Zwolle, 6 April. Naar men verneemt, heeft
wijlen de heer J. W. J. A. baron Van Lams-
weerde bij uiterste wilbeschikking o. a. voor de
huurders van de hem behoord hebbende vaste
goederen de gunstige bepaling gemaakt, dat zij
éen jaar geen pacht en gedurende zes jaren slechts
de oude pacht zullen betalen.
's-Hertogenbosch, 7 April. Z. M. de Koning
heeft aan het bestuur van de scherpschutters-
vereeniging Eendracht maakt macht alhier, ten ge
schenke toegezonden, twintig Remington-gewe-
ren met toebehooren, een en ander door Z. M.
ter gelegenheid van HD. komst in de maand
September jl., den heer J. W. R. Van Gulick,
kommandant van het korps Koninklijke Scherp
schutters toegezegd. Dat al de leden hoogst ver
eerd en innig dankbaar zijn voor dit nieuwe
bewijs van 's Konings gunst en belangstelling in
hunne vereeniging, zal wel geen verder betoog
behoeven.
Maastricht, 6 April. Het provinciaal gerechts
hof in Limburg heeft, bij arrest van heden, den
landbouwer A. Van Bilsen, van Grathem, vrijge
sproken van de hem ten laste gelegde poging
tot moord op een hem vervolgenden gendarme,
en zijne invrijheidstelling bevolen.
Volgens den Courrier de la Heuse is heden
hier in arrest gesteld zekere Arnold Dresens, dag-
looner, die vóór ongeveer een jaar beschuldigd
werd van het bedriegelijk, na hem eerst dronken
te hebben gemaakt, doen wegvoeren van een jeug
digen mijnwerker, slechts 9 jaren oud, doorhem
te verhuren aan een steenbakker om in Duitsch-
land te gaan arbeiden.
Men beweert dat Dresens zich verscheidene
maanden schuil gehouden .heeft door als schippers
knecht dienst te nemen, waardoor hij den mees
ten tijd in België doorbracht.
KOLONIE TV.
NIEUWSTIJDINGEN.
De gisteren aangekomen Mail bracht de dag
bladen uit O.-I. aan met nieuwstijdingen tot den
Sden Maart.
In de Java-Bode van 8 Maart j.l. schrijft men
van Batavia het volgende:
Hedennacht is een Inlander, die de woning
van den heer Keuchenius, laatstelijk resident van
Samarang, was binnengedrongen en reeds een
pak verschillende goederen bijeen had, door den
huisheer overvallen, vermeesterd en gebonden,
en hedenochtend aan de politie overgeleverd.
De oud-directeur van Openbare en Burger
lijke Werken H. De Bruijn met zijn familie, is
met het schip Stad 's-Gravenhage dezer dagen
wederom uit Nederland teruggekeerd.
Gelijk men weet behoorden nog zeer onlangs
beide familiën tot onze Leidsche stadgenooten.
Samarang, 17 Februari. Voor den koop der
tabaksonderneming Panauiangan, aan de O.-I.
Maatschappij van Administratie en lijfrente be-
hoorende, is slechts een inschrijving binnengeko
men, ten bedrage van 2000. Dat bod werd af
gewezen. Locomotief
18 Februari. De controleurs-rekwestranten onder
vinden, in stede van verlichting, verzwaring der
straf, welke de regeeriug zich niet ontzag hun
op te leggeu omdat zij een recht hadden uitge
oefend, hun door de wetten van dit land toege
kend. Ten eerste lijden zij de rechtstreeksche ge
volgen van hun achteruitzitting op de ranglijst;
tén tweede bemerken zij een aanhoudende ver
traging in de benoeming van adsistent-residenten
voor vaceerende posleu. Temangoeng mist reeds
ongeveer drie maanden een deliuitief hoofd van
plaatselijk bestuurI Is dat billijk, rechtvaardig
en staatkundig volgens de tegenwoordige Re-
geertDg?
Dezer dagen is bij de boekhandelaren De
Groot, Kolff O0, alhier verschenen eeu tweede
druk van het' boekje getiteldHel Pangkalismus, of
de onsterfelijkheid, eni„ door J. J. Ten Siethoff.
Dit boekje, in 1866 uitgegeven onder den ver
dichten haam van Pangkal, werd door eene vo
rige redactie der Samarangsche Courant gunstig
beoordeeld. Binnen twee jaren was de 1ste oplaag
uitverkocht, zoodat er geene exemplaren meer van
in den handel te verkrijgen waren.
De netto opbrengst, bestemt de schrijver,
blijkens zijne voorrede, voor het Djatti-Gestichl.
Het boekje beslaat een 75tal bladzijden druks,
en de letter evenzeer als de vorm zijn berekend,
om den lezer in de lectuur daarvan genoegen te
doen vinden.
Batavia, 24 Febr. Aan eeu particuliere corres
pondentie ontleeuen we het volgende:
Wat het Buitenzorgsche aangaat wordt het
hier goed.
Onlangs is bij Tjogrek en bij Banjer Waroe
(Pondok Gedeh) eeu inlander aangehouden op
den grond geworpen en alles afgenomen wat
hij had.
Dit gebeurde tusschen halfzes en halfzeven, dos
bij lichten dag. Nu weder is bij Batoe Toelies
een postlooper aangehouden en beroofd van alles,
wat hij bij zich had. Van een ketjoepartij, die
plaats gehad zoude hebben op het land Tjomas,
maar waarbij de beude door de bevolking met
pieken zoude ziju verdreven, heb ik verder niets
meer niets meer gehoord. Enfin het is genoeg U
mede te deelen, dat de inlander van oordeel is,
dat het zoover zal komen, dat hij zijn eigen rech
ter moet worden, want bij klachte wegens dief
stal heeft hij veel soesa en de dader wordt niet
of zeer ligt gestraft. Er zijn echter zaken, waar
van gij door iemand op de plaats beter onderricht
kunt worden dan door mij. ik wilde wel, dat ik
alles wist, ik zoude U alles nauwkeurig melden.
2 Maart. De Handelsvereenigingalhier heefteen
afschrift ontvangen van een Gouverueuients be
sluit waarbij de Directeur van Binueulandsch
bestuur gemachtigd wordt, om de termiju van
.twee maanden binnen welke ingevolge art. 10
der voorwaarden van verkoop der op den lsten
December 1870 in veiling gebrachte Gouverne-
ments suiker, de verkochte suiker moet zijn in
ontvangst genomen voor zooveel de te Samarang
af te ievereu suiker betreft, met éen maand te
verlengen en alzoo te brengen op drie maanden
en in verband hiermede den mj art. 12 dier
voorwaarden bepaalden fatalen termijn van
drie maanden voor Samarang te stellen op vier
maanden. (Bat. Handbl.)
Door den Gouverneur-Generaal van Nederl. Indië
zijn de volgende beschikkingen genomen:
Civiel Departement. Benoemd: Tot off. v. just, bij
den raad van just, te Makassar, de griff. bij den om-
gaanden rechter in de 4de afd. Mr. L. J. Godefroij.
Tot adsp.-ing. bij den waierstaat en 's lands burg.
openb. werken H. P. Gutteling, daartoe ter beschikk.
gesteld van de Ind. reg. Tot adsp.-ings. bij het mijn
wezen in Ned. Indië, H. A. Mansfeldt en H. J". W.
Jonker, daartoe gesteld ter beschikk. van den Gouv.-
Gen. Tot hoofdonderw. aan de openb. lagere school
te Telok Betong (Lampongsche districten) P. C. Van
Ghert, laatstelijk hoofdonderw. aan de openb. lagere
school te Padang (Sumatras Westkust), onlange van
verlof uit Nederland teruggekeerd. Tot onderschout
bij de policie te Soerabaija, de eerste klerk ter griffie
van den raad van justitie aldaar J. W. Kok. Goed
gekeurd dat door den raad van justitie te Padang is
benoemd tot buiteng. substituut-griffier bij die rechtb.
Mr. C. Rasch; dat door den landraad te Brebes (Tagal)
is benoemd tot buiteng. subst.-griff. bij die rechtb.,
buiten bezwaar van den lande, O. C. Eschauzier,
ambt. ter beschikking bij de landelijke ink. en cult
Verleend: Een tweejarig verlof naar Nederland,
wegens ziekte, aan den secret, der res. Samarang J. C.
C. Struick. Ontslagen: op verzoek eervol, uit zijne
betrekking, wegens ziekte, onder toekenning van
wachtgeld, de commies-ontvanger der in- en uitvoer
rechten te Siboga, tevens haven- en pakhuism. aldaar,
J. C. Romawinckel.
Benoemd: Tot asistent-resident van Sintang
(resid. Wester afd. van Borneo), P. E. Laging
Tobias, laatst, die betrekk. bekl. hebbende, onlangs
van verl. uit Nederland teruggekeerd; tot comm -
ontv. der in- en uitvoerr. te Siboga Sumatra's West
kust), tevens haven- en pakhuism. aldaar, de onder-
comm. lste kl. bij de controle en recherche te Soe
rabaya J. Swart; tot ondercomm. lste kl. bij de
controle en recherche te Soerabaya, de comm.-ontv.
der uitvoerr. te Bangkallan (Madura), tevens fun-
geerend havenm. aldaar L. G. Beijerinck; tot comm.-
ontv. der in- en uitvoerr. te Bangkallan (Madura)
tevens fung. havenm. aldaar, de commies-ontv. der
in- en uitvoerr. te Aijer-Bangia (Sum. Westk.) tevens
haven en pakhuism. aldaar, W. A. Phefferkomtot
ambt. ter beschikk. bij de land. ink. en cult, de ambt.
voor de burg. dienst in Nederl.-Indië J. A. D. Van
der Palm. Goedgekeurd; dat door den landraad te
Samarang ia benoemd; tot buitengewoon subet. grifi.
bij die rechtb., buiten bezwaar van den lande, H. E.
Bach, gewezen eerste klerk, tevens griff. bij de land
raad te Ngawi (Madioen). Door aen resident van
Kadoe is benoemd; tot klerk tevens griff. bij den
landraad te Temanggoeng (Kadoe), J. W. Brunuer,
thans klerk op het bureau van den adsistent resident.
Departement van Oorlog. Verleend: Een tweej.
verl. naar Ned., aan den kapt. der inf. A. Luijmes.
Een tweej. verl. naar Ned., wegens ziekte, aan den
2den luit. der inf. J. A. E. Cramer. Door den comm
van het leger en chef Aan het Dep. van Oorlog in
Ned.-Ind. is overgeplaatst bij de inf. bij het kader
van het atraf-det. te Klatten, kapt. G. de Bokt van
het lste bat. Verleend: Een tweej. verl. naar Ned.,
aan den kapt. der art. W. C. de Jongh.
Departement der Marine. Verleend: Een tweej.
verl. naar Ned., aan den baas bij den stelwinkel van
de fabriek voor de mar. en het stoomw. te Soerabaya
G. W. A. Hamel.
H UITEN Li A. IX r>.
Frankrjjk.
Wat militaire verrichtingen aangaat is erover
het tooneel van den burgeroorlog niet veel nieuws
mee te deelen. Volgens de berichten van Versail
les, die naar ons inzien het meeste geloof ver
dienen, in aanmerking genomen dat de commune
door allerlei overdrevene berichten en procla
maties der moed der nationale garde wil staande
houden, is op het oogenblik de stad door het
leger van Versailles ten W. en Z.-W. i rij wel
ingesloten. Het schijnt loch waar te zijn, dat de
barricade aan de brug te Neuilly ua een hevig
gevecht bemachtigd is zoodat de lusurgenten zich
van daar in de stad teruggetrokken hebben. De
Independance deelt heden mede dat de commune
op aandrang van eenige leden aan alle troepen
het bevel zou gegeven hebben zich binnen
de stad terug te trekken, zoodat het gevecht op
het oogenblik alleen zou beslaan tusschen de
forten Issy, Vauvres, Moutrouge en de batterijen
van het gouvernement in de redout de Chatil-
lon. Er wordt van deze gelegenheid gebruik ge
maakt tot het aanwenden van verscheidene po
gingen tot verzoening, maar de commune schijnt
besloten te hebben, aan die pogingen zich niet
alleen niet te storen, maar ze zelfs te verbieden.
De toestand in Parijs begint al meer en meer
van een schrikbewind te krijgen. Het verbeurd
verklaren van de huizen van Thiers, Jules Favre
en Picard het inlijven bij de nationale garde van
alle ongehuwde mansjiersonen van 17 lot 35 jaren,
het opwerpen van een jury om te beoordeelen,
wie door hunne vijandschap tegen du commune
verdienen opgesloten en eventueel gefussilleerd
te worden, en eindelijk het decreet, waarbij
Staat en Kerk gescheiden en de geestelijke goe
deren verbeurd verklaard worden, herinneren
aan de geweldadige handelingen, die zich ook
in 1789 langzamerhand oniwikkelden. Laatstge
noemd decreet, over de verbeurd verklaring der
geestelijke goederen, ten gevolge waarvan wij
per lelegram reeds hoorden, dat een non zich
in de stad Brussel was komen beklagen, luidt
aldus:
i, De commune vau Parijs, overwegende, dat
het eerste grondbeginsel der Fransche republiek
is de vrijheid; O, dat de vrijheid van het geweten
is de hoogste vrijheidO, dat het budget van Eere
diensten met dit beginsel in strijd is omdat het
de burgers verplichtingen oplegt tegen hun eigen
geloof in; O, dat met der daad de geestelijkheid
medeplichtige is geweest aan de pogingen der
j monarchie tegen de vrijheid; besluit:
Art. 1. De kerk is van deu staat gescheiden.
Art, 2. Het budget voor Eeredienst is opgeheven.
Art. 8. De zoogenaamde goederen uit de doode
hand, behoorende aan de godsdientige congregaties
zoowel roerende als onroerende, worden verklaard
te zijn nationaal eigendom.
Art. 4. Er zal oogenblikkelijk eene enquête naar
die goederen worden ingesteld om er den aard
van te constateeren en ze ter beschikking der
natie te stellen.
Men ziet, de nieuwe Fransche revolutie
neemt langzamerhand het karakter aan van
die van 1789 met haar schrikbewind, ver
beurd verklaringen en bloedbaden. Hebben de
tegenwoordige insurgeuten de uitvinding van doc
tor Guillotin nog niet doelmatig gekeurd, om
hunne geüsurpeerde macht te handhaven, alles
leidt er toe om, indien niet spoedig de gouver-
nements troepen de stad binnentrekken, te vree
zen dat men op eene of andere wijze het ge
noemde instrument zal weten te vervangen.
Z-wltserlantl.
De richting der publieke opinie in Zwitserland
of liever in het kanton Zurich over de Duitschers,
die men al licht geheel zou beoordeelen naar de
treurige gebeurtenissen, den 9den Maart in Zurich
voorgevallen, wordt ons op een heldere manier
nader uiteen gezet in een artikel, door een ge
boren Zwitser aan de Allg. Augsb. Zeit. toege
zonden. Zich een waardiger zoon van het land
der Tells, Winkelrieds, Staufachers en Melchthals,
toonende dan de ellendige steenen-slingeraars van
9 Maart, treedt genoemde inzender met kracht
op om te betoogen, dat het fatsoenlijke deel der
bevolking aan de treurige handelingen van het
uitschot in geenen deele medeplichtig is. Hij begint
met vijf oorzaken voor het schandaal op te geven
I. De onbekookte, ongemotiveerde sympathie
van een deel der Zürichsche bevolking voor de
Franschen; hunne ondankbaarheid voor het vele
goede, dat het kanton aan de Duitschers ver
schuldigd is; een exclusivismus dat zich openbaart
in beleedigende uitdrukkingen, en hen niet alleen
gelijk maar verre beneden de Chinezen en Japa
nezen stelt. Die ingenomenheid tnet de Franschen
nu gaat zoover, dat het als een onverdragelijke
en onbeschaamde aanmatiging der Duitschers
wordt uitgekreten, den zegepraal van hun volk
op hunne manier te willen herdenken.
II. De nieuwsbladen zoowel die van de stad
Zurich als van de kleine district-stadjes; van de
laatste is dit gedrag te verklaren door de gruwe
lijke onwetendheid, en de karakterloosheid van
het grootste gedeelte der redacteurs van de locale
bladen. Maar treurig is de handelwijze van de
„Neue Züricher Zeitung" die eerst haar wimpel
naar beide winden liet draaien, zich vervolgens
door de Fransch gezinde partij schrik liet aan
jagen, dan weer eens eeu tijd lang geen kleur
aannam, en nu, nadat de Franscltgezinde partij
zich zoo schandelijk heeft aangesteld eindelijk wel
genoodzaak is, een woord ten gunste der Duit
schers te spreken.
III. De zwakke houding der regeering van het
kanton Zürich. De schrijver drukt deze kort en
bondig uit door de volgende zinsnede: „Men zegge
niet „„onze regeeriug heeft hare bezinning, haren
moed en haar invloed verloren;"" de hemel be
ware mij! De gebeurtenissen hebben eenvoudig
geconstateerd, dat de regeering noch bezinning,
noch moed, noch autoriteit bezit. Het is een ar
moedige getuigenis voor onze regeering, militairen,
stedelijken raad en inwoners onzer stad, dat het
zonder de hulp van bonds-troepen niet mogelijk
was, hoogstens 400 schoften en schurken meester
te worden."
IV. De voornaamste schuld van het uren lange
ongestoorde voortduren der wanordelijkheden is
aan de Zürichsche militaire macht te wijten. Het
eenige wat zij verhinderd heeft was, dat ten
slotte de Tonhalle door de dreigende menigte
bestormd werd om de feestvierende Duitschers
en Zwitsers te vermoorden. Voor het overige
echter hebben de soldaten zich met het plebs ge-
encanarlleerd, en dikwijls toegejuicht wanneer
het den een of anderen ellendeling gelukte een
buitengewoon schoonen steenworp tc doen.
Over de Fransche soldaten maakt de schrijver
de volgende treffende opmerking: „Het is een
zonderlinge ironie van het noodlot, dat meer dan
80,000 gewapende Franschen uit hun eigen va
derland voor een Duitsch leger naar het ueutrale
Zwitserland vluchten en zoo zonder kleerscheu-
reu er af komen, dat dan echler eenigen van hen,
met schandelijk misbruik van het asylrecht, in
een neutraal land tnet geweld in een afgesloten
muzijkzaal inbreken, daar gewapenderhand de
ongewapende Duitsche musici en zangers over
vallen doch door dezen met muztjklessenaars en
stoelenpoten jammerlijk op de vlucht geslagen
worden en het slagveld opnieuw met smaad
en schande maar nu ook met bebloede koppen
verlaten, om bij een hoop ellendige boeven hunne
toevlucht te zoeken.
V. Eindelijk is het een groote smaad voor het
betere gedeelte der weerbare Zürichsche bevolking
zich in een tijdsverloop van 8 uren des avonds
tot middernacht niet verzameld heeft, otn aan
het schandaal een einde tc maken.
„En deze onverantwoordelijke nalatigheid" zoo
vervolgt de schrijver „geschiedde door de inwo
ners van een stad, waar dadelijk honderden
zamen stroomen wanneer een oude knol op straat
omvalt, in een stad waar ieder, die op de tioovts
wil zijn en niet als een domoor wil uitgelache
worden, moet zorgen dat hij soms geen uur late.
een ander er kennis van draaft
wanneer
dan
een vreemde koets is aangekomen of wanneer
een witte hond met zwarte vlekken door de straat
heeft geloopen."
„Men wil nu de aandacht van de hoofdzaak
op alle mogelijke bij omstandgheden afwenden
op de doelmatigheid van het uitstellen der feest
viering, op socialistische oogmerken der intern»
tionalen, plannen tot omwerping der regeeriug
enz. maar dat alles is lafheid en het blijft er
bij, de 9de Maart 1871 is eeu schandvlek voor
de Franschgezinde partij in Zürich, zooals de
laatste Duitsch-Fransche oorlog een schandvlek
voor Frankrijk is."
De schrijver eindigt met een loftuiting op de
houding en het gedrag der Duitschers in Zurich
Hij betoogt dat het gebeurde alleen in vermetel
heid kan gebracht worden door eene verandering
van de gezindheid der bevolking; daartoe moet
zij iDzien, hoe afhankelijk Zwitserland van Duitsch
land is uit een politiek-, handels- en industrieel
oogpunt; door in te zien hoe zwak vergelijken
derwijze Zwitserlauds militaire macht isenem
delijk door te waardeeren de nuttige, weldadig
en heilzame instellingen, door de Duitschers in
Zürich gesticht en bevorderd."
Besluiten wij dit uittreksel uit het artikel
den terecht verontwaardigden Zwitser door eene
aardige uitdrukking, die hij in den loop van zijG
betoog gebruikt: „Deze gebeurtenissen zijn
beschamende, naakte waarheden, die zelfs geen
Teilleyrand door eeu of andere taal zou kunnen
verbergen.
Bamenie.
Zooals wij reeds vroeger herinnerden zijn de
ongeregeldheden in Bucharest niet te beschouwd
als een eenvoudig straat-rumoer, maar vloeien
direct uit de sints 1856 aldaar ontwikkelde p
litieke toestauden voort. De sympathie voorè
Franschen en haat tegen de Duitschers isj
aanleiding geweest waarvan de onruststoks
gebruik maakten om hunne verschillende pis»
nen en doeleinden te bereiken. Het blijkt
ook, dat achter den schreeuwenden met steent
smijtenden volkskoop een geheel georganiseeil
revolutie-ontwerp verborgen was en wel van
minister Joan Ghika in vereeniging met he
hoofd der „Roodeu" Joan Bratiano. Sedert
hadden deze twee lieereu hunne eerzuchtig!
plannen voorbereid, en gingen daarbij te wei
op de gewone manier van samenzweerders m
beiden van plan zijnde zooveel mogelijk alleenhi
vruchteu van de expeditie te plukken,
Het doel van Ghika was om vorst Karei ei
toe te brengen om van zijne kroon afstand u
doen eu dan zelf eerst als stadhouder (Kaïmakam)
van Turkije te regeeren, waarop hij er met be
hulp der Rooden wel in geslaagd zou zijn, zicli
tot vorst over Rumeuie te laten kiezen.
Bratiano en zijne partij daarentegen ondei
steunden Ghika in zijne pogingen om voor ziet
zelf de meest mogelijke macht in handeu te krij
geu. Nadat nu reeds eenigen tijd lang aan Karei
van Hohenzollern, hetzij dan met meerdere o!
mindere medewerking en boos opzet der beide
eerzuchtige mannen, het regeeren verbitterd et
bemoeielijkt werd door lasteringen, verwaarloo-
zing van deu üuauciëelen toestand en aanstokers
in het leger, terwijl Ghika iutusschen gezorgl
had, de Porte inuig te vrieud te houdeu, scheet
bij de feestviering der Duitschers het geschikte
oogenblik gekomen, om de lont in de braiidstoffet
te werpen.
Wij hebben echter gezien, dat de pogingen der
oproerlingen mislukt zijn, en dat hel ministerie
Ghika op aandriugen vau Von Radowitz plaat'
heelt moeten maken voor het ministerie Tell-
Floresco. Deze laatste, aan wieu de portefeuille
van oorlog is toevertrouwd zal aan het kabinet
grooteii steun geven door zijne energie en popu
lariieit bij het leger.
Enkele voorbarige berichten deden geluoven
dat Vorst Karei de kamers zou ontbonden beb-
ben nadat eenige leden daarin het voorstel had
deu gedaan om hem vervallen te verklaren. Het
schijnt dat deze berichten meer gegrond ware»
op de waarschijnlijkheid dan op de werkelijklieid
van zulk eeue gebeurtenis. Want inderdaad
pas later die ontbindiug uitgesproken en well'11
gevolge van een besluit der kamer, dat niet
een votum van wantrouwen tegen de u11
nisters gelijk stond. Dezen hadden namelijk
kennen gegeven, dat zij als zulk een votum
zouden opvatten indien de kamer niet hun voor
stel aanuam om met terzijde stelling van a"c
andere ophelderingen dadelijk over le gaan l0'
het beraadslagen over ue liuauciëu. De kam6'
heeft met 66 legen 57 stemmen het voorstel
worpen en is deu volgenden dag ontbonden.
1856
de
De onderteekenaars van het tiactaat van
hebben voor alle mogelijke eventualiteiten
Porte gemachtigd om de noodige maatregelen te
nemen. Deze heeft dien ten gevolge Vorst
Karei
uitgeuoodigd om bepaald mee te deelen of hij z"-!1
in staat acht zichzelf en zijne kroon te besche'