Dinsdag
A°. 1871.
4 April.
feuilleton van het „Leidsch
Dagblad".
DE FAMILIE-JUWEELEN.
3451.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZÏÏR COURANT.
Voor Leiden per 3 maanden3.00.
Franco per post3.85.
Afronderlijke Nommera0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zen- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Voor lederen regel^O.IS.
Grootere lettor, namr de plaatsruimte die zij beslaan.
Lelden, 3 April.
Aan de Memorie van beantwoording ran den
inister van binnenlandsche zaken, op hetvoor-
opig verslag over hoofdstuk V, is uit de Vilde
deeliDg onderwijshet volgende ontleend:
Volgens art. 138 van het organiek besluit van
Augustus 1815, antwoordt de minister op eene
raagiu het Voorloopig Verslag, geven dertig jaren
derwijs als gewoon hoogleeraar aan eene Ne-
erlandsche hoogeschool, recht op eene vermeer-
ering van tractement. Bij art. 1 van het Ko-
inklijk besluit vau 15 Februari 1843 is bepaald,
at het vierde verhooging niet verder zou worden
rleend dan aan de gewone hoogleeraren toen
bediening, en zij niet meer zou worden toege-
an aan hen, die na dat besluit tot gewone hoog-
eraren zouden worden benoemd of bevorderd.
Daar nu de hoogleeraar Kaiser eerst bij Ko-
inklijk besluit van 7 Januari 1845 tot gewoon
oogleeraar is bevorderd, heeft hij, na dertigjarigen
ienst als zoodanig, geen recht op het vierde ver-
oging. Bij de oorspronkelijke begrooting waren
jaren, gedurende welke de heer Kaiser, alvo-
ps lot gewoon hoogleeraar te worden bevorderd,
aan de Leidsche hoogeschool ais buitengewoon
'oogleeraar werkzaam was, inedegerekend, eene
rekeDing, in strijd met het duidelijk voorschrift
ven het organiek besluit, en bij vergelijking met
die den bepaalden termijn van dertig jaren
hben moeten afwachten, niet rechtvaardig.
Naar aanleiding van het bezwaar van eenige
den dat de kosten der Rijksstelling voor onder-
ijs in Indische taal-, land- en volkenkunde on-
dvenredig hoog is, zegt de minister:
Bel is niet duidelijk waarin de „onevenredige"
Boogie der kosten gevonden wordt.
1 i'oor alle uitgaven, behalve voor die voor het
personeel, wordt jaarlijksch niet meer dan ƒ1000
leges taan.
I Den hoogleeraar Roorda werd bij zijne aan-
ilelling gelijke jaarwedde toegekend als hij dus-
lerre te Delft had.
I De jaarwedde der overige hoogleeraren werd
jepaald op het iniddencijfer van hetgeen de hoog
leraren der Leidsche hoogeschool aan jaarlijksche
inkomsten genieten.
Overigens is het billijk, bij de berekening der
posten, ook op de ontvangsten te letten. In den
lursus, die met September jl. een aanvang nam,
Is voor het volgen der lessen dusverre ƒ5580 be-
sald.
Algemeene vergaderingen van geleerde en on
geleerde genootschappen, congressen van welken
lard ook, worden in den regel met een gemeen-
schappelijken maaltijd besloten.
Ook bij de Commissie voor de volksvoorlezingen
alhier bestaat sinds jaren een dergelijk gebruik;
ivel noodigt zij de bezoekers harer bijeenkomsten
niet uit tot het gemeenschappelijk gebruik van
Spijzen en dranken maar toch wijkt de laatste bij
eenkomst in elk seizoen genoeg af van de overige,
pm haar in aard en strekking met het boven
vermeld gebruik op éene lijn te stellen.
Bepaalt de Commissie er zich toe om in de
gewone openbare bijeenkomsten het vermakelijke
en het nut slechts in zooverre van pas te mengen
als tot bereiking van haar doel noodig kan zijn,
in die laatste bijeenkomst treedt het vermakelijke
meer op den voorgronden biedt de commissie den
bezoekers een feestavond aau.
Dat karakter droeg de bijeenkomst die 1.1. Za
terdag-avond in den Schouwburg werd gehouden;
verleden jaar organiseerde de commissie een con
cert waarvan de herinnering nog bij vele der
bezoekers voortleeft, nu werden zij onthaald op
eene tooneelvoorstelling, waartoe de Commissie
het gezelschap van den heerMorrién uit Amsterdam
had geëngageerd.
De smaak verschilt en, zooals de Latijnsche
•preuk leert, daar mag niet over getwist worden;
de een houdt meer van een concert, de ander
geeft aan eene tooneelvoorstelling de voorkeur.
Maar de Commissie huldigde steeds het beginsel
dat verscheidenheid behaagt en liet zich ook dit
maal daardoor leiden toen zij hare keus op eene
tooneelvoorstelling bepaalde.
Toch bleek het spoedig dat ook zij, die aan
muziekaal genot de voorkeur geven, niet geheel
door de Commissie waren vergeten. Te halfacht
zou de voorstelling een aanvang nemen, maar
reeds te zeven uren trad, bij wijze van surprise,
een deel van het muziekkorps der d.d. schutterij
op en voerde, onder leiding van zijnen verdien
stelijken kapelmeester den heer J. K. H. Muller,
een opwekkende marsch uit, die methet:„wien
Neerlandsch bloed" eindigde. Ook later deed de
muziek zich nog onderscheidene malen hooren
en werden o. a. uit eene potpourri uit de „Martha"
van v. Flotow, een wals („an der schijnen blauen
Donau") van Strauss, de Leicester Marsch van
den heer Miiller zelt en de „Feuer undFlamme
Galop" van Faust. Wij vernemen dat de heer
Miiller geheel belangeloos de directie over die
muziekuitvoering heeft op zich genomen; onge
twijfeld mag hij de voldoening smaken dat het
genot van den avond er voor velen belangrijk
door is verhoogd, getuigen de luide bijvalsbe
tuigingen die aan elk nummer ten deel vielen.
Wij twijfelen dan ook niet of de bezoekers zullen
gaarne met ons instemmen wanneer wij er den
heer Miiller onzen welgemeenden dank voor toe
brengen.
Overeenkomstig het ook door ons bij herhaling
geannonceerd programma, bestond de tooneel
voorstelling uit de opvoering van „De twee inva
liden", vaudeville, „Henriëtte, Rosalinde en Char-
lot", blijspel met zang, en „Boeren en Student",
ook bekend onder den titel van „Ezelinnemelk",
vaudeville in éen bedrijf.
Wij schrijven geen kunstnieuws en zullen dus
geene analyse leveren van de opgevoerde stukjes,
veel minder nog over hunne inhoud critiek uit
oefenen. Blijkbaar had de commissie bij de schik
king van het programma „De twee invaliden"
met voordacht bovenaan geplaatst, een voorrang
dien dit stukje ten volle verdiende. Toch mogen
wij niet nalaten met een enkel woord melding
te maken van de hoogst verdienstelijke wijs waarop
de vertooners zich den geheelen avond door van
hunne taak hebben gekweten. De dames Korlaar-
Sablairolles en Kaisser, de heeren Morrién, Wijn
stok en Kleine (het gezelschap was klein maar
rein) hebben getoond wezenlijke talenten te be
zitten met uitzondering van Mevr. Korlaar-Sablai-
rolles, in wien velen eene goede bekende begroet
ten, traden zij voor het eerst hier ter stede op
wij twijfelen niet of die eerste kennismaking
heeft een gunstigen indruk achtergelaten en bij
menigeen den wensch doen ontstaan dat de heer
Morrién hier later meermalen mocht optreden.
Onder de genoodigden merkten wij op depu-
tatiën uit het bestuur van 't Nut, uit de com
missie voor de volks- en burgerzangscholen, den
heer directeur der Koraalvereeniging en eenige
der sprekers die in den afgeloopen winter optra
den. Bovendien waren op de bijeenkomst tegen
woordig onze Burgemeester en de heeren Wet
houders De Fremery en Hubrecht.
Te ongeveer elf uren was de voorstelling ge
ëindigd en scheidden de bezoekers. Of zij voldaan
huiswaarts gingen?
Ons dunkt dat de Commissie zich dienaangaande
volkomen kan geruststellen en, ook in dit opzicht
den avond als welgeslaagd kan beschouwen.
Ook in dit opzicht, zeggen wij met voordacht
want, naar wij met genoegen vernemen, heeft
de Commissie ook nog in een ander opzicht reden
om over den afgeloopen feestavond tevreden te
zijnhet betreft den steun dien de commissie bij
de leden van het Nut mocht vinden in het plaat
sen van logekaarten.
Ieder die ooit dergelijke Zaken heeft bij de
haDd gehad weet bij ondervinding hoezeer het
geld er eene hoofdrol in speelt; hoe menig idee
is in zijne geboorte gestikt, hoe menig plan, hoe
-oortrelïelijk ook, nooit tot uitvoering gekomen,
alleen omdat een nauwgezet penningmeester zich
verplicht voelde er zijn „veto" over uit te spre
ken En zoo zou het ook hier zijn gegaan zonder
den steun dien de commissie bij de leden van het
Nut heeft mogen vinden. Al de beschikbare loge
kaarten zijn, naar wij vernemeD, verkocht, zoodat
de helft der kosten daardoor zal gedekt zijn.
Ook van het gedrag der bezoekers willen wij
met een enkel woord melding maken. Wij weten
dat er een tijd is geweest waarop de commissa
rissen van den schouwburg huiverig waren om
hun gebouw voor eene dergelijke bijeenkomst af
te staan uit vrees voor beschadiging; die vrees
is evenwel geweken zoodra de eerste proef geno
men was; de commissarissen van den schouw
burg wisten toen dat de bezoekers der Volksvoor
lezingen zich even rustig, ordelijk en fatsoenlijk
gedragen als het puikje van hen die gewoon zijn
den schouwburg te bezoeken en in die overtui
ging heeft de feestviering van Zaterdag-avond
hen opnieuw bevestigd.
Vrijdag 1.1. was het 25 jaren geleden dat onze
kundige stadgenoot, de heer A. J. Schretlen, zijne
loopbaan als chirurgijn aanving, waarvan hij 24
jaren aan het zieken- en begrafenisfonds Boerhave
verbonden was. Talrijke bewijzen van belangstel
ling vielen den jubilaris ten deel. Wij meenen uit
naam van Leidens burgerij den wensch te mogen
koesteren, dat het den bekwamen arts moge ge
geven zijn nog vele jaren werkzaam te zijn.
Burg. en Weths. alhier, doen te weten: dat de
tweede zitting van den Militieraad voor deze
gemeente wordt gehouden in de Lakenhal aan den
Ouden Singel, op Dinsdag den llden en Donderdag
den lSden April 1871, op eerstgemelden dag des
voormiddags te halflien, tol hel doen van uitspraak
omtrent alle in de eerste silting niet afgedane zaken,
op laatstgemelden dag des middags te twaalf uren,
tot het doen van uitspraak omtrent hen, die als plaats
vervanger of nummerverwistelaar verlangen op Ie treden
voorts, dat tot hetopmaken der daartoe vereischte
bewijsstukken, van heden af, ter Secretarie dezer
gemeente, van des voormiddags tien tot des na
middags drie uren, Zon- en Feestdagen uitgezon
derd, wordt gevaceerd; welke gelegenheid de
belanghebbenden worden vermaand rich ten nutte
te maken, daar aan den loteling, die raeds bij de
militie is ingelijfd, overeenkomstig het bepaalde
bij art. 70 der bovenaangehaalde wet, door den
Koning, niet dan in bijzondere gevallen, het stellen
van een plaatsvervanger kan worden vergund.
Eindelijk wordt ter voorkoming van misver
stand, nog opgemerkt dat de loteling, omtrent wien
de Militieraad in zijne eerste zitting reeds uitspraak
heeft gedaan, niet in de tweede zitting behoeft te
verschijnen, ten ware hij daarin een plaatsvervanger
of een nummerverwisselaar mocht willen voorstellen.
Heden werd alhier aanbesteed het bouwen
van eene nieuwe Stadsvaat met annexe lokalen
bestaande in den ruwen opbouw zonder het af
werken enz.
Inschrijvers waren: W. Stapelkamp te Rotter
dam, voor ƒ44,643; J.C. Van der Tas alhier, voor
41,490; J. Rutgers te Aarlanderveen, voor ƒ41,444;
P. Van der Kamp alhier, voor ƒ38,990; A. Ver
hoog alhier, voor 38,700; J. Van Liht alhier,
voor 38,632; Js. Van Leeuwen te Kralingen,
voor ƒ38,600; F. Verbruggen te Waddingsveen,
voor 37,745; G. Klomp te 's-Gravenhage, voor
ƒ37,740; Jac. Van der Kamp alhier, voor 35,673;
W. F. Van der Heijden alhier, voor ƒ34,643.
Terwijl wij eenige dagen geleden abusievelijk
meldden dat J. C. H. Van Leeuwen 50 jaren
tuinman was geweest in den Hortus kunnen wij
thans verzekeren, dat deze feestelijke gebeurtenis
inderdaad heeft plaats gehad. Met zijne kamera
den heeft de oude gediende Zaterdag feest ge
vierd in een lokaal, dat was groen gemaakt en
waaruit de driekleur wapperde, een feest dat
hem door zijne chefs was aangaboden. Zijne
trouwe kameraden hebben de kroon opgezet aan
hun vriendschapsgevoel door in vereeniging met
zijne chefs aan den jubilaris aan te bieden een
zilveren lucifersdoos, horologie-ketting, tabaks
doos en een gratificatie van 50 gulden.
(Novelle naar het Hoogduiteoh).
(Vervolg.)
Buitendien is het op den naam mijner vrouw
gezet. Bij de geringste vlek die uw gebabbel op
mijne eer werpt, ben ik van mijn woord ontsla
gen, en als ik mijne oogen sluit, ook van de zorg
voor uw geld."
„Om Gods wil, maak toch geen spektakel," bad
Danziger, „ik zal van mijn ellende zwijgen, als
het graf."
„Goeden morgen dus, Danziger," zeide de pre
sident met een klein hoofdknikje.
iUw dienaar mijnheer de president," antwoorde
ha jood die de kamer verliet en de deur achter
tieh toetrok.
Oe president zonk in zijo leuningstoel, bedekte
het gelaat met de handen, en steunde luid.
ie hem op dit oogenblik gezien had, zou hem ter
naurvernood herkend hebben, zoo misvormden wil
de vertwijfling en teleurstelling deze trotsche,
koude trekken. De binnentredende bediende wekte
hem eerst uit zijndroevig gepeios. „De heeren van
de zendingsveereeniging zijn beneden." zeide de
knecht, „ik heb ze in de huiskamer gelaten."
„Ik zal dadelijk komen," antwoorde de presi
dent opstaande, terwijl zijn toon, geen spoor van
zijn zielenangst verried. „De predikant Buch zal
eene mededeeling doen over de uitbreiding der
zendingszaak die voor u allen gewichtig en be
langrijk is; ik wensch, dus dat de huislijke
bezigheden, zoo ver dit mogelijk is, uitgesteld
worden, opdat gijlieden het genot van dit uur
met mij kunt deelen."
De knecht boog het hoofd eerbiedig, maar op
zijn gelaat was een kwalijk verborgen mismoe
digheid zichtbaar. Het was een goed, rechtscha
pen mensch, die echter niet zulk een elastischen
geest bezat, om ze oogenblikkelijk in alle stem
mingen te dwingen; zijne gedachten waren nog
buiten op de wandeling, die hij zich veroorloofd
had, bij het nieuws dat hij gehoord had, en zijn
geeuwen gedurende de voorlezing bewees, dat
zij niet tot zijn hart doordrong.
De president scheen daarentegen geel voor, zijn
streng oog hiDg aan de lippen van den weispre
kenden predikant, die van de gevaren der broe
ders in het verre Afrika verhaalde. Maar zijn
geest zweefde verre buiten die afstand, verder en
verder in een onbekende wereld, zoo verre ver
wijderd en toch zoo nabij; in die wereld, die hij
in stilte zoo dikwijls een niets had genoemd, en
waarvan hem nu het voorgevoel; zijns harten het
bestaan verkondigde.
De sporen van een zorgenvollen dag en eene
doorwaakte nacht waren op het gelaat van den
president zichtbaar toen hij den anderen morgen
het huis met den snellen, veerkrachtigen tred
verliet, die een genomen besluit verkondigt. Dat
wil zeggen, de president zag er bleek en ont
daan uit, niet moedeloos of treurig, hij verloor
nimmer de heerschappij over zich zelve, onder
welke omstandigheden dan ook.
Hij wist van Felix, dat het engagement tus-
schen hem en Rosalie af was, hij wist ook dat
Radaner getroffen over de edele zelfverlooche
ning van den jongen man, zoo als hij het noemde,
tot eiken dienst, ja zelfs tot een offer bereid zou
zijn, en daarop bouwde de president zijn plan.
Hij had den bankier nog nimmer een verzoek
om gelden gedaan, omdat hij een bekende was,
en daar de president er altijd tegen op zag iemand
uit zijn kring inzage in zijne zaken te geven.
Ditmaal wilde hij voor de eerste en laatste maal
spreken, zelfs dringend verzoeken, en wel als
stiefvader van den beleedigden in zijne hoop te-
leurgestelden Felix. Hij wist wat hij waagde,
maar Felix was ver weg, hij zag geen anderen
uitweg, als hij het spel niet als verloren wilde
opgeven, voordat de Chevalier dood was, die toch
zijn testament nog zou veranderen. Het was dus
zaak, voorloopig iemand over te halen hem te
helpen, en daarom dacht hij aan Radaner, die
onder deze omstandigheden de familie van zijn
voormaligen schoonzoon niet zoo gemakkelijk iets
kon weigeren.
Toen hij het huis van den bankier binnentrad,
bemerkte hij tot zijne verwondering dat hier
eene bijzondere feestelijkheid plaats gehad moest
hebben, want pilaren in de groote vestibule wa
ren van boven tot onderen met reeds verwelkte
bloemen omkranst en boven iedere deur, zelfs
boven die van het kantoor, hingen fraaie trans
paranten, die een wapen voorstelden, dat met
groote bloemkransen omgeven was. Overal zag
men vertrapte bloemen.
De kaarsen in de fraaie geslepen kristallen
klokken waren nagenoeg uitgebrand, en een
knecht dien men duidelijk kon aanzien dat hij
den geheelen nacht gewaakt had, kwam met
een groot presenteerblad met gebruikte glazen
den trap af. (Wordt vervolgd).