Van der Lek de Clercq; Friesland, Jhr. G. R. G.
Van Swinderen; Overijsel, Mr. W. H. Cost Jordens;
Groningen, C. Geertsema; Limburg, Jhr. L. L. G.
M. De Villers de Pité.
De heer Mr. K. Cornells is door de kiesver-
eeniging de Grondwet, te Woert, met 44 van de
47 stemmen tol caudidaat gekozen voor het lid
maatschap van de Tweede Kamer der Staten-
Generaal, waarvoor de verkiezing op 11 April
aanstaande zal plaats hebben.
Z. M. heeft bij besluit van IS Maart jl. goed
gevonden, den staf van het wapen der artillerie
te vermeerderen met een majoor of kapitein,
voorzitter der commissie van proefneming.
De Alinister van Oorlog in aanmerking ne
mende, dat de tamboers bij het regiment grena
diers en jagers meer duu voltallig zijn, heeft
goedgevonden bij resolutie van 15 Maart jl., de
werviug van tamboers voor gezegd regiuient tot
nader orde te sluiten.
De Minister van Oorlog heeft, bij circulaire
van 11 Maart j.l., heeren bevelhebbers in de mili
taire aldeelingen aangeschreven, geeu miliciens
tot korporaal meer aan te stellen, dan die bekwaam
zijn dien graad behoorlijk te bekleedeu. Is geen
toereikend aantal miliciens van dat gehalte aan
te wijzen, dan verdient het de voorkeur minder
korporaals dan het maximum van twee per com
pagnie aan te stellen.
De Minister van Oorlog in kennis gesteld zijnde
met bezwaren, welke bij de post-admiuistratie
gerezen zijn tegen het vervoer van pakken, wier
inhoud niet voldoet aan de vereischten voor eene
verzending per post (bijv. pakken met kleediug-
stukken, paardeutuigeu enz.), eu tegen het genot
van portvrijdom voor stukken welke volgens de
wettelijke regeling van dit onderwerp niet geacht
kuuueu worden te behooren tot die soort van
dienstcorrespondeutie, waarvoor vrijstelling van
port verleend moet worden, heeft dezer dagen
aau het leger medegedeeld, dai voortaan geene
verzending per post meer zal worden toegelaten
van voorwerpen, die niet volgens de digerende
bepalingen nopens de aangelegenheden der brie-
venposterij in de termen vallen van zoodanig
vervoer.
De Raad van Toezicht op de spoorwegdiensten
brengt ter algemeene kennis, dat de directie der
Nederlandsche Rijnspoorwegmaatschappij aau
hare beambten heelt voorgeschreven proces-ver-
baal op te maken tegen den reiziger die weigert
bij te betalen, wanneer hij, voorzien van een
plaatsbewijs 's-Gravenhage—Rotterdam of 's-Gra-
venhage-Amsterdam, op een tusschen-staiiou den
trein verlaat.
Intusschen zijn de beèedigde beambten en be
dienden van den spoorweg alleen bevoegd tot het
opsporen der overtredingen van de Spoorwegwet,
van den algemeeueu maatregel van inwendig be
stuur, in art. 24 dier wet vermeld, en van het
in art. 4 bedoeld reglement.
De bevoegdheid kan niet worden uitgebreid
en in vermeld geval hare onrechtmatige uitoefe
ning nimmer aanleiding geven tot strafvervolging.
Verder te reizen dan het station waarvoor
plaatsbewijs is genomen, zonder kennisgeving
aan den hoold-conducteur en bijbetaling van de
bijkomende vracht, is strafbaar, maar niet straf
baar is tuinder oer te reizen dan het slation waar
voor het genomen plaatsbewijs geldt.
De Hamburger Bórsenhalle vermeldt het volgende
telegram uit Londen, dat waarschijnlijk geheel
onjuist is. //Naar een hier ontvangen telegram
zou de alstaud van Luxemburg aan Duitschland
bepaald besloten zijn eu moeten nog maar de
het te verliezen I Ik smeek u, heb medelijden,
neen, neen, onttrek het niet aan nnjne blikken,
sluit het met m het doosje."
Moutecaldo maakte intusschen werkelijk aan
stalten om de juweelen weg te neuieu, lnj sloot
het etui, stak het in zijn borstzaken zeide terwijl
hij zijn hoed nam; //Ik zal wel terugkomen;
mevrouw moet aau deze opwekkingen die nadee-
hge gevolgen kunnen hebben voor hare ontstelde
verbeelding, onttrokken worden. Ik ,hoop dat me
vrouw zal bedaren. Mijnheer de president, ik
wensch u goeden morgen."
Deze boog met een zoo uitvorscliendeu, won
derlijken blik, dat Montecaldo bloedrood werd,
en nadat deze de deur gesloten had, verzocht de
president mevrouw Buum,die in sprakelooze droef
heid door het venster de wegrijdende equipage
nazag, haar naar huis te mogen brengen.
De dame scheen door het voorgevallene zoo
getroffen dat zij zich willenloos liet geleiden en
slechts onzameuhangend antwoorde op de vra
gen die de president haar deed.
Hij had echter, toen hij aan de tuindeur af
scheid van haar nam, genoeg vernomen om zijne
vermoedens bewaarheid te zien en zijne eigene
plannen daarna te veranderen. Dat deze juweelen
die mevrouw Ëaum toebehoord hadden in geene
andere handen geweest konden zijn, dan in die
quaesties van de vereffening der staatsschuld en
de aanwending der domeinen beslist worden."
De lieer Van Landsberge, tijdelijk gezant te
Londen, zou volgens de Kblnische Zeitung zijn aan
gewezen, om den Nederlandschen gezant te Brus
sel, den heer Rochussen, die naar Berlijn zou
worden verplaatst, te vervangen.
De Kblnische Zeitung meldt, dat de heer v. Pes-
tel, eerste secretaris van de Nederlaudsche ambas
sade te Berlijn, naar Londen verplaatst is.
Als schrijver van de brochure ,/Over de finan
ciën van Nederland in verband niet de verrich
tingen van wijlen den heer Rochussen als minister
van financiën," kort na den dood van dien staats
man verschenen, heeft zich bekend gemaakt, de
heer M. Henriques Pimentel, adjunct-commies bij
het departement van financiën.
In den Zweedseheu Rijksdag heelt eene be
langrijke discussie plaats gehad over eene motie,
die voorgesteld werd bij gelegenheid van het
wetsontwerp op de reorganisatie van het leger.
Deze motie strekte om art. 13 der constitutie af
te schaffen, waarbij aan den Koning gegeven
wordt het recht tot het verklaren van vrede of
oorlog. Zij is echter verworpen uiet 119 tegen
43 stemmen.
Z. M. heeft aan W. G. Bloem, gewezen opzichter
van den waterstaat der 1ste klasse, verleend een
pensioen ten laste van den Staat ten bedrage van
f 47U 'sjaars, op gronde van art. 5, alin. 4, en
art. 43 der wet van 9/3 Mei 1346/51 Staatsblad
n°. 24/49).
Z. M. heeft aan de na te melden officieren bij
de dd. schutterijen, op hun verzoek eervol ontslag
verleend, als: bij die te Eindhoven, aau VV. F.
J. Pastoors, als 2den luit; bij die te Amsterdam,
aan P. Klias Pzn., als lsteu luit., onder gehouden
heid tot het volbrengen van de op hem uit kracht
der wet nog rustende verplichtingen als gewoon
lid der schutterij bij de reserve, met al de ge
volgen daaraan gehecht.
En heeft voorts bij de dd. schutterijen benoemd
bij die te Eindhoven, tot 2den luit. fl. G. Smeets,
thans sergeant; bij die te Rotterdam, tot 2den
luit.-kwart. P. M. Van Koetsveld, thans sergeant;
bij die te Utrecht, tot luit. J. H. J. Van Lunteren,
thans 2den luit.; tot 2den luit. J. H. Keizer, A.
Th. Jliquel eu B. Langeveld, allen thans sergeant.
Z. Al. heelt aan den met verlof hier te lande
teruggekeerden kupit.-kwarlierm. van het leger
in Nederl. Indië A. W. A. De Haan, gerekend
van den lsten April 1871, wegens ongeschiktheid
tot het gaan hervatten van den werkelijkeu dienst,
ten gevolge van lichaamsgebreken, een eervol
ontslag verleend uit Zr. Ms. milit. dienst, met
toekenning van pensioen.
B1NISENLAND,
Amsterdam, 5 April. De gemeenteraad alhier
heelt heden zijn besluit, om de zoogenaamde
voorjaarskeruns niet te doen doorgaan, in zoo
verre gewijzigd, dat, op praeadvies van Burge
meester en Wethouders, aan kramers, die hier
woonachtig zijn en op het bevolkingsregister als
zoodanig bekend staan, vergund is kramen op te
slaan, mits deze hier aanwezig ziju en onder de
waarborgen door Burg. en Weth. noodig geacht.
Dit besluit werd na eenige discussie met 25 tegen
8 stemmen aangenomen. De minderheid meende
o. a. dat, waar op grond der pokziekte het vorige
besluit genomen was, hetgeen houding had daarop
thans voor een deel terug te komen.
Het voorstel van de heeren Van der Toorn
c. s., tot vermindering van het schoolgeld op de
Openbare Handelsschool van 180 op ƒ90, is
heden niet behandeld, maar wegens liet verge-
van den Chevalier öt.-Aubin zijn zwager, was
hem duidelijk, nu hij wist dat haar eerste uian
kapitein Lambert geweest was.
De beschrijving van de kleinodiën die den
Chevalier voor jaar eu dag ontstolen waren,
paste nauwkeurig op die, welke Alontecaldo bezat
eu dat er vroeger nooit sprake geweest was van
dat porti et, kon daarin liggen, dat St.-Aubin geheel
en al onwetend was geweest, dat het zich daarin
bevond. Dat Alontecaldo die juweelen nu in zijn
bezit had zou op zich zelve volstrekt niet opval
lend zijn geweest, als hij niet beweerd had dat
het familie-juweelen waren, en het portret dat
van zijn vader. Dit kwam den president verdacht
voor, hij geloofde wel met geeu dief, maar met
een avonturier te doen te hebben, ten minste
een zwendelaar die den zwakken, ijdelen Ra-
dauer zocht te dupeereu.
Alet zijn snellen, zekeren blik zag hij het voor
deel in, dat hij daaruit koude trekken, hetzij dat
Alontecaldo, of Radauer hem dat verschafte.
Voor alles kwam het er echter op aau zich
nauwkeurige inlichtingen te verschaffen, omtrent
den persoon, de afkomst en omstandigheden van
Alontecaldo, en nadat hij alles rijpelijk overlegd
had, keerde hij veel vrolijker naar zijne woning
terug als hij ze verlaten had.
(Wordt vervolgd).
vorderde uur tot een volgende vergadering aan
gehouden.
Door een honorair lid van het college Zee-
manshoog alhier, is eene gift van ƒ300 ingezonden,
waarvan de rente moet strekken tot bestendiging
van zijne jaarlijksche contributie en met gelijke
bedoeling aan het Zeemanshuis door een contri
buant eene gift van ƒ200.
VGravenhage, 5 April. De president der Ar-
rondissements-rechtbank alhier, de heer Mr. D.
J. Bijleveld vierde heden zijn tachtigsten
verjaardag. De waardige grijsaard, is reeds on
geveer 60 jaren lid der magistratuur, waarvan
hij 55 jaren deel uitmaakt van de Haagsche
rechtbank.
Een aantal ingezetenen heeft zich bij adres
tot den raad gewend met verzoek de kermis dit
jaar te doen plaats hebbeu in de maand Juli
aanstaande. Burg. en Weths. verklaren in hun
praeadvies aan den Gemeenteraad, dat dit adres
door hen niet kan worden ondersteund. Uw be
sluit toch zeggen Burg. en Weth. van 7
Maart jl. was gegrond op de overweging dat de
pokziekte, al mocht zij in Mei geheel zijn gewe
ken, zeer lichtelijk weder zou kunnen worden
bevorderd door de omstandigheden, onafschei
delijk met de kermis verbonden. „Maar de erva
ring, zoo hier als in andere bevolkte gemeenten
verkregen, heeft geleerd dat de verschijnselen
der ziekte, die wij sedert het najaar 1870 te be
treuren hebben, doorgaans gedurende een vol
jaar eu soms zelfs nog langer tijd aanhouden.
„Tegen het laten doorgaan der kermis in Juli
gelden derhalve, zooal niet volmaakt dezelfde,
dan toch nagenoeg gelijke bezwaren als tegen
eene kennis in Mei zoodat Burg. en Weth. in
bedenking moeten geven op der adressanten ver
zoek a'wijzend te beschikken."
Dordrecht, 4 April, lledennamiddag, omstreeks
halfvijf, is van de werf van de scheepsbouwmees
ters O. Gips Zonen, in het Willigenbosch alhier,
met het beste gevolg te water gelaten het drie-
deks klipperfregat Kosmopoliet III, groot 1548 ton,
gebouwd voor rekening der reederij onder
directie van de heeren Gebr. Blussé en bijzonder
ingericht voor de passagiersvaart op Java.
Arnhem, 5 April. De Geldersche Alaatschappij
van Geschied- en Letterkunde hield jl. Alaandag
hare laatste vergadering in dit saizoen. Een der
leden verdedigde de stellingen, dat een wet, hou
dende maatregelen tot voorkoming en beteugeling
van epidemisch contagieuse ziekte in Nederland,
gebiedend noodzakelijk is, en dat invoering der
verplichte vaccinatie, gelijk die o. a. in Engeland
plaats heelt, binnen den werkkring ligt van het
staatsgezag en de voorkeur verdient boven de
zoogenaamd indirecte bevordering van dit voor
behoedmiddel.
Bij de toelichting dezer stellingen wees de
spreker er allereerst op, dat maatregelen in het
belang der volksgezondheid behooren tot de poli
tiezorg, welke zich kan uitstrekken over een
toezicht op de eetwaren, op het bouwen, op het
drinkwater, op het rioolstelsel, op beteugeling
van epidemisch-coutagieuse ziekten. Terwijl de
gemeentewet het nemen van maatregelen ten dezen
aan de gemeentebesturen overlaat meende de
spreker, dat een groot deel daarvan door een
staatswet behoorde geregeld te zijn, hetgeen
trouwens in den geest van art. 150 gemeentewet
zou zijn.
Het bevorderen van de openbare gezondheid
in iedere gemeente is toch wel degelijk een
rijksbelang: daarom is volgens spr. een wet op
de medische politie noodig, die echter misschien
in haar geheel nog niet rijp is voor codificatie.
Een onderdeel daarvan echter wel, n.l een wet,
houdende maatregelen tot voorkoming en beteu
geling van epidemisch-contagieuse ziekten. Be
smettelijke ziekten bedreigen de gezondheid van
het geheele volk, en het is voor de eene plaats
volstrekt niet onverschillig, welke bepalingen een
andere plaats tot beteugeling er van maakt.
Zooals de toestand nu is, ziju de gemeentebestu
ren bijna almachtig, en zij worden gesteund door
de jurisprudentie van den Hoogen Raad.
Onder die ziekten behooren in de eerste plaats
de pokkeu, die vroeger aan millioenen meuschen
het leven hebbeu gekost. Als nu tegen de ver
spreiding daarvan een voorbehoedmiddel bestaat,
vraagt spr.is de Staat niet verplicht dat in te
voeren? Spr. ooustateert, dat sedert de uitvinding
der vaccinatie, volgens de overgroote meerderheid
der medici, aan de pokziekte een groot deel van
hare vreeselijke werking kan worden ontnomen.
In Engeland heelt men, voordat men een wet
op dit stuk maakte, een uitgebreide enquête ge
houden. Aan 542 geneesheeren, zoo uit Engeland
als van det vasteland is gevraagd ol de vaccinatie,
was aau te bevelen; 540 hebben bevestigend ge
antwoord.
Is hier nu niet aanwezig een onderwerp van
bij uitnemendheid algemeen belang, dat de Staat
zich mag aantrekken? Spr. gelooft van wel en
meent, dat het nalaten van vaccinatie en revac-
cinatie een ongeoorloofde daad is, waartegen de
Staat straffen mag bedreigen. Robert Von Mohl
zegt dat de Staat, die geen maatregelen tegen
de pokken-epidemie neemt, onverantwoordelijk
handelt.
Er worden bezwaren tegen een dergelijke w»
aaugevoerd. Men zegt; de wet is oiigeoorlooi;
want zij onderwerpt het individu aan een kuun.
bewerking. Maar wanneer die kleine kunstbe.
werking in het algemeen belang is, waarom
mag de Staat dan daartoe niet uoodzakeD? Dt
staatszorg strekt hier niet voor het individu
maar voor het algemeen. Volgens sotnmi»tt
heeft de vaccinatie schadelijke gevolgen. By iit
Engelsche enquête hebben al de 542 medici du
ontkend. Anderen hebben gemoedsbezwaren
maar zoo kan men tegen alle bepalingen
moedsbezwaren hebben. Zulke beweringeu z1JL
vooral daarom gevaarlijk, omdat uieu het oe.
staan van een gemoedsbezwaar niet kan conti»
leren. Bovendien, als nu de groote meerderheid
die bezwaren niet heeft, moet men die dan aas
de minderheid opofferen? Nog heelt men bezwa
ren tegen de uitvoering der wet. Alaar in ËDge.
land wordt zij uitgevoerd, sinds 1863. Spr, ge.
looft, dat het stellen van een lichte boete op hei
niet vaccineeren den tegenstand spoedig zou op
heffen, omdat dan het nalaten bij de wet straf
baar wordt gesteld.
Hier te lande worden nu alle indirecte maai
regelen genomen die onvoldoende ziju.
Aan het debat, naar aanleiding van hti
gesprokene ontslaan, nauieu vele leden deel
Sommigen waren het met den eersten spr. mk
of meer eens; anderen bestreden hem. De leges,
stand baseerde zich vooral daarop, dat mei
door de vaccinatie verplichtend te stellen, ah
men consequent doorging, ook andere ziektes
door een dergelijk middel kon beteugelen, waai.
tegen zich iedereen zou verzetten. Hier werd ge-
wezen op de syphilisatie. Van een andere zijde
werd echter opgemerkt, dat men het stelsel tu
vaccineeren niet bij alle ziekten in al zijn cou»
quentiën behoefde door te zetten. De groote mee
derheid der vergadering vereenigde zich met m
systeem van den eersten spr., nadat deze op va
langen van sommige leden zijne stellingeu eeos
zins had gewijzigd: zoodat in plaats van epu
misch-contagieuse ziekten werd gelezen nu,
matisch-contagieuse ziekten en hare epidetniso
verspreiding; terwijl de invoering van een v
plichte vaccinatie ook tot revacciuatie bij b
heerschen van een pokken-epidemie werd m
gestrekt.
BUITENLAND.
Fraukrijk.
Na de opeenhoping van gewichtige berichtet
die wij gisteren over den strijd lusschen Ver
sailles en Parijs mededeelden, wordt daarover bede
zoo goed als niets nieuws medegedeeld. De ge
beurtenissen van dezen verwarden tijd kouiei
uit Frankrijk tot ons op de wijze, waarop
harden wind de baren der zee tegen de stee-
nen dijken aanbruisen; na iederen hevigen golf
slag valt er een poos van stilte in, waarvan hel
aanrollende water in de verte gebruik maaktoe
met des te grooter kracht den volgenden aanvi
op de borstwering te wagen.
De bladen der commune houden nog steed
staande, dat de uitslag van het gevecht niel
nadeelig voor de nationale garde is geweest, ji
zelfs meldt een telegram uit Parijs, dat 30,Oh
nationale garden Versailles binnengetrokken zija
Het is zeer mogelijk, dat dit bericht waarheil
bevat, maar dan zijn wij zoo vrij het anders o;
te vatten dan het bedoeld is en houden het
voor dat de 30,ÜUO man als gevangenen Versatl
les zijn binnengetrokken. Alet het vellen vat
een oordeel over de uitgebreidheid van de zege
praal der troepen van het gouvernement en ova
de waarschijnlijkheid van een spoediger intocW
in Parijs, zullen wij nog eens wachten totdsi
een nieuwe golfslag ons nadere berichten breugi
De ex-zeeofficier Lullier, die zooals men weel
door het Comité gevangen was gezet heeft va«
de algemeene opgewondenheid gebruik gemaal
om te ontsnappen en daarop aan zijn vries:
Rochefort een brief geschreven om zich over zijoe
behandeling te beklagen. Inderdaad hebben zijne
vroegere kameraden zich alles behalve vriend
schappelijk jegens hem aangesteld uiaar hij Beeft
den troost van niet alleen in zijn ongeluk te zijo,
want het is bijna komiek om te zien hoe de
Comité-mannen, die eerst voor door en door Rood
werden gehouden, reeds door hunne broeder»
achter de grendels gezet ziju om de een of anders
handeling, die te veel naar de blauwe kleur
overhelde. Ook burger Assi heeft nu dit lot onder
gaan en wel omdat hij beschuldigd werd vso
Bonapartisnsche bedoelingen. Inderdaad bestaal
hier wel aanleiding toe; wanneer men nagaat
dat hij reeds vroeger bij zijne werkiaamheden k
Creuzot beschuldigd werd, niet alleen de belangen
der Internationale, maar ook die van den heer
Roulier tegen den heer Schneider voor te staan
Die belangen van den heer Roulier bestonden
eeuvoudig in eene wraakneming op den heer
Schneider, den grooten fabriekant te Creuzot en
president van het Wetgevend Lichaam, ouidal
deze heer er vooral toe had medegewerkt om hem
zijn vice-keizerschap te ontnemen.
Er worden nu het bloed gestroomd heeft, ver
scheidene pogingen aangewend om eene verzot'