S". 341 "2.
Vrijdag
A°. 1^71.
124 Maart.
EIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maandenƒ3.00.
Franco per post3.85.
Afzonderlijke Nommers0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zen- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Voor iederen regel0.1S.
Grootere letters naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Lelden, 23 Maart.
De Minister van Marine, de heer Brocx, zal
de zoo ongunstige algemeene beraadslagingen
ver zijn wetsontwerp tot herziening der wet
■an 28 Augustus 1S51, houdende regeling van de
evordering, het ontslagen het op pensioen stellen
er militaire officieren bij de zeemacht óf veel
letn en overredingskracht óf veel zelfopoffering
ij de behandeling der artikelen aan den dag heb-
en te leggen, wil hij zijn werk door de Kamer
ien aannemen.
Van de zes afgevaardigden die in de zitting van
isteren de algemeene beschouwingen voerden,
on zich niemand met het hoofdbeginsel der her-
ormings-voordracht vereenigen. En wanneer wij
aaronder nu aantreffen vier militaire specialitei-
eo, de heeren Nierstrasz, De Casembroot, Storm
■aD 'sGravesande en De Roo van Alderwerelt,
zal de Minister óf moeten dulden dat het
icieuse der voordracht door amendement worde
ewijzigd óf haar intrekken.
De groote quaestie bij dit ontwerp betrokken,
s de wijze van bevordering der zeeofficieren.
In dc wet van 1851 bestaan in de wijze om
ene hoogere sport te bereiken erkende gebreken
ie noodzakelijk herziening behoeven.
Om in den bestaanden toestand van bevordering
ij aneienneteit verbetering te brengen stonden
olgens den Minister van Marine slechts twee
■egen openóf hoogere eiscben voor de geschikt-
eid van den zeeofficier te stellen, óf eene be-
ordering bij keuze.
Hel laatste begiusel trok den Minister aan en
ij werkte bet reeds in een vroeger wetsontwerp
it. Dit rverd door de Afdeelingen derKamer.de
uliiieke opinie, vooral door de zeemacht zeer
oguDstig ontvangen.
De Minister bracht ten gevolge der algemeen
eopperde bedenkingen eenige wijzigingen aan,
vaanu het stelsel van bevordering bij keuze,
och eenigszins beperkt, werd behouden.
Dit middel tot wegneming der gebreken van
e wet van 1851, was volgens den heer De Ca-
embroot onrechtvaardig en zou tol groole moeie-
ijkhedeu aanleiding geven. In enkele gevallen zou
ij vóór maar iD den regel tegen bevordering
ij keuze zijn. Bij de ontwikkeling dezer grieven
loot de heer Nierstrasz zich aan. Hij kon zioli
iet nadrukkelijk genoeg tegen het stelsel van
euze verzetten, gelijk de toepassing daarvan in
e onderwerpelijke voordracht werd voorgesteld:
en systeem waaruit met de meeste goede trouw
urechtvaardigheid kon ontspruiten.
Beide zeeofficieren vergaten bij den aanhef hun-
er redevoeringen niet, eene welverdiende, doch
an hun standpunt minder gewenachte, loftni-
ing aan onze marine toe te zwaaien, deze n.l.
at Nederland zonder marine geen Nederland is,
at Nederland door de marine groot is geworden
en dit blijven kan, en dat het de marine is, die
wanneer onze onfhankelijkheid bedreigd zou wor
den, mede moest werken tot behoud van het
\aderland. Redenen te over speciaal voor den
heer Dc Casembroot, om zich als specialiteit ver
plicht te achten der vertegenwoordiging op de
hoogte te brengen van de motieven, die hem er toe
hadden geleid zich met het belangrijk onderwerp
aan de orde was eu waarvan de toekomst
'au Nederland afhing niet te vereenigen
he Minister had nauwelijks zijn bodem tegen
dsn vereenigden aanval van den bevelhebber der
Medusa en het ramtorenschip van den komman-
dant Nierstrasz verdedigd, of er werd eene poging
beproefd om dien te enteren door eeu sloepje
■net mannen van de landmacht, waarin zich ook
eenige stuurlui van den wal, bevonden om aan het
aftakelen een handje te helpen.
Bij de heeren Storm van 's-Gravensande en
Be Roo van Alderwerelt, voegden zich namelijk
de heeren Rombach en Van Houten, om de be
twaren die van 's Ministers hoofdbeginsel in de
praktijk werden verwacht te ondersteunen, ja
°°g wat te ontbolsteren.
Favorilisme en Nepotisme, daartoe zou uw ont
werp leiden, riep de anders zoo zachtmoedige
Br. Rombach, den Minister toe. Willekeur en
begunstiging van hen die met de strooppot weten
'e loopen, zou door dit wetsontwerp in de hand
worden gewerkt, zeide de afgevaardigde uit het
Noorden, de heer Van Houten.
bbn daarbij beriep men zich op de afkeuring
'lle bet ontwerp bij al de zeeofficieren had onder-
tonden.
Tot dusver heeft de minister de vlag nog niet
behoeven te strijken.
De kogels snorden wel in het zwerk maar zijn
6chip bleef nog buiten schot.
Eerst heden zal de botsing plaats hebben. De
bevelhebber der Medusa heeft zijne monitors in
slagorde gesteld.
Daagt er voor het admiraalschip geen huipop,
dan kon het wel eens de prooi der golven worden,
tenzij het er in mocht slagen de vloot van den heer
de Casembroot, bestaande in eene reeks verwarde
amendementen, schip voor schip in den grond te
booren.
Waarschijnlijk zal met succes geïntervenieerd
worden.
Bij het begin dezer zitting had er eene kleine
explicatie plaats tusschen de heeren Nierstrasz
en van der Putte. De conservatieven die zich
nu eenmaal sedert de brievengeschiedenis onder
het ministerie Van Zuylen, en de veranderingen in
een zeker rapport uit Oost-Indie in 't hoofd hebben
gezet, dat de liberalen nog al luchtig omspriugen
met het maken van veranderingen in schrifturen,
laten geene gelegenheid voorbijgaan om op dit
aambeeld te kloppen. Vandaar dat de heer Nier
strasz den heer Fransen van der Putte opmerkte,
dat deze afgevaardigde de correctie van het Bijblad
had te baat genomen, om de woorden, in het
jongste personeel debat tusschen beiden gewisseld,
niet juist terug te geven.
De heer Fransen van de Putte was zeer hof
felijk in zijn repliek. Hij toonde aan dat de
correctie die hij in de door den heer Nierstrasz
bedoelde redevoering had aangebracht, geheel viel
binnen de termen van het reglement van orde en
volkomen zijn gevoelen teruggaf. Overigens was
de zaak tuischen hem en den heer Nierstrasz
een misverstand, zoodat hij dan ook zijn leedwezen
betuigde, destijds niet liever het woord onjuist in
plaats van onwaar te hebben gebezigd.
De heer Nierstrasz was ten slotte dankbaar
voor de opheldering, maar onvoldaan dat de heer
v. d. Putte er niet toe overging om de juiste
bedoeling zijner woorden in het Bijblad te doen
verbeteren.
Onderscheidene leden van de Koninklijke fa
milie hebben kostbare prijzen geschonken aan
de bloemen-tentoonsielling, die in het begin van
de maand April, onder medewerking van de Hol-
landsche maatschappij van Landbouw en van
de Koninklijke Nederlandsche Tuinbouw-maat-
schappij uLinnaeus," in hel Paleis van Volksvlijt te
Amsterdam zal worden gehouden.
De commissie in wier handen is gesteld het
adres van H. van Wijlick, te Kessel, van 20
Febr. 1870, houdende eene klacht over beweerde
afwijking van de voorwaarde van aanbesteding,
en de daarover gegeven inlichtingen van den
minister van Finantien van 24 Mei 1870, heeft
het volgende bericht:
Volgens haar gevoelen is die afwijking van den
voorgeschreven vorm een gevolg van buitengewone
omstandigheden, ui. het te laat aankomen van
een brief door gestremde post-communicalie bij
wintertijd. Het gevolg van die afwijking is ge
weest het bekomen van eene 14% pCt. lagere
inschrijving, dan anders het geval ware geweest.
Met genoegen heeft zij gezien dat de Minister,
door eene wijziging in de algemeene voorwaar
den van aanbesteding voorkomen heeft dat der
gelijke gevallen zich kunnen voordoen. Zij heeft
derhalve aan de vergadering voor te stellen 1°.
de. gegeven inlichtingen voor kennisgeving aan
te nemen; en 2°. afschrift van dit verslag te zen-
den aan den Minister van Finantien.
Het Handelsblad meent te kunnen verzekeren
dat de geachte Hoogleeraar Stuffken het emeri
taat zal verkrijgen en dat de UtreclUsche Hoog
leeraar Opzoomer zijn plaats zal vervangen.
In het jaarverslag van Burgemeester en Wet
houders over 1867 van de stad Leiden, komt on
der de bijlagen, gelijk gewoonlijk, een rapport
voor van de Kamer van Koophandel en Fabrie
ken over den toestand van den handel en de fa-
brieks-nijverheid in deze gemeente.
Destijds ving dit verslag aldus aan
„In het algemeen is er, in aanmerking nemende
de tijdsomstandigheden, oorlog en epidemiën, die
noodwendig nadeelig werken op het algemeen
vertier, reden voldaan te zijn over den toestaud
dezer nijverheid."
Het vorig en het tegenwoordig jaar gingen
ongeveer, wat de verschijnselen des tijds betrelt,
van dezelfde rampen vergezeld.
Indien wij desniettemin hopen dat ook van dit
tijdsverloop moge gedrukt worden dat de toestand
onzer nijverheid er niet onder leed, dan is het
omdat wij een feit te vermelden hebben, dat meer
van bloei dan achteruitgang onzer industrie ge
tuigt.
Wij hebben op het oog de oprichting eener
eerste tapijtfabriek binnen onze gemeente. Het
is onze nijvere stadgenoot, de heer A. Van Driel,
die deze onderneming op touw heeft gezet. Voor
de nadere bijzonderheden zie men de adver
tentie die hierachter voorkomt.
Ds. Inckel alhier ontving uit Egmond aan Zee,
gedateerd den 22sten Maart, het navolgend be
richt: In de laatste dagen komen er weer nieuwe
zieken bij; de ondervader der ambulance ligt nu
zeer bedenkelijk ziek. Hoe moeielijk het ook valt,
wij moeten nog altijd blijven vragen; de herstel
lenden, opgenomen in het schoolgebouw, vragen
vele uitgaven. Wij hadden gehoopt te kunnen
danken, en nu: nog altijd is de reddende hand
hier eene behoefte. Intusschen zeg aan allen dank,
die reeds uit Leiden en omstreken ons hebben
welgedaan; God zegene hen daarvoor, en beware
hen.
Hier is niets bij te voegen; het eenvoudig be
richt spreke tot de harten van velen.
Naar men verneemt, is er eene commissie be
noemd tot het ontwerpen van een nieuw plan
van versterking van Amsterdam, samengesteld
uit den luitenant-kolonel Jacobs van de artillerie,
den majoor VaillaiDt en den kapitein Gijsberti
Hodenpeijl, van de genie, en den kapitein Schnei
der van deD generalen staf. Zij zou zich tot be
doeld eincfe eerlang naar Amsterdam begeven.
Tevens is een commissie, bestaande uit de ka
piteins der artillerie Sluiter en Van Kerkwijk,
naar Pruisen en Zwitserland gezonden tot het
doen van onderzoekingen omtrent achterlaadge-
sehut.
Een en ander brengt men in verband met de
in bewerking zijnde hervormingen van ons krijgs
wezen.
Aan de Omroeper wordt uit 's-Hage gemeld,
dat de Minister van Oorlog voornemens zou zijn
den rang van luitenant-koloDel te supprimeren
en een 9de regement infanterie op te richten.
Te Utrecht heeft zich naar men mededeelt eene
vereeniging gevormd om de algemeene belang
stelling in den toestand van ons defensiewezen
op te wekken. Weldra zal eene algemeene ver
gadering worden gehouden, waarop men ook
velen, elders woonachtig, verwacht.
Het Vaderland en het Noorden deelen mede, dat
door burgemeester en wethouders van Koog a/d.
Zaan, dit jaar voor het eerst een aanbevelens
waardige maatregel heeft genomeu. Aan alle be
lastingschuldigen is toegezonden een gedrukte
staat van inkomsten eu uitgaven der gemeente,
werkelijk geschied over 1869 en voor 1871.
In groote trekken ontvangen daardoor de uieest
belanghebbenden, de belasting betalers, een over
zicht, waaruit ze kunnen zien, „waar het geld
blijft."
De beide Amsterdamsche Vredeiichamen zijn
toegetreden tot den Algemeeuen Vredebond.
Een aantal Amsterdainsche ingezetenen, leden
der Vereeniging tol Veredeling van het Volksvermaak,
hebben aan den Gemeenteraad een adres gericht,
waarin zij, na uitvoerige beschouwingen over de
kermis en den meermalen gebleken zin van den
handwerksstand voor minder losbandige en tie
rende vermaken, aan den Raad de volgende
maatregelen in overweging gegeven
1°. Het Gemeentebestuur verbreke van nu af
aan den officieelen band welke het nog aan de
kermis verbindt, bet in- en uitluiden; het drage
zorg, dat tegen den aanvang der kermis de vol
gende inderdaad ergerlijke kennisgeving niet lan
ger uitgevaardigd en aangeplakt worde:
„De Burgemeester van Amsterdam, gezien, ge
let enz., vergunt tot wederopzegging toe, dat alle
koffiehuizen, tapperijen, wijnhuizen enz. in't alge
meen alle huizen waar wijn of sterke drank ver
kocht wordt of gelagen gezet worden van Maan
dag-avond dentot Zaterdag den Sep
tember aanstaande tot drie uren na middernacht
geopend blijven."
Het houde die vergunning voortaan terug.
2°. Het beperke, indien eene geleidelijke ver
vanging wenschelijk wordt geacht, de najaars-
inarkt aanvankelijk tot den tijd van acht dagen
en doe die samenvallen met de voorjaarsmarkt.
3°. Het verbanne, overeenkomstig de bevoegd
heid hem bij art. 472 der Algemeene Politie
verordening verleend, de tenten en kramen zoo
veel mogelijk naar de buitenwijken der stad en
ga de opeenhooping van een joelende en tierende
menschenmassa tegen, met al de hem ten dienste
staande middelen, o. a. door de passage zooveel
mogelijk vrij te houden en de kermisvertooningen
binnen omheiningen te beperken.
4°. Het opene alzoo voor de burgerij van Am
sterdam de gevvenschte gelegenheid om met de
daad te toonen, dat zij van de kermis niet lan
ger gediend is en dat haar volkomen afschaffing
de uitdrukking van den volkswil is.
De ondergeteekenden stellen zich voor van bunne
zijde in de eerste plaats het antwoord te vinden
op de vraag, welke verschillende volksvermaken,
ontleend aan vroeger en later tijd, aan het bin
nen- en buitenland, voor heden en voor onze
nationaliteit en landaard bruikbaar zouden zijn,
en vervolgens een beroep te doen op de mede
werking hunner stadgenooten en in de eerste
plaats van het Gemeentebestuur tot verkrijging
van de middelen, benoodigd tot de uitvoering
hunner plannen.
In het Beekberger woud, dat vroeger een zeer
moerassigen bodem had, zal een eerste boerderij
naar Engelsch model worden aangelegd. De hoeve
is reeds aanbesteed voor c. a. 23,000.
De Afdeeling voor Wis- en Natuurkundige
Wetenschappen der Koninklijke Academie van
Wetenschappen, zal eene gewone vergadering
houden op Zaterdag den 26sten Maart e. k., 's mid
dags te twaalf uren, iu liet gebouw der Academie
Trippenhuis) te Amsterdam.
Bij beschikking des Ministers van Staat en van
Binnenlandsche Zaken van 22 Maart is bepaald
dat de verkiezing van een lid voor de Tweede
Kamer der Staten-Generaal in liet hoofdkiesdis-
trict Roermond, welke moet plaats hebben ten
gevolge van liet aannemen der benoeming tot
officier van justitie bij de ariondissemeiils-recht-
bank ie Roermond door den heer Mr. K. L. J.
Coriielis, zal geschieden op Dinsdag 11 April
aanstaande, en de herstemming, zoo die nood
zakelijk is, op Dinsdag 25 April.
De luitenants ter zee der 2de kl. A. G. Wes-
terouen van Meeleren, J. A. Snoek, Jhr. J. C. F.
Westpalm van Hoorn, de officier van gez. der
2de kl. J. B. Coomaus do Ruiter, en de officier
van administratie der 3de kl. O. J. Lagaay, allen
dienende op Zr. Ms. schroefstoomschip Kijkduin,
worden met den laatsten dezer op non-activ. ge
steld en met den 1 sten April daaraanvolgende
vervangen door de luits. ter zee der 2de kl.J.C.
A. Wissel, J. Lagaay, J. J. de Bruyne, den offi
cier \an gez. der 2de kl. W. Pannevis en den
officier van administratie der 3de kl. D A. van
derlaan.
Voort worden met laatstgemelden datum ge
plaatst: op Zr. Ms. wachtschip te Hellevoetsluis,
de luits. ter zee der iste kl. P. Swaan, als iste
officier, en A. baron Collot d'Escury; op Zr. Ms.
wachtschip te Willemsoord, de luit. ter zee der
2de kl. T. Spree; op Zr. Ms. ramschip de Schor
pioen, de luit. ter zee der 2de kl. L. Haremaker;
op Zr. Ms. monitor de Krokodil, de luit. ter zee
der 2de kl. C. H. de Goeje; en op Zr. Ms. rader
stoomschip de Valk, de luit. ter zee der 2de kl.
A. M. R. Wagner.
De adelborst der 1ste klasse G. Moerland wordt
met den 26sten dezer geplaatst op Zr. Ms. schroef
stoomschip Vice-Admiraal Koopman.
Z. M. heeft aan W. Pleyte, conservator aan
's Rijks Museum van oudheden te Leiden, ver
gunning verleend tot het aannemen en dragen
der versierselen van ridder der orde van de Kroon
van Italië, hem door Z. M. den Koning van Italië
geschonken.
Z. M. heeft benoemd lot kantonr. te Leeuwarden
Mr. E. H. Tenckinck, thans kantonr. te Sneek.
Z. M. heeft benoemd tot rechter-plaatsv. in de
arrond.-rechtb. te 's-Gravenhage Mr. J. J. Van