S°. 3432.
A®. 1871.
Woensdag
19 April.
LEinSCH
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maandenƒ3.00.
franco per post3.85.
Afzonderlijke Nommers0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zen- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTKNTIKN.
Vooriederen regelƒ0.15.
Grootere lettert naar de plaatsruimte die rij beslaan.
NEDERLAND
EN
0e herder dei* Katholieke kudde.
II.
I Vergissen wij ons dus niet, dan zal de behan-
liiDg van Hoofdstuk III, een ruim veld opleve-
L voor een vruchtbaar debat over onze verhou
wt de Pauselijke aangelegenheden.
I Declericale leden der Kamer zullen door dezelfde
Invatenheid gedreven als elders, de regeering,
|:e thans in geen interimairen staat verkeert, afvra-
|(D wat zij gedaan heeft of zal doen, om het
Instel der souvereiniteit van den Paus over den
Intel ij ken Staat te bevorderen.
I De liberale partij zal van iedere tusschenkomst,
lader welk voorwendsel ook, niets willen weten,
L.ar bovendien voor eens en voor altijd vven-
Ithen uit te maken dat alle staatsrechterlijke
Ldeo met. de Roomsche kerk voor goed ver
koken worden.
Vandaar dat men het in drie afdeelingen bij
ki onderzoek van Hoofdstuk III, vau verschil
lende zijden noodig achtte, dat de post van de
«rooting verdween, nu de Paus geen wereldlijk
ftét&g meer bekleedt; vandaar dat men algemeen
leilingdp met de denkwijze der regeering te
Lkïq bekend gemaakt, n.l. of men hier al of
fin wel een tijdelijk voorstel te doen had
f livee stelsels staan dus vlak en scherp tegen-
ker elkander.
r Laten wij die van naderbij beschouwen
SVat willen de clericalen?
In hun adres aan den Koning eindigen zij met
Jet verzoek:
1'. Om de inbezitneming van Rome door Italië
[iet te erkennen;
2'. Om hetzij afzonderlijk, hetzij in overeen
stemming met andere mogendheden, zoodanige
Itappen te doen tot volledig herstel van de sou-
[vereiniteit van den Paus over den Kerkelijken
pal, als Z. M. meest oirbaar en geraden zullen
chijnen.
Bij de interpellatie Kerstens zijn doel en streven
tan dit petitionnement nader aan het licht ge-
itomeD.
De middelen, werd toen betoogd, die het ver-
boek bevorderen kunnen, zijn talrijk: Vertoogen
|o den meest eenvoudigen vorm en zinhet laten
boorlduren van de betrekkingen tusschen de
pauselijke en onze Regeering, op den voet waarop
lóie thans bestaan; behoud der consuls; het wei-
pillend ontvangen der voorstellen van andere
[mogendheden om het vraagstuk tot eene gunstige
oplossing te brengen.
liedaar wat in de Vertegenwoordiging van het
Kederlandsche volk door de clericalen van de
Regeering werd geëischt, in het belang van Né-
Herland, in het belang van de eensgezindheid in
den lande.
Doodend voor die eischen waren de woorden
ran den afgevaardigde Cremers, liberaal-katho
liek, die na eene gemoedelijke critiek over deze
I netelige quaestie de vraag deed
«Kan dit de taak zijn van een land, waarin
Let beginsel van scheiding van Kerk en Staat
is aangenomen en waar bet grootste deel der
bevolking niet katholiek is? Mag het vredelie-
:ende Nederlandsche volk desnoods goed en
r'oed veil hebben voor zulk eene onder de
katholieken zeiven nog betwiste zaak t"
Maar de ultramontanen zullen niet loslaten
I fa geen middel ontzien om te trachten hun on-
Stondwettig doel op te dringen.
De heer Cremers weegt niet zwaar in de oogen
'au die heeren. Ziet slechts het oordeel dat in een
hunner voornaamste organen omtrent hem wordt landsche Zaken, in zijne memorie van antwoord,
uitgesprokenis het hem niet raadzaam voorgekomen, in de
„Voorlichters van hetgehalte des heeren Cremers thans nog bestaande omstandigheden tot intrek-
„zouden onze Regeering tot laakbare opiniën, tot king over te gaan van de missie te Rome. Z. Eic.
„de grofste dwaalbegrippen voeren. Ongelooflijk durft te vertrouwen dat de Kamer de meening
„in zijne bespottelijkheid was de sprong, welken zal beamen, dat ten aanzien van een in zeer
„dit kamerlid in zijne breedsprakige rede van teedere belangen ingrijpenden maatregel, met
„19 December zich veroorloofde." omzichtigheid behoort gehandeld te worden en
Hoe zij in het vervolg te werk denken te gaan, dat bet levens wenschelijk tiin kan daarbij ook eeni-
blijkt zonneklaar uit eeriige zinsneden, die wij aan germale in hel oog le houden de beslissingen, welke
het Huisgezin, bijblad tot de Katholieke Illuslratie, ont- omtrent hetzelfde onderwerp door andere regee-
leenen. Daar heet hetin een leading-artikel de Ka- riDgen zullen genomen worden.
tholieke partij in Nederland juist over de quaestie die Dit antwoord is geschreven in het laatst van
wij ondubbelzinnig door de liberalen wenschen uit- j Maart. Toen kon men de toestanden in Europa
gemaakt te zien: „Wij zullen niet eens spreken nog uit een geheel ander oogpunt beschouwen,
van andere quaestiën, die soms zouden kunnen i Thans is door de machtigste mogendheid eene
opdagen. Wij zullen slechts éene noemen, die beslissing uitgelokt eene beslissing door de meer-
komen kan. Reeds hebben ettelijke Garibaldis- j derheid der Duitsche vertegenwoordiging ten
tisch gezinde bladen in ons land er op aange- j gunste van onthouding van elke inmeDging in de
drongen, om de Nederlandsche ambassade bij Z. H.
op te heffen, of in een te smelten met die bij het
FlorentijDSche gouvernement. Wel is waar is dit
ministerie nog niet geneigd zulk een stap te doen
(waar blijkt dit uit?) doch wie waarborgt ons,
dat niet weldra een andere Minister van Buiten-
landsche Zaken er toe over zal gaan? Welnu,
zoo iets ware een kaakslag, ons Katboliekeu in
het aangezicht gegeven; eene daad, waardoor de
regeering, die zulks deed, stilzwijgend de over
weldiging van Rome goedkeurde! En dat wij
geen overdreven vrees koesterden, blijkt daaruit,
dat reeds in de sectievergaderingen der Tweede
Kamer op die ontheffing is aangedrongen. Wat
moeten de Katholieke Kamerleden doen, in gevalle
zoo iets geschiedde?
„Elke begrooting afstemmen en blijven afstem
men van een ministerie, daL zoo iets bestond te
doen. En het is een onbetwistbare zaak, dat, mogen
de Katholieken in ons land nooit regeeringspartij
worden, geene regeering ooit op den duur kan
bestaan, wanneer zij hen tot onverzetbare tegen
standers heeft."
In deze weinige woorden ligt het standpunt
der clericalen uitgedrukt, 's Lands belangen moeten
zwichten voor de godsdienstigede Kerk boven
den Staat. Geen onpartijdig onderzoek van het
geen de Regeering op wetgevend en ander gebied
voordraagt; maar onverbiddelijke en stelselmatige
afkeuring van al hetgeen tot heil van den Staat
tot welvaart en bloei van de natie wordt ge
wrocht van elke regeering, die zich zou durven
vermeten aan het grondwettig beginsel vast te
houden van degelijke bescherming der kerkge
nootschappen.
Welke houding moeten de liberalen of liever
allen, die in de Grondwet den hechtsten waarborg
van ons volksbestaan zien, tegenover deze anti-
I
j nationale richting, tegenover deze richting die
niet hare kracht uit onze instellingen, maar uit
de bevelen van het hoofd harer Kerk put, aan
nemen
I Deze houdiDg kan niet twijfelachtig zijn. Waar
de liberale partij bij de behandeling der inter
pellatie Kersten» eene defensieve stelling innam,
moet zij nu offensief te werk gaan.
Zij moet bij Hoofdstuk III den ultramontanen
alle illusiën ontnemen.
De woorden, den 19den Dec. door de heeren Moens,
Van Houten, Fransen van de Putte en anderen ge
sproken, moeten, nu de Kamer voor het practisch
vraagstuk zal komen te staan of er op de Neder-
aangelegenheden van den Kerkelijken Staat.
Valt hierdoor in de eerste plaats het petition
nement der Katholieken in duigen, ten andere
is deze na hevigen strijd verkregen beslissing
voor de Regeering genoegzame aanwijzing, dat
een dualistische toestand als thans met opzicht
van ons gezantschap te Rome het geval is, niet
langer kan blijven bestaan.
Wij houden ons overtuigd dat de Regeering zich
door geen consideratiën zal laten weerhouden
om haar plicht te doen.
Een amendement om de missie te Rome van
de liegrooting te schrappen, kan, indien zij hiertoe
al niet zelf het initiatief neemt, haar niet on
welkom zijn.
Zij kan er slechts in kracht door winnen en
juist met de verkiezingen in het verschiet, moet
haar standpunt ten deze zoo zuiver mogelijk zijn.
Wij verlangen volstrekt geen medewerking der
clericalen ten koste van de prijsgeving der liberale
denkbeelden ten opzichte van de verhouding der
Kerk in den Staat.
Wij laten dit gemeen overleg liever over aan
de reactionnaire partijwil zij zich in het gareel
der Jezuïeten verwarren, dit is onze zaak niet.
En al zou daarvan voor ons een tijdelijke
nederlaag het gevolg zijn, dan hebben wij nog
te veel vertrouwen op onze beginselen, dat even
als na 1853, de natie spoedig den schijn van het
wezen zal weten te onderscheiden.
De woorden van den heer Moens, die op de
interpellatie Kerstens sloegen, zijn ook hier van
toepassing
„Wanneer dus de geachte interpellant zegt,
dat de eensgezindheid in den lande zal verbro
ken worden als er niets gedaaD wordt om aan
het verlangen der adressanten te voldoen, dan
stel ik daartegenover dat de oneenigheid zal toe
nemen met den dag, als men begint met zich
hier op politiek terrein in te laten met dogmata
van eenig kerkgenootschap; als de regeering een
eersten stap zet op den weg om partij te trekken
voor een kerkgenootschap, waardoor de weg
wordt geopend om steeds met slouter eischen te berde
te komen, waardoor aan elke andere godsdien
stige gezindheid hetzelfde recht zou worden toe
gekend.
„Die zaken als zoodanig raken ons hier niet;
de Staat, die als zoodanig geen godsdienst heeft,
mag niet treden in eene beoordeel! ug, veel min
der in eene handhaving van de geloofspunten
van eenig kerkgenootschap."
landsche begrooting langer gelden moeten voor- i Wordt de missie nu voor een jaar bestendigd,
komen om een gezant te onderhouden bij een j dan staat dit gelijk met eene gunstige beschik-
i geestelijke, in practijk worden gebracht. I king op het petitionnement der katholieken.
De regeering beseft dit ten volle. Na opzette- Geen zaak dus die bij de begrooting van bui-
lijke overweging, zegt de Minister van Buiten- tenlandsche zaken sterker moet wegen dan deze.
Lelden, 18 April.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken al
hier heeft het volgeDd adres gericht aan de Tweede
Kamer der Staten-Generaal
„Het voorstel van vijf uwer medeleden, hou
dende maatregelen tot bevordering van een gere-
gelden stoomvaartdienst tusschen Vlissingen en
New-York, is door de Kamer van Koophandel en
Fabrieken te Leiden met belangstelling ontvangen
en zorgvuldig overwogen. Wij hebben ons daarbij
ook inzonderheid de vraag gesteld, of het voorstel
om, door middel van eene rijkssubsidie een
transatlantische stoombootdienst in het leven te
roepen die onmiddellijk in concurrentie treedt
met eene dergelijke niet gesubsidiëerde, door
particuliere krachten ondernomen, stoomboot-
dienst, niet een gevaarlijk antecedent stelde: het
verdringen namelijk van den particulieren on-
dernemings-geest door de officiële bescherming?
„De slotsom onzer overwegingen is echter ge
weest, dat wij het voorstel van den heer's Jacob
c. i. met aandrang moeten ondersteunen, en wij
zullen thans kortelijk de redenen vermelden door
welke wij tot deze slotsom gekomen zijn.
„Wij stellen op den voorgrond het groot, ja overt
wegend, belang dat Nederland heeft bij eene
geregelde en rechtstreeksche verbinding met
Noord-Amerika. Voor Noord-Amerika, dat den
stroom der landverhuizers uit de eugelsche,
noord-duitsche en fransche havens trekt, en
door deze havens in gestadig verkeer en ge
stadige aanraking met Europa, is het onverschil
lig, of eene nieuwe stoombootdienst uit eene
Nederlandsche haven haar deel in dit groote ver
voer tusschen de twee werelddeelen komt vragen.
Maar voor Nederland is dit gansch geene on
verschillige zaak. De Nederlandsche handel is
in een staat van verval. Men behoeft slechts na
te gaan wat door de Nederlandsche consuls uit
verschillende landen in Europa, Australië enz.
daarover gerapporteerd wordt, om den indruk
te verkrijgendat overal de verschijnselen
van kwijning, van verflauwing, van het verloo-
pen van den handel aanwezig zijn. Het is alsof
de verzekerde beurtvaart tusschen Nederland
en Nederlandsch-Indië, door het consignatie-stel
sel gevestigd, verlammend op den Nederlandschen
handel heeft gewerkt en al zijn geest- en veer
kracht uitgedoofd, alsof onze handel meent dat
voor Nederland nergens ter wereld iets te verdie
nen valt dan op de Nederlandsch-Indische markt.
Nedevland's handel uit dien toestand van verdoo-
ving op te wekken is een dringende eisch van
het oogenblik, en niets zal daartoe meer doel
treffend wezen dan zijne aandacht te vestigen
op deze reusachtige en gestadig zich uitbrei
dende wereldmarkt, van welke Nederland tot
nu toe bijna geen zoo eenig profijt trekt.
De voordeelen aan het vervoeren der land
verhuizers uit Midden-Europa voor welke
de weg over ons land, zoodra onze zuidelijke
spoorweglijn geopend is, de kortste en gemak
kelijkste weg is zal aan een nederlaodsch-
amerikaansche stoomvaart-onderneming een ste-
vigen fiuancieelen grondslag geven, en opent tevens
de gelegenheid voor eene ontwikkeling zoowel
van den transito-handel als van den handel voor
eigeDe rekening. Onze katoennijverheid, welke
thans, tot hare groote schade, verplicht is zich
hare grondstof uit de tweede hand, uit Engeland,
aan te schaffen, kan deze dan rechtstreeks uit
het land van haren oorsprong aanvoeren en daar
mede verdwijnt eene der redenen van ODze ach
terlijkheid. De transatlantische stoomvaart, einde
lijk, is, onzes inziens, de noodzakelijke voltooiing
van ons spoorwegnet. Deze kostbare lijnen, die
anders aan onze strandeo dood loopen, worden
dan als het ware over zee tot aan de aan gene
zijde gelegen stranden doorgetrokken, en de op
brengsten onzer spoorwegen zullen, door deze
voor het internationaal verkeer beschikbaar te
stellen, aanmerkelijk stijgen. De Nederlandsch-
trans-atlantische stoomvaartlijn moet en zal aldus
wezen, wat haar eerste ontwerper haar betee-
kenisvol noemde, een brug over den Oceaan.
„Het belang dat Nederland heeft bij eene
rechtstreeksche stoom-verbinding met Amerika
is in de laatste tijden van zoo verschillende
kanten en zoo veelvuldig toegelicht, dat wij
uieeuen met deze korte aanstipping der voor
naamste voordeelen er van te kunnen volstaan.
Wij gaan er thans toe over rekenschap te geven
van de gronden waarom wij, nu twee met elkan-