neinsche quaestie op prijs: te stellen, en meer
alle diplomatische uitweidingen spreken de
adzaken graaf Von Beust vrij Van de ver-
«tiugen, die enen van zekere zijde juist in den
^ten tijd over dit gedeelte van zijne politiek
en hem geuit heeft. Indien ooit, dan mag graaf
Beust ten minste op dit gebied verwachten,
I iijne groote verdiensten niet laag zullen ge
ut worden.
Tegenover Frankrijk zijn de betrekkingen van
i Weener Kabinet niet veranderd, voor zoover
troeger al op den weg der neutraliteit waren
bracht.
jet roode-boek bevat allerlei beleefdheids-betui
gen tusschen den heer Thiers en vorst Metter-
tli en het meest bemerkenswaardig is nog dat
i door geconstateerd wordt, dat Oostenrijk da-
lijk bereid was, de nieuwe regeering te er-
uneD, nadat het van Londen hiertoe de eerste
pulsie had gekregen. De betrekkingen met
island, die aan het einde des vorigen jaars nog
j bedenkelijk waren, dat graaf Beust in zijne
stroctie aan graaf Apponiji, gevolmachtigde op
conferentie, spreekt van de verplichtingen, die
,n Rusland door het afzonderlijke verdrag van
i April 1856 werden opgelegd, zijn door de Lon-
«sche conferentie zoover vereffend als maar
ligszins mogelijk is. Met betrekking tot deze
«k is het roode-boek vooral belangrijk, omdat de
ngelsche Regeering in den laatsten tijd haar
si doet om den weinig eervollen afloop der
oferentie voor Engeland op rekening van de
jilenrijksche tegenwerking te zetten. Zelfs vluch-
;e lezers nu van de Weener diplomatieke cor-
spondentie zullen voor deze bewering niet het
inste bewijs ontdekken, maar veeleer in ver-
tking komen om in de persoon van den eer-
iardigen Lord den vertegenwoordiger te zien
ner richting, die in toegevendheid en inschik-
lijkheid door geene andere overtroffen wordt,
i waarvoor Rusland hem des te dankbaarder
let zijn omdat het anders in vele punten zon-
r ondersteuning zou geweest zijn.
Ook Turkije speelt in den loop dezer onder-
ndeling eene zeer vreemde rol. Het is jammer
i alleen het roode-boek en niet ook de gevol-
ichtigde, baron Prokesch, uitleg geeft van de
Goeden, waardoor de politiek van den groot-
;ier afgeweken is van het pad, dat hij tot nu
i met de Westersche mogendheden had be-
indeld. De diplomatie kan hare gronden hebben
i het te verzwijgen, maar de geschiedenis zal
niet over heen loopen, dat Turkije het aan
ich zeiven te wijten heeft, wanneer het ooit
ijkt dat het zich door de bepalingen van het
ndensche tractaat in een vergiftig Nessus kleed
iuld heeft.
Alles te samen genomen kan men niet ont-
nnen, dat de Oostenrijksche buitenlandsche
litiek zich meer en meer losmaakt van die
ikelijkheden, die haar voorheen tot eon bron
n wantrouwen zijner naburen en van gevaren
or zijne eigene integriteit maakten. Het is
aarlijk een gelukkige samenloop van omstan-
;heden, dat deze gelukkige phase begint op een
i waariu de partijhaat door hare blind woede
grondzuilen van het staatsgebouw doet trillen.
TELEGRAMMEN.
Bucharest, 23 Mei. Er heeft hier een groote
actie plaats gehad ten gunste van vorst Karei,
sr kiescolleges hebben, bij een manifest, zich
r zijn gouvernement verklaard.
De Kamers zijn tegen 7 Juni bijeengeroepen;
rst Karei zal ze in persoon openen.
Gisteren was de stad geïllumineerd en werden
iere bewijzen gegeven van gehechtheid van
vorst.
Berlijn, 24 Mei. Volgens den Provincial Corres-
nieni zal de Duitsche Keizer tegen het einde
n Juni of in 't begin der maand Juli naar
ns vertrekken.
De Keizer van Rusland zal vermoedelijk na
Sfoten Juni eenige dagen aan het Hof alhier
men doorbrengen.
Straatsburg, 24 Mei. Bij rescript van den Rijks
osei,er dd. 16 Mei wordt verlof om ongehinderd
»g te keeren gegeven aan de de personen, die
Jeu Elzas en Lotharingen tehuis behooren,
gedurende den oorlog door de Duitsche auto-
eten uit het land gezet zijn.
Versailles, 24 Mei. In de heden door de Na
tiele Vergadering gehouden zitting heeft de
r Thiers eene redevoering uitgesproken, waar-
tij o. a. het volgende heelt gezegd:
lk wil niet trachten u te troosten; ik zelf
0 ontroostbaar over het ongeluk dat mijn land
't- Laat mij u in de eerste plaats mededeelen,
de opstand overwonnen is. De driekleur wap-
't van het grootste gedeelte van Parijs."
Vekende over den brand van het paleis der
'leriën, zegt de redenaar het volgende:
■Deze daad van schandelijk vandalisme is
dus als een daad van wanhoop te beschouwen,
'tieren waren wij gekomen tot aan de opera
lot aan Montmartre; wij omsingelden de place
'"dome, deTuilenën en het Louvre, opdeo linker-
ïet waren onderscheidene punten bezet door
1 korps van Cissey. In een stad als Parijs
wilden de generaal niet gedurende den nachl de
operatiën voortzetten, hetgeen trouwens ook be
let werd door redenen van strategischen aard.
Boven het ministerie van financiën, het gebouw
van den staatsraad en dat van den rekenmaker
verhieven zich de vlammen. Op dat oogenblik
was het onmogelijk iets te doen. Al de barrica
den waren met kanonnen als overdekt. De brand
werdt door petroleum aangewakkerd en scheen
niet te blusschen te zijn. Hedenochtend deden de
generaals al het mogelijke, maar toen de place
Vendöme overmeesterd was, waren de Tuile-
riën niet meer dan een hoop puin (algemeene
kreet van ontzetting). Thiers zegt verder, dat
men, om het Louvre te redden, gedeelten der
Tuileriën heeft omvergehaald. Er is alle reden
om te hopen, dat het Louvre behouden blij
ven zal. Ongelukkig staat het Hotel de Ville
in brand. Hedenavond of uiterlijk morgen zullen
wij meester zijn van Parijs. Deze booswich
ten, die zich van petroleum bedienden, wier
pen ook petroleumbommen onder de troepen;
onderscheidene manschappen zijn deerlijk ver
brand. Wij wenschen nietsliêver dan onze koel
bloedigheid te bewaren en ook de eensgezind
heid, terwijl wij spreken van deze overwinning,
die de bewondering van Europa wekt (zegt Thiers)
geeft ons daarvan getuigenis. Wees dus kalm,
anders zoudt ge evenzeer het leger verzwakken
als het gezag. Na de verkregen uitkomsten moest
men minder spoedig gereed staan met wantrou
wen in hetgeen wij zullen doen. (Levendige toe
juiching).
Men moet mededoogenloos straffen toejuiching
Thiers stelt voor het recht van gratie te verleenen
aan de Kamer. Gij zult aldus deel hebben aan
onze verantwoordelijkheid, indien gij haar niet
met ons gelijkelijk wenscht te dragen. De natio
nale garden, die tot de vrienden van orde be
hooren, lieten alarm slaan. Thiers zegt, dat de
regeering bevel gaf, dit te staken, ten einde alle
verkeerde uitleggingen onmogelijk te maken. Het
is onjuist (zegt hij) dat Jules Ferry tot prefect
der Seine is benoemd. Hij brengt hulde aan Ferry,
die uit liefde voor de goede zaak zich tot nader
order heeft belast met de waarneming der func-
tiën van prefect, terwijl onderscheidene anderen
weigerden. De regeering zal morgen de ontwa
pening voorstellen der bevolking van Parijs en
zal overeenkomstig de wet niaires van Parijs
benoemen. Na zulk een nederlaag (zegt de heer
Thiers ten slotte) kan de opstand zich nooit weder
verheffen.
(des avonds 9 uren.) Uit Parijs wordt te 5
uren des avonds gemeldt, dat het gevecht nog
voortduurt in de omstreken van het station van
den Noorderspoorweg en van het Hotel de Ville.
Ook op andere punten werd nog gevochten. Eene
ontploffing, welke hier (te Versailles) gehoord
werd, deed een gedeelte van het Palais du Luxem
bourg in de lucht vliegen. Het Palais Royal staat
in den brand. Van het Louvre zal, naar men ge
looft, een derde gedeelte worden gered. De troepeu
zetten ijverig de operatie voort. In deCité (lie
du Palais) is ook brand. Men weet niet of het
Paleis van Justitie, dan wel de aldaar gelegen
kazerne in den brand staat. Een dikke rook hangt
boven gansch Parijs.
Om 10 uren des avonds wordt nog uit Parijs
gemeld, dat een vreeseiijke brand in de groote
middenpunten van Parijs woedt. De batterijen
der regeeringstroepen schieten verwoed op de
kwartieren, die nog tegensiand bieden. Van de
forten kan men met verrekijkers waarnemen,
dat vele dooden en gekwetsten, zonder eenige
verzorging en zonder hulp in de straten blijven
liggen.
Washington, 25 Mei. De Senaat heeft gisteren
avond het verdrag met 50 tegen 12 stemmen
goedgekeurd. Al de amendementen zijn met
groote meerderheid verworpen.
loonden, 25 Mei. Aan de Times wordt getele
grafeerd Parijs staat in brand even als vroeger
Moskou; het Pantheon, Valgrace, zijn door het
bombardement van generaal Cissey geheel ver
nield; het paleis van Justitie de prefectuur van
politie staan in brand.
De Telegr. ontving het volgende telegramDe
openbare gebouwen zijn door de iusurgenten vóór
de ontruiming aangestokeu. Delescluze is gevan
gen; Dombrowski is gevangen bij de Pruisen.
Versailles, 25 Mei 3 uren 's namiddags). Volgens
bericluen uit Parijs had aldaar ie 2 uren eene
hevige ontploffing plaats. Waarschijnlijk is een
ut ander momumeut in de lucht gevlogen.
De Tuileriën ziju geheel afgebrand. De galerijen
van het Douvre heelt men kunnen redden.
P r o m o t i u.
Leiden, 25 Mei. Bevorderd lot doctor in de wis
en natuurkunde, de heer J. Meijers, geboren te
Hoorn, met een Acad. proefschnlt getiteldEenige
vormingswijlen van zwavelwaterstof; en bevorderd tui
doctor in de rechten, de heer J. B. Burger, ge
boren te Amsterdam, met Stellingen.
Utkcht, 24) Mei. Heden zijn bevorderd tot doc
tor ju de rechten de heer D. tl. Willink, gebo
ren te Amsterdam, na verdediging van Stellingen
lot doctor in de wijsbegeerte de lieer Mr. A. J.
Sand berg, geboren ie Zwulle, na verdediging van
een specimen inaugurale de orbila undinae.
Gemeenteraad.
Aan de leden yan den Baad is het volgende stuk
toegezonden
Op de voordracht van B. en Ws., waarmede de
Commissie van Pinanciën zich had vereenigd, werd
m de vergadering van den Gemeenteraad van 19
Januari 1871, betreffende den toren van de Marekerk
het besluit genomen, vermits met voldoende zeker
heid is gebleken, dat de burgerlijke gemeente eigenares
is van dien toren en alzoo tot het onderhoud daarvan
is verplicht, en uit aanmerking dat de waarde der
drie klokkeu, in dien toren hangende, tegenwoordig
kan geschat worden op p. m. f 5000, terwijl het aan
deel der gemeente in de kosten van herstelling van
dien toren in 1864 werd berekend op f 2250, be
doelden toren met den aankleve van dien in eigendom
aan de kerkelijke gemeente af te staan, behoudens
dat de burgerlijke gemeente daartegen geheel wordt
ontheven van de verplichting om iets iu de noodige
herstelling van dat kerkgebouw bij te dragen en mits
dien wordt gevrijwaard voor alle schaden, die het
gevolg van den tegenwoordigen stand van dien toren
zouden kunnen zijn of immer daardoor zouden ver
oorzaakt kunnen worden.
Dat besluit werd, hij missive van den 4den Fe
bruari, n°. 108, door B. en Ws. medegedeeld aan de Ge
meente-Oommissie van het Nederduitsch Hervormd
Kerkgenootschap, en daarop is van de Commissie
ontvangen het navolgend antwoord:
Leiden, den 23sten Maart 1871.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
De Gemeente-Commissie van het Nederd. Her
vormde Kerkgenootschap te Leiden op haren brief
van 26 October 1869 autwoord ontvangen hebbende
door eene missive van B. en Ws dd. 4 Februari
1871, inhoudende mededeeling van een besluit van
den Gemeenteraad omtrent de reparatie aan den toren
der Marekerk, waarbij die toren met den aankleve
van dien aau de Administratie der Hervormde Ge
meeete onder zekere voorwaarden wordt aangeboden,
heeft de eer darop het navolgende te berichten.
Zij waardeert grootendeels de bedoeling van den
Gemeenteraad, waardoor ook voor het vervolg alle
moeilijkheid zou worden weggeruimd, en beveelt ook
nu dit haar schrijven aan Uwe gunstige beschikking
met vertrouwen aan.
Ka het ontvangen der genoemde missive heeft de
Gemeeaie-Commi8sie door bevoegde deskundigen, zoo
uit deze stad als van elders, den toestand van dien
toren en van hetgeen daarmede in verband staat,
nauwkeurig doen onderzoeken en het resultaat dier
onderzoekingen heeft haar in zeer moeielijken toestand
geplaatst.
Het is haar daardoor gebleken, dat de gebreken
van dien toren, wier reparatie reeds in 1863 hoog
noodig gekeurd werd, door een zevenjarig uitstel zoo
veel zijn toegenomen dat de kosten van herstel de
beperkte middelen der kerkelijke Administratie verre
te boven gaan. Nu is toch de toestand zoozeer ver
ergerd dat aan den toren en kap thans bijna het
dubbele der toenmaals geraamde som zal moeten wor
den besteed, terwijl men bovendien voor reparatie
van het Kerkgebouw beneden de kap nog bijna 7000
zal moeten aanwenden.
Voegt men nu hierbij de kosten, die na den eigen
domsovergang wegens het voortdurend onderhoud
van het bontwerk en zijne bekleeding, wegens het
verwen van den toren, enz. ten laste der Administratie
zouden komen, dan worden de beperkte middelen,
waarover zij te beschikken heeft voor het tegenwoor
dige en voor de toekomst zoozeer gedrukt, dat zij
zich gedwongen ziet aan den Gemeenteraad eene
wijziging in het aan de Gemeente-Commissie gedune
aanbod voor te stellen, waarvoor zij Uwe welwillende
aandacht en gunstige beschikking inroept.
Hoezeer zij toch aau den eenen kant de bescher
ming en ondersteuning van de Begeering dezer Stad
ten hoogste waardeert en door de Kegeering voor
geslagene maatregelen gaarne zou willen overnemen,
gebiedt van de andere zijde de staat harer financiën
ten dringendste, om op het onbelemmerd voortzetten
harer administratie en het financieel belang der
Nederd. Hervormde Gemeente met ernst bedacht
te zijn.
Mocht de Hervormde Gemeente nog de revenuen
ontvangen der geestelijke goederen, die sedert Novem
ber 1574 onder administratie der Stedelijke Begeering
gesteld waren en die nog in 't begin dezer eeuw
^blijkens het Memoriaal van het Capittel ten Hooge-
luude) bijna f 8UUÜ jaarlijks ten haren behoeve ren
deerden, dan was voor haar alle financieel bezwaar
opgelustmaar het is U bekend dat deze bron gelijk
zoovele anderen, voor haar heeft opgehouden te vloeien,
i Het is in onzen tegenwoordigen toestand eene uit
gemaakte zaak, dat de Kerkelijke Administratie der
Hervormden alleen door het in acht nemen van de
grootste nauwlettendheid en stipte zuinigheid in staat
is om te voldoen aan de bezoldiging der beambten
en andere verplichtingen en om hare groote en over
oude kerkgebouwen in redelijken stand te houden. Het
is U toch bekend dat door beëedigde deskundigen in
1798 aan de Stedelijke Begeering is verklaard dat
voor dit laatste punt alleen omstreeks tienduizend
gulden jaarlijks benoodigd was; terwijl in de laatste
60 jaren gemiddeld niet meer dan de helft dier som
daaraan is kunnen worden besteed. Maar al te dik
wijls heeft men door gebrek aan fondsen zich ver
plicht gezien zelfs om noodige reperatiën te verdagen.
De gewisheid hiervan dringt de Gemeente Conimisnie
om zich ernstig te beraden, eer zij nieuwe verplich
tingen op zich neemt.
Het ons gedane aanbod steunt op den deugdelijken
grond, dat niet alleen de eigendom, maar ook hel
onderhoud van den toren der Marekerk behoort aan
de Stad, zooals in de ons medegedeelde stukken er
kend wordt.
Onderhoud nu kan niet bestaan in het wegnemen
of te gelde maken van het voorwerp dat onderhouden
moest worden.
Zoolang het voortdurend bestaan mogelijk is, moet
het worden in stand gehouden; te meer nog ala het
wenschelijk en nuttig mag worden geacht. En wat
dit laatste betreft:
Het afbreken van den toren zou gewis mishagen
aan alle ingezetenen die het wenschelijk achten, dat
het uitwendig voorkomen van publieke gebouwen
eeoigszins in overeenstemming zij met hetgeen men
van deze aanzienlijke si ad verwachten mag.
Buvendien zou het groote en aanzienlijke gedeelte
der stad, waarin deze kerk gelegen is, het wegnemen
der klokken die met uurwerk ten nauwste samenhan
gen, grootelijks betreuren. Men acht bet in stand
houden van dit uurwerk, bet eenige in dit gedeelte
der stad, zeer nuttig en noodig.
Dit afbreken en verkoopen ligt dan ook gewis
niet in de bedoeling der Begeering; ook niet het
wegnemen der grootste klok alleen, die bij het slag
werk be ioort en van welker ge ba rsr en-zijn bij genomen
informatie niet is gebleken Daar zij bovendien met in
haar geloei kan worden weggenomen en tot hare
verbreking kostbare machmene in den toren moest
worden gebracht, zou de opbrengst van het metaal
ten slotte, na aftrek der kosten, met meer dan 3U0Ü
zijn.
Zoo het immers mogelijk is moet dus de toren in
stand worden worden gehouden.
Een vernieuwd, onderzoek heeft dat behoud moge
lijk doen achten.
Zal dit geschieden dan is het, naar het oordeel
van deskundigen, noodig dat boven om de kap der
kerk twee ijzeren banden gelegd worden, wier prijs
op f 3000 wordt geschat, opdat hierdoor de verdere
afwijking en uitzetting, die door den druk des torens
ontstaan is, verhinderd worde. Voorts zal de kap,
die nu dne of viermalen zoo zwaar is, als noodig
zou zijn geweest, indien zij het geheele gewicht do»
torens niet had moeten dragen, moeten worden her
steld en versterkt, waarvoor insgelijks /"3U00 wordt
gerekend. De steigeriug voor het aanbrengen der
ijzeren banden en het herstellen der kap, mag (bij
verschil van raming de middensom genomen zijnde)
op f 1200 worden gesteld. Voegt men nu hierbij het
verwen van den toren, dat reeds voor 7 jaren noodig
werd gekeurd en dat met de besteigering des toren
niet minder dan f 500 zijn zal, dan vereischt de
onmiddellijke herstelling van den toren met de om
zijnentwil zoo buitengewoon zwaar betimmerde kap,
eene som vaa bijua 8000; terwijl dan nog eene som
van omstreeks [1 1)00 aan het eigenlijke kerkgebouw
zal moeten worden te koste gelegd.
Voor het voortdurend onderhoud van den toren
met den aankleve van dien waarvoor na de overdracht
gezorgd moet worden, zal jaarlijks gemiddeld de som
van /150 niet te hoog worden geacht en de Admini
stratie zoude bij het onvoorwaardelijk overnemen
van een onderhoud, waartoe de Stad, blijkens de
ous medegedeelde stukken, verplicht is, zich tot eene
aanzienlijke altijddurende uitgave verbinden, zonder
immer eeuige vergoeding of restitutie daarvoor te
kunnen vragen of verwachten.
Het zijn deze ernstige bezwaren die de Gemeente-
Commissie gebiedend dringen tot het verzoek, dat
het der Begeeiiug behage eene wijziging in het gedune
voorstel te brengen en dat in navolgenden zin te
willen ampliëeren.
Daar de kosten van herstel des torens en van de
door zijne drukking aangebrachte uitwijking berekend
worden op bijna8000, richt de Gemeente-Commissie
tot den Gemeenteraad haar ernstig verzoek dat bij
aanbieding van den toren met den aankleve van
dien, van Stadswege gevoerd worde de som van
[2250, waarop het aandeel der Stad in de reparatie
berekend werd in 1863, toen de schade op verre na
zoo groot niet was als thans na verloop van 7 jaren
bevonden isen dat voor het voortdurend onder
houd des torens met wat daarin en daaraan is, vppr
eenmaal worde toegestaan de som vaa f 3000, welker
renten overeenkomen met de soai, waaruit vervolgens
in het onderhoud behoorlijk door de Administratie
kon worden voorzien.
Zij hoopt dat dit voorstel door den Gemeenteraad
zal mogen wurden goedgekeurd; te meer omdat in
dat geval het herstel der scheuren, die in al de acht
zijmuren van het kerkgebouw bestaan, ofschoon
ontstaan zijnde door de drukking van den toren en
van de om des torens wil overzware kap, voor
rekening van de kerkelijke administratie blijven en
met al de overige gebreken door haar dan zouden
worden hersteld.
Terwijl de Gemeente-Commissie met eerbiedig ver
trouwen Uw antwoord tegemoet ziet, mag zij niet
verzwijgen, dat, na het onderzoek in de laatste we
ken ingesteld, haar is medegedeeld, dat reparatie des
torens geen langer uitslel gedoogtaangezien er werking
is en verandering heeft plaats gehad, die bij verzuim
tot onheil zou kunnen leiden, üe tijd waarin men
op die hoogte het best kan werken is op handen
en moet volgens deskundigen ook thans worden ge
bruikt. Het is ook daarom, dat wij U dringend ver-
zoekeu weldra met eene gunstige besohikking te mo
gen worden vereerd.
De Gemeente-Commissie voornoemd,
A. BUTGEB8, Voorzitter.
M. 8. BEIJST, Secretaris.
Het behaagde U in onze handen, ten fine van be
richt en raad, te stellen den brief der Gemeente-
Commissie van het Nederduitsch Hervormd Kerkge
nootschap alhier, dd. 23 Maart dezes jaars, in ant
woord op onze missive van den 4den Februari be
vorens, bij welke wij haar mededeeling deden van
het raadsbesluit van den 19 Januari 1871, betreffende
de herstelling van den toren der Marekerk.
De Gemeente-Commissie, na bij deze missive te
hebben te kennen gegeven, hoe de kosten van her
stelling sedert 1863 zijn vermeerderd, gaat vervolgens
over tot het voorstellen van eene wijziging in het
door U bij gezegd raadsbesluit gedaan aanbod.
Zij beweert, na uiteenzetting van hare min guns
tige financieele omstandigheden, dat het behoud van
den toren wenschelijk en nuttig mag worden geacht
en grondt daarop haar voorstel om het aanbod van
den Baad tot afstand van den eigendom van den
toren der Marekerk zoodanig te wijzigen dat daaraan
verbonden wordt eene uitkeéring
1°. van f 2250.als bijdrage in de kosten van
dadelijke herstelling, ea
2°. van f 3000.of het twintigvoudig bedrag van
de kosten van jaarlijksch onderhoud.
Wij achten het doelloos na dit voorstel tot wijzi
ging in eenige beschouwingen te treden, ten aauzien
van de vraag of de burgelijke gemeente verplicht is
dsn toren te behouden en onbevoegd dien af te
breken?
Er kan alleen sprake zijn of zij nog behoefte
heeft aan den toren en aan de klok.
Nu het aanbod, krachteus raadsbesluit van den 19
Januari dezes jaars, door de Gemeente Commissie
wordt aanvaard, met den last om den toren te be
houden, te herstellen en in behoorlijk onderhoud over
te nemen, tegen de voorgestelde vergoeding, ia er
alle aanleiding om zich met dat voorstel te vereeni
gen, omdat ook langs dien weg de burgerlijke ge
meente zich van den toren ontdoet, en alle onze
kerheid ophoudt ten aanzien der verplichting van
onderhoud, terwijl de Gemeeute Commissie zich tot
zijn behoud verbindt, tegen eene opoffering uit de
gemeentekas, die rust op eene niet voor gegronde
tegenspraak vatbare berekening en tevens mot de
billijkheid strookt.
Wij raeenCn op die gronden té mogen aanraden,
het voorstel der Gemeeute Commissie aan te nemen,
zoodat
1°. aan haar den eigendom van den toren der Mare
kerk wordt afgestaan
2®. zij zich belast met de dadelijke herstelling en
het behoorlijk jaartijksch onderhoud van den
toren, tegen uitkeering van eene som van-
[5250.-, onder verplichting om den torea met.
het kerkgebouw aU. éen geheel in stand te
houden;
3°. die uitkeering geschiedt uit de gerneeatekas.
Bij ons is niet buiten overweging gebleven om
die uitkeering in verband te breagen met eene ge
deeltelijke afdoening vau de schuld, die steeds ten
laste der Kerkmeesteren van de Hoofdkerken loopt
en waarvan twee schuldbrieven tegen betaling eeuer
rente van 2pCt. 'sjaars zijn afgegeven, als: éen
groot [AOOO.den 12den Maart 1789 en een groot
/120QO.den 9 November 1789,