De Directeur van het Koninklijk Kabinet van Schilderijen te 's-Gravenhage, brengt ter kennis van bet publiek, dat het Kabinet, wegens daarin te verrichten werkzaamheden, van en met Maan dag den 17den dezer, zal gesloten zijn. Van de weder-opening zal in tijd en wijle mededeeling worden gedaan. Z. M. heeft aan Dr. VV. M. Reiseger, te Nieu- wolda, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als lid van den geneeskuodigen raad voor Fries land en Groningen, en is als zoodanig benoemd Dr. L. Trip, te Delfzijl. Z. M. heeft aan W. Dogterotn, te Krimpen aan de Lek, eervol ontslag verleend als plaatsvervan ger van den districts-veearts wien 's-Graveubage als standplaats is aangewezen. Z. M. heeft den heer Mr. W. F. Rochusseu, thans buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister bij het hof van België, in diezelfde hoedanigheid overgeplaatst naar Berlijn, en den heer Mr. J. W. Van Lansberge, thans minister-resident, tij delijk belast met de waarneming van het gezant schap te Londen, beuoemd tot buitengewoon ge zant en gevolmachtigd minister te Brussel. Z. M. heeft het vice-presidium van het college van regenten over het huis van arrest te Zierik- zee opgedragen aan Mr. J. W. D. Van Dongen, lid van dat college, en benoemd tot lid van ge meld college J. Van der Vliet, koopman en admi nistrateur te Zierikzee. BINNENLAND. 's-Geavenhaqe, 14 April. Op de eergisteren ge houden vergadering van de Haagsche afdeeling der Internationale is besloten, dat J. E. Keiler de Haagsche en Amsterdamsche afdeelingen zou ver tegenwoordigen op het Werklieden-Congres te Gent; er is bericht, dat tot steuning van de tijdelijke werkstaking op de fabriek der heeren Enthoven, behalve uit Amsterdam, vanwaar men nog geen opgave had, fbi is bijeenge bracht. Op enkelen na hebben thans de ongeveer 80 werklieden, die het werk gestaakt hadden, dit weder hervat; in diezelfde vergadering heeft ook de heer Esser, die geïntroduceerd was, een ernstig woord gesproken. Tevens is weder met kracht geprotesteerd tegen alle bedoelingen, zweemende naar de Roode Republiek, en als eenig doel der Internationale alhier erkend de verbetering van de loonen en van den maatschappelijken toestand der werklieden. Het verheugt ons dit opnieuw te vernemen; nu onze werklieden enkel dit natuurlijk streven hebben, zullen zij verder zelf wel bemerken, of zij daartoe bij de Interna tionale op den duur wezenlijken steun vinden en door de aansluiting daarbij aan kracht winnen of, gelijk wij nog altijd vreezen, eer verliezen. De vergadering werd door een 60tal leden bijge woond. Die opkomst werd gering genoemd, en hieruit verklaard, dat vele bazen op de avonden der vergaderingen lieten overwerken, om de werk lieden van het bezoeken der vergadering af te houden. Vaderl.) Rijswijk, 13 April. Voor de betrekking van hoofdonderwijzer alhier, is de navolgende voor dracht opgemaakt: Brouwer, te Krimpen a./d. Lek; W. A. De Jongh, 's-Gravenhage; D. v. d. Berg, Vleuten; S. De Jong, 's-Gravenhage; H. F. De Boer, Rotterdam; Van Hemert, Schiedam. Gouda, 13 April. Gisterenavond werd eene ver gadering gehouden van de afd. Gouda der liberale kiesvereeniging. Door den secretaris werd verslag uitgebracht over het afgeloopen jaar, dat weinig belangrijks opleverde. Het getal leden bedroeg 112, doch er was zeer veel gebrek aan belangstelling geweest. Uit de rekening van den penningmeester bleek dat de financieele toestand niet ongunstig was. Vervolgens werd na breedvoerige discussie het volgend votum met algemeene stemmen aange nomen De afdeeling Gouda der liberale kiesvereeniging voor dat hoofdkiesdistrict keurt af de verachtelijke tegenwerking der candidatuur van den heer Messemaker door sommige leden der vereeniging. Zwolle, 12 April. De algemeene vergadering van aandeelhouders der Overijsselsche Kanalisatie maatschappij, den 12 dezer gehouden, werd door 18 aandeelhouders, die 106 stemmen en een kapitaal van f 889,500 vertegenwoordigden, bij gewoond. De heer Mr. A. Van Naamen van Eemnes is tot commissaris benoemd ter vervul ling der vacature, ontstaan door het overlijden van den heer G. Engels en voortdurende door het bedanken van den heer T. J. Stieltjesde heeren M. Wertheim, Salomonson en Mr. S. J. Van Roijen zijn als zoodanig herbenoemd; het be staande tarief van vaartgelden op nieuw voor zes jaren vastgesteld, ingaande 1 Januari 1872, en het dividend over 1870 bepaald op 5 voor ieder oorspronkelijk aandeel en f 15 voor ieder aandeel in de kapitaalsuitbreiding. Kampen, 12 April. In de heden avond gehouden buitengewone vergadering van den Raad werd, op voorstel des voorzitters, besloten, allereerst in behandeling te nemen het adres van het bestuur der theologische school alhier, houdende het ver zoek dat die school buiten toepassing worde ge steld van de verordening tegen de uitbreiding van besmettelijke ziekten alhier. Na uitvoerige beraadslagingen werd met 12 tegen 2 stemmen besloten, aan de adressanten te kennen te geven, dat de Raad zich onbevoegd acht ten aanzien van het door hen gedaan verzoek eene gunstige beschikking te nemen. Hierna werd met 9 tegen 5. stemmen besloten, het intusschen door het lid, den heer Van Velzen gedaan voorstel, luidende „De bepalingen van art. 3, 4 en 5 dezer veror dening zijn niet van toepassing op de theologische school der Christ. Geref. kerk", niet in behan deling te nemen. Geoningen, 13 April. De onderscheidene dispen sation, in den laatsten tijd door den heer Minis ter van Binnenlandsche Zaken verleend met be trekking tot het ad missie-examen in de studie der oude talen aan de hoogescholen, althans aan die te dezer stede, hebben aan den Senaat alhier aanleiding gegeveu, om zich in een krachtig adres aan de beide Kamers der Staten-Generaal te ver klaren tegen dezen nieuwen greep in de bestaande regeling en den bestaanden toestand van om hooger onderwijs, en dit wel hangende de reor ganisatie daarvan. INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteurl Tot mijn leedwezen kan ik morgen de verga dering van Musis Sacrum niet bijwonen. Ik heb echter het Concept-Reglement gelezen en tot mijne verwondering gezieu, dat bij Art. 29 het vast stellen der gewone muziekuitvoeringen aan het bestuur werd overgelaten. Daar ik van meening ben, dat bij het oprichten van Musis Sacrum het beginsel voorop gestaan heeft, de Leidsche Burgers des Zondags, eene geoorloofde uitspanning te be zorgen, door het hooren van goede muziek, hoop ik dat in de vergadering op morgenavond door een der Leden zal voorgesteld worden art. 29 aldus te lezen: „De gewone muziekuitvoeringen hebben plaats éénmaal per week en wel des Zondags, de eene Zondag des avonds en de andere des middags, van 1 Mei tot uit. Sept." Een aandeelüoudkb. Leiden, 14 April 1871. BUITENLAND. Frankrijk. De zending van Desonnaz en zijne collegas naar Versailles zal waarschijnlijk weinig bijdra- wel wat hard voor de weduwe en voor mij. j Maar aau éen ding hebt gij niet gedachtaan de overspanning van een liefhebbend vrouwelijk I hart, die des te sterker is, hoe langer het gevoel onderdrukt werd, die ze veroorzaakte. Die vrouw kon u in ieder geval een leelijke streep door de rekening maken, want de liefde is niet altijd blind. Zelfs mejufvrouw Rosalie kon den vermeenden i schoonvader nauwkeuriger bekeken hebben als gij wel meent. Wij moeten dus, eerdat mijne belan gen besproken kunnen worden en voordat ik mijne hulp aanbied, voor alle dingen die dame tot twijgen brengen. Ik sla u dus voor, ingeval wij het eens worden, het portret rustig op zijn plaats te laten blijven slechts de maat van het medail lon te nemen, een copie er van te laten maken en dit mevrouw Baum onder het zegel der stil zwijgen heid te overhandigen. Zij zal er des te dank baarder voor en tot zwijgen geneigd zijn, als gij blijft volhouden, dat het portret dat van uw vader is, die zijne toestemming eerst moest geven, en gij haar verder nog voorstelt, dat gij de grootste onaangenaamheden zoudt kunnen hebben door uwe goedhartigheid, wanneer mejufvrouw Ro salie er iets vaD vernam." „Mijnheer de president," zeide Moutecaldo ter wijl hij met oprechte, hoogachting voor hem boog, „ik bewonder u, gij ziet de zaak veel beter in dan ik. Maar nu verzoek ik u dringend om mijn ongeduld te bevredigen, en mij te zeggen, waar mede ik een man kan dienen, die zoo edelmoe dig mijn raadgever en redder uit jeugdige dwaas heden wordt." De president nam op dit oogenblik een uiterst imponeereude houding aan en antwoordde op afgemeten, beleefden toon; „ik verzoek u mijn heer de baron, wel te bedenken, dat ik geen dieust begeer, maar dat ik er een bewijs als de gevol gen van uwe dwaze handelwijze mij dwingen, voorwaarden te stellen, die de voorzichtigheid en mijne eigene zekerheid bij deze gevaarlijke zaak vorderen, die ik om mijnentwille geheel vreemd zou zijn gebleven. Ik verzeker u, dat ik de hulp van niemand wie ook, behoef. Om u dus, zooveel ik durf, au fait te stelled, zeg ik u, dat mijn zwager, die een onherstelbaar hypochondrist is, de dame, die wij dezen morgen zagen en de weduwe van een zekeren ontvanger Bautn is, sedert twintig jaar te vergeefs zoekt; hoe hunne lotgevallen verwikkeld zijn behoort, hier niet, het zij genoeg als ik u zeg, dat het vurigste verlangen van mijn zwager al dien tijd was, om haar weer te vinden. Hoewel ik hem zooveel doenlijk daarin hielp houd ik de vervulling van dien wensch niet voor zoo heilrijk; voor mevrouw Baum zou dit weer- gen aan het tot stand brengen van eene verzoe ning. Het antwoord toch, dat Thiers hun gegeven heeft, luidt: „De republiek blijft in stand, amnestie aan de insurgenten, met het geven van subsidies aan de werklieden wordt tijdelijk voortgegaan. Parijs onderwerpt zich aan de algemeene ge meentelijke wetgeving, aan geenerlei soort van afscheiding wordt toegegeven." Deze laatste be paling nu geldt juist het brandpunt waarom de geheele quaestie tusschen de commune en het Gou vernement zich beweegt. Zooals prof. Quack zijn laatste artikel in de Nieuwe Rolterdamsche Courant aanschouwelijk heeft gemaakt, wordt de betreu renswaardige strijd voor een groot gedeelte ge voerd om het overwicht van Parijs op de pro vinciën of van de provinciën op Parijs. In het antwoord van Thiers nu licht het duidelijk be wijs, dat de waarschuwing, die prof Quack aan het slot van zijn artikel den grijzen man toeroept, n.l. „om te zorgen, dat niet de overwinning zijner legers eene overwinning is enkelen alleen van de provinciën" hem nog niet heeft kunnen bereikeo. Immers in het voorstel der afgevaardig den werd toegegeven, dat de voorloopige gemeen tewet die door de Nationale Vergadering wordt vastgesteld, ook in Parijs van kracht zal zijn, dat naar die wet zal worden overgegaan tot de verkiezing van een nieuwen gemeenteraad. Maar is eenmaal die gemeenteraad gekozen, dan wil deze zelf het recht hebben om zijne onderge schikte ambtenaren te benoemen en een ontwerp maken voor de regeling der bijzondere belangen van Parijs. Hier openbaart zich dus een van de groote geschilpunten met de gemeentelijke in richting in de provinciën, en de uitdrukking „Paris rentrera dans le droit commun muuicipal" snijdt vrij wel alle aanspraken, die Parijs in dit opzicht mocht makeD, af. Dezelfde richting deed zich ook in de Nationale Vergadering opmerkeo, waar de heer Mortimer Ternaux, toen de behan deling der gemeentewet tot artikel 10 genaderd was, het voorstel deed om ten behoeve van Parijs de wet in twee deelen te splitsen, doch dat voor stel dadelijk introk toen de Minister Picard de vergadering verzocht, zich geheel op het stand punt eener gelijke wetgeving voor geheel Frank rijk te stellen. De commune nu, die er zelfs maar voor een gedeelte in toegestemd heeft om zich opnieuw volgens de in te voeren kieswet te laten constitueeren zal a plus forte raison niet op boven- gemelden grondslag met Thiers willen onderhan delen. Met dezelfde voorstellen ongeveer als de heeren Desonnaz c.s. hebben zich de afgevaar digden van den handelsstand (van welke depu tatie de regeling der postdiensten slechts een zeer ondergeschikt punt blijkt te zijn) naar Versailles begeven. In het rapport dat zij in de Parijsche bladen van hunne zending publiek maakten wordt dezelfde gezindheid van Thiers blootgelegd als in zijn antwoord aan de „Union Républicaiue." Thiers machtigde hen aan hunne committenten mee te deelen „qu'il allïrma sur son honneur, que jamais lui vivant et au pouvoir, la républi- que ne sucomberait" maar, wat afzonderlijke gemeentelijke rechten betrof, verklaarde hij, dat Parijs vau het gouvernement niets meer te wach ten had dan toepassing van bet gemeene recht. In hoeverre de politiek van den heer Thiers in de gegeven omstandigheden verkeerd is, mogen kundiger dan wij beslissen. De Indépendance, die op eenige naar haar inzien verkeerde maatrege len van hem wijst, zooals b. v. zijne verklaring om het beleid te laten varen indien hem het recht tot benoeming der maires niet werd gege ven, voegt daarbij dat, indien men alle gouver nementen wilde omverwerpen, die fouten begaan, men gerust de omwenteling permanent kon ver klaren eu van de barricades een geregeld wer kende instelling nioest maken. Het bericht, dat verscheidene bladen meedeel den als zou generaal Fabrice aau Favre kennis zien met zijne smartelijke opwekkingen zelfs ge vaarlijk kunnen worden. Het zou vreemd kun nen schijnen, dat iemand die met zooveel zorg en angst gezocht wordt, als mevrouw Baum, niet ontdekt wierd, als zij zich zoo in de nabijheid bevond t van dengene, die haar zoekt, maar ik moet u doen opmerken, dat mevrouw Baum haar naam heeft veranderd en mijn zwager die zijn eenzame woning nooit verlaat dit niet weet, en haar bij haar vroegeren naam oproept in de cou ranten, die zij in hare afgetrokkenheid niet leest. Eerst heden heb ik door het gebeurde bij den juwelier gehoord wie zij is, en ik zou dadelijk mijn plicht vervullen en haar bij mijn zwager brengen, ware het niet, dat ik daarvan terug gehouden wordt door hetgeen daaraan voor den heer Radauer en Rosalie verbonden is." „Voor Rosalie, voor mijn aanstaanden schoon vader?" vroeg Montecaldo eenigermate twijfelend. „Wel ja," antwoordde de president, daar die juweelen een der hoofdverbindingen tusschen mijn zwager en mevrouw Baum zijn, zoo zou die zaak ongetwijfeld ter sprake komen, ook die van den diefstal; de dame zou zich op mij beroepen, en het eclat zou door mijn getuignis voor mijn 'vriend Radauer overmijdelijk worden." Monte caldo sprong op en liep het vertrek met groote stappen op en neer; „maar om Gods wil, mijn- gegeven hebben, dat de communicatie op deil Noorder-spoorweg door de insurgenten verhin derd werd, is onjuist. Er zijn eenige beambten van de maatschappij gearresteerd, doch den vol. genden dag reeds weder losgelaten zonder dat daardoor nog de communicatie werd gestremd De aanleiding hiertoe was, dat eenige inwonen van St.-Denis, die de zaak der Commune toege daan waren, naar Parijs hadden willen vertrek, keu, doch door de Pruisen hierin verhindert waren. De gearresteerde beambten nu werden beschuldigd, de Pruisen hierin ter zijde te staan Dat echter de dienst haren gewonen gang gaat daarvoor heeft generaal Fabrice goed gezor»d Langs de geheele lijn van St.-Denis tot aan de enceinte der stad staan schildwachten, waarvan de laatste den schildwacht der nationale garden aan den overkant van de brug tot vis-k-vis heeft Aan het station te St.-Denis zijn gewapende Prui siscbe afdeelingen om de komende en vertrek kende reizigers te controleeren. Verder zijn no langs den weg hier en daar sterke afdeelingen cavalerie gelegerd om alle mogelijke toebrengt van schade aan de rails te voorkomen. Op dezelfd wijze wordt gezorgd voor de veiligheid op de Ooster-spoorweg en de Pruisen houden zich o deze wijze voor alle mogelijke omstaudighede twee toegangen tot de stad open. De toestand in Parijs moet op het oogenbli allerverschrikkelijkst zijn. Protestantsche zoowe als Roomsche geestelijken (waaronder waarschijr, lijk ook de algemeen geëerde en beminde aarn. bisschop) worden gevangen genomen en vau huim bezittingen beroofd; kerken eu andere godsdiens- tige gebouwen (zoo men beweert ook de Notie Dame worden geplunderd. Geheel onschuldig personen worden bij volksoploopen en straat<e vechten dood geschoten. Kortom het is eeu loonei van verwarring en ellende, zooals Parijs seden de dagen der eerste omwenteling niet beleed heeft. Assy en Bergeret, die gevangen genoins waren, beschuldigd van hoogverraad, zouden is dood veroordeeld zijn; doch in de laatste dage zijn er zooveel personen ter dood veroordeelde zelfs geëxecuteerd, die naderhand weer te vi» schijn komen, dat men dit bericht niet voor zefc kan aannemen. Wat den strijd buiten Parijs aangaat moeit wij, bij eene vergelijking der meedeelingen vat beide partijen, wel de gevolgtrekking maken,ds de zaken voor de insurgenten, een gunstige wending hebben genomen. Mac-Mahon schijnt een onvoorzichtigen aanu op de forten Issy en Vanvres te hebben late maken, waarbij zijne troepen met verlies zij teruggeslagen. De positie der opstandelingen Asnières neemt ook een dreigender karakter as: De Pool Dombrowski (er is op het oogenblil in Parijs een amalgama van republikeinen va verschillende natiën) heeft daar versterking! aangebracht, die vrij gevaarlijk kunnen worde, voor de positiën te Courbevoie en aan de bru van Neuilly. Tegenover den Mont-Valérien, d de barricaden aan de porte Maillot hevig bestooklt is een sterke batterij opgericht en heeft dadeli] zijn tweegevecht met het fort geopend. Alles i aanmerking genomeu is het niet onwaarschijnlijk dat het gouvernement, iudieu geen schikkin tusschen beiden komt, ten laatste nog zal moele. besluiten tot den zoo vernederenden maatregel om de hulp der Pruisische troepen in te roepa ü>nl Aan de Köln. Zeit. wordt uit Holland gescbn ven: „Het is waarlijk jammer, dat de Hollandse! couranten bij u zoo weinig gelezen worden en dl daardoor mijne Duitsche landgenooteu het geD# missen, de Nieuwe Rolterdamsche Courant te leer« kennen. Niet dat deze courant wat de redacli: betreft, iets op andere bladen vooruit heeft, eer der het tegendeel. Maar in ieder Zondags-notnuiei geeft de courant fulminante leading-artikels vse heer de president, wat moet dat dan worden" vroeg hij zeer opgewonden. Voor alle dingen moet mevrouw Baurn voor mijn zwager onbereikbaar blijven, dat wil zeggen als gij bedaard wilt zijn. Zeg haar, als gij haar be portret overhandigd, dat gij voor die inschiklijk heid al was het niet de toestemming van Rosal: dan toch die van mijnheer .uw vader moest heb ben, die zich voor de zaak zeer interesseert, e" dat de oude man, die wonderlijke invallen heel tengevolge daarvan de doop eu trouw-acte ven mevrouw Baum, de geboorte-acte van haar kiwi en de dood-acte van haren man verlangt, om m Parijs in de registers van den burgerlijken sta»1 na te zieD, of er werkelijk op dien tijd eene li milie Lambert te Parijs woonde. Ik wil toege ven, dat die wensch opvallend is, maar gij mod gevat zijn en die dame er opmerkzaam op nis ken, dat in het ergste geval die documenten don' de ambtenaren worden vernieuwd. Als gij dan na dat model een doodacte zoowel voor de moe der als voor de dochter hebt laten vervaardige"* dan zal mijn zwager het zoeken opgeven, en gï hebt rust." „Den duivel ook, mijnheer de president," vod Montecaldo met schrik uit. „Gij zegt dat z") luchtig weg, als of gij niet wist dat op verfd' sching van documenten tuchthuisstraf staat." (Wordt vervolgd)'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 2