I Sir Robert Peel stelde voor dat het Huis, nu |tr zulke verschrikkelijkegebeurtenissen in Frank- It'jk plaats grijpen, zal verklaren dat het sympathie Ivoor Frankrijk gevoelt, zonder melding temaken I'M) de wijze waarop Frankrijk geregeerd wordt, ft be heer Gladstone meende dat het beter was officieele berichten af te wachten; hij hoopte dat ftde tijdingen zouden blijken overdreven te iji. ste kies-lichameu plaats gehad, nl. in de kleine sleden en op het platteland; doch al moge het de Rooden ook gelukken in de groote steden eenige revolutionair-gezinde heeren te doen afvaardigen, 200 zulleu zij toch zonder twijfel eene nietsbe- duidende minderheid in de Kamer vormen. De oDgereldheden iu Rumenië mag men dus voor- loopig geëindigd en den wankelenden troon tan vorst Karei als op nieuw bevestigd beschou wen. TELEGRAMMEN. Athene, 24 Mei. Na een debat van drie dagen aéeft het Huis van Afgevaardigden goedgekeurd iet voorstel van het Gouvernement om aan de weduwe van den heer Lloyd, die door Grieksche roovers werd vermoord, tienduizend pond toe te lennen. Beriyn, 25 Mei. Het wetsontwerp betreffende den Elzas en Lotharingen is heden, bij de derde lezing, door den Rijksdag behandeld. De heer Von Bismarck heeft daarbij verklaard dat er «een geheime artikelen bij het vredestractaat be slaan en het geheele tractaat openbaar is gemaakt. De Minister zegt dat hij de tegemoetkoming dier landen behoeft, doch in de eerste plaats het ver- irouvven ven den Rijksdag, hetgeen hij evenwel aiet vindt in een tweetal door den Rijksdag aan genomen bepalingen namelijk de verkorting der periode van de dictatuur en het amendement Lasker, waardoor de Keizer gedwongen wordt de goedkeuring van den Rijksdag te vragen in- dieD, er waarborg moet worden verleend voor leeningen ten behoeve van den Elzas. De Elzas en Lotharingen zijn door het vredesverdrag ont keven van schulden. Met het oog op de behoeften tan den Elzas heb ik, zegt de Minister, nog vroe gere betalingstermijnen verlangd, daarbij genoe gen nemende dat een gedeelte der som zou be- laald worden in de Fransche banknoten, die in den Elzas pari stonden. Heden na acht dagen volgt de betaling van den eersten termijn van 40 mil- lioen; acht dagen later zullen weder 40 millioen tvorden betaald en den 15 Juli 45 millioen. 60 Idagen na de inneming van Parijs moeten 125 millioen worden betaald. In plaats van hiermede genoegen te nemen, wil de Rijksdag dat aan den [Elzas en Lotharingen hiervan niets ten goede fial komen en dat die landen onder voogdij van den Rijksdag zullen worden geplaatst. Indien het amendement wordt aangenomen dan verlangt de [heer Von Bismarck dat de Bondsraad belast luwde met de uitwerking van een nieuw wets- [voorstel, zoodat de persoonlijke medewerking Iran den Bondskanselier worde uitgesproken. De |Keizer kan dan verantwoordelijke Ministers voor den Elzas benoemen. De heer Lasker antwoordde dat zijn voorstel niet de bedoeling had een votum van wantrouwen le stellen. Hierop zeide de heer Von Bismarck dat hij bij Izijne verklaring bleef volharden. Het voorstel van graaf Hohenlohe om het wets ontwerp naar eene commissie te renvoyeeren is [aangenomen. I Volgens mededeeling van de Kreuzzeitung zal de [Czaar den 9den Juni alhier aankomen en den lilden naar Ems vertrekken. Londen, 25 Mei. De zitting van het Hoogerhuis li verdaagd tot den 5den Juni. I In de zitting van het Lagerhuis heeft de heer Knfield verklaard, dat Engeland niet zal interve- ■ieeren tusschen het Gouvernement van Frankrijk lm de muiters, als de opstand gedempt zal lijn. I Saint Denls, 25 Mei (4 ure 's middags). Sedert lülenmiddag 12 ure is de Zuid-üosten wind toe- l'morriende vlammen van de brandende gebou- l«n in Parijs worden gestuwd in de richting lm de Place de la Bastille, waardoor Parijs met Iftwoesting wordt bedreigd. I 5e batterijen der troepen van Versailles vuren luacktig op Belleville; alle gemeenschap blijft Kebroken. I Brussel, 25 Mei. In antwoord op eene inter- ■tllatie heeft de Regeering bij monde van den I r d'Anethan in de Kamer van Afgevaardigden I klaard, dat de noodige maatregelen genomen I i om de ellendelingen, die te Parijs zooveel I welen hebben gepleegd, aan de grenzen aan I houden. Lieden, die door zulke misdaden be ft held zijn, kunnen niet als staatkundigen uit- I 'ekenen beschouwd worden, maar behooren I rechtmatige straf voor hunne euveldaden te I orgaan. De Regeering zal met kracht weten I kandelen. (Toejuiching). I eraaUles, 25 Mei (negen uur des voormiddags). I ennacht hebben wij het Stadhuis genomen. Onze troepen hebben het fort Montrouge bezet. Door drie corpsen worden de militaire operatiën krachtdadig doorgezet; wij hopen hedenavond meester te zijn van Parijs. Het leger heeft een bewonderenswaardige energie aan den dag gelegd. De onzen hebben slechts geringe verliezen gele den. Men verzekert, dat Vinoy benoemd is tot Gouverneur van Parijs. Naar de dagbladen ver zekeren, zijn Delescluze, Felix Pyat, Cluseret en Ranvier gevangen genomenofficieele bevestiging van dat beweren is echter tot dusver niet ont vangen. De verwoesting in sommige wijken is aanzienlijk; vele huizen zijn zeer beschadigd of afgebrand. Van het Louvre denkt men slechts de kolonnade te kunnen redden. (te 4 uren). Het fort Bicêtre is door onze troepen bezet. Men verzekert dat Rigault hedenmorgen is gefusilleerd. Parijs is nog altijd in dikken rook gehuld, het geen doet vreezen dat nog op verschillende pun ten brand is ontstaan. De heer Thiers heeft eene dépêche gericht aan de onder-prefecten, waarin hij constateert dat de troepen van Versailles meester zijn van Parijs, met uitzondering van een klein gedeelte. Het gebouw der Tuilerien is in asch verkeerd. Het hotel van het Ministerie van Financiën en de paleizen op de Quay d'Orsay zijn verbrand. Wij hebben 12,000 gevangenen gemaakt. De grond van Parijs is doortrokken van bloed en ligt vol lijken. Het vreesselijk schouwspel zal tot een les dienen. Dank zij het wijs beleid der generaals leden onze troepen slechts weinig verliezen. In de heden door de Nationale Vergadering gehouden zitting is het volgend bulletin van den generaal Cissey voorgelezen„2 uur. Het fort Montrouge op de redoute der Hautes Bruyères is in onze macht. Bicètre en Ivry zullen worden opgeëischt om zich over te geven. Wij zijn meester van het Pantheon en de Halles aux vins. Er blijft nu nog over de vermeestering van de barrière dTtalië, waartoe wij de noodige maatregelen nemen. Verdubbel inmiddels de voorzorgen tot afsluiting van Parijs en laat niemand door." De minister Picard zegt, dat uit den inhoud dezer dépêche voldoende de noodzakelijkheid blijkt tot het nemen van al die maatregelen, waardoor de afsluiting van Parijs meer volkomen wordt; er bestaat nog een middenpunt van te genstand. Van den Mont Valériën zijn nieuwe branden gezien. Wij denken evenwel aan het einde der worsteling te zijn gekomen. Het op de Departementen gedaan beroep is inmiddels ver hoord; de pompiers zijn reeds aangekomen. Met betrekking tot de gijzelaars, zegt de mini ster, dat het hem leed doet niets aangaande hen te kunnen niededeelen. (Sensatie.) De minister geeft vervolgens voorlezing van de volgende depeche Wij hebben het fort van Bicètre bezet; het gerucht is te Parijs in omloop, dat de Buttes-Chaumont door ouze troepen bezet zijn; naar men weet is het van dit punt, dat de insurgenten petroleum- bommen onder ouze troepen wierpen." De minister eindigt zijne mededeeling met de ver klaring, dat de opstand in zijn laatsten schuilhoek schijnt gedreven te zijn. St.-Denls, 25 Mei. (10.30 uur des avonds). De vrees voor het overslaan der vlammen naar an dere gedeelten der stad schijnt eenigzins geweken te zijn, daar de wind gelukkig van richting ver anderd is, Het uitspansel is door de vlammen helder verlicht en brandende overblijfselen vallen tot op 20 kilometer afstand. Naar men zegt staat Mazas in brand en wordt vrees gevoed voor het leven van den aartsbisschop. Men gelooft, dat de insurgenten zullen trachten in de richting van Aubervilliers en Romainville te ontsnappen. De kanonnade van Montmartre op Belleville en de Butte Chaumont duur voort. Florence, 25 Mei. In de heden door de Kamer der afgevaardigden gehouden zitting heeft de heer Bonfadini, minister van buitenlandsche zaken, zijn diep leedwezen te kennen gegeven over de gebeurtenissen te Parijs, en verklaard zich tot tolk te maken van de gevoelens van diepe smart, welke de Kamer en het land gevoelen bij de ongelukken, die Frankrijk treffen. St.Denls, 26 Mei, (7 uren des morgens.) Van den kant van Belleville verneemt men een hevig kanongebulder, sedert 5 uren des ochtends. De gemeenschap met Parijs is nog niet hersteld. Heden zullen treinen met levensmiddelen voor de Versaillertroepen doorkomen, inaar geen per sonentreinen worden toegelaten. De Duitsche troepen nabij Aubervilliers zijn versterkt, ten einde te verhinderen, dat de insurgenten langs die zijden zich een doortocht banen. Aan vrouwen en kin deren in de door brand aangetaste gedeelten dei- stad woonachtig, wordt de vergunning gegeven, om Parijs te verlaten. Het schijnt dat de brand afneemt. Antwerpen, 26 Mei. Op aanvraag Van het Fransche gouvernement heeft het schepencollege alhier heden de groote stoombrandspuit met 40 pompiers naar Parijs gezonden. Berl(jn, 26 Mei. In de commissie, belast met het onderzoeken van het wetsontwerp betreffende Elzas-Lotharingen is, met toestemming van den heer Von Bismarck, een compromis tot stand gekomen. De termijn van den dictatuur eindigt op 1 Februari 1872 en de goedkeuring door den Rijksdag tot het aangaan van leeningen of het overnemen eener garantie voor Elzas-Lotharin gen zal slechts dan worden gevorderd, ingeval hierdoor het rijk op eenigerlei wijze aansprake lijk worden gesteld. De plechtige intocht van het korps der garde en van de deputatiën, welke het gezamenlijke Duitsche leger vertegenwoordigen, zal op 16 Juni plaats hebben. Den 18den Juni zal in alle ker ken een plechtigen dankdienst worden gehouden. Gemengde berichten,. Te Antwerpen hebben ongeregeldheden plaats ge had, die het bewijs leveren van een verregaande mate van bijgeloof en onverdraagzaamheid. Eene vrouw was gestorven zonder dat de hulp der Kerk was ingeroepen. Dit bracht de bevolking van de wijk St.-Andréin gisting. Er had Zondag een volksoploop plaats. Honderden mannen, vrouwen en kinderen vereenigden zich voor het sterfhuis en eischten met vreeselijk misbaar dat hun het lijk zou worden uitgeleverd, dat zij verklaarden in de Schelde te zullen werpen. De politie snelde toe, maar eene worsteling van een half uur was noodig om de volksmenigte uiteen te drijven. Er hadden ver scheidene arrestatiën plaats. Des Maandags zou de burgerlijke begrafenis plaats hebben. Er kwam veel volk op de been, dat andermaal een ontzettend misbaar maakte. Ook nu werden verscheidene personen gearres teerd, maar de woeste menigte trok toen naar de begraafplaats; de poort werd opengeloopen, zoodat de doodenakker vóór de aankomst van den rouw stoet in het bezit van het volk was. De politie, voor bloedige tooneelen beducht, gaf den man en den zoon der overledene den raad zich te verwij deren; zij gaven aan dien raad gehoor, het stof felijk overschot in handen van de doodgravers achterlatende, die het nu met allen spoed ten grave brachten. Drie heeren wilden achtereen volgens beproeven om een woord aan het graf te spreken, maar de schreeuwende volksmenigte maakte hun dat onmogelijk. Des avonds hadden er op nieuw manifestatiën plaats, die tot verschillende arrestatiën aanlei ding gaven. De Précurseur, het gebeurde ten sterkste ver- oordeelende, vraagt waarom de gendarmerie niet op haar post is geweest, en eischt dat de aan- leggers der wanordelijkheden zullen worden op gespoord eu gestraft, opdat voortaan de vrijheid van geweten worde geëerbiedigd. i* o in o t i n. Leiden, 26 Mei. Bevorderd tot doctor in de rechten de heer W. Jager Gerlings met Stel. lingen. Rechtzaken. In de correctioneele zitting der rechtbank te Leiden van Vrijdag 26 Mei, is J. L. M. te Leiden wegens verwonding vrijgesproken. IMarktbericli ten. Amsterdam, 26 Mei. Rogge onveranderdPe tersburg 206, 210; Galatz 223, 206, 212; Odessa 214 c. z./k. Levering iets lager; Mei 203, 204; October 21S, 214. Raapolie, vliegend 47; najaar 44. Lijnolie, vliegend 33; Juni 32%Juli 33% Aug. 33%; najaar 33?i. LAATSTE BEK.1CHTJEN. Per telegraaf.) 's-Gkavenhage, 26 Mei. In de zitting van de Tweede Kamer der Staten-Gene- raal van heden, zijn de aan de orde gestelde wetsontwerpen en conclusiën op commissariale rapporten aangenomen. Morgon is aan de orde de oosterspoorweg en de greusverandering van Dordrecht en Dubbeldam en eenige andere ont- werpeu. VGravenhaqï, 26 Mei. De heeren Van der Does de Willebois, Commissaris des Konirigs in de provincie Limburg, Van Reenen, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de burge meester der residentie, de heer Gevers Deynoot, eu onderscheidene andere autoriteiten, waren gisterenmiddag ten diner genoodigd bij 11. M. de Koningin op het Huis ten Bosch. Burgem. en Weth. alhier hebben heden ten raadhuize aanbesteed, de levering van 20,000 illumineerglazen, die benoodigd zijn voor de ver lichting van het Haagsehe Bosch op den 17den Juni e. k., ter gelegenheid van den verjaardag van H. M. de Koningin. Minste inschrijvers waren de heeren Winkel en Wolff alhier, voor f 4.94 de gevulde en f 2.70 de gebroken of vermiste glazen per 100 stuks. Het provinciaal gerechtshof in Zuid-Holland heeft heden de gisteren geschorste behandeling der zaak van C. Hermsen voortgezet. Het eerst was aan het woord de verdediger van den besch. Mr. Cort. van der Linden. Hij zette breedvoerig uiteen alles wat ter terechtzitting van gisteren was gebleken en kwam tot de overtuiging dat voor do schuld aan het ten laste gelegde, het bewijs ontbrak. Pleiter volgde het O. M. om trent enkele opmerkingen ten aanzien van het feit en de daaraan gegeven qualificatie; maar hij zou het Openbaar Ministerie niet volgen omtrent het beweerde minder goede levens gedrag van beschuldigde, hetgeen hij gelooft ten deze niet van invloed kan zijn. De ruime uitgave vaD valsche guldens door een man die als hij, betalen moest met kleine munt hoogstens kwartjes betaalde, is volkomen juist als dit bewezen was. Omtrent het vinden van een vorm tot het gieten van f 2.50 stukken, vraagt pleiter of dit eene voldoende aanwijzing van schuld is, omdat die vorm is gevonden in een pot van besch. die op een zolder was geplaatst welke zolder door ver schillende andere personen gedeeld werd. Hij ge looft dat deze vorm niet te maken heeft, met de uitgifte van valsche guldens. Na het citeren van verschillende schrijvers over de ten deze toepas selijke wetsartikelen en het wederleggen van de qualificatie, eindigt pl. met de opmerking dat de feiten moeten bewezen zijn. Na re-dupliek waarbij Mr. Terpstra terugkwam op de z. i. bewezen feiten en het een Staats- misdrijf noemde waarop eene strenge straf moest worden toegepast, en Mr. v. d. Linden meende dat het niets anders was dan diefstal of oplichting, heeft het Hof de uitspraak bepaald op aanst. Donderdag 1 Juni. Gemeenteraad. (Slot.) Rapport van de Commissie van financiën in zake der toren der Marekerk. In banden van de commissie van financiën is ten fine van bericht en raad gesteld geworden eene mis sive van Burgemeester en Wethouders, geleidende een schrijven van de commissio belast met het beheer voor de Hervormde kerken te dezer stede, betrekke lijk het onderhoud van den toren der Marekerk. De kerkelijke commissie verklaart zich in dat schrij ven bereid den eigendom van don toren te aanvaar den, maar alleen dan wanneer de kosten, welke daaruit voor haar zullen voortvloeien, door de burgerlijke gemeente ten deele worden vergoed, en wel op de wijze welke zij in haren brief ontwikkelt. Burgemees ter en Wethouders geven U in overweging de ge stelde voorwaarden aan te nemen en dus de schikking door het kerkelijke collegia voorgedragen, door Uwe goedkeuring te bekrachtigen. Gereed om over de bedoelde schikking haar oordeel uit te spreken, stelt Uwe commissie op den voorgrond dat zij bij hare overwegingen de stelling, dat de bur gerlijke gemeente eigenaresse is van den toren der Marekerk en dus ook tot onderhoud van dien toren verplicht, als een beslist feit heeft aangenomen, dat althans harerzijds geen punt van nader onderzoek behoefde uit te maken. Lettende op dit feit, kan onder de tegenwoordige omstandigheden door Uwe Vergadering in drieërlei zin worden beslist: zij kan of besluiten tot afbraak van den toren, óf met het onderhoud op den tegen- woordigen voet voortgaan, óf eindelijk den toren aan de kerkelijke gemeente onder billijke voorwaar den overdragen. Het eerstgenoemd middel, afbraak van den toren, is zeker het eenvoudigste en vermoedelijk ook het voordeeligste, omdat de gemeente dan beschikken kan over hetgeen die afbraak mocht opleveren. Of de opbrengst zeer belangrijk zoude wezen, meent de commissie intusschen te mogen betwijfelen, want al hebben de klokken betrekkelijk groote waarde, een goed deel van den prijs welken men daarvoor bij verkoop bedingen kan, zou moeten worden besteed tot dekking van de stellig zeer aanzienlijke kosten, welke uit het afbrengen van de klokken, het slopen van den toren en de reparatie vau het dekwerk voortvloeien. Maar ook al mocht Uwe commissie zich in deze voorstelling bedriegen en het financieële voordeel dus grooter zijn dan zij vermoedt, dan nog zou zij aarzelen U het sloopen van den toren voor te stellen. Immers de stijl waarin de kerk werd op gebouwd, eisebt het behoud van den toren neemt men dezen weg dan wordt het gebouw ontsierd en dus eene daad van vandalisme geleegd, slechts te rechtvaardigen onder omstandighedan, welke geluk kig voor deze gemeente niet bestaan. Zal men dan, den toren bewarende, in het onder houd blijven voorzien op de wijze die nu gebruikelijk is? Uwe commissie behoeft zeker niet veel woorden om aan te toonen dat die beslissing werkelijk on raadzaam zoude zijn. Kerk en toren behooren bijeen, en niets kan onaangenamer wezen dan het onderhoud der twee deelen van een zelfde geheel in handen te laten van verschillende corporatiën. Nog daargelaten dat uit den dus verdeelden onderhoudsplicht allicht allerlei bezwaren, moeielijkheden en geschillen oprij zen, moet men erkennen dat eene zuivere scheiding van elks deel bijna niet mogelijk is. Immers de kosten welke men tot onderhoud van de kerk moet aanwenden, vloeien ten deele juist hieruit voort, dat die kerk den zwaren last van den toren te dragen heeft. Er blijft alzoo niets anders over dan het derde middel: overdracht van den toren aan do kerkelijke gemeente, onder verplichting van deze om dien toren te behouden en op behoorlijke wijze in de kosten van onderhoud te voorzien, liet kerkelijk collegia is bereid dien onderhoudsplicht te aanvaarden, maar alleen dan wanneer de burgerlijke gemeente bijdraagt èn in de kosten van buitengewoon herstel die nu gemaakt moeten worden èn in de uitgaven van ge woon jaarlijks onderhoud. Uwe commissie is met

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 3