S°. 3417. Donderdag A°. 1871. 30 Maart. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maanden3.00. Franco per post3.85. Afzonderlijke Nomraers0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zen- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVKRTKNT1EN. Voor lederen regel0.15. Grootere letter, naar de plaatsruimte die zij beslaan. Lelden, 20 Maart. De Regeering heeft geantwoord op het afdee- Invsverslag der algemeene beschouwingen nopens Staatsbegrooting. Zie hier de hoofdpunten. De [eest waarin het Kabinet werd samengesteld, was nieuw en volkomen bekend. Heerschen des- ■ietleinin bij sommigen twijfel en onzekerheid, bet Ministerie ziet geen kans die anders dan bij je behandeling der onderwerpen, waartoe ze be dekking hebben, op te lossen. Voor zooveel men i de koloniale politiek twee verschillende rich- tngen onderscheidt, is de richting van het Kabi net die, welke Indië als een deel des Rijks be lhouw!, waarvan de welvaart en ontwikkeling het gelijke zorg als die van het moederland, en n,et deze in gestadig verband, dienen behartigd worden; niet die, welke, al wil zij ook ver- letering, toch in het bestuur en beheer van Indië bovenal acht wil gegeven hebben op de rnate- tieele voordeelen, welke Indië aan het moeder land kan verschaffen. In beide richtingen is te denken aan verschil van gevoelen over de keuze der middelen om het doel te bereiken, niet om dat doel zelf. Gemis aan persoonlijke aanschouwing van de bestanden in Indië wordt opgewogen door veel vuldige gelegenheden sedert de laatste 25 jaren lm bekend te worden inet al wat Indië betreft. Persoonlijke aanschouwing van Indië en ervaring Indische zaken geven toch geen volledigen waarborg tegen ernstige misstappen. Men gelieve lich te herinneren, om maar een voorbeeld te lioemeti, dat de grenzenlooze verwarring in der tijd in het Indische muntwezen gesticht, het werk was ran den stichter van het cultuurstelsel. De rede van 23 Februari had den toeleg om biel méér aan te kondigen dan hetgeen, bij den Ibesten wil van Gouvernement en Kamer, eenig- fzins bereikbaar mag worden geacht. En de on dervinding zou wel eens kunnen leeren, dat het [•kader, hoe beperkt, nog veel te ruim genomen is. Zoo regeling van census en hooger onderwijs in getrokken worden, intrekking is geen terzijde stelling der onderwerpen. Wat den census in het Ibijzonder aangaat de Regeering zet het begonnen londerzoek voort en hoopt in de aanstaande zit- Iting de Kamer tot beoordeeling der uitkomsten Sin staat te stellen. De Regeering meent, dat de I Kamer aan doeltreffende discussiën, die tot stejlige luiikomsten leiden, de voorkeur zal geven boven ontijdige beraadslaging over hetgeen hetzij bij [deze of zoovele andere onderwerpen nog niet tvoor ontwerpen, laat staan voor beslissing, rijp is. De Minister van Binnenl. Zaken, steeds van [oordcel, dat zonder de degelijke kracht alle stoffe- lijke middelen van defensie weinig zullen baten, acht dat de laatste, na de dreigende gebeurte nissen der jongste jaren, te midden eener gevaar lijke krisis, aan veel hoogere eischen dan vroeger moeten beantwoorden; eischen waaraan met in- spanning zonder overspanning, moet worden vol daan en waarvoor menig ander belang van publieke dienst thans behoort te wijken. De Re geering wil afdoende voorstellen aan de Staten- Generaal onderwerpen; is het eene grief dat dit onverwijld geschiedt p Evenmin als andere leden eener afdeeling, vindt de Regeering eenige reden die de herziening der artikelen 56 en 57 der Grondwet iu den aange- duiden geest zou kunnen doen verlangen. Dat de financieele toestand des lands wel ge schikt is om tot behoedzaamheid te stemmen, wordt gaarne erkend, maar voor dadelijke be zorgdheid bestaat vooralsuog geene reden. De Minister van Financiën kan niet deelen in de meening dat een te kort van f 12,000,000 te groot zoude zijn om door schatkistbiljetten te worden gedekt. De Minister vraagt ook of het redelijk is van een Minister, die in een reeds aangevangen dienstjaar optreedt, te eischen, dat hij reeds dade lijk gereed zij met uitgewerkte belastingplannen, die nog in hetzelfde jaar vruchtdragend kunnen zijn. Het doet den Minister leed dat het genoe gen, waarmede vele leden der Kamer hein als Minister van Financiën zagen optreden, verstoord is door het gemis van elke aanwijzing zijner voor nemens omtrent invoering van nieuwe of wijzi ging van bestaande belastingen. Maar die leden, waarschijnlijk oude vrienden, zullen hem dan toch genoeg kennen om te meenen dat hij iu onbestemde beschouwingen treden en onzekere toezeggingen doen zou nopens gewichtige onder werpen, waaromtrent zijne onderzoekingen nog niet geheel zijn afgeloopen en waarvan de om vang nog moeielijk te overzien is. Noch voor de Kamer noch voor hem zou dit eenig nut kunnen hebben. De Regeering is evenwel overtuigd dat geene nieuwe dienst kan worden ingetreden zon der de middelen voor te dragen waardoor het evenwicht kan worden verzekerd tusachen inkom sten en uitgaven. Bij de overweging in de aldeelingen van het VlIIste hoofdstuk der staatsbegrooting voor 1871 gaven verscheidene leden den wensch te kennen, meer in bijzonderheden met de inzichten en plan nen van den tegenwoordigen Minister van Oorlog te worden bekend gemaakt. De overige leden, hoewel met den meesten klem wenschende aan te dringen op eene zeer spoedige indiening der aan gekondigde wetsontwerpen nopens de defensie, deelden overigens niet geheel in het gevoelen der eerstbedoelde. De tegenwoordige Minister heeft de begrooting van zijn departement moeten indienen weinige dagen na de aanvaarding der portefeuille. Meerdere mededeeling zou slechts leiden tot eene onvruchtbare discussie zonder resultaat. Bij vele leden had de lezing van het eerste gedeelte der Memorie van Toelichting den twijlel doen ontstaan, of deze Minister wel genoeg doordrongen is van de noodzakelijkheid van door tastende verbeteringen en van datgene wat het meest noodzakelijk is en het meest spoed ver- eischt. In het oog van enkele leden was het eene grief tegen den Minister van Oorlog, dat hij, ter wijl eene algemeene legerorganisatie voor de deur staat, voort wil gaan met op het bestaande in breuk te maken. Men wees daarbij op de aange vraagde gelden tot vermeerdering van het getal luitenants bij de infanterie. Men heeft gevraagd, waarom de tegen 1 Mei aanstaande vastgestelde garnizoensverauderingen niet zullen plaats heb ben. Wel wordt beweerd, dat zulks geschied zij, op aandrang van sommige gemeentebesturen, met het oog op de heerschende pokken-epidemie. Maar indien dit zoo is, zou men de nieuwe lichting der militie in Mei ook niet laten opkomen. Naar het oordeel van verscheidene leden laat de mili taire geest en discipline bij ons leger inden laat- sten tijd te wenschen over. Met leedwezen heeft men de bijzonderheden gelezen omtrent den tragen gang, dien de aan maak der Beaumont-geweren neemt. Het gerucht wil dat de werken aan de afdam ming van het sloe, van de zijde des aannemers zouden zijn gestaakt; niet wegens de plaats ge had hebbende oneenigheden tusschen de Belgi sche en Nederlandsche werklieden, maar omdat hij door de aanhangige procedures, niet in het bezit is van den benoodigden schorgrond, zoowel- aan den Zuid-Bevelandschen als Walcberscben wal. Hierdoor zou hij, naar men beweert, zijn werk niet volgens het bestek kunnen uitvoeren. Directeuren van de Delftsche Broodfabriek plaatsen het volgende stuk in de Delftsche Courant: „Mijnheer de Redacteur In uw courant van 26 dezer komt een stuk voor door G. M. onderteekeud, de strekking heb bende om te betoogen, dat de Delftsche Brood fabriek te Leiden brood levert tegen lageren prijs dan in Delft zelve. Zooals het meer in dergelijke zaken gaat, heeft G. M. doordien hij wel de waarheid, maar niet de geheele waarheid mededeelt, de zaak verkeerd voorgesteld. Wat is toch het geval? De Delftsche Broodfa briek levert brood te Leiden, maar wil tegen de Leidsche Broodfabriek niet met prijzen con curreren en is dus genoodzaakt zich eenigermate naar de Leidsche prijzen te richten. Daar dezen nu niet altijd met de Delflsche prijzen gelijken tred houden, zoo kan het gebeuren dat inderdaad het brood der Delftsche fabriek tot iets lager prijs in Leiden verkocht wordt dan te Delft. Maar ook het omgekeerde kan plaats hebben, en dat vermeldt G. M. niet wellicht uit vergeetachtig heid, wellicht omdat hij niet voldoende werd ingelicht. Ten bewijze daarvan diene o. a. dat de prijzen van het brood van ongeveer half December 1870 tot 6 Februari II. te Leiden een cent hooger zijn geweest dan hier. Gemiddeld zal een inwoner van Leiden voor het Delltsche brood evenveel betalen als een inwoner van Delft. Wij meenden ter inlichting van het algemeen deze verklaring ten beste te moeten geven, of schoon wij ons anders niet verplicht achten op anonieme insinualiën te antwoorden." Men verneemt dat Graaf van Bijlandt, gezant van Nederland te Berlijn, benoemd is tot dezelfde functie te Londen. De Kolonel Van der Schrieck, lid der Militaire Commissie, die naar Parijs werd afgevaardigd om de delensiewerken aldaar in oogenschouw te nemen, is te 's-Bosch teruggekeerd. De Minister van Financiën maakt bekend, dat bij hem ontvangen is een postwissel groot f5,90, door een onbekende, onder het postmerk 's-Gra- venhage van 27 dezer, ten behoeve van 's Rijks schatkist ingezonden. De kapit.-luit. ter zee W. F. L. De Vriese, lste offic. op Zr. Ms. wachtschip te Willemsoord, en de luit. ter zee der 2de kl. J. H. De Bruyn, thans dienende als offic. van politie bij het Ko ninklijk Instituut voor de Marine te Willemsoord, worden met den laatsten April aanstaande op non-act. gesteld, en met den lsten Mei daaraan volgende respectievelijk vervangen door den kapit.- luit. ter zee A. N. L. Koops en den luit. ter zee der 2de kl. H. Quispel. Tevens wordt met den 6den April aanstaande geplaatst op Zr. Ms. wachtschip te Willemsoord de adelborst der lste kl. Jhr. H. M. Speelman. De Minister van Justitie heeft Zaterdag de ge vangenen en het paleis van Justitie te Arnherti bezocht. Z. M. heeft aan de na te melden officieren bij de dienstdoende schutterijen, op hun verzoek, eervol ontslag verleend, als: bij die te Amsterdam, aan Mr. C. L. Rendorp, als lsten luit.; bij die te Haarlem, aan J. E. F. B. Sluyterman van Loo, als kapit. En zijn voorts bij de dd. schutterijen benoemd bij die te Helmond, tot offic. van gez. der 3de kl. H. A. C. Hueber; bij die te Haarlem tot kapit. C. G. Von Zeppelin, thans lste luit.; tot lsten luit. C. A. Joekes, thans 2de luit.; tot 2den luit. J. Rookmaaker, thans schutter. Z. M. hèeft aan G. Mulder, op zijn daartoe ge daan verzoek, eervol ontslag verleen als plaats- verv. kanlonr. te Oirschot. Z. M. heeft goedgevonden bij het personeel van den geneeskundigeo dienst der landmacht in Ne- derl.-Indië te benoemen: tot offic. van gez. der 3de kl., den heer Liborius Klaas, geboren den 7den Sept. 1842 te Borger. Z. M. heeft goedgevonden 1*. bij het wapen der cav. te benoemenbij het 2de reg. huzaren, tot lsten luit. (naar ouderdom van rang), den 2den luit. J. 0. P. Thirion, van het korps; 2°. op het daartoe door heui gedaan verzoek, een eer vol omslag te verleenen uit den militaireu dienst aan den lslen luit. L. L. D. Van den Steen van Ommeren, van het 4de reg. huzaren. Z. M. heeft goedgevonden in hunnen rang over 1 te plaatsen bij het reg. gren. en jagers, de lste luits. G. A. W. C. baron Van Hemert Dingshof en F. H. A. A. Wagner, van het 7de, mitsgaders den lsten luit. H. G. J. Van Hoogstraten, van het 5de reg. inf. BINNENLAND. Amsterdam, 28 Maart. De afd. Amtlerdam van het Ned. Tooneclverbond hield gisterenavond, in 't lokaal de Keizerskroon, onder voorzitterschap van den heer Jager, eene wel niet talrijk bezochte maar toch zeer belangrijke vergadering. Nadat door 't bestuur was medegedeeld, dat er kans bestond op eene gecombineerde uitvoering van levende töoneelkrachten in de hoofdstad, en dat een aantal hoogst merkwaardige geschriften uit de hagelatën boekerij van Mr. J. Van Lennep voor de som van f 70 was aangekocht, besloot de vergadering deze laatsten aan het hoofdbestuur aan 'te biedeb als de kern eener toekomstige bi bliotheek, niet van de afdeeling, maar van 't Ver bond. Aanvankelijk worden deze werken bewaard ten huize van 't bestuurslid W. Marlen Wester man, waar zij voor elk lid beschikbaar zijn en op wiens voorstel spoedig eene lijst zal worden gedrukt, om, steeds nader aangevuld door vol gende aankoopen en schenkingen, onder deleden te circuleeren. Vervolgens kwam het huishoude lijk reglement aan de orde. Na een levendig debat werd het, behalve enkele wijzigingen, goed gekeurd. De heer W. Marlen Westerman verkreeg thans het woord tot toelichting van een drietal thesis, door hem voor deze vergadering voorge steld. Op aandrang van den voorzitter echter be paalde hij zich voors'hands tot de eerste. Niettemin verklaarde de heer Westerman zich bereid, zoowel de thans behandelde als de beide overige stellingen, op eene volgende vergadering nader te verdedigen, welk aanbod met genoegen werd aangenomen. Bedoelde eerste thesis, eenig zins geamendeerd door den heer H. J. Schimmel, luidt thans: vHet tooneel, beschouwd als leerschool voor het volk en als een krachtigen hefboom hij 't bevorderen van algemeene ontwikkeling en beschaving, moet voor het oog der toeschouwers onophoudelijk streven tot verwezenlijking van een ideaal, maar behoort daartoe tevens de afspiege ling te blijven van het leven." Aan de verschillende besprekingen, dien avond gevoerd, werd deelgenomen door de heeren Schim mel, Hofdijk, Beelo, Katz, v. d. Star, Mercier, Mienikus, Hubrecht, Geesink, v. d. Bruggen, Wes terman en De Brieder. Ruim elf uren sloot de voorzitter de vergadering. 's-Gravbnrage, 29 Maart. Men deelt mede dat de heer Emile Marck, laatstelijk directeur van het theater te Straatsburg, benoemd is tot direc teur van den Koninklijken Franschen Schouw burg. Delft, 28 Maart. Men schrijft ons: Van tijd tot tijd voor zaken het Westland bezoekende, valt bet mij telkens op, dat de klokken verschillen. Zoo kan men, b. v. om halfvijf per wagen uit Monster gaan en precies om halfvijf te 's-Grave- zande aankomen. Op elk telegram dat men ont vangt staat te lezen: Bovenstaande tijdsopgaven zijn geregeld naar den middelbaren tijd van het hoofdkantoor in eiken staat." Wanneer dus de klokkenisten dagelijks aan de telegraafkantoren informatie vraagden en bekwamen, dan zou dat inconvenient opgeheven zijn. Thans loopt men somtijds gevaar te Delft of te 's-Hage te laat aan den trein te komen. Delftsche Ct. Rotterdam, 28 Maart. De Vereeniging tot het ver leenen van hulp aan minvermogende ooglijders voor Zuid-Holland, gevestigd te Rotlerdam, heeft haar vijfde jaarverslag, loopende over 1870, uitgebracht, ons heden toegezonden. Wij ontleenen er het volgende aan In het afgeloopen jaar werden 12908 adviezen verstrekt, terwijl het aantal personen, ten wier behoeve deze adviezen gegeven zijn, tot 2197 ge klommen is. Daaronder wareo 625 hulpbehoe venden, die in verschillende plaatsen van Zuid- Holland (doch buiten onze gemeente) woonden. In het geheel waren 86 gemeenten in Zuid-Hol land op de lijst vertegenwoordigd. Welsprekend ondersteunen deze cijfers het verzoek om ook uit andere gemeenten dan Rotterdam ruime bijdra gen te mogen ontvangen. Ten einde die bijdra gen voortaan rijkelijker te doen vloeien, was het bestuur reeds sedert eenigen tijd werkzaam, om in verschillende gemeenten van Zuid-Holland de belangen der Vereeniging aan welwillende be gunstigers op te dragen, die zich de moeite van een correspondentschap willen getroosten. Wat nu het aantal der begunstigers betreft, ook dat is aanmerkelijk vermeerderd. Met inbegrip van f 17,80, in de bus aan het lokaal der Vereeniging gestort, bijdragen de ont vangen giften in het geheel /'1579,96s, welk cijfer in geen der vorige jaren bereikt is. In de bescheiden inrichting ter verpleging, die door de Vereeniging bij mejufvrouvv Van der Sman geopend is, zijn in 1870 niet meer dan 85 lijders opgenomen. Het aantal opgenomenen zou zéker veel grooter geweest zijn, indien de inrichting meer plaats aanbood en de kas in eene ruimere kostelooze verpleging kon voorzien. Reeds meermalen is de aandacht gevestigd op de hooge wenschelijkheid van het bezit eener in richting, waar even goede gelegenheid voor poli kliniek, als voor verpleging van ooglijders zou te vinden zijn. Eerst wanneer de vestiging en het onderhoud van zulk een gebouw verzekerd zijn, zou het ideaal zijn bereikt, dat men zich bij de stichting der vereeniging reeds voor oogen ge steld heeft. Thans voldoet de inrichting nog niet aan de groote bestaande behoefte, eene behoefte, die zeker niet meer betwijfeld kan worden na de ondervinding in een vijltal jaren opgedaan. In

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 1