21 April. 3434. Vrijdag A°. 4871. Feuilleton van liet „Leidsch Dagblad". DE FAMILIE-JUWEELEN. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maandenƒ3.00. Franco per post3.85. Afzonderlijke Nommers 0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zen- en Feestdagen, uitgegeven. PBIJS DER ADVKRTKNTIKN. Vooriederen regel. ƒ0.15. Grootere letters naar de plaatsruimte die *ij beslaan. Lelden, 20 April. Dt Koning-Groothertog heeft tot ridder van de orde der Eikenkroon benoemd kapitein Bechet, tominandant der Luxemburgsche gendarmerie. Heden hebben de afdeelingen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal een aanvang gemaakt ®et het onderzoek van het voorstel van den heer i'Jacob c. s., houdende maatregelen tot bevorde ring eener geregelde stoomvaartdienst tusschen l'lissingeu'en New-York. Van de op gisteren alhier gehouden aanbeste dingen door den kapitein eerstaanwezend inge nieur voor 's Hage en Leiden is het werk: het eenjarig onderhoud van de kazerne-gebouwen, enz., te Leiden, hetwelk begroot was op 7000, onder Dadere goedkeuring van den Aliuister van Oorlog aangenomen door den heer Jacob Van der Kamp alhier, voor de som van ƒ7040 en het ma len van een privaat met put en het bouweD ran een vrijstaanden muur bij de kazerne aan de voormalige Witte Poort, begroot op ƒ1780 als boveu door den heer N. I). Smits alhier voor de som van 1890. In een particulier schrijven van Java per laatste mail te Rotterdam aangebracht, lezen wij het lülgende Wat den militairen geneeskundigen dienst alhier betreft, zeker is er geen corps, dat zoo in alles wordt achteruitgezet als dit. Hoewel de officieren ran alle wapenen erkennen, dat de bezoldiging rang, die den officier van gezondheid wordt loijekend, veel te gering is en de positie'zelfs Kir treurig mag genoemd worden, zoo wordt och elk voorstel tot verbetering zelfs hier in Indië tegengewerkt'. (TV. H. Gt.) Naar wij vernemen, zullen de miliciens der lichting 4871 op 7, 8 en 9 Mei a. s. bij de verschillende korpsen infanterie en artillerie onder de wapenen worden geroepen, om in den wapen handel te worden geoefend. Handelsblad Door de liberale kiezers aan de Zaanstreek wordt er ernstig aan gedacht, om bij de aan staande verkiezing van een lid voor de Tweede Kanier der Staten-Generaal, den heer Mr. C. Fock lot candidaat te stellen. Z. M. heeft aan Th. G. Kortenhorst, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als 2den luit. bij de dd. schutterij te Weesp, en voorts benoemd tot offic. van gezondh. der 3de kl. bij de dd. schut terij te Eindhoven D. J. Aertnijs. Z. M. heeft met ingang van Mei aanstaande benoemd tot schoolopz. in het zesde schooldistrict van Zuid-Holland Dr. C. J. Vaillant. Z. M. heeft F. C. Andreae herbenoemd als bur gemeester der gemeente Leeuwarderadeel. Z. M. heeft aan H. W. Middendorp, med. doet. te Groningen, verleend de titel van lector in de geneesk. aan de hoogeschool aldaar. Z. M. heeft aan Mr. A. G. J. baron Taets van Amerongen, op zijn verzoek, eervol ontslag ver leend als luit.-kol. der dd. schutterij te Utrecht, onder betuiging van Zr. Ms. dank wegens zijne betoonde vaderlandsliefde, om in de buitengewone omstandighedeü van het vorig jaar die betrek king op Dieuw op zich te nemen, en met.'ver gunning om de UDiform der schutterij met de onderscheidingsteekenen aan zijn rang verbonden, voortdurend te blijven dragen. Z. M. heeft benoemd tot burgemeester van Loenen, Loenersloot en Ruwiel A. G. Th. Gevers Leuven. Z. M. heeft benoemd tot burgemeester van Stad- en Ambt-Vollenhove A. J. Ten Cate, secretaris dier gemeente; tot burgemeester van Deventer Mr. H. R. Van Maïle, en tot burgemeester van Schayk C. Lorskens. Z. M. heeft J. Esser Jr., op zijn verzoek, eervol ontslagen uit zijne betrekking van leeraar aan de Rijks hoogere burgerschool te Assen. Z. M. heeft aan H. P. Hink Meienbrink, inaj. comm. der dd. schutterij te Alkmaar, vergunning verleend tot het dragen van de eeresabel, hem door onderofficieren en korporaals van die schut terij geschonken. Z. M. heeft aan F. Salie vergund zijne notarieele standplaats van de gemeente Nienwleusen over te brengen naar de gemeente Hasselt. Z. M. heeft bepaald dat, bij wijziging van Zijner Majesteits besluit van den 5den te voren, de kapit. ter zee W. C. Klis, in stede van den kapit. ter zee P. Van der Velden Erdbrink, als lid deel zal uitmaken van de in dat besluit bedoelde commissie tot het afnemen van het examen voor den rang van 2den luitenant bij het korps mariniers in dit jaar. Omtrent de tarieven voor de berichtenwisseling met het buitenland, zullen de noodige inlichtingen aan het genoemde kantoor te bekomen zijn. Te Soebang op het eiland Java is een kantoor vau den Nederlandsch-IndischeD Gouvernements- lelegraaf geopend. Met ingang van den lstèn Mei aanstaande wordt te Oostmahorn een Rijkstelegraafkantoor met beperkte dagdienst geopend. Op het ver keer van dit kantoor met alle overige kantoren iu Nederland wordt het eenvormig tarief van f0.30 per enkelvoudig telegram toegepast. BINNEIVLAND. Amsterdam, 19 April. Gisterenavond werd alhier in de Keizerskroon de gewone jaarlijksche verga dering van moderne Godgeleerden gehouden, die door 182 personen werd bijgewoond. Dr. L. W. E. Ranwenhoff leidde de vergadering, die zich weder door opgewekten broederlijken zin ken merkte. Na eenige huishoudelijke werkzaamheden, werden de volgende vragen behandeld; 1". Kan tot de kenbronnen der waarheid het godsdienstig gevoel worden gerekend? ingeleid door Dr. S. Hoekstra Bz. 2". Welke waarde heeft de stelling: Geene kerk zonder belijdenis? ingeleid door den heer A. G. Van Hamel. In de hedenmorgen voortgezette vergadering kwam het eerst aan de orde dit punt: „Is de moderne richting in staat, om den strijd tusscben kapitaal en arbeid te helpen beslechten?" Vrij algemeen was men van meening, dat de werklieden zelf hun maatschappelijken en zede- lijken toestand behooren te verbeteren, door hunne kinderen tot het openbaar onderwijs toe te laten; door zelf zich niet te onttrekken aan louterende en tot verzoening stemmende godsdienstige ge meenschap met niet-werklieden. De moderne richting was, vroeger zoowel als thans de leer der volkshuishoudkunde, nog in verdenking bij velen; maar naarmate hare be ginselen het volksleven doordrongen, werden de scheidsmuren, die de zonen van 't zelfde vader land gescheiden hielden, geslecht. De armverzor ging moest- eene meer met de wetten der economie overeenkomstige richting nemen. Ook de begin selen, waarop technische en natuurkennis berusten, moesten in het lager onderwijs worden aange geven. De werklieden moesten niet worden be schouwd als een afzonderlijken stand in de maat schappij. De modernen vooral behoorden broeder schap tusseheD alle Nederlanders te bevorderen, en door de opbeuring der persoonlijke vrijheid mede te werken tot de bestrijding van verdeeldheid tussehen werklieden en niet-werklieden. De mensch moet inden werkman uietondergaan; daarom moet zijne fijngevoeligheid en zuinigheid worden gewaardeerd. Middelen tot verbetering van voeding, woning, kleeding, onderwijs en recht te helpen toepassen, dat was de practische uiting van 't godsdienstig leven. Men beschouwde dan den werkman niet als tot armoede geborenmen streefde er veeleer naar, bij de stijgende prijzen van cousumptie-artikelen, voor de huishouding van den werkman, daaraan tegemoet te komen door de invoering van de winstverdeeling,zoowel in den vorm van crediet-, consumptie- en productie- vereenigingen, als in de verbetering der arbeids- looneD. Gok de afschaffing en verbetering der .wetten, welke aan ODze volkshuishouding eene eenzijdige richting ten nadeele der volksvlijt geven, werd gewenscht. Gemeenschapsoefening, broederlijke liefde en wisseling van denkbeelden tusschen werklieden en niet-werklieden, werden door de meeste spre- :kers beschouwd als de heilrijke vrucht der mo derne richting, die op den weg, weikeu zij reeds aflegde ter opwekking van 't godsdienstig leven, steeds getuigde van liefde tot den naaste, en daarvan meer en meer 20u getuigen, zoowel door de daad als door het woord. In de heden gehouden raadszitting is het voorstel van B. en Ws. tot indiening van een adres aan de Tweede Kamer tot verwerping van het voorstel van den heer Mr. S. Van Houten, tot wijziging der personeele belasting, aangenomen. De heer De Koning meende, dat deze gewichtige zaak wel wat overhaast werd behandeld, daar het voorstel eerst gisteren was ingekomen. Hij stelde dus voor de behandeling uit te stellen. Dit voorstel werd intusschen met 26 tegen 6 stemmen verworpen op grond van de urgentie der zaak. Een voorstel van den heer Van Bosse, om de erkenning van de economische waarde van het voorstel Van Houten uit het concept-adres te lich ten, op grond dat dit der gemeente Amsterdam niet aanging, die alleen op haar belang had te letten, werd met 20 tegen 18 stemmen afgestemd, en het concept-adres onveranderd aangenomen, waarbij, met erkenning van het goede van het voorstel, de afstemming werd verzocht op grond van het geldelijke verlies voor de gemeentekas der hoofdstad. Een voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het toestaan van een crediet van ƒ10.000 tot verdere bestrijding der pokepidemie, die ook hier, ofschoon langzaam, steeds toeneemt, is na eenige discussie aangenomen. Ten slotte is na langdurige, hier en daar geanimeerde, debatten, met 19 tegen 16 stemmen verworpen het voorstel des heeren Van der Toorn c. s. tot vermindering van het schoolgeld op de Openbare Handelsschool van ƒ180 op ƒ90. Het voorstel is verdedigd door de heeren Van der Toorn, Van Bosse, Tetterode, den Wethouder Veniug Meinesz en Mr. A. S. Van Nierop; en daarentegen bestreden door de heeren Mendes, Mr. A. de Vries, Rijnders, Jitta, Kuiper, Coninck Westenberg en Rahusen. Wij komen nader op dit zeer belangrijk debat terug. Zoodra bij genoegzamen, reeds begonnen aanvoer van materialen, de weersgesteldheid het zal toelaten, zal een aanvang worden gemaakt met de werkzaamheden voor de landaanwinning en bedijking van een gedeelte van het Friesche Wad, door verbinding van het eiland Ameland met den vasten wal, bij Hohverd, waarvoor aan Jhr. Mr. P. J. W. Teding van Berkhout concessie is verleend. De Commissaris des Konings in de provincie heeft, met het oog hierop, de schipperij op het Friesche Wad uitgenoodigd, om de werken der afdamming, die op het Wad uitgebakeDd zijn door bakens met zwart en wit geverfde planken aan het topeinde, zooveel mogelijk te ontzien en de schade, welke door aanvaring daaraan zou kunnen worden toegebracht, zooveel mogelijk te voorkomen, in verband waarmede zij verzocht is, in de nabijheid der uitgebakende richtiDg, b.v. binnen een afstand van 800 meter van de aan gewezen lijn, niet te ankeren, mede ter voorko ming vau eigen schade, daar de geulen in de eerste plaats worden gedicht met rijshout, door steen gedekt, waardoor alzoo de schepen avarij zouden kunnen bokomeu. 's-Gravenhage, 19 April. Naar men verneemt, hebben de heeren Jahn en Faubel aan Burgemees ter en Wethouders vergunning gevraagd om, na de sluiting vaD het gewone tooneeljaar op uit. April a. s., nog gedurende de maand Mei voorstellingen van de opéra comique en vaudeville te mogen geven. Gisterenavond heeft in het Diakonie-Wees- huis een bijzonder feest plaats gehad, waarvan wij met genoegen melding maken. Het was de (Novelle naar het Hoogduitsch). Veruolg „Als het uitkomt, wel te verstaan," antwoorde deze even onverschillig alsof het zich om een sigaar handelde, „en ik wil de verantwoordelijkheid voor mijn raad ook volstrekt niet op mij nemen. Ik meen maar, dat als gij of uw knecht met diedoodacte bij mijn zwager kwaamt, om hem voor goed te bevrijden van' die kwellende hoop om mevrouw Baum terug te vinden, dan zou dit bezwaarlijk ter kennis van iemand komén. Mijn zwager spreekt niemand, ter nauwernood mij; de oproe pingen in de couranten die toch ook door mevrouw Baum gelezen kunnen worden, houden op, en van die zijde waart gij ook zeker. Een mislei ding van dien aard als gij u tegen Radauer ver oorloofd hebt, is voor een zoo ijdelen man een kittelachtig punt, te meer, daar hij zich daardoor gedrongen zou gevoelen tot nasporingen die gij vreezen moet. Gij of uw bediende moeten zich bij mijn zwager voor een vriend der overledene mevrouw Lambert uitgeven, den Chevalier hare vergiffenis brengen aangaande eene daadzaak die u verder niet interesseert en tot alle voorzich tigheid die documenten terug laten geven. Bij die zaak is weinig gevaar, het zal mijn zwager rechtmatig voorkomen, daar het er geen direct belang bij heeft." De baron ging nog altijd besluiteloos op en neer; „en wat, mijnheer de president," zeide hij, „wat verlangt gij dat ik doe, opdat uw belang geen gevaar lijde?" „Dat zult gij hooreu," antwoorde hij; „ook ik heb mevrouw Baum jaren lang onder den naam vau Madame Lambert gezocht, niet om hare ver giffenis of haar zegen, maar om een oude schuld van haren man vaD acht duizend thaler in te vor deren." Deze leugen scheen den president eenige moeite te kosten, want even als zijne tegenpartij ging hij de kamer op en neer eer hij verder ging. „Het voorgevallene bij den juwelier heeft mij doen zien, waar ik mevrouw Lambert moet zoeken, en mij tevens bewezen, dat ik volstrekt op geene betaling kan hopen, zoolang zij in drukkende omstandigheden leeft. Ik heb nu echter dringend geld noodig, en zoodra ik die dame bij mijne zwager breng en zij die schuld erkent, zal hij het als een heilige verplichting aanmerken, die schuld af te doen. In zooverre dus ben ik, afgezien van den dienst die ik mijn zwager bewijs, zeer geïnteresseerd bij de zaak om die namelijk ter kennisse van mijn zwager te brengen. Vreest gij nu echter, daardoor de schoone Ro salie en haar even schoone huwelijksgift te ver liezen, zoo zal ik mij, om den wille van Radauer en tegen uwe plechtige belofte, om u voortaaD van alle zwendelarijen te onthoudeu, verwaar digen, nrij door u in plaats van door den Cheva lier de St. Aubin, een wissel van achtduizend thaler betaalbaar na verloop van zes maanden te doen geven." Montecaldo sprong weer op: „mijn God mijn heer de president," riep bij verschrikt. „Gij brengt mij daardoor in de doodelijkste verlegenheid, ik bezit geen vermogen en...." „Ik was geneigd zes maanden te wachten, tot dat gij gehuwd waart," zeide de president op vrij wat koeleren toon. „Maar een man zooals gij, zal zich toch een dienst der barmhartigheid niet willen laten be talen," hernam Montecaldo eenigszins aarzelend. „Mijnheer de baron," riep de president geraakt, „ik hoop niet, dat gij mij beleedigen wilt. Ik vraag u eenvoudig, of gij gelooft, dat het u nuttig is, dat gij in de plaats van mijn zwager de ver plichting van mevrouw Baum overneemt; ik ge loof niet dat gij mij voor dwaas genoeg houdt, bij mijne moeite en bereidwilligheid nog een geldelijk offer te brengen. Ik riskeer buitendien genoeg dat ik mijn zwager verzwijg dat mevrouw Lambert en die juweeleu zijn terug gevonden; dit verzwijgen kan mij in het ergste, geval zelfs de ge- heele erfenis doen verliezen en slechts dan wan neer de doodactes mij voor het gevaar van het verder zoeken waarborgen, wil ik zwijgen. Wat zou mijn zwager wel denken, als hij door me vrouw Baum hoorde, dat ik die juweelen, die ik zelf heb moeten laten opsporen toen ze hem ont stolen waren, gezien heb, zonder ze te recla meeren." „Mijn God, mijn God, in welk een vreeslijke val ben ik geraakt," steunde Montecaldo, „ik, de afstammeling eener oude adelijke familie, moet mij met zwendelarijen inlaten waarvoor mijn ge voel terugdeinst, en toch wil en kan ik mijne bruid niet verliezen. Ik kan haar geld, hare positie ont- beeren, maar niet hare liefde, en het geloof aan mij zelve." „Dat wil zeggen, gij wenscht dat ik u helpen neemt mijne voorwaarde aan?" vroeg de presi dent spottend. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 1