De afdeeling moet middelen beramen om den
werkman vrij te maken van de banden van ge
weld. Wij prediken geen oproer, wij willen geen
revolutie zooals sommige bladen beweren, die
dan ook den opstand te Pai ijs aan de Internationale
wijlen. Ten bewijze las hij een brief voor van
het hoofdbestuur van den Bond te Londen lui
dende:
„Burger 1
Het is met innig leedwezen dat wij alhier de
toekomst der internationale arbeiders-vereeniging
gecompromitteerd zien, door de handeling van
eenigen harer leden. Niels kan ons tneer schaden
dan dit ontijdige en onvruchtbare optreden van
mannen, die, onder den dekmantel van onze
vereening, aanspraak maken op de hoogste be
trekkingen in de republiek.
Velen «lier mannen zijn ons geheel onbekend,
anderen hebben een eervol en schoon verleden.
Maar ongelukkigerwijze, als wij 'teen over
winning kunnen noemen, dat de arbeidende
klasse door onze broeders in het Fransche par
lement wordt vertegenwoordigd, is 't pijnlijk te
verklaren, dat zeer weinigen onzer broeders van
de Fransche afdeeling hun rol ernstig opnemen,
die zoo schoon is, die zulk een schoone toekomst
beloofde aan de internationale arbeiders vereeni-
ging. Zelfs op den ongenblik, waarin hun vader
land verzinkt, moeien de Fransehen een voor
beeld neineu aan hunne Duitsche broeders.
Even als de Franschen worden zij vervolgd,
gekerkerd, buiten de wet gesteld. Welnu zij zoe
ken hun kracht niet in den opstand.-luist de ver
volging, het kerkeren van Jacobi, Diebneck en
zooveel anderen heeft onze veiveniging groot en
stcik doen worden, en zoodoende heeft zij de
achting afgedwongen van allen, zelfs van hare
beulen. Zeg het toch aan alle broeders, roep het
den Franscnen inzonderheid toe: onze kracht is
gelegen in het eerbiedigen der beslaande wetten,
tot op den dag, waarop het overwicht van be
kwaamheid en kennis gevoegd bij het wicht der
ongerechtigheden en de vervolgingen, waarvan
Onze vereeniging 't slachtoffer was, de schaal in
ons voordeel deed overslaan.
Tot dien dag moeten wij vereenigd en kalm
blijven, verhaven boven de kleine eu kinderach
tige qualiteiteii der volken, ons bezig houdende
met liet leggen der onvernielbare fundamenten
der algeineeue verbroedering der ari-eiders, de
paria's der tegenwoordige maatschappij.
Londen. Marx Karl.
Spreker ging daarna de beteekenis van het
woord omwenteling na. De omwenteling is noch
een bloedbad, noch een spoeluigbak, de omwen
teling die de Internationale wil is niet bloedig
noch overweldigend, zij is niet anders dan ver
andering en wie van ons wenscht geen veran
dering? Wilt ge uwen kinderen geeu beteren
toestand verschaffen?
De omwenteling die wij willen, is de vooruit
gang in het leven j de wet der natuur werkt met
ons mede, en roemrijk zullen wij het strijdperk
verlaten. Gij die misschien op onrechtvaardige
w ijze rijk geworden zijt, werkt ons niet tegen,
uw rijkdom is vergankelijk, de onze, de arbeid
is aliuos durend.
Daarna neemt de gezel Keiler het woord, en
zegt o. a.dat op de vorige meeting door den
heer Koll was aangeboden, de statuien in 't Utr.
Dagblad publiek te maken, en, niettegenstaande
inzending van de zijde der bestuurders, zijn die
statuten niet geplaatst; waarschijnlijk is 't den
tegenstanders der vereeniging tegengevallen, dat
er in de statuten niets te vinden is wat tot be
strijding aanleiding geven kan. Hoe dit zij, ten
bewijze dat de Internationale geene openbaarheid
schuwt, zal zij thans de statuten voorlezen. Spreker
gaai tot die lezing over, en vraagt daarop: „Werk
lieden! hebt ge al eens overwogen, waarom men
ons in de vorige vergadering zoo vinnig heeft
bestreden? Zij, die zich ongeroepen tnsschen u
en ons plaatsten, deden dat in hun eigen belang,
misschien ook wel om de belangen eener staat
kundige partij voor te staan. Jaren lang zijt ge
door die mannen uitgezogen, en nu de Interna
tionale opstaat, worden zij eensklaps wakker,
en noemen u hunne broeders. Begrijpt ge dat
wel goed? Het is hun belang of dat der partij
die zij dienen, dat zij, ten koste van wat ook,
verhinderen, dat wij ons vereenigen. De drang
der omstandigheden dringt hen, maar van radi
cale hervormingen willen ze niet welen, van
daar dat men u plaatselijke vereenigingen aan
beveelt.
De ondergang der aristocratie, moet het gevolg
zijn van aansluiting van alle proletariërs, dan zal
er eene nieuwe maatschappij geboren worden
waarin vrijheid voor allen zal zijn. Niet meer
gedommeld, de ellende wordt in al hare akelig
heid aanschouwd. De aristocratie, de bezitters
willen wel iels doen, maar radicale hervorming,
daarvan wil men niets weteri. Van de zijde der
groote heeren is geene verbetering van uw lot te
verwachten, sluit u bij ons aan, vat de hand die
u van buiten af wordt aangeboden.
Vestigen wij hier eene afdeeling van slechts
20 flinke mannen, dan is hun eigenbelang een
paal en perk gesteld en zijn wij voor onze moeite
dubbel beloond; thans is 't woord aan u, bur
gers! Spreekt vrij uw gevoelen uit, maar rekent
er op, dat wij niet de geringste wijziging in onze
statuten toelaten kunnen. Die worden alleen op
een congres van al de afdeelingen uit de ver
schillende landen van Europa toegelaten. Te twee
uren wordt onze openbare bijeenkomst gesloten,
dan zal er eene pauze ingesteld worden en daarna
zal er eene ledenvergadering worden gehouden.
De heer Jan Groenhuizen neemt 't woord om
te betoogen dat loonsverhooging veel noodzake
lijker is dan vrijmaking, en daarom vraagt hij
of 't doel van de Internationale loonsverhooging is.
De Voorzitter antwoordt, niet alleen loonsver
hooging maar vrijheid voor arbeiders.
Daarna treedt de heer Koll op die de vorige
week beloofd had voor zijne rekening de Sta
tuten in het Utr. Dagblad te doen opnemen, oin
mede te de-den waarom hij zijne belolte niet
heeft nagekomen.
Zulks was 't gevolg van de gebeurtenissen te
Parijs, waarbij leden der Internationale gemoeid
waren. Spreker is geschokt door de beschuldigin
gen, die hij zooeven vernam. De burgerij is met
hein bekend, en die is beter geiechtigd hein te
beoordeelen, dan de uit Amsterdam en 's-Hage
gekomen leden van 't bureau. Hij roept van gan-
scher harte „Leve de werkende stand," maar de
Internationale zegt: ,,'t Geld it onze vijand" Welnu,
spreker en velen met hein hebben 't geld lief,
en de meeste werklieden willen toch ook de
duiten. Maar als ze het geld willen, willen ze
dan ook het randschrift: God zij met ons?" Met
dat opschrift in de banier, durft hij een tocht
met werklieden te ondernemen, tnaar dan heeft
hij geene vreemdelingen noodig, en als er ge-
heerscht moet worden, dan hebben de Utrechte
naars Amsterdam en 's-Hage niet noodig, men
voruie dan eene plaatselijke vereeniging en stelle
drie aanzienlijkeu eu 12 a 20 werklieden aan
't hoofd.
De heer Gordeau betoogt dat 't al bitter wei
nig zal helpen of de Internationale de werklieden
tot staatsburgers wil maken; want de ontevreden
staatslieden zullen de werklieden gebruiken, om
de kastanjes uit het vuur te halen.
Wij deugen niet en de groote stand ook niet,
misschien is het onder de groote siand nog erger
dan bij ons; spr. is dus tegen de Internationale
daarmede gooien wij onze eigene glazen in. De
Internationale predikt de vernietiging der kapita
len. Het is zeker, dat de vraag moet worden
Opgelost van den stand der lonnen. Maar de geld
mannen en de arbeiders moeten zich verbeteren.
Laat ons niemand opofferen, zegt hij, een gelijk
kapitaal kunnen wij niet bezitten. Kapitaal uioet
geëerbiedigd worden, als de rente goed besieed
wordt. Wij mogen niet van een rijk man zeg
gen „Kijk, daar legt dat luie zwijn," want van
dien man zijn kapitaal profiieereu wij. Is er moge-
gelijkheid toe, laat ons dau eene Nationale Ver
eeniging oprichten.
De heer De Leur vraagt: is het doel der Inter
nationale: republiek, ja of neen, (stemmenja en neen,
aan de bestuurstafel neen). Muur Spr. heelt iu een
orgaan gelezen, leve de wereld republiek als'dat
zoo is, zegt dan niet wij willen verhooging van
loon, maar komt er rond voor uit, wij willen
het Oranjehuis verderven, wij willen de repu
bliek. Siaan de mannen van le Creuzot niet aan
het hoofd van de omwenteling in Parijs, de
hoofdleiders van alle onlusten zijn leden der In
ternationale. W ij mogen aan de statuien, waarop
weinig aan te merken is, zeer weinig geloof
schenken. Zeven jaren beslaat de Internationale en
heelt zij iets voor den werkman gedaan? Spr.
gaat den toestand van den Nederlandschen werk
man na, verhooging van loon moet in overeen
stemming inet de mate van zijnen arbeid zijn.
De heer Gerhard zegt, dat in de vorige verga
dering niet gezegd is, dat de Internationale de re
publiek wil, ten minste waren het zijne woorden
niet. Aan den heer Koll antwoordt Spr. dat hij
hem niet van eigenbelang beschuldigd heeft,
maar in het algemeen sprak; de heer Kol be
hoeft zich dat niet aan te trekken, waren alle
kapitalisten zoo als hij, dan ware het stellig
beter.
De heer Koll dankt voor het gesprokene, maar
wie kunnen anders bedoeld zijn dan desprekers
der vorige vergadering? Het dnet Spr genoegen
door den heer Gerhard geprezen te zijn, omdat
hij dan niet van de werklieden kan worden uit
gesloten; handelt de heer Gerhard nu later in
tegenspraak met hetgeen hij heeft gezegd, dan
moogt ge uiij uiet uilsluiten.
De heer Gerhard zegt, dat iedereen lid der
Internationale kan worden.
De heer Geesink meent, dat alles wat naar
blinde hartstochten gelijkt, hier moet worden
uitgesloten; laat ons als verstandigen spreken en
dan zullen wij zien dat de arbeidende klasse
verbetering noodig heeft, die verbetering moet
samengaan met de verschillende elementen waaruit
het volksleven bestaat. Verschil van ineeningzal
daarbij altijd worden ontmoet; zoo bestaat over
de invoering der Internationale hier te lande veel
verschil van gevoelen. Men kan hier eene plaat
selijke vereeniging oprichten, en met de Internatio
nale le samen werken, men moet elkaar niet
verdoemen, iedereen is vrij in zijn doen en laten.
De heer Van Eeilen zegt, dat in do torige
vergadering door den heer Michon is gezegd,
dat De Toekomst en Asmodée o. a. lot de organen
der Internationale behoorden. Daar waar ontevie-
den werklieden tot ontevreden staatkundigen
toetreden, is verandering van regeeringsvorm te
vreezen. Tevens merkt Spr. ook op, dat het nog
niet bewezen is, dat het oproer te Parijs niet
door de Internationale is gemaakt. Laat ons een
goed besluit nemen, wij willen onze eigene zaak.
Laat ons dan besluiten, dat de vergadering, na
het gehoorde op 19 Maart en heden, het niet
wenschelijk acht tot de Internationale toe te tre
den. stemmenwij willen niet, hoera, bravo).
De vi orzitter wil de disscusiën sluiten, maar
de vergadering verzet zich hiertegen
Nadat de heer S. M. N. Calisch getracht heeft
het bewijs te leveren dat de Internationale niet
anders wil dan de republiek, en tot staving van
zijn beweren de omstandigheid aanhaalt dat de
heer George OJger, president der Internationale te
Londen, tevens president is van het pas opge
richte republikeinsch comité aldaar, gaat de ver
gadering over tot eene schromelijke verwarring.
Het comité dat als voorloopig bestuur lun-
geerde, wilde, daar dit bij den aanvang der ver
gadering gezegd was, de discussiën niet langer
dan tot twee uren doen duren en dit uur was
reeds verstreken.
De aanwezigen begonnen dus onderling te
redeneeren en die het hardst schreeuwen kouden
verkregen het woord. Het resultaat is inoeielijk
te bepalen. Vele motiën werden voorgesteld, die
oogeuschijnlijk naar het applaus te oordeelen,
allen aangenomen werden. Het komt ons voor
zegt het Noorden, voor zooverre het was op te
merken, dat men besloten heeft niet over te gaan
tot de toetreding tot de Internationale, doch iu
Utrecht op eigen houtje eene werkliedenver-
eeniging zal opricht n. De v mrloopige vergade
ring zou daartoe Zondag a. s. te Utrecht onder
voorzitterschap van den heer iiula worden gehou
den. De quaestie of behalve de heer Koll alléén
werklieden of werklieden en anderen deel zou
den uitmaken van het voorloopige comiié is niet
duidelijk uitgemaakt. De discussiën werden uiet
geleid daar de voorzitter eene strenge onzijdig
heid aannam, zoodia het uur tot discussieeren
voorbij was. De zaal was stampvol, Op stoelen en
tafels stond het publiek en het was niet dan met
groote moeite dat tvij de namen der sprekers te
hooren kregen. De heeren Bolhuis, Van Eeden,
de Leur, Koll en anderen namen aan de woor
denwisseling deel.
Dadelijk nadat de vergadering was afgeloopen,
bleef van de 700 aanwezigen een zestigtal zitten,
die door hunne tegenwoordigheid blijk gaven van
adhaesie aan de Internationale. Door die personen
is eene afdeeling Utrecht geconstitueerd, en wer
den de heeren Theodorus Seelen, Blaster, Van
Lingen, H. Stové eu W. Loep tot voorloopig be
stuur gekozen.
Een telegram wordt voorgelezen van den pre
sident van de algemeene sigaren makersvereeni-
ging, die de Utr. sigarenmakers aanraadt, zich
aan te sluiten.
Met een woord van opwekking en gelukwen-
sching aan het comité, en de inmiddels nog met
een paar nieuw ingeschrevenen vermeerderde
loegetredenen, sluit de voorzitter de vergadering.
Tegen drie uren was de precies ten een uur
geopende vergadering zoowel wat het eerste als
het tweede gedeelte betrof geëindigd.
Middelburg, 27 Maart. Tusschen de spoorweg-
werkers aan het Sloe eu te Aruemuiden zijn weer
oneeniglieden ontstaan. Evenals in 1869 verzet
ten de Nederlandsche werklieden zich tegen het
deelnemen van Belgische werklieden aan het
w erk. In den afgeloopen nacht te halldrie is van
hier een detachement infanterie uitgerukt.
's Hlrtogenbosch, 27 Maart. De geëffende ves-
tinggrouden tusschen den stationsweg, den Ant-
werpschen weg en de nieuw aangelegde binnen-
en buitensingels te Bergen-op-Zoom, groot tien
hectaren, zijn verkocht te zamen voor ƒ95,600.
BUITENLAND.
BU1TENLAN DSCH OVERZICHT.
II. Rusland cn Turkije.
Wanneer wij om van het Engelsche eiland af
te komen een steunpunt voor onzen sprong zoe
ken komen wij (daar wij hier alleen met de po
litieke springkunst te maken hebben) van zelf
terecht met onzen eenen voet in Rusland, met
den andereu in Turkije. Zij echter, die geen lief
hebbers van groote sprongen zijn hebben maar
eenvoudig de gevolmachtigden op het congres van
Londen op hunne t'huis-reis te volgen om op de
zelfde plaats aan te landen als wij.
De eenigszins ruwe manier, waarop Gortscha-
koff het tractaat van '56 aan de mede-ondertee
kenaars heeft „opgezegd" is reeds genoeg besproken
om er hier nog op terug te komen. Maar toch
willen wij er nog even op wijzen, dat de groote
schuld van deze verrassing ligt in den onhoud-
baren toestand, door het Parijsche Iractnatinh-
leven geroepen, een natuurlijk uitvloeisel overi
gens van de sedert 1815 gevolgde staatkunde iat
het politiek evenwicht.
Dat Rusland het oogenhlik goed gekozenlieej
„pour létcher le trait" bewijst, al waren wij f[
overigens niet van overtuigd, de uitslag der Lot
densche conferentie; de neutraliteit der Zwaiv
Zee, het brandpunt van de geheele quaes
tie is opgeheven. De Sultan zoo welals j:
andere tnede-onderleekenaars zijn hierin z$,
toegevend geweest; en het is inderdaad
lukkig dat op een vredelievende wijze aan eet
gespannen toestand een einde is gemaakt dn
wellicht later met geweld uit elkaar gebarsiei
zou zijn. Immers het kon niet voortduren, dii
een rijk van Ruslands macht en grootte als een»
middel tot verdediging zijner zuidelijke kusie>
bij een eventueelen aanval, genoodzaakt zou zijt
zijne vloot eerst geheel Europa om te sturen.
In de overige bepalingen der art. van 1856zijt
slechts eenige wijzigingen gebracht. Het bestaai
der commissie die ingesteld was om de beletsels
aan de monden van den Donau weg te runnen
is verlengd tot 24 April 1853. De vaart op dtt
Donau blijft vrij; alleen wordt aan de contrw
teerende partijen het recht toegekend om eet
tijdelijk recht te heffen op de handelsschep
tot aan de aflossing van de schuld, die door d
oeverstaten aangegaan tvordl ter wegruiming da
hinderpalen voor de scheepvaart (de watervallu
en IJzeren Poorten). De oeverslaten zulleu ma
elkaar de voor waaiden vaststellen, waarop ft
rivier commissie, in 1856 ingesteld, weer bij el
kaar zal komen terecht heelt Se.rvie, waarasi
men nieitegenstaaiide deze bepaling slechts eg
raadgevende slem in de vaststelling der voor
waarden wilde geven, verklaard in dat gen
zich niet te doen vertegenwoordigen.
De inschikkelijkheid van den Sultan in deze
zaak heeft de goede verhouding tusschen hts
en Alexander zeer bevestigd len ininsle wannes
men eens af wil gaan op de verzekering dieft
keizer hiervan na afloop der conferentie, aanf:
Porie heeft doen toekomen.
De verhouding van Turkije tegenover deus
derkoning van Ejypte is in den laatster!
weder vrij gespannen. Gedurig worden 11 ro.41
bewoners, die reeds walgen van al het vergotta
bloed, door de dagbladen opgeschrikt met ee
duistere en daardoor te onrustbarender aankot-
d'n'nK: «Er dreigt weder een nieuw couflit
tusschen den Sultan en den Khedive.
Zeker is het dat, indien oorlogsuitrustingen es
versterkingen recht geven oin iemand van vijan
delijke bedoelingen te verdenken de onderkoni^
als een soort van meuscheneler mag worden
beschouwd. De kust wordt versterkt, Alexandra
met foriilicatiën omgeven, het leger beter geus-
pend en talrijker gemaakt, spoorwegen in verband
met de strategische inrichting aangelegd, korlon
het heeft allen schijn dat Ismaël Pacha ziel
voorbereidt om de rol van Mahemed Ali m
mogelijk met beter succes op zich te nemen.
De allerliefste brieven, felecitatie's en compli
menten, onder Gods hulp tusschen den keizer-
koning en den keizer tout court gewisseld gevec
ons een hoog idéé van de gezellige conversatie
die de twee buurlui met elkander deuken aai
te knoopen. Aangenomen al dat deze betuigingei
goed gemeend zijn, treffen wij toch eene anden
richting aan, wanneer wij een weinig uit di:
hooge sfeeren nederdalen. Met de uitgebreid!
Pan Slavislische droombeelden is het natuurlij
dat het de vorming van een machtig rijk,
dat als 't evenwicht tegen het groote slavischi
rijk der toekomst zou kunnen dienen, rad
leede oogen wordt aangezien. Bovendien In
staat er nog voortdurend een zekere vijandelijke
verhouding tusschen de publieke organen det
twee landen ten gevolge der behandeling, die de
voornamelijk uit Duitsche elementen bestaande
Oost-Zee. Provinciën ondergaan. Als er ooit
een land geweest is dat zich verslaat op de ge-
weldadige uitroeiing van het nationaliteitsge
voel der volken dan is het Rusland. Nauwelijks
hebben de knoet, verbeurdverklaringen, verkrach
ting van geloofsovertuiging wellicht de laatste
vonk van zelfstandig leven in het ongelukkige
Polen uiigedoold of het werk wordt voortgezel
in de Russiticeering der Duitsche elementen. Geen
wonder dat de Duitsche bladen zich van het mor
ren over deze iniddeiieeutvsche handelingen niet
laten terughouden door het verwijt van ondank
baarheid tegenover Ruslands houding in den Frau-
schen oorlog, dat hun door de Russische bladen
naar het hoofd wordt geworpen. Indien de nog
niet opengesneden bladzijden van het groote boek
der geschiedenis wellicht behelzen de verwezen
lijking van het groote Slavische rijk, zijne enorme
vleugelen heenslaande om de vereeuigde Ger-
maanscne elementen, dau is het zeker dat die
bladzijden op vele plaatsen nog met bloedige kleuren
gevertvd zullen zijn.
Frankri) Ir.
De telegram van de Daily News, die wij gisteren
mededeelden contrasteerde sterk met de vorige
berichten van schikkingen, verzoenende gezindheid
enz. En toch is de overgang van het eene tot het au-