N°. 3491. A°. 1871. Donderdag 129 Juni. DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maandenƒ3.00. Franco per post3.85. Afzonderlijke No minersv.0.05. Deze Courant wordt dagelijks,net uitzondering van Zen- en Feestdagen uitgegeven. PRIJS DER AnVURTBRTIUN. Veoriederen regelƒ0.15. Grootere letters naar de plaatsruimte die zy beslaan. Wat moeien wij voor Frankrijk weusclien? v. Wij hebben &an het slot van on3 vorig artikel üe meening geuit, dat eene republiek voor Frank rijk meer waarborgen zal opleveren, om de con stitutie, die aan het land zal geschonken worden, te handhaven, dan eene constitutionneele monar chie. Wij haalden de geschiedenis der regeering van Loriewijk Philips aan als een voorbeeld van de weinige zekerheid, die, door het bezweren van eene constitutie door deu monarch, aau het land wordt gegeven, ten eerste doordat ieder zijne per soonlijke gebreken heeft en ten tweede doordat uitwendige invloed zoo licht de goede voornemens van den koning verijdelen. Wat nu de persoonlijke hoedanigheden betreft, die wegen bij het hoofd eener republiek even zeer als bij een koning; Lodewijk Napoleon heeft bewezen, dat voor de handhaving der aau een land gegevene beloften eerlijkheid en ware vrij heidszin ook in deu president der republiek nood zakelijke vereischten zijn. Maar nu gelooven wij ten eerste, dat de omstandigheden het hoofd eener republiek niet zoo spoedig tot het verza ken zijner beloften zullen brengen als eeoen koning eu ten tweede, dat, zoo dit al gebeuren mocht, de republikeiusche instellingen het gemakkelijker maken, hem hierin te verhinderen, dan de instel lingen, die met het erfelijk kouiugschap verbon den zijn. Met het bewijs dezer twee beweringen, gelooven wij onze meening als voldoende gemo tiveerd te kunnen beschouwen. Prof. Quack zeide in de Rollcrdamsche Courant van 12 Juni: „Ach, het is wreed, dat het etiket in Frankrijk nog zooveel beteekent. Welk een -not zou het geven, indien men eens zou gaan - Frankrijk, dat het in Frankrijk ua-'v.:-: k°a republiek en consti- ii pneele monarchie; maar allee*: de zaak, dat men de begrippen van orde en vrijheid zog weten te verzoeecD en hand eau hand zou kunnen j doen gaan." Wij stemmen volkomen toe, de io.t een heer- lijke rust zou geven, indien Frana,.,. g-.ns j begrijpen; doch wij gelooven, hetzij met alle be scheidenheid gezegd, dat professor Quack hier ge heel over het hoofd tiet, dat de FrauscheU dit juist nog niet gedaan hebben. In een rustig land en gewone omstandigheden kan de vrijheid des volks even goed zijne verwezenlijking vinden in eene constitutioneele monarchie als in eene repu bliek. Doch dat is niet de quaestie, die op het oogenblik vóór ons ligt. In Frankrijk moet juist gezocht worden naar den regeeringsvorm, die het meest geschikt is om het volk die begrippen van orde en vrijheid te leeren begrijpen en als zooda nig komt het er wei degelijk op aan of de repu bliek zal blijven bestaan of de monarchie hersteld worden. Twee kinderen kunnen volgens een zeer verschillende methode worden opgevoed en onderwezen, waarbij zorgvuldige studie en na denken hunner leermeesters vereischt wordthet is dan nog volstrekt niet zeker, welke methode zal blijken de beste te zijn. Twee volwassen mannen, die een even uitgebreide kennis en een even vast gevestigd karakter bezitten, vereischen geen zorg meer; volgens welke methode zij ook tot dien toestand gekomen zijn, zij maken zieli op gelijke wijze verdienstelijk jegens de maat schappij. De bevolking van Frankrijk nu mag voorzeker nog wel niet als een volwassen unensch op staat kundig gebied beschouwd worden en het is dus wel degelijk eene gewichtige quaestie, welke methode tot hare verdere opvoeding zal gekozen worden. Wij zijn door deze aanhaling van den heken den hoogleeraar (wiens opinie geheel wordt weer gegeven door de woorden van de Indépendance van 23 Juni: „Wat maakt ten slotte de vorm van den beker uit, iudien de drank dien zij bevat maar goed is") alweder van het motiveeren onzer mee ning afgeraakt en het wordt dus hoog tijd, dat wij dit gaan beproeven. Wat de uit- en inwendige omstandigheden be treft, die het hoofd van den staat er toe kunnen leiden, oui de beloften te schenden, die hij hij zijne komst aan het bewind den lande heeft ge geven, daartoe zijn naar ons inzien tegenwoor dig de volgende hoofdoorzaken te breugen 1°. Woelingen der voorstanders van commu nisme, socialisme, van de internationale enz. 2°. Eerlijke oppositie van hen, die zich met den regeeringsvorm niet kunnen vereenigen. 3°. Persoonlijke zucht van het hoofd van den staat om aan het bewind te blijven. Ad primum. De opgenoemde voorstanders van overdreven theoriën, menschen, die niet hunnen socialen toestand niet te vreden zijn enz. moeten voor de vervulling hunner wenschen altijd begin nen om het staatsbestuur omver te werpen, daar eene geregelde regeering met hunne overdrevene eischen niet is overeen te brengen. Bij hunne pogingen nu tot die omverwerping beroepen die menschen zich ouder eene monarchie in Frank rijk geregeld op den wil des volks, die volgens hnnne bewering de republiek verlangt. In naam des volks hebben al de gruwelen der eerste om wenteling plaats gehad, in naam des volks is Karei X verdreven, in naam des volks is Lode wijk Napoleon tot hoofd der republiek geko zen, in naam des volks eindelijk hebben de mannen der Commune thans Parijs der ver nieling prijs gegeven. Eene menigte dienaren dei- Commune zijn door hunne meesteres tijdens het beleg der stad naar alle steden van Frankrijk af gezonden om aan het volk te verzekeren, dat er voor zijne rechten werd gestreden. Aan die stem gaven in enkele steden de mannen van dezelfde gezindheid, namelijk de soi disant communisten, ontevreden arbeiders, gelukzoekers enz. gehoor. Maar dat de pogingen der commune verder in Frankrijk zoo weinig bijval vonden in plaats van het geheele land in beweging te brengen, dat was juist daaraan toe te schrijven, dat ieder wist, dat de republiek bestond en dat de Commune dus in dit opzicht geen raison d' être had. Het groote argument, dat de opstandelingen dan ook in hunne circulaires en manifesten hebben ge bruikt, was de bewering, dat Thiers en de Natio nale Vergadering de republiek wildon vornioti- gen, omdat zij begrepen, dat zij hierin den mach- tigsten hefboom zouden vinden om het volk op hunne hand te krijgen. Doch hunne pogingen '-kt. omdat het volk in de vergadering n si- vreezen wel dat dit ver- i' teleurgesteld dat et onze quaesi beroep nu op i het volk, dat i :e:ie soort van bet ieder vcrlrou trouwe worden oogenblik niria af. Da blikeinscuo 0 - v omwenteling kracht e„ bijzet vervalt van zelf, wanneer 1 republiek gevestigd is. Een voornaam element va„ wanorde en ellende, namelijk de woelingen van de communisten, de internationale en de leeg- loopers wordt dus door het vestigen der republiek reeds voor een groot gedeelte van zijne kracht beroofd. Ad secundum. De omverwerping van een regee ringsvorm wordt voorbereid door de geregelde oppositie van hen, die liet vigeerende gouverne ment als strijdig uiet 's lands belangen beschou wen. Wij spreken hier nu alleen van de oppositie tegen den vorm van de regeering; het verzet tegen eigendunkelijke en ongeoorloofde handelingen van het staatshoofd zal straks nog ter sprake komen In eene monarchie nu is het hoofdelement der oppositie van zelve het republikeiusche begiusel; in eene republiek zal de geregelde oppositie, ge voerd worden door lien die eene dynastie aan het hoofd van den staat willen zien, hetzij om rechtschapene, hetzij om zelfzuchtige redenen. Nn ligt het in den aard der zaak, dat de tegenkan ting der republikeinen nooit zal strekken om de volksvrijheid te beperken; dat daarentegen die vau de monarchisten tegen eene republiek dit wel niet direct ten doel behoeft te hebben, maar toch ook nooit zal dienen om de vrijheden des volks uit te breiden. Van daar dat eene omverwerping der monarchie altijd zal gepaard gaan met veel grooter ongeregeldheden en bloedbaden dan die eener republiek. Het volk heeft de mannen dei- oppositie in de vertegenwoordiging voortdurend zijne eigene vrijheden hooren verdedigen. De mijnen worden met goede bedoelingen door de vrijheidslievende afgevaardigden aangelegd, doch op een gegeven oogenblik komt plotseling eene losgelatene volksmenigte te voorschijn om eene uitbarsting te doen plaats hebben, die verre buiten de bedoeling der oppositiemannen lag. De revolutiën van 89, van 30, van 48 van 71 zijn allen als voorbeeld hiervan aan te halen. Daarentegen is geen der om wentelingen, die aan de republiek een einde maak ten om een allerheerscher op den troon te brengen tot stand gekomen door gevechten van liet volk. Zoowel Napoleon I als Napoleon III bebbeu, de sn door zijn genie, de ander door zijne slim- heii zich met een enkelen slag van de opper- heeschappij meester gemaakt. Lt het volk daarna zulk eene geüsurpeerde maat door het goochelspel van een plebisciet beliachtigt, is geen bewijs dat het er mee syrn- patiseert, maar alleen, dat het zich door zulk eenbrutaal meesterstuk voor een oogenblik heeft late verblinden. Indien dus maar tegen dergelijke cons d'état wordt gewaakt (en hier komt het naai. de persoonlijke eerlijkheid van den presi- den geheel op de inrichting der constitutie aan) dan heeft men in een republiek voor omwente- linpn van monarchale zijde niet te vreezen. Even- mii als die van de onruststokers, die wij onder 1". opnoemden kan zulk eene revolutie de sym- pat.ie van het volk wegdragen en daardoor vervalt geiieltelijk voor de republiek een tweede om wen- telhgs-element, namelijk de geregelde oppositie. /d tertium. Het behoeft nauwelijks betoog, dat ienand, die eens de oppermacht in handen heeft, begerte gevoelt haar te blijven behouden. Af- ges.heiden nog van de persoonlijke voordeelen (die bij Louis Philippe zoo zwaar wogen), de gelechtheid aan een grooten naam, de begeerte om macht uit te oefenen, enz., is het zeer na tuurlijk, dat men er niet op gesteld is, zich zijne weardiglieid te zien ontnemen, omdat daarin altijd eenigszins een bewijs ligt, dat men fouten heeft begaan. Een erfelijk koning nu gevoelt zich in dit opzicht vrij gerust. Hij verbeeldt zich dat zijne waardigheid hem als het ware aankleeft, dat hij voor koning geboren is en als koning in zijn graf moet zinken. Hij weet, dat er heel wat gebeureu moet, eene menigte hartstochten moeten v.'or de ii opgewekt voordat men hem van den 'trion kan rukken. De gedachte, dat hij eens als banneling zou moeten rondzwerven komt een uriiarcli eveu vreemd voor, als aaneen gewoon mensch het ideej dat hij eenmaal zonder bewe ging, zouder gehoor, zonder gevoel, kortom zonder leven in een kist onder den grond zal liggen. Daardoor wordt- eene krachtige drijfveer wegge nomen om in zijne handelingen zoo rechtschapen mogelijk te zijn. Het eigenbelang verdwijnt, het gevoel van plicht blijft alleen over eu de onder- beeft helaas geleerd, dat het eerste dik- :s v .-.htiger drijfveer tot het goede •is dan iiót tweede. Geheel anders is bei met d l ureaidea: ei iieuohiiek, wanneer bij namelijk volgen» de r - bruikei ij^- - b benoemd en na dien 1 j 'dat van zijne handelingen de voorla, macht zal afhangen. Regeert hij alleen met den rechten vvensch om het belang des volks te be- vordereu, dan zal hij van zelf niet naar ongeoor loofde maatregelen trachten. Is hij daarentegen aan zijne macht gehecht uit eigenbelang, dan wordt hij van verkeerde handelingen afgehouden xoor de overweging dat daarvan zijne herbenoeming af hangt. Zijne slechte eigenschappen, heerschzucht, begeerte naar een grooten naam, naar het voeren van een grooten staat, ja naar genot werken juist mede om hem van verkeerdheden in de re geering terug te houden. Hij zal met zijn tijd meegaan, omdat zijne waardigheid van den tijd afhankelijk is. Daardoor zullen vele van die reactionaire maatregelen voorkomen worden,, waartoe een koning al zeer spoedig overgaat als het een of ander hem niet bevalt. En hiermede gelooven wij dat een derde en misschien wel de gewichtigste oorzaak voor opstand, onrust eo verwarriüg wordt weggenomen, namelijk de zorgeloosheid waariu het hoofd van den staat verkeert omtrent het behoud zijner macht. Het voorschrift: „Chacun pour soi et Dieu pour tous" zal door hem minder nagekomen worden volgens de geestige opvatting, die wij er ergens van ge lezen hebben, namelijk dat men alleen voor zich zeiven zorgt en geheel aan God de zorg voor anderen overlaat. Wij hebben ten tweede de meening geuit, dat wanneer het hoofd eener republiek al inconstitu- tioneele handelingen wilde volvoeren, hij hierin lichter verhinderd kan worden dan een koning. Tot de toelichting dezer bewering hebben wij niet veel meer aan te voeren; zij volgt van zelve uit het boven gezegde. Evenzeer toch als de pre- sident der republiek door het tijdelijke van zijn mandaat wordt geïnfluenceerd, evenzoo heeft het volk daarin een middel om zijne ontevredenheid geldend te maken. Indien een koning zich te buiten gaat en maar steeds door ongrondwettige middelen zorgt, dat hij eene ge willige vertegenwoordiging om zich heen houdt, dan weet het volk, dat hieraan geen einde kan gemaakt worden, dan door een opstand, door bloedige worstelingen met de openbare machten. Maakt daarentegen een tijdelijk staatshoofd zich aan de zelfde zonde schuldig, dan zouden de grieven der bevolking al zeer hevig moeten zijn en plotseling moeten opkomen, indien zij geen ge duld zou willen hebben tot de volgende verkie zingen, waarbij zij zich eenvoudig een ander hoofd kan verschaffen. Wij eindigen hiermede onze vergelijking tus- schen de monarchie èn de republiek, en komen volgens al het gezegde tot de slotsom, dat wij de laatste voor het oogenblik voor Frankrijk het uieest begeerlijk achten. Doch het spreekt van pelve, dat de beste instelling door overdrijving kan bedorven worden. Men zou niet veel verder komen indien men, hetzij aan den president, hetzij aau de vertegenwoordiging, een óverdreven macht ging toekennen, uiaar juist in de wederkeerige controle, die deze twee machten op elkaar kunnen uitoefenen, ligt de kracht van dien regeeriDgs- vorni. Alles hangt er van af, hoe de constitutie van een republiek is samengesteld en wij zullen dus in een volgend artikel daarover enkele op merkingen in het midden brengen. TJit het HoofUkiesdistrict ZOETEBMEEB. Aan de kiezers in dit hoofdkiesdistrict zal de keuze tusschen de twee candidaten voor liet lid maatschap der Prov. Staten niet inoeielijk vallen üe behoudende partij in het hoofdkiesdistrict Leiden, wier nederlaag bij de juugste verkiezingen 'voor bedoeld College volkomen was, heeft, nu O baron v. Wassenaer zijn lidmaatschap neergelegd heelt, haar invloed uitgeoefend om een der ge vallen Leidsche candidateu ter zijner vervanging aan te bevelen. Men wil door Zoetermeer den deer v. d. Bercli van Heemstede doen verkiezen, vvien het district ;Leiden wegens zijne ultra-reactionaire beginselen, ihet mandaat lieeft ontnomen. Is de doordrijving van dien wil denkbaar {in een district dat de liberale heeren Blusséen Van Zegwaard naar de Staten heeft afgevaardigd? Is het slagen van dien toeleg mogelijk, vooral lat de heer v. d. Bercli van Heemstede te .tterdam de candidaat was van de verschillende iti-liberale partijen, tegenover den heer Fransen an de Putte? Het is ongeloofelijk. AI stellen wij de bekwaam heden en achtbare persoonlijkheid van den heer v. d. Berch op nog zoo hoogen prijs, dan treden die hoedanigheden meer dan ooit op den achtergrond, waar de heer v.d. Berch aau eeue anti-revolutionaire kiesvereeniging te Rotterdam, openlijk verklaard heeft, de beginselen en wenschen van den heer Groen van Prinsterer omtrent ons schoolwezen, zoo consequent mogelijk voor te staan, ten gevolge waarvan de heer Groen onmiddellijk zijn hevel om niet op den heer v. d. Berch te stemmen introk en zijue candidatuur aanbeval. En nu beproeft men zulk een verklaard vijand van ons schoolwezen, welks behartiging een ge wichtige werkzaamheid is van den heer v. d. Berch, als lid van Gedeputeerde Staten, den kiezers van liet hoofdkiesdislrict Zoetermeer op te dringen I De proef is stout, zeer stout, ja grenst in het gegeven geval aan waaghalzerij. Twee malen heeft de heer v. d. Bercli in korten tijd moeten ondervinden, dat men in onderschei dene districten hein de algeineeue belangen niet durft toe te vertrouwen; zijne bekwaamheden hadden daaraan volstrekt geen schuld, maar zijue voor Staat en Maatschappij onhoudbare beginselen, in alle opzichten. Die beginselen zullen ook nu voor de kiezers in het hoofdkiesdistrict Zoetermeer een struikelblok zijn, om den heer v. d. Berch te kiezen. Veel liever zullen zij hunne stemmeu uitbrengen op den heer G. J. Le Eèvre de Montigny, burge meester van Hiilegersherg en Bergschenhoek, een candidaat die in het hoofdkiesdistrict algemeen bekend is, aangeschreven staat als eert voorstan der van de vrijzinnige toestanden door de liberale partij in het leven geroepen, en door zijn lang durig burgemeesterschap van de voornaamste gemeenten in het hoofdkiesdislrict, volkomen met de waarneming van zijne belangen in de Staten vertrouwd is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 1