De commissie van rapporteurs der Tweede Ka
mer, benoemd tot het geven van inlichtingen op het
adres van Mr. A. J. Sandberg te Utrecht, houdende
verzoek om in de gelegenheid te worden gesteld,
aan de Utrechtsche faculteit van wis- en natuur
kunde te promoveeren. meent als slotsom harer be
schouwingen en als overtuiging der meerderheid
te moeten uitspre- ken, dat Jhr. Mr. A. J. Sand
berg, die voldaan had aan het voorschrift der
artt. 105, 107 en 108 van het Koninklijk besluit
van 2 Augustus 1815, n". 14, regelende het hoo-
ger onderwijs, reden had tot beklag, toen hij
niet onvoorwaardelijk werd toegelaten tot de
promotie.
Zij stelt mitsdien voor dit Verslag te doen druk
ken en ronddeelen, daarvan mededeeling te doen
aan den Minister van Binnenlandsche Zaken, en
onder dankzegging voor de overgelegde stukken
Zijne Excellentie uit te noodigen te zorgen, dat
uitvoering worde gegeven aan de verordeningen
op het hooger onderwijs.
De commissie bestond uit de heeren Jonckbloet,
Du Marchie van Voorthuyzeu, De Bruijn Kops,
Van Houten en Van der Does de Willebois.
Naar men verneemt is de heer Hugo van den
Bogaert, te's-Hertogenbosch,doorZ. M.den Koning-
Groothertog benoemd tot ridder der orde van
de Eikenkroom, en genoot hij de eer de orde
van Z. M. eigenhandig op het Loo te ontvangen.
Genoemde heer ontdekte op de verkooping den
nagelaten goederen van wijlen den beroemden
beeldhouwer Van der Ven, de echte moule, ge
nomen door dien kunstenaar op het gelaat van
het hjk van wijlen Z. M. Koning Willem II; niet
willende dat deze moule in vreemde handen
zou komen, kocht hij die aan en bood ze den
Koning II. Woensdag op het Loo aan. Z. M. was
door deze daad zoo getroffen, dat hij den heer
Van den Bogaert hartelijk de hand drukte, hem
als aandenken UD. potret in kleuren overhandigde
en hem tot ridder benoemde.
Naar aanleiding van een voorstel van Z. K. H.
den Prins van Oranje, generaal der infanterie,
inspecteur van het wapen der cavallerie, van den
loden dezer betreffende het verleenen van titu
laire graden aan militairen bij de regementeu
cavallerie, heeft de minister van oorlog met in
trekking van het te dien opzichte voorgeichrevene
aan het tot der aanschrijving van bet departement
van oorlog van den lsten September 1S69, en
van alle vroegere verordeningen dienaangaande,
goedgevonden, te bepalen, dat de kommanderende
oüicieren der korpsen cavallerie, uitsluitend met
het oog op du wetenschappelijke opleiding tot
officier, zooveel korporaals en wachtmeesters-titu
lair kunnen aanstellen, als zich daartoe bij hun
onderhebbend korps geschikte stof aanbiedt, mits
zulks niet in strijd zij met de belangen van den
dienst. Bij de meerdere zelfstandigheid daardoor
verkregen, de ruimere keuze ter hunner beschik
king gesteld en het besef van de grootere ver
antwoordelijkheid, welke daarvan het gevolg is,
moet de minister de korps-koinmandanten ernstig
aanbevelen, alleen aan die militaire» een titulai
re» graad te verteeuen, welke volkomen geschikt
zijn dien graad effectief te bekleeden en tevens
ook door hun gedrag en hunne militaire eigen
schappen zoodanige bevordering verdienen.
Op last van den Minister van Oorlog is ver
vaardigd eene Handleiding tot de tactische oefe
ningen op de kaart, voor de kadetten van alle
wapens, ten gebruike bij plannen op 1.2000 en
1.8000, door den kapitein-adjudant bij de Konink
lijke Militair Academie J. H. li. Doinmers.
De Minister van Oorlog heeft zijnen bijzonderen
dank betuigd aan den kapitein J. W. Bergansius,
werkzaam bij het Departement van Oorlog, voor
de uitstekende wijze, waarop hij zich gekweten
heeft van het hem opgedragene betreffende den
aanmaak van prismatisch buskruid en de regeling
van het buskruid mengen, zooals dit thans ge
bruikelijk is.
Donderdag is te Glasgow te water gelaten, het
stoomschip Prins van Oranje, groot 3000 tonnen,
gebouwd voor rekening van de Stoomvaartmaat
schappij Nederland te Amsterdam, en gevoerd zul
lende worden door kapt. M. C. Braat.
Uit den Wekker blijkt, dat de Algemeene Ver
gadering van het Nederlandsche Schoolverbond
bedoeld bij art. 22 en 23 van het Alg. Reglement,
ditmaal zal gehouden worden te Zwolle, in de
Harmonie, op de Groote Markt aldaar, Vrijdag den
2den Juni e. k. des voormiddags te halfelj.
De werkzaamheden zijn geregeld als volgt:
1°. Opening der Vergadering door den Voorzitter.
2". Verslag van den staat van het Verbond en
van den uitslag zijner verrichtingen in het afge-
loopen jaar. 3". Rekening van den Algemeenen
Penningmeester. 4'. Verkiezing van drie leden
der Hoofdcommissie. 5°. Bepaling van den tijd en
de plaats der Algemeene Vergadering van het
volgende jaar. 6°. Behandeling van ingekomen
voorstellen. Van de afdeeling Deventer: Het Ned.
Schoolverbond wende zijnen zedelijken invloed
aan, vooral bij het bestuur van fabrieken, om in
het geinis van geregeld onderwijs aan kinderen
beneden de 12 jaren te voorzien. Van de afd.
Franeker: 1°. Van de Hoofdcommissie ga uit eene
statistieke tabel, waarnaar de Afdeelingen hare
tabellen hebben in te richten. 2". Er worde een
onderzoek ingesteld in hoeverre het kosteloos
onderwijs, al of niet, in het belang van het school
bezoek werkt. Van de aid. Leek. De Hoofdcom
missie worde verzocht, pogingen in het werk te
stellen bij de Hooge Regeering ter verkrijging
eener wet, waarbij leerplichtigheid wordt inge
voerd en het verzuim van ouders, die hunnen kin
deren het lager onderwijs onthouden wordt straf
baar gesteld.
De Hoofdcommisse meent, dat naar het eenpa
rig gevoelen harer leden, de behandeling daarvan
haar minder raadzaam schijnt, deels, omdat zij,
de waarde van het door Leek voorgestane begin
sel geheel in het midden latende, eene hernieu
wing der daarover nog zoo kort geleden gevoerde
discussien niet wenschelijk acht, deels omdat de
ondervinding haar reeds nu op overtuigende wijze
ueleerd heeft, dat ook buiten toepassing van dat
beginsel, de strijd tegen het schoolverzuim niet
vruchteloos behoort gevoerd te worden, en dat
het in elk geval zijne nuttige zijde heeft, op den
aanvankelijk niet zonder goed gevolg bewandel
den weg voortgaande een ernstige proef te ne
men met de zedelijke middelen, waarover het
schoolverbond te beschikken heeft.
Als punten van behandeling zijn voor de avond
zitting opgegeven: „de bewaarschool en het school
verbond," „het belang eener practische richting
voor het lager onderwijs," „de schoolbibliotheken."
Het zal der Hoofdcommissie intusschen aangenaam
zijn, zoo mogelijk eenigszins spoedig van afdee
lingen te vernemen, of zij bij deze gelegenheid
nog over andere onderwerpen eene samenspre-
king wenschen te zien uitgelokt. Tot verhooging
van het belang der te voeren discussien heelt de
Hoofdcommissie voorts nog besloten eenige hee
ren van erkende kunde en talent reeds vooraf
uit te noodigen om in die zitting het woord te
voeren.
Men deelt het A. D. v. N. mede, dat onze kun
dige en begaafde landgenoot, de heer Karei
Wiener, is belast geworden met de gravuren van
de groote herinnerings-medaille aan den glorie
rijken veldtocht van de jaren 1870-71 en de
wedervereeniging van Duitschland na de teeke-
ning van den heer Adolf Schmitz en den be
kenden genialen Duitschen historie schilder.
De medaille zal 75 millimeters middellijn hebben.
Bij de Regeering is berigt ontvangen dat van
den 5den Mei af alle personen, Belgische onder
danen uitgezonderd, wanneer zij België van den
kant der Fransche grenzen willen binnen komen,
gehouden zullen zijn een paspoort bij zich te
hebhen.
Te rekenen van den 7den Mei aanstaande zal
het Rijkstelegraafkantoor te Workum open zijn:
op Zon- en feestdagen van 8 tot 10 ure voor-
middage en van 3 tot 5 ure namiddags; op de
Vrijdagen vad 9 ure voor- tot 2 ure namiddags
en van 4 lot 7 ure namiddags. De diensttijd op
de overige werkdagen blijft onveranderd.
De dirigerende officier van gezondheid J. D.
Sachse, de officier van administratie der 1ste
klasse W. 11. F. Vogel en de luitenant ter zee
der 2de klasse F. A. J. P. Van Alphen, allen be
hoord hebbende tot de zeemagt in Oost-Indië en
van daar den lsten dezer in Nederland terugge
komen, worden met dat tijdstip op non-activiteit
gesteld.
BINNENLAND.
Boskoop, 5 Mei. Na een bestaan van 9 maan
den is het hier gevestigde comité van de Ver-
eeniging het Roode Kruis dezer dagen op voorstel
van het bestuur met algemeene stemmen ontbon
den. Men meende voor het oogenblik genoeg te
hebben gedaan aan het werk, waartoe men zich
in Augustus van het vorig jaar had vereenigd.
Vóór de ontbinding evenwel werd besloten nog-
tans werkzaau) te blijven en tot dat einde reeds
aanstonds de belangen te behartigen van hen,
die in deze gemeente ten gevolge van de pok
ken-epidemie ondersteuning behoeven, terwijl
aan het bestuur van het ontbonden comité, dat
zich met genoemde taak heeft belast, ook voor
het vervolg is opgedragen het oog geopend te
houden, om bij plaatselijke rampen zoo noodig
terstond als helper te kunnen optreden.
Amsterdam, 5 Mei. In eene vergadering van
Nalvra Artis Magislra werd meegedeeld dat den
aftredenden verdienstelijken bestuurder F. C.
Zillessen, door het genootschap is toegekend de
medaille van verdiensten ingesteld tijdens het
25jarig bestaan van Artis en tot heden aan zeer
weinigen toegekend.
In de plaats van den heer Zillessen werd be
noemd de heer J. G. Mathes, terwijl de heer
L. G. Van Hoorn als bestuurder werd herkozen.
's-Gravenhage, 5 Mei. Omtrent de aankomst
van den Prins van Oranje te Petersburg wordt
geschreven: Z. K. H. de Prins van Oraoje, Woens
dag-ochtend te 6 uren te Wiergbolow aangekomen,
is aldaar ontvangen door den generaal-adjudant
Albedinsky en den graaf Aprixine, adjudant des
Keizers.
Te Galchina hebben Z. K. H. de Prins Peter
van Oldenburg en degraaf Van Zuylen, benevens
de secretarissen van legatie in den wagon van
den Prins plaats genomen. Aan het station te
Petersburg is Z. K. H. ontvangen door Z. M. den
Keizer met gevolg, Hunne Keizerlijke Hoogh.
den Grootvorst troonopvolger, en Grootvorst Alexis,
zoons des Keizers; den Grootvorst Konstantijn,
broeder des Keizers, diens zoon Grootvorst Niko-
laas, en de Hertogen Nikolaas en Eugenius,
Prinsen Romanofsky en den Prins van Saxen-
Altenburg.
Bij aankomst van den trein heeft de muziek
van het regiment Izmaïlofsky het Ned. volkslied
aangeheven, reikte de Keizer den Prins de hand
en stelde hem de doorluchtige leden van de Kei
zerlijke familie voor.
Nadat de eerewacht in oogenschouw was ge
nomen, heeft de graaf Adlelberg de' eer gehad,
aan Z. K. H. te worden voorgesteld, en is de
Keizer met den Prins vau Oranje in eene calèche
naar het Winterpaleis gereden.
Rotterdam, 5 Mei. Hedenavond vergaderde het
Voorloopig Comité ter instandhouding van de
Hoogduitsche Opera te dezer stede met de heeren,
die zich belast hadden met het plaatsen van aau-
deelen in de gevraagde subsidie van /^O.OOO. Uit
de verschillende opgaven is gebleken, dat nog
ongeveer de som van f 3000 ontbreekt. De ver
gadering besloot om nog een paar dagen uitstel
to geven tot het algeheel bijeenbrengen van ge
noemde f 20,000, welke som volstrekt noodig is,
zal de Duilsche Opera voor Rotterdam niet ver
loren gaan.
Utrecht, 5 Mei. De Utrechtsche kiesvereeni-
ging heeft voor de aanstaande verkiezing van
leden der Provinciale Staten tot caudidaten ge
steld, de aftredende leden, de heeren P. De Beau
fort, W. J. M. Bosch, A. J. Van Beeck Calkoen,
W. H. De Heus, N. P. J. Kien en J. L. B. De
Muralt, en in plaats van den heer Jongeneel, die
niet meer in aanmerking wenscht te komen, de
heer A. C. J. Van Eelde.
Wij meenen uit zekere bron te kunnen
mededeelen, dat Burgemeester en Wethouders ge
reed hebben een voordracht aan den raad dezer
stad, om dit jaar de kermis alhier niet te doen
plaats hebben. Zoowel met het oog op de ziekte,
die, hoewel verminderende, nog steeds hier
heerscht en elders toeneemt, als op dergelijke
besluiten van andere gemeenten, kan inen zich
wel niet anders voorstellen, of het voorstel zal
door den raad worden aangenomen. D.)
INGEZONDEN.
Mijnheer de Redacteur!
In de II. Donderdag gehoudene raadsvergadering
werd door mij, op uw verzoek om een afschrift
van het toen door mij gedane voorstel, dat voor
stel zelf met de daaraan toegevoegde korie memo
rie tot aanbeveling, ateoo het stuk in zijn geheel
zoo als het door mij is ingediend, aan u verstrekt.
Beter kon ik dus niet doen oui u omtrent mijn
voorstel in te lichten. En toch wat is nu het
geval? Het publiek is niet goed ingelicht. In uw
verslag der zitting wordt mijn voorstel, met de
korte memorie wel in zijn geheel opgenomen,
maar in het afschrift, dat gij van de memorie
hebt genomen, is eene zoo groote onnauwkeurigheid
ingeslopen, dat gij mij geheel andere woorden
in de pen geeft dan in het aan u verstrekte stuk
staan en dit juist betreffende de hoofdzaak vau
mijn voorstel. In dat stuk wo-dt door mij name
lijk dit gezegd of wel liaanu stuat geschieven,
dat naar unjue overtuiging dit doel (publiciteit
der stukken vóór de behandeling daarvan in
den raad) veel beter door mijn voorstel dan door dat
van den heer Buys zal worden bereiktterwijl gij
daarentegen, volgens uw afschrift, laat schrijven
dat naar mijne overtuiging dit doel door het voorstel
van den heer Buys zal worden bereikt.
Het is j uist de overtuiging die ik heb, dat dit doel
daardoor niet zal worden bereikt en dat alzoo
eene voldoende en doeltreffende voorafgaande
publiciteit door het nu aangenomen voorstel van
den heer Buys niet zal worden verkregen, die
mij bewogen heeft tot het doen van mijn voorstel.
Nu het abuis, begaan in de door u aan mijn
voorstel gegeven publiciteit, niet door u in het
hummer uwer Courant van heden is hersteld,
ben ik zoo vrij te verzoeken het te herstellen
door het plaatsen van deze regelen in het eerst
volgend nummer.
Ik heb de eer te zijn
Leiden, Uw dw. dienaar,
1 Mei 1871. J. Scheltema.
[Wij erkennen ten volle de rechtmatigheid der
opmerking van den heer Scheltema en haasten
ons door de opname van deze missive dit abuis
te herstelleu. Als verzachtende omstandigheid kan
wellicht gelden, dat de verslaggever ter bespoe
diging van het verslag, het stuk copiëerde, terwijl
hij tegelijkertijd de discussie bleef volgen.
Redactie.]
BUITENLAND.
Frankrü lx.
Het pleit wel voor de sterkte van de krijgs
macht, door het gouvernement bij elkaar gebracht
en voor de zekere manier, waarop Mac-Mahon
bij de belegering van Parijs te werk gaat, dat
de kring waarin de stad is ingesloten niettegen
staande hij zich uitbreidt toch al nauwer en
nauwer woldt toegehaald. De bedaarde, geregelde
wijze, waarop wij de VersaillaDon nu langzamer
hand vooruit zien schuiven, maakt veel meer den
indruk alsof het gouvernement het nu ernstig
gaat uieeneu. Aan de opgewonden onjuiste me-
dedeelingen over zegepralen, die zich per slot
van rekening niet verder uitstrekken dan het
bezetten van een kerkhof of een molen, waarbij
dan eenige gevangenen werden gemaakt en een
aaDtal soldaten van weerszijden het leven verloren.
De strijdkrachten van het gouvernement zijn nu
op de volgende wijze om Parijs geschaard. In
het Noorden houden zij de positie van Asnières,
Courbevoie en de pont de Neuilly nog steeds
bezet, .waarbij met afwisselend geluk gevechten
van weinig beteekenis geleverd worden. De ge-
heele Westelijke enceinte der stad wordt van de
Porte Maillot af tot aan Point du Jour (de Zuid-
Westelijke hoek der stad) hevig gebombardeerd
door den Mont-Valeriën en eene batterij van 60
zware stukken, die te Montretout is opgericht.
De Zuiderlijke bocht van de Seine, in Zuid-Wes
telijke richting van Point du Jour naar Sèvres
en vervolgens Noordwaarts loopt, is voor de in
sluiting op het oogenblik het voornaamste punt.
Westwaarts van Issy toch licht daar in de rivier
het eiland St.-Germain.
Dit eiland is door de Versaillanen sterk bezet
en met batterijen voorzien, waardoor de geheele
ruimte tusschen het lort Issy en de stad tot aan
de porte Vaugirard toe bestreken wordt. Alle
terugtocht is dus de bezetting van dat fort afge
sneden en het schijnt dan nu ook in het plan
van Mac-Mation te liggen om dien puinhoop niet
verder aan te vallen, maar zich te vergenoegen
hem op deze wijze onschadelijk te maken, terwijl
hij indien het noodig is door een krachtige poging
toch bemachtigd kan worden. De kanonnade
wordt dan nu met veel grooter kracht gericht
tegen de forten langs de zuidelijke lijn der stad
tot aan Ivry toe. Op korten afstand van deze
sterkte stroomt de Seine weer van het zuiden
naar het Noorden, zoodat de opening van de
wijde tocht, die de rivier door Parijs heen maakt
geheel door het gouvernements-leger is afgezet.
Bij Sèvres is bovendien verzameld een twaalftal
kanonneerbooten, die dienen om dezelfde machi
nes der insurgeuten onschadelijk te maken en de
boveu beschreven positie op het eiland St.-Ger
main te beschermen.
De Bonapartisten zetten hunne intrigues te
Versailles met grooten ijver voort. Zij doen in
het belang van hunnen zender voorstellen nage
noeg aan alle partijenaan de reactionairen zoo
wel als aan de radicalen, aan de aanhangers van
het gouvernement zoowel als aan de insurgeuten.
Het is inderdaad merkwaardig om te zien, op
welk eeu terugstuiteude manier die partij toont,
dat alle middelen goed zijn om haar doel, de
herstelling op den troon van den man, die zoo
veel kwaad over Frankrijk gebracht heeft, te
bereiken. Zooals wij gisteren reeds meedeelden
deed de Situation te Londen een formeel voorstel
aan de insurgenten om een verbond met het
keizerrijk aan te gaan; het verdedigde de zaak
van Parijs uit alle uiacht en verhief de dappere
strijders voor de vrijheid hemelhoog. Terzelfder
tijd nu worden door Napoleons bezoldigde ambte
naren te Versailles aan reactionaire en ultramon-
taausche dagbladen de schoonste beloften gedaan,
indien zij het Bonapartisme willen ondersteunen.
Aan de Monde is als belooning hier voor beloofd,
dat Napoleon de wereldlijke macht van den paus
en de zelfstandigheid van den kerkelijken staat
zou herstellen. Eeue dergelijke verzekering is aan
de Univers gedaan, doch beide bladen zijn zoo
flink geweest om voor de eer te bedanken met
de bijvoegiug, dat zij reeds zoo dikwijls door de
Bouapartistische dynastie waren bedrogen, dat
zij er niets meer mede te doen willen hebben.
Indien men nu nagaat, dat de insurgenten de
priesters gevangen zetten en de kerken plunde
ren dan weet men, wat men van de oprechtheid
der verschillende proposities denken moet.
Het bericht, dat Jules Favre uit Versailes ver
trokken was, is in zooverre onjuist, dat hij zich
niet nanr Brussel maar d ar Frankfort heeft be.
geven. 1 iij is \ergezeld van den minister van
financiën, Ponyi r-Qncrtier, terwijl ook de Frao
sche gevoiniaclnigtien De Goulard en Declercn
naar de voormalige vrije stad ontboden zijn. Vai
Pruisische zijde zullen daar komen vorst Bismarck
en de graaf Von Arnim en het doel der geheels
conferentie is om het werk der onderhandelin»e't
te bespoedigen, vrij van alle vreemde en buiten,
landsche inmengingen.
Het leger van de Commune schijnt wel is waai
voor een gedeelte te bestaan uit bijzondere dan.
pere en voor de Commune geporteerde manschar
pen, doch voor een ander gedeelte met denstri»
cn de zaak w.arioor zij s: tijden slechis weina
ingenomen le zijn. Goh elc b.italjuns Wvigerei
om dienst te doen en worden dien ten gevoloi
ontwapend. Het 208ste bataljon bedankte ervoo
om naar de Porte Maillot gevoerd te worden et
legden zijne geweren neer; een ander moest dooi
strenge bedreigingen tot opinarcheeren genood
zaakt worden; het 196ste bataljon is in volslag
opstand tegen zijn commandant gekomen in tegen-
wooroigheid van verscheidene leden der Com"
mune. Kortom, wordt er bij Issy door de insui-
genten met voorbeeldelooze dapperheid gevochten
aan den anderen kant nemen de teekenen vac
moedeloosheid en onwil sterk toe.
In de Nationale Vergadering is evenmin iels
merkwaardigs behandeld als in de vorige ziitin»
Eene interpellatie van den heer Bethmont, strek
kende om de slechte openbaarmaking van di
handelingen der vergadering af te keuren en om
de oprichting van een flink officieel blad aan it
bevelen, maakte nagenoeg het geheele onderwerp
der zitting uit.
Het bericht, dat door sommige bladen versprei!
werd, als zou Thiers zijn ontslag nemen, schijni
geheel onjuist te zijn. Het vindt waarschijnlijk
zijn oorsprong in een gerucht als zou een gedeel»
der rechterzijde eene transactie aan de insur"ea
ten hebben voorgesteld, waarbij de afzetting°vai
Thiers een hoofdvoorwaarde zou zijn.
Wij eindigen met de volgende zinsnede uiteen
brief aan de Indépendance van zijnen correspon
dent uit Versailles, waarin wij getroffen worden
door de tegenstelling van de schoone ontluikend!
natuur met de vernieling, waaraan Parijs en zijne
omstreken overgegeven zijn:
„De zon schijnt heerlijk; het nieuwe zachte
groen steekt liefelijk af tegen het blauw des hs
mels; in de groote boouien fladderen en zingen
de vogels; het groene tapijt is bezaaid met made
liefjes; de vrouwen zijn gezeten op de hoekei
van de boschaadjes; blonde, rooskleurige kinderei
spelen in de lanen. En onder dit alles, te mij
den van deze kalmte en vrede, bereiken ons dow
deze geurige lentelucht heen, de doffe losbarste
gen der kanonnen, teruggekaatst door de echo'i
Deze zijn nu een gewoon geluid geworden, dis
mand schrikt er meer van op."
Spanj e.
Even als den rijksdag in Duitschland zijn d
Cortes in Spanje bezig, onderzoek te doen nar
de wijze, waarop de verschillende verkiezing
tot stand gekomen zijn. Terwijl echter in Duiti
land de meeste reciiminatiën met betrekingt
ongeoorloofde inmenging worden uitgestort or:
de hoofden der clericalen, staat in Spanje voa
namelijk de regeering aan de aanvallen tel
en wel van de zijde der republikeinen. Wij v-
zen er vroeger reeds op, dat inderdaad de rega
ring zich alles behalve geoorloofde maatregels
bij de verkiezingen gepermiteerd had om eenis
republikeinen te weeren en het was te voorziet
dat dit in de Cortes zoo maar niet stilzwijgen
zou voorbijgegaan worden. Als een voorbeelf
hoe weinig de partijen in de vergadering geivooi
zijn hunne antipathiën te verbergen en liuaot
aanmerkingen in te houden moge dienen dl
volgende incidenten in een der onlangs gehot-
dene zittingen voorkomende.
De republikein Diaz Quintero, had met vet
energie en duidelijkheid de middelen blootgelegd,
die gebruikt waren om eene ministerieele keuii
te doen gelukken en hierbij onder anderen gs
wezen op het groote misbruik dat te dien eind!
van de militaire macht gemaakt werd„Dok
goedkeuring van deze verkiezing" zoo eindigde l)f
„zoudt gij u op een onwaardige wijze tot mede
plichtigen maken van deze aaneenschakeling va'
valscheden." Hierna stond de minister-preside»
maarschalk Serrano, op en liet zich in de vo!
gende heftige bewoordingen uit: „De ta>
door deze heeren gevoerd is iets dat al
onwaardig, eerloos en zonder voorbeeld
de parlementaire geschiedboeken daar zal staan'
(hier werd hij in de rede gevallen door de ui
roepingen „zeer goedl" van de rechter- en „zes
slecht! van de linkerzijde). Spreker hield daanï
eene lofrede op het leger als den eenigen war
borg voor de vrijheid van Spanje (waarlijk t'
verhevene opvatting der vrijheid!) en hij ontked
pertinent alles wat over de wederrechtelijke';
menging der troepen verteld was. „Waar zijné,
bewijzen?" zoo sprak hij, „misschien in de wok-
den van deze heeren?" „Neen in de daden,"L-
hierop het volle koor der republikeinen iD. Zorniü
dezen uitroep inet eenige opmerkzaamheid l»
verwaardigen ging Serrano voort met te betoogd
dat de republikeinen de vrijheid den kop indruk
ken, dat er nooit onafhankelijker verkiezing"
dan de jongste hadden plaats gehad, dat de laatsk
constitueerende Cortes de monarchie en een koniog
verlangd hebben, dat de republikeinen te vergeefs
zullen beproeven door ruwheid en schandalea
eene tyrannie van de minderheid over de meer
derheid in het leven te roepen. De republikein
Figueras viel hier in met den uitroep „zooalsdil
in 1843 en 1S56 gebeurde!" en zinspeelde bier-
mede op den tijd, waarin Serrano met kanonoea
en kartetsen de reactie ondersteunde. De maar
schalk ging dood eenvoudig voort en besloot mei
den uitroep: „Wat wilt gij dan eigenlijk? Will
gij uit Madrid een tweede Parijs maken? ft
priesters doodschieten en de huizen plunderen'
Een hevig protest volgde hierop van de zijde de
republikeinen, en men zal toestemmen, dat
hierin volkomen gelijk hadden. Het is toch
zeer vreemde manier om zich tegen de beschul
diging van ongeoorloofde inmeDgiDg in de verkit
zingen te verdedigen, door in het algemeen I'
beweren, dat er nooit vrijere verkiezingen bestaan
hadden, dat „het leger" synoniem is met „de vrij
heid" en daarbij het vermoeden uit te drukken
dat het de partij, die aanmerkingen maakt, W
doen is om de priesters te vermoorden en
huizen te plunderen I
Nog heviger was de storm, die met betrekkin;
tot eene andere verkiezing werd opgewekt doo'
de woorden van Castelar. De telegraaf deelde oo'