N°. 3505. Zaterda A0. 1871 15 Juli. Professor J. C. G. EVERS, Professor J. C. G. EVERS. Mr. A. VAN HETTINGA TROMP. J. J. BRANDHOFF ISSELMAN. H. N. VEEFKIND. Mr. C. W. HÜBRECHT Mr. P. C. LEZWIJN Mr. P. DU RIEU P. I. DE FREMERY H. C. HARTEVELT Professor Dr. J. C. G. EVERS, Mr. A. VAN HETTINGA TROMP, J. J. BRANDHOFF ISSELMAN H. N. VEEFKIND. LE1DSCB DAGBLAD. FR1J« DEZEH COURANT. Voor Leiden per 3 maanden3.00. Franco per post3.85 Afzonderlijke Nommers......I0.05. Deze Courant wordt dagdijks, met uitzondering van Zen- en Feestdigsn, uitgegeven. lf'Itl.ï H DIER ADVKRTBNTIEN Voor iederen regel/O.lb. Grootere letter# naar de plaatsruimte die zij beslaan. De1 Gremeeiitera.a.dsverltieziiig'eii. Dat de burgers bij verkieziugeu gaarne weten welke aanspraken de voorgedragen candidaten kunnen doen geldeu, dat bij menigeen de vraag op de lippen zweelt: Wie en wat zijn toch de vier mannuen die van liberale zijde voor het lidmaatschap van den Gemeenteraad worden vooropgesteld dat alles spreekt van zelf. En van daar dat wij aan deze rechtmatige eischen zoo veel ons dit mogel 'J1* is, zullen trachten te ge- moet. te komen. Erj beslaat te Leiden eene Vereeniginging tot verbetering van de volksgezondheid, eene Ver eeniging, uit den boezem der burgerij gesticht, waarvan in hel jongste officieel verslag van den toestand der gemeente Leiden wordt gezegd, dat (iet eene ijverig werkzame vereeniging is ler^ bevordertug der volksgezondheid, die zich belast met de gew ichtige taak van een plaatse lijk wetenschappelijk onderzoek, zoowel als ge neeskundig onderzoek naar den toestand der be- wuuude huizen, der voedingsmiddelen en vau het drinkwater, welke Vereeniging zich ten opzichte der middelen van verbetering steeds in betrek king stelt tot bet gemeentebestuur en waar bet uuodig is ook de hand reikt, waar behalve raad ook medewerking en bijstaud wordt ver- eischt. ,j C uit Terwijl alzoo de burgerij de handen ineenge slagen heeft om deze Vereeniging tot stand te brengen, beeft zij totaal voorbijgezien, het klinkt misschien zonderling, een deskundige op het ge bied der volksgezondheid in den raadszitting te doen nemen. En waaraan is in den tegeuwoordigen tijd meer behoefte? Heeft de wetgever dit gewichtig punt tot een punt van Staatszorg gemaakt, dat onder de ver tegenwoordigers der burgerij geen enkel gezag- hebbend man zou wordeD gevonden die zijne, medeleden met raad zou kunnen bijstaan, als het gezondheidsbelangen betreft? 'l ls waarlijk een schande voor Leiden dat 'ti de bedoelingen van den wetgever in de laatste jareh zoozeer heeft miskend. En wat Was 't gevolg? Epidemiën hebben ge- heerscht en in den raad ontbraken deskundigen van naam om over voorgestelde maatregelen licht' te doen opgaan. De leemte werd zoozeer gevoeld,. dat:'een onzer geachtste raadsleden, de heer Goud-, smit met een advies van professor Evers, ter verga dering kwam om voor de vaccine-maatregelen te pleiten. J Dit gaat toch wat al te ver. Een man van de medische wetenschap is in den raad even hard noodig, als ons dagelijksch brood. De gezondheid is de grootste schal. Die schat moet zorgvuldig bewaakt worden en het deel zijn van ieder individu. Dan is zij de bron, waaruit veel, zeer veel goeds voor de Maatschappij opweltj want waar gezondheid gepaard gaat met verstand en bescha ving daar heerscht welvaart. Het is een feit waarover men zich verheugen mag dat de sanitaire belangen overal eene ge wichtige plaats in den staat innemen, en een groot aandeel in dit verblijdend blijk van vooruit- gaug mag toegekend worden aan de wetenschap, die door het algemeen maken van hare resulta ten, hoe langer zoo dieper de overtuiging vestigt, dat als resultaten, slechts met volharding, zonder behoedzaamheid uit 't oog te verliezen, worden toegepast, de groote kwalen eu rampen die der: inenschbeid teisteren, met vrucht binnen dé palen zullen worden gehouden waar de wetenschap nog niet doorgedrongen is en waar zij dood eu verderf verspreiden. Van die waarheden zijn alle schepselen, wier- verstand zoover reikt dat het besef van zelfbe houd gevestigd is, doordrongen. Vau den vroegsten tijd tot op den huldigen dag was meu daarop bedacht, maar lang ont braken de middelen om bet doel slechts van nabij te bereiken. Hoeveel rampen zijn er niet1 over de meoscliheid uitgestort, die hun ontstaan verschuldigd zijn aan onkunde, onverstand, ja bijgeloovigheid op het gebied van maatregelen voor een goeden gezondheidstoestand I Hoeveel moeite en inspanning moet men zich tegenwoordig nog getroosten om het aanwenden; van voorbehoedmiddelen tegen epidemische ziek ten gedaan te krijgen. En is liet niet treurig dat zelfs omwikkelde menschen die vooroordeelen en dwalingen voeden, alleen op grond van argu menten ontleend aau kerkelijk dogma. Treurig is het om te zien, dat maatregelen die proefondervindevlijk blijken uitstekende voorznr gen tegen epidemiën te zijn, stelselmatig worden tegengewerkt door mannen die in Staat en Kerk dhar zijn, om steeds werkzaam te ziju aan de zware taak om een volk te doen zijn een volk in den waren zin des woords. Mag nu waar zulke belangen op 't spel staan) io den kring waar die behartigd en bewaakt moeten worden, een element Ontbreken dat ver stand van die belangen heelt en dat die beoörj deelen kan? De uitslag der verkiezing zal uitwijzen hoede burgerij hierover deukt. Neemt zij eene wijze beslissing te dien aam zien, dan kunnen we baar niet beter aanraden dan tot vertegeuvvoordiger te nemen een man die op de vergadering van het Algemeen Belang door Prof. Heynsius werd aau bevolen, als de meest aangewezen man onder de speciali teiten binnen deze gemeente om een plaats in den gemeenteraad in te nemen. En inderdaad deed Hel Algemeen Belang een uit stekende keuze. Prof. Evers is de man van theorie en practijk. Lange jaren was hij een van de meest gevierde, praktizeerende geueesheeren te 's-Gravenhage, waar men hem uietleede oogen naar deze gemeente zag vertrekken, om een iioogleeraarsauibt te aan vaarden, dat de kroon zette op zijn eervolle en langdurige burgerlijke betrekking. Een ieder weet hoe de heer Evers zich spoedig alhier de algemeeno achting wist te verwerven, hoe ijverig zijne pogin? gen waren voor de gezondheidsbelangen der stadj hoe krachtig zijn medewerking was voor het tot stand brengen van 't nieuwe Nosocomium en hoeveel deel ook hij heeft aan de gezondheids- vereeniging te dezer stede. Algemeen was dan ook de voldoening toen Prol. Evers, na eeue langdurige ziekte die hem in 't buitenland aan 't ziekbed gekluisterd hield, hersteld te dezer stede terugkeerde, waar hij zich sedert, al meer eu uieer om zijne wezenlijke ver diensten en humaniteit de hoogachting vau een groot deel der burgerij verwierf, dat hem thans als bewijs daarvan voor het lidmaatschap van den raad aan de medeburgers aanbeveelt. Ook buiten deze stad wordt zijne kennis en ondervinding op prijs gesteld en ten dienste van het vaderland aangewend. Prof. Evers is lid van den Geneeskundigen raad van Zuid-Holland, hei lichaam dat met de regeling der gezondheidsbe-1 langen der gansche provincie is belast, en mocht ook de onderscheiding genieten benoemd te wor den tot lid van de Staatscommissie voor het ouderzoek naar den toestand der fabriekskinde ren, waarin hij de gelegenheid had om te toonenj een groot vooistander te zijn van het geven van goed en goedkoop onderwijs aan de jeugd, zoo als dit op den tegeuwoordigen voet geregeld is Wij kunnen overigens verzekeren dat Prol.Evers een goed spreker is en twijfelen dus niet dat liet voorafgaande voldoende gronden oplevert om op 18 Juli de groote meerderheid der stemmen uit te brengen op De liter A. Van Hettinga Tromp wordt vooral; aanbevolen, omdat tiij bij zeer velen, die bevoegd zijn om daarover hunne zienswijze te zeggen, de aandacht getrokken heeft wegens zijne groote finantieele en staathuishoudkundige kennis. En nu heeft men hem vooral candidaat gesteld, omdat 't zeer goed is in den Raad knappe man nen te hebben om op de duiten te passen. De burgerij is er zeer opgesteld, dat de dutten ODder ferm toezicht staan en zal dus met vol doening gezien hebben, dat de liberale kiesver- eeniging ook dit dierbaar belang niet nit het oog heeft verloren. Nu is de heer Van Hettinga Tromp inspecteur van de registratie en domeinen, eene betrekking die grondige finantieele kennis vereischt en waarin men groote ondervinding opdoet, zoodat wij ge 'rust der burgerij voor dien candidaat vertrou- weu durven in te boezemen. Al die het dus eens zijn met de finantieele iommissie, om orde en regelmaat in de stede lijke financiën al meer en meer te verwezenlij- ten, kunnen niet beter doen dau hun stem uit te brengen op De naam [van den heer J. J. Brandhoff Issel- man is meer bekend onder Leidens ingezetenen. Een ieder weet dat 't een eerzaam handelaar in koloniale waren is, die om zijn helder ver stand en doorzicht in de maatschappelijke zaken, bij hen die hem kennen, zeer gewaardeerd wordt. De heer Brandhoff is een burger in den waren zin des woords, een man die nooit lauw was voor de algemeene belangen, maar zich daarvan steeds op de hoogte stelde, zoodat hij in zijne omgeving meermalen de vraagbank was voor be langen die de gemeeute betreffen. Daarenboven bezit hij een gemakkelijkheid om zich uit te drukken en eene gevatheid die hem, zoo hij tot raadslid mocht benoemd worden, zeer te stade zouden komen. De heer Brandhoff moet bovendien een goed administrateur zijn, waarvan hij vooral heeft blijk gegeven als diaken voor de diaconie der Ned. Herv. gemeente. Als zoodanig was hij president van de Com missie voor warmen spijs eu kleeding, eene be trekking die hij met zoodanige nauwgezetheid vervulde, dat wane de1 veranderingen in de ker kelijke aangelegenheden niet geschapen, hij spoe dig in aanmerking zon zijn gekomen om in de finantieele commissie zitting te nemen. Overigens weten wij, dat de beer Brandhoff een wamt voorstander is van de ontwikkeling der jeugd, van het onderwijs aan volwassenen, van de belangen van handel en nijverheid en van alle maatregelen tot verbetering van den gezondheidstoestand der gemeente, waarvan hij blijk heeft gegeven door zijn lidmaatsohap van de vereeniging tot verbetering van de volksge zondheid. Als lid daarvan heeft hij deelgenomen aan hei onderzoek van al de woniDgen der on- vermogeuden in de derde wijk dezer gemeente. Wij schromen dus niet met de meeste gerust heid den kiezers aan te bevelen, den heer Last not least zijn wij genaderd tot den vierden candidaat, den heer H. N. Veefkind. Behoeft deze populaire ingezetene nog aanbe veling? Wij zijn waarlijk verlegen om daarop een ant woord. te geven. Consequent echter aau 't geen wij in deD aanhef tan dit artikel zeiden, zullen we ook hem aan de kiezers voorstellen. De heer Veefkind is een jong, kundig, volijve rig en onafhankelijk ingezetene. Reeds vroeg gaf hij van ziju buitengewonen aanleg in menig opzicht blijk, tot dat 't hem gegeven was voor 't eerst in het belang van de burgerklasse werkzaam te zijn door zijne krach tige medewerking ter restauratie vaD de volks voorlezingen, die sedert al meer en meer in bloei tucpeinen tot groot nut van den arbeidenden- en haudwerksliedensland. Vele jaren wijdde hij in vereeniging met anderen zijne beste krachten aan tut instandhouding en verbetering van deze nut tige instelling, die door de burgerij op zeer hoogen prijs wordt gesteld. Van zijn warm hart voor het welzijn van de min- en onvermogende standen der maatschappij getuigt op schitterende wijze de oprichting der vereeniging tot ondersteuning van de behoeftige betrekkingen van miliciens, die in den zomer van het vorig jaar de grenzen van ons dierbaar va derland moesten bewaken en die, zoo noodig, bun, bloed hadden moeten veil hebben voor de verde diging onzer onafhankelijkheid. De heer Veefkind was de ziel dezer vereeniging.! Van hem ging het denkbeeld tot hare oprichting; uit, bij hem sloteu zich een aantal geachte inge zetenen aan otn zijn plan te verwezenlijken. De moeite en zorgen die hij zich voor dezd zaak getroostte zijn verbazend en de goede uit-; slag van zijne pogingen, de gunstige werking de-i zer vereeniging waren voor hem eene groote zelfvoldoening. Maar ook op ander gebied zou zijn ijver in het belang van stad en burgerij weldra blijken en met uitstekend succes bekroond worden. De meeting immers die zulk een krachtigeu stoot heeft gegeven aan de verwezeultjking van 't plan tot verbouwing van de Gehoorzaal was zijn werk en de vele ingezetenen die daarop tegen woordig waren, hebben den pructischeu man, den helderen denker en den uitmuntenden rede voerder in den lieer Veelkind kunnen leeren kennen. Maar vooral is de burgerij hem dank verschul digd voor hiitir Musis Sacrum. Oprichting, organisatie, kortom de geheele voor bereiding en het bestaan van deze door de bur gerij zoo geliefkoosde vereeniging, heelt zij groo- teudeels te danken aan de belangstelling van den heer Veefkind in den bloei en vooruitgang van de stad Leiden. Zou eeu en ander reeds meer dau genoeg zijn om den heer Veefkind eene plaats als lid van den stedelijken raad van harte te gunnen en toe te vertrouwen, wij kunueu.er nog bijvoegen dat de heer Veefkind een man is van groote alge meene kennis, eeu man die vol vuur is voor de bevordering van de zedelijke en stoffelijke ont wikkeling onzer stad, eeu man die de libe rale beginselen, welke de kiesvereeniging het Algemeen Belang vertegenwoordigt, overtuigend be lijdt en aanhangt, een man dus die steeds pal zal staan voor de rechten vau het volk, die haar bij de onderwijswet van 1857 zijn geschonken, een man die vooral zal zorgen dat de Hoogere Burger school, waarop onze ingezetenen hunne kinderen zoo gaarne zenden 0111 kennis eu beschaving voor hunne toekomst op te doen, niet wegkwijnen door stelselmatig verzet, maar al meer en meer in bloei toenemen zal, een man eindelijk die aan een krachtig gezond versland, een practischen blik, groote doortastendheid cu eene groote mate van administratieve en finantieele kennis paart. Zulk een ingezetene langer nit den raad der gemeente verwijderd le houden, zou zijn eeu verraad plegen aan de vurige behartiging der openbare zaak en liet is daarom dat wij bij de kiezers uit den grond vau ons hart nadrukkelijk aandringen om in het belang der gemeente, toch vooral niet te vergeten op hun blauw stembriefje den naam te plaatsen van den heer Wij verwachten dus dat Dinsdag 18 Juli zullen gekozen worden en op 't blauw stembriefje Leiden, li Juli. Burgemeester en Wethouders alhier gezien de adressen van: a. de wedowe Van Haansbergen en Dutilh, kooplieden, waarbij zij vergunning verzoeken om eenige vaten petroleum te mogen bergen in den kelder van hun perceel aan de Oude Vest, wijk VI, n". 1259; b. J. L. Creyghtou koperslager, om vergunning tot het inrichten van eene bewaarplaats van petroleum op het erf achter zijn pand aan de gedempte Marendorpsche ach tergracht, wijk VI, ii°. 6I9a; c. H. De Ridder, sinid, houdende verzoek om eene kleine smidsvu- ring te mogen doen plaatsen in zijn pakhuis in de Burgpoort aan de Hooglandsche Körkgracht, wijk VII, n°. 959; en d. J. A. L. Muus, smid, daarbij verzoekende om op liet erf in eene poort aan de Uiterstegracht, wijk VII, n°. 483a, een of meer varkens te mogen houden en mesten -u-'doen te weten, dat tot het Itooren der eigenaars en bewoners van de riaasthijgelegene en belendende panden, ten opzichte 'der information de commodo el incommodo, door Burgemeester eu Wethouders zal wordeu gevaceerd op het Raadhuis dezer Gemeente, op Maandag den 17den Juli aaust. s voormiddags le elf uren

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 1