071
9626
12214
14790
17107
19942
2195
4538
7026
9637
12244
14845
17133
19949
2196
4556
7169
9646
12245
14853
17140
19958
2311
4601
7184
9660
12246
laatste berichten.
's-Gravenhage, 9 Augustus. Aari de leden der
Stateo-Generaal is rondgedeeld het verslag omtrent
den staat der hooge-, middelbare- en lagere scho
len over 18691870. Dit verslag, over het alge
meen reeds vele bekeDde zaken omvattende, sluit
zich geheel bij het vorige aau. Het loopt, wat
betreft het lager onderwijs en de meeste inrich
tingen van middelbaar onderwijs, over het bur
gerlijk jaar 1869, wat betreft het hooger onder
wijs en de overige inrichtingen over het studie
jaar 1 September 1869 tot 31 Augustus 1870. In
vorm en indeeling is geen verandering gekomen.
De splitsing der niet-gesubsidieerde bijzondere
scholen en de meer volledige mededeelingen om
trent de kosten van het onderwijs, in het vorige
verslag voor het eerst opgenomen, worden ook
hier gevonden. De stafschool, die op 1 Novem
ber 1868 te Breda in werking kwam, wordt in
dit verslag voor het eerst vermeld. Overigens,
zegt de Minister, hebben zich in het behandelde
tijdvak geene bijzonderheden voorgedaan, die tot
algemeene opmerkingen aanleiding zouden kun
nen geren.
Met de bewerking van het overzicht van den
toestand van het lager onderwijs op het einde
van 1869, vergeleken met dien tijdens het iq