ren, en een terugkeer te dien aanzien tot de hef-
fingsprijs der republiek zou geen vooruitgang
maar in de volste beteekenis des vvoords een be
langrijke stap achterwaarts wezen.
Met verontwaardiging constateert het Vaderland
den kunstgreep van de ultramontanen om het
25jarig jubelfeest dat Pius IX binnen kort zal
vieren, in eene politieke demonstratie te misvor
men, die, naar het blad durft aannemen, in strijd
is rnet de bedoeling zelfs van een aantal leden
van tie comité's welke zich op verschillende plaat
sen hebben gevormd oin aan de feestviering deel
te nemen.
In de vergadering namelijk waar tot het aan
bieden van een adres van gelnkwensching aan
den Paus is besloten, werd ook het beginsel aan
genomen dat daarin aan den Paus len sterkste
zou worden uitgedrukt de algemcene verontwaar
diging der aanwezigen over den gewetenloozen
roof der Italiaansche regeering en de lauwheid,
waarmede andere regeeringen hier tot dusverre
in hebben berust.
Daar nu, zegt het Vaderland, de Nederlandsche
Regeering begrepen heeft geen slappen te moeten
doen tot herstel van 's Pausen wereldlijke macht,
dus mede volgeus het adres „met lauwheid
in den gewetenloozen roof der Italiaansche Re
geering heeft berust," en de „diepste verontwaar
diging" der adressanten heeft gaande gemaakt,
hebben de ultramontaausche drijvers de gemoe
delijke Katholieken, die zich gaarne aansloten
aan een algemeen adres van gelukwensching aan
het Hoofd hunner kerk, tegen hunne bedoeling
en legen hun zin meegesleept in een zuiver
politieke demonstratie, niet alleen vijandig tegen
een met Nederland bevriende mogendheid, maar
vijandig tegen de Regeering van Nederland zelve.
Deze handeling is niet anders te qualificeeren
dan als een ergerlijk misbruik van vertrouwen,
waarop het Vaderland meent de slachtoffers te
moeten opmerkzaam maken.
Indien gelijk sommigen beweren en veler ter-
goedertrouw aannemen, de bedoeling der bewe
ging tot het wegnemen der ongelijkheden in het
kiesrecht inderdaad eene constitutioneele bedoe
ling, namelijk 0111 het kiesrecht te brengen bin
nen het bereik van al de Nederlanders die zelf
standig genoeg van oordeel en positie zijn, om,
met kennis van zaken, eene keuze te kunnen
doen, dan verdient naar het oordeel der Arnhem-
sche Courant deze beweging sympathie en mede
werking.
Dan moet censusverlaging niet het geneesmid
del voor de kwaal zijn. Dit middel is geheel
ondoeltreffend, omdat het beginsel zelf van een
census de grondoorzaak is van de ongelijkheden
over welke men zoozeer klaagt en dit beginsel
bestendigd wordt.
Wil men ons kiesrecht afdoende verbeteren,
dan moet men in de eerste plaats art. 76 der
grondwet veranderen, dus eene constitutioneele
hervorming van het kiesrecht, d. i. allen tot het
kiesrecht roepen die, door hun stand in de maat
schappij, kunnen gerekend worden alleen hun
eigen inzicht en hun eigen wil te volgen en hen
weren, die afhankelijk zijn van invloeden buiten
hen en geen eigen oordeel over de publieke zaak
hebben, dan moet men beginnen met art. 72 der
Grondwet te doen vervangen, door een artikel
van b. v. den volgenden inhoud
„Om kiezer te zijn moet men wezen Neder
lander, meerderjarig ingezeten des rijks, in het
volle genot der burgerlijke en burgerschapsrech
ten en niet behooren tot eene der van het kies
recht uitgesloten catagoriën.
„Van het kiesrecht zijn uitgesloten:
a. Militairen der zee- en landmacht beneden
den rang van officier.
b. Huisbedienden, ook de zoodauigen, die niet
bij hunne meesters in den kost zijn, of daar niet
des nachts verblijven;
c. Werkbedienden, zooals kantoor- en winkel
knechts, fabriekarbeiders, veld- of boerenarbei
ders, ambachts- en handwerksgezellen, dag- en
en weeklooners, en in het algemeen allen die
in dienst zijn van meesters, bazen of patroons
voor welke zij tegen loon arbeiden;
d. Zij, die door burgerlijke of kerkelijke arm
besturen bedeeld of onderhouden worden, of in
het jaar voorafgaande aan, dat waarin de kie
zerslijsten vastgesteld zijn, bedeeld of onderhou
den zijn geworden.
Hieronder zijn begrepen zij, die in gestichten
van liefdadigheid verpleegd worden."
Uit Tiel wordt bericht, dat. van liberale zijde
als candidaat voor de verkiezing van een lid der
Tweede Kamer in Juni a. s. voor het kiesdis
trict Tiel wordt genoemd, de heer Mr D. J. baron
Mackay, voormalig commies van Staat en voor
zitter van de Nijverheids-tentoonstelling te Am
sterdam.
De commissie van rapporteurs voor het voor
stel van den heer S. Van Houten, tot wijziging
van eenige bepalingen der wet van den 29sten
Maart 1833, houdende de belasting op het perso
neel heeft, na kennis genomen te hebben van de
memorie van beantwoording, door den voorsteller
ingezonden op het voorloopig verslag van den
21sten Maart, jl., geon nader onderzoek te dezer
zake in de afdeelingen der Kamer noodig ge
oordeeld. Tevens heeft zij gemeend zich van
het uitbrengen van een eigen oordeel omtrent
de punten, in de gewisselde stukken behandeld,
te kunnen onthouden.
Rij het onderzoek van het wetsontwerp tot
verlenging van eene provinciale belasting in
Drenthe, in de afdeelingen der Kamer, werd in
eene alueeliug door een lid den wensch uit
gedrukt, dat de Regeering bij de definitieve rege
ling deze aangelegenheid ook moge letten op
de belangen van het Oranjekanaal. In eene andere
aldeeliug maakte éen lid de opmerking, dat aan
gezien een eindresultaat wellicht niet spoedig
kon worden verwacht, éen ruimere termijn dan
de in het ontwerp voorgestelde, de voorkeur had
verdiend.
Een drietal pepsoneu uit Rotterdam, hebben in
de N. II. Cl. een advertentie geplaatst waarbij zij
ter kennis van het algemeene brengen dat een door
hen ontworpen adres aan de Tweede Kamer, bij
andere ingezeteueu ter teekening ligt. Dit adres
is gericht tegen de verordening van den Rotter-
damschen gemeeuteraad, waardoor de vaccinatie
verplichtend gesteld is ook op de onderwijzers en
kinderen van de bijzondere scholen.
Adressanten beweeren dat deze verordening in
strijd is met art 194 Grondwet, de wet op het
Lageronderwijs, en eene willekeurige toepassing
is van art. 1S5 der gemeentewet.
Het is minder bekend, verhaalt P. B. in het
Nieuwsblad van den Boekhandel, dat de onlangs over
ledene Koningin van Zweden aldaar als schrijf
ster naam bezat. Onder de „Nom de plucne" van
Jane Voncome gaf zij eene Zvveedsche vertaling
van „The labourers in the Vineyard." Het werkje
maakte veel opgang en de opbrengst werd tot
weldadige doeleinden gebruikt.
Tot leeraar aan de Hoogere Burgerschool te
Maastricht is benoemd de heer Dr. L. Boosten,
professor aan het Athenaeum te Yperen.
Den heer Julius van de Sande Bakhuijzen, is
een eervolle onderscheiding te beurt gevallen.
De jury, benoemd door Z. M. den Koning tot
toekenning der aanmoedigingsmedailles, door H.D.
uitgeloofd voor kunstenaars, die nog geen onder
scheiding van wege den Koning of het Rijk ver
wierven, heeft hem op de tentoonstelling van
teekeningen enz., thans in de Maatschappij Arti
$Amicitiae geopend, de gouden medaille toegewezen.
De zilveren medaille werd toegekend aan den
heer W. Verschuur Jr. en de bronzen aan den
heer J. A. Rust, beiden te Amsterdam.
Naar wij vernemen is aan onzen geachten stad
genoot Prof. 0ud6mans, de opvolging van Prof.
Van Hall te Groningen aangeboden. Het is nog
onzeker welk besluit door den geachten hoog
leeraar zal worden genomen. Wij vleien ons met
de hoop, dat men er in moge slagen hem voor
ons athenaeum te behouden. Handelsblad
Gedurende de wintermaanden is men te Wad-
dinxveen voor den heer Wernink alhier, ijverig
bezig geweest tot daarstelling eener fabriek om
volgens Amerikaansche wijze kaas te maken. Zij is
ingericht om de melk van 500 a 600 koeien te ver
werken. Zoover ons bekend is, is dit de eerste fa
briek van dien aard in Zuid-Holland. Sedert ruim
14 dagen is zij in werking en voldoet goed aan de
verwachting. Er zijn kazen gemaakt van 50 kilo
gewicht, die, naar men verneemt, aan alle ver-
eischten voldoen.
Mocht dit voorbeeld van den heer Wernink bij
velen ingang vinden, den kunnen wij eene ver
beterde zuivelbereiding te gemoet zien. De prijzen
der landerijen zal dit nog ineer doen stijgen, en
de boerin in de gelegenheid stellen meer tijd aan
haren huiselijken kringjte besteden. SchoonhCl.)
In bijvoegsels van de Staals-Courant is heden
medegedeeld het Verslag van den Baad van Toezicht
op de spoorwegdiensten over 1870, ingediend aan
Zijne Excellentie den Minister van Staat en van
Binnenlandsche Zaken.
Bij beschikking van den Minister van Koloniën
van den 24sten April 1871, lit. Apz., n°. 23, is
G. A. Ter Linden gesteld ter beschikking van
den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch Indië,
om te worden benoemd tot tweeden machinist
bij de gouvernements-mariue daar te lande.
Z. M. heeft benoemd tot plaatsverv. van den
districtsveearts, wien Roermond als standplaats is
aangeweezenA. J. Montes, te Zevenbergen:
P. F. Michels, te Heusden; J. Kohier, te Almkerk;
J. Billekens, te Horst; L. T. Jauné, te Roermond
M. J. P. H. Thomassen, te Maastricht.
Z. M. heeft aan J. M. Beausar, op zijn verzoek,
eervol ontslag verleend als burg. der gemeente
Willemstad.
Z. M. heeft aan dr. C. Leemans, directeur van
's Rijks Museum van Oudheden en waarnemend
directeur van 's Rijks Ethnograpisch Museum te
Leiden, vergunning verleend tot het aannemen
en dragen der versierselen van commandeur der
2de klasse van de Albrechtsorde, hem door Z. M.
den kouiug van Saksen geschonken.
Z. M. heeft benoemd tot hoogheemraad van
Delflaud, provincie Zuid-Holland, D. Ammer-
laan Jz.tot hoogheemraad van Schieland, pro
vincie Zuid-Holland, F. Van Vollenhoven; tot
hoogheemraad van den Krimpenerwaard, provin
cie Zuid-Holland, G. L. Van Oosten Slingerland
van den Cabauw eu Zevender; tot heemraad van
den Kleiner Zuiderpolder, provincie Zuid-Holland,
G. Hollaar; tot heemraad van den Grooten Zui
derpolder, provincie Zuid-Holland, M. Breem tot
heemraad van den polder de Rooklaasplaat, pro
vincie Zuid-Holland, G. Hollaar; tot heemraad
van de polders Oud eu Nieuw Westerlo en den
Nieuwen Oostdijk, provincie Zuid-Holland, G. Hol
laar; tot heemraad van den Bokkepolder, provincie
Zuid-Holland L. W. Kooman; tot gezworen van
de vereenigde polders het Oudeland, Noordland,
Oostende, Tille en Molenpolder, gemeente Oude
Tonge, provincie Zuid-Holland, C. Van Loon.
Z. M. heeft aan J. A. Muller, op zijn verzoek,
eervol ontslag verleend als burg. der gemeente
Woerden, en als zoodanig benoemd J. Nolen.
Z. M. heeft benoemd tot plaatsverv. kantonr.
te Deventer Mr. H. G. Kronenberg, proc. bij de
arrond.-rechtbank. aldaar.
Z. M. heeft aan Mr. W. G. De Knokke van der
Meulen, op zijn daartoe gedaan verzoek, eervol,
ontslag verleend als lid van het college van regenten
over het huis van arrest te Goes, met dankbetui
ging voor de veeljarige diensten in die betrekking
bewezenen is benoemd tot lid van genoemd
college Mr. P. Van der Meer Mohr, rechter in de
arrond.-rechtb. aldaar.
Z. M. heeft benoemd tot notaris binnen het
arrond. Haarlem, ter standplaats de gemeente
Haarlem, A. Merens Jcz., cand.-not., thans wo
nende aldaar, en plaatsverv. kantonr. in het kan
ton Beverwijk, uit welke laatstgemelde betrek
king hem eervol ontslag is verleend.
BINNENLAND.
Amsterdam, 25 April. Van de gisteren door de
kiesvereeniging Burgerplicht gestelde candidaten
voor de Provinciale Staten van Noord-Holland,
bedankt de heer Van den Uonert, Daardoor is
tot candidaat aangewezen de heer H. J. Schimmel,
de bekende dichter en romanschrijver, die na het
aantal benoodigde candidaten, de meeste stemmen
had bekomen.
De burgemeester van Amsterdam verkreeg in
deze vergadering 16 stemmen.
's-Graveniiage, 25 April. Door het bestuur der
afdeeling 's-Gravenhage van de vereeniging tot
bevordering van fabriek- en handwerksnijverheid
is eene commissie benoemd tot het onderzoek der
middelen, waardoor de verbetering der waterge
meenschap van 's-Gravenhage met de Maas zou
kunnen tot stand komen. Die commissie bestond
uit de heeren Godon, Mouton, De Wijs, Hermans
en Witsenborg, zij heeft haar rapport uitgebracht,
waarover in de eerstvolgende vergadering zal
worden beraadslaagd. Daarin onderzocht zij vier
punten, die alle op deze hoogst belangrijke zaak
betrekking hebben, te weten1". de geschiedenis
van deze aangelegenheid; 2°. de wenschelijkheid
en noodzakelijkheid der uitvoering; 3°. de uit
voerbaarheid en 4°. de financieele quaestie. Wat
het eerste punt aangaat herinnert de commissie
dat er jaren achtereen van verschillende zijden
werd gewezen op de wenschelijkheid eener vaart
verbetering voor de belangen van de Haagsche
Industrie in het bijzonder en voor de ingezetenen
in het algemeen. In December 1863 vormde zich
een tot op dit oogenblik nog niet ontbonden Co
mité hetwelk zich ten doel stelde de verbetering
van de vaart tusschen Delft en 's-Gravenhage en
wel zoodanig, dat de schepen die uit de Maas
naar Deltt verzeilen, met ongebroken last tot aan
's-Gravenhage zouden kunnen opvaren. De com
missie doet uitvoerig uitkomen de moeite en
kosten welke dat comité zich getroost heeft om
de aangelegenheid, waarvan hier sprake is, op al
lerhande wijze toe te lichten en tevens om te doen
zien dat, terwijl de regeering, de Gedeputeerde
Staten en zelfs Burg. en Weth. van's-Gravenhage
het plan goedkeurden, al de moeite en inspanning
werd vernietigd door eene motie in den Gemeen
teraad aangenomen, volgens welke die Raad van
het verleenen van geldelijke subsidie aan de on
derneming afziet. Daardoor is het geheele plan
in duigen gevallen. Wat aangaat het tweede punt
toont de commissie in haar rapport, aan dat de
gebrekkige watercommunicatie aan de ingezete
nen van 's-Gravenhage een jaarlijksch nadeel
veroorzaakt van /^OO.OOO, weLk cijfer men mag
aannemen dat niet overdreven is. Ten opzichte
van het 3de punt, de uitvoerbaarheid, constateert
de commissie dat de uitvoerbaarheid van het
voorgestelde ontwerp niet twijfelachtig kan zijn,
en dat derhalve, wanneer slechte de benoodigde
gelden beschikbaar zijn, 's-Gravenbiage zeer spoedig
(het Comité stelt 3 jaren) in het bezit van eene
verbeterde watercommunicatie en eene. goede
binnenhaven zich zou kunnen verheugen. Einde
lijk wat het 4de punt, de finantie ele quaestie, be
treft, wenscht de commissie dak de afdeeling,van
de Vereeninging van Fabriek- en Ilandwerksnij
verheid alsnog door alle gepaste middelen op
uitvoering van het werk aandringt. Z.ij vleit ziel
bij het dagelijksch bestuur en bij den Gemeem,
raad sympathie voor hare pogingen te zuil,.,
vinden en zij wordt in die meening verstetk
wanneer zij nagaat wat in de zitting van dit
Raad van 24 Januari jl. is voorgevallen. Ry;
der commissie onverschillig aan wie de uinw
ring wordt opgedragen, maar zij geeft de voot
keur aan eene uitvoering bij concessie. Wil j
gemeente het werk tot stand brengen, de com
missie heeft er vrede mede. Zij meent dat hi
hier aller belang geldt, voor enkele van gulden
voor anderen van eenige centen 'sjaars uiaar 1
elk geval een jaarlijkschen last eener extra
lasting, die de Nijverheid eu het verkeer inze-
onbillijke verhouding plaats tegenover die ra
andere gemeenten. „Eene te sameuroeping aliu
„besluit de commissie van alle belanghebbende
„en aansporing om de handen in een te sl
„tot een algemeen petitionnement zou naar d
„meening van uwe commissie het middel zij
„om eiudelijk eene betere watergemeenschap va,
„'s-Gravenhage te verkrijgen."
Z. M. de Koning is hedenmorgen met gevo.
ten halfvier per Rijnspoor uit de residentie naa
het Loo vertrokken.
Gorcum, 25 April. Ten huize van den hee
Frohn alhier, was dezer dagen verzuimd, 0
water in een gasornement te doen en gas out
snapt. Toen des avonds de zoon met licht in d
kamer trad, had er eene vreeselijke ontploffin
plaats. Men kon den knal op een grooten afstan
van de plaats des onheils hooren. De ruite
werden verbrijzeld eu de muren erg beschadigd
De zoon van den heer Frohn stond midden i
de vlammenzijne zuster had tegenwoordighei
van geest genoeg, een wollen deken over he
te werpen en hem daarin te wikkelen, terwij
de moeder dadelijk de hoofdkraan afsloot, Deay,
en de dienstmeid hebben ernstige brandwonde
bekomen en, niettegenstaande reeds eenige d«
sedert de ontploffing zijn voorbijgegaan kun
zij nog met zien; overigens is alles beter alje
loopeu, dan men aanvankelijk verwachtte.
Tilburg, 24 De groote werkplaatsen ten dien
der spoorwegen alhier naderen hare voltooit
Spoedig zal een aanvang worden gemaakt
het leggen der verbindingssporen waarmede i:
gebouwen aan de spoorbaan zullen aansluit'
zoodat de overgave aan de exploitatie-Maatschap
betrekkelijk spoedig volgen kan.
BUITENLAND.
Franki-ök.
In de zitting van den Duitschen rijksdag t
24 April heeft Bismarck aan de Fransche jourc
listen een groot gedeelte van hunne stof onto
men door de quaestie van overgave der for
aan den Noord-Oost-kant van Parijs voor goed
coupeeren. Hij heeft namelijk verklaard, dathia
toe overeenkomstig de vredespreliminairen iè
dan niet zou overgegaan worden als het eer?
halve milliard betaald was. De rijkskanselr
schijnt een weinig wantrouwig te worden teget
over het Fransche gouvernement; kort geleé
nog verklaarde hij dat hij den heer Thiers 1
schouwde als den man, die de beste waarbow
opleverde voor het trouwe nakomen der vreet
preliminairennu spreekt hij in den rijksr
ronduit zijne ontevredenheid uit over den 1
zamen gang der vredes-onderhandelingen te
sel en schrijft dit toe aan de gezindheid vat1'
Fransche regeering om zich de groote krijgsrot
die. zij door de omstandigheden heeft mogen t
zamelen dienstbaar te maken aan het verkrijg'
van betere vredesvoorwaarden. Welke daad
houding van het Fransche gouvernement, Bs
marek tot deze verdenking aanleiding heeft s
geven kunnen wij niet nagaan, maar wij gel
ven dat zijne vrees óf overdreven óf geveinsd
De heer Thiers en zijne ambtgenooten zullen n'
toch niet vleien Bismarcks hart te roeren, do
hem het ongelukkige lot. van Frankrijk treffen
voor te stellen. Zij zullen zich evenmiu illusie
maken van de 100 a 120 duizend man, die nu
schien langzamerhand te Versailles bij elkaa
zullen komen. Het vernielde Frankrijk tocli, d
hen omringt, herinnert hen, wanneer zij slech
even de oogen om zich heen slaan, op een we
sprekende manier, wat zelfs meerdere honden
duizenden soldaten tegen het Duitsche leger ve
mogen. En eindelijk invloed van vreemde mogen'
heden? Engeland heeft door zijne politiek, lioevvi
zij naar ons inzien zeer verstandig was, juist nu
teweeg gebracht, dat Pruisen zich veel aan zijn
inmenging zou storen. De keizer van Rusls£
heeft met zijnen collega „bij de genade Gods
aandoenlijkste vriendschapsbetuigingen gewiS1-
üe Vereenigde Staten hebben treffende vergfff
kingen gemaakt tusschen den Duitschen bond'
hunne eigene staatsinrichting, en tengevolge13
die overeenkomst hunne sympathie er mede
kennen gegeven. Van de tusschen komst van ui
dere staten kan wel geen quaestie zijn. Vvij
looven dus dat van geene zijde, noch door dip'1
matieke bemoeiingen, noch door eigen kracbtei
noch door vreemde hulp voor Frankrijk eemg