HI0. 3396. Maandag A°. 1871. 6 Maart. LKIIISCII DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maanden3.00. Franco per post3.85. Afzonderlijke Nommers0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zen- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVKRTKNT1KN Voor iederen regel Grootere lettor, naar de plaatsruimte die rij beslaan. )e quaestie van het Kiesrecht in IVed.erlan.cl. III. Onze eenige conclusie, ons eenig wachtwoord n de zaak der kiesrecht-hervorming is geweest: rzienitig der Grondwet. Wij hebben er op aan- Jrongen dat hel belang der zaak zulk eene herziening eisebt, doch wij hebben ten slotte wanneer? reeds thans? JNeen, was ons antwoord, eene zaak als deze welke voor een degelijke en afdoende behande ling alle parlementaire krachten van regeering en vertegenwoordiging behoeft, mag op dit igenblik die krachten niet irt beslag nemen, gen dat beslag zoude verzet wordeu aange kend door eene die meer recht heeft, door de isestie der defensie. Men mag dit betreuren of niet, men mag in groote of kleine, in holle of iiiassieve, in conservatieve of liberale phrases de stelling verdedigen dat de ontwikkeling der in wendige vrijheid en kracht eener natie de eerste njaats moet bekleeden, de werkelijkheid is nu een- laai deze dat de oorlogsgod het woord heeft ge laagd, en dat de omstandigheden het hem heb- In gegeven. Het Nederlandsche volk zij ver- sndig genoeg, die werkelijkheid niet voorbij te en. Wij hebben dezen zomer kunnen ervaren telke ontzettende tooneelen eene natie te zien rijgt die voor de werkelijkheid hare oogen ge sloten houdt. De stroom der vergetelheid mondt pit in een zee van rampen. Het is niet anders. Maar wij noemden Dog een andere reden kr aardoor op dit oogenblik de hervorming van hel grondwettig kiesrecht ontijdig zoude zijn de |tand der openbare meening. Zoodra wij grondwetsherziening als onzen eeni- eisch hebben gesteld, mogen wij ook vorde- jeu dat de openbare meening over dat vraagstuk krachtig ontwikkeld zij. In 184.8 heeft de her- ken'mo van het kiesrecht voldaan, omdat zij uit jet volksbewustzijn voortkwam, omdat zij niet Jilblijven kon. Wij mogen thans iets dergelijks ïrwachten. Iets dergelijks. Niet geheel hetzelfde, lant wanneer wij aan eene herziening niet wil len beginnen alvorens zich de verschijnselen van lp4S herhaalden, dan zouden wij hoogst onrecht vaardig wezen. De stap van de indirecte verkie- pngen tot de directe, dien men toen deed, is veel pooler, dan de stap dien men thans zoude moe- en doen, ten minste hij treft sterker vooral bij iet groote publiek, bij maakt wellicht meer ensatie. Maar al zal de openbare meening thans nders genuanceerd wezen, zij moet bestaan, on- letwistbaar bestaan. En zóo bestaat zij nog niet. De pers heeft zich, lehoudens enkele uitzonderingen, nog alleen met Ie quaestie der censusverlaging bezig gehouden, 'eel dieper is zij nog niet doorgedrongen en wij tunnen nu toch eenmaal niet ontkennen dat de Juaestie veel dieper ligt. Daarom is het de plicht der pers, niet om thans in zekere, even spoedig vergeten als gelezen algemeenheden meerdere deelneming van het volk aan het samenstellen der vertegenwoordiging aan te prijzen en op te hemelen, hetzij alsoppositiewapen tegen liet tegen woordig kabinet, hetzij als middel om dat kabi net tot spoediger vooruitgang aan te sporen, maar 's liet haar plicht veeleer de denkbeelden te be spreken en toe te lichten, die zij, betreflende liet kiesiecht, m de Grondwet zoude wensclien ge huldigd te zien. Wilt gij den volksgeest doen ontwaken, kwel hem dan niet niet het gegons dier algemeenheden, dat hem wel onrustig zal maken maar toch zal laten doordommelen, neen, noem hem krachtig h'j zijn naam, teeken hem in scherpgeteekende trekken de werkelijkheid die gij hem berei den wilt, en hij zal opstaan uit zijn slaap, frisch en wakker, hij zal moedig de levenstaak van den nieuwen dag aanvatten. Men verge van ons niet, dat wij reeds thans onze denkbeelden aangaande de nieuwe kiesrechts regeling definitief bepalen. De bespreking van het vraagstuk in dien omvang is nog in hare wor ding en het zoude overmoedig wezen, om vóór den clioc des opinions reeds te verklaren quelle vérité en jaillira, oui, voordat men den invloed der overre ding kan hebben ondervonden, reeds te beweren dat men voor geene overreding meer vatbaar zal zijn. Voor het oogenblik zou ons het denkbeeld zeer toelachen, hetwelk ook in het Vaderland werd toegelicht, om den grondwetgever alleen het beginsel der directe verkiezingen te doen uit spreken en de opsomming der verdere vereisch ten aan den gewonen wetgever over te la ten. De tijden veranderen en wij met hen. Wanneer men het kiesrecht weder op liquor gaat zetten en de flesch met onverbreekbare stop pen dicht sluit, dan zal er ook wederom een tijd komen, waarin men alzoo een museum van kie zers zal bezitten, die wellicht voor de beoefenaars der electologie, vooral der vergelijkende electo- logie, uitstekende voorwerpen van studie zullen zijn, maar die voor de groote taak van de samen stelling eener volksvertegenwoordiging het noo- dige leven zullen missen. Maar, zal men vragen, wenscht gij dan thans niets? Wilt gij dan niet, dat er nu voorloopig, binDeu de grenzen der Grondwet, ten minste reeds iets wordt gegeven Sluit gij u niet aan bij de beweging, welke op eene verlaging van den bestaanden census gericht is, eeue beweging, die toch niet alleen van het kamp der triple- alliantie, maar ook van enkele forten der liberale legerplaats uitgaat? Betreurt gij dan niet, dat de Minister Thorbecke liet ontwerp van zijn voor ganger heeft teruggenomen? Neen, wij willen het kiesrecht hervormd heb ben radicaal, wij willen het gevestigd zien op de beginselen, die wij boven hebben uiteengezet. Maar wij protesteeren tegen ieder lapwerk, vooral tegen een voorstel tot censusverlaging als het ingediende. Wanneer meu een degelijke, zeer goed uit voerbare hervorming wil, dan wachte men zich vooral voor transactiën die de bereiking van het einddoel op de lange baan schuiven. Men zoude immers zoodoende handelen als een koopman die in de hoop op een kleine winst een partij goederen inslaat; maar de markt is beperkt en hij kan slechts een gering deel weder van de hand zettenhij heeft op dat gedeelte een kleine winst behaald, maar het renteloos liggen van den groolen voorraad be zorgt hem een verliespost, die oneindig groo- ter is. Doch zonde eene verlaging van den tegen woor- digen census nog wel eene winst wezen, al was het dan ook een kleine? Wij betwijfelen liet ten sterkste en beweren in ieder geval, dat niemand het zeker weet. Een censusverlaging als die van den heer Fock zoude een sprong in het wilde zijn geweest, volstrekt niet gemotiveerd dooreen voorafgegane verkenning van het terrein waar heen de sprong gericht was. Het is mogelijk, dat liet Nederlandsche volk op zijn beenen zoude zijn terecht gekomen, het is ook mogelijk dat het zich deerlijk zoude hebben gewond, maar met zekerheid wist men er niets van. En men moest het weten, men moest liet resullaat ten minste bij benadering hebben berekend. Wilt gij eene verlaging van den census^ dan moet gij, wanneer het u ernstig om eene verbe tering te doen is, eerst willen een enquête, een zeer uitvoerige enquête; waarschijnlijk zou een administratieve voldoende wezen en anders een parlementaire, doch een degelijke enquête in ieder geval. Wie de indiening van een voorstel tot cen susverlaging voorstaat en geen enquête wil, heeft misschien politieke plannen, niet geheel ongelijk aan de plannen van zekere visschers wanneer zij op weg zijn naar een troebel water, maar plannen tot degelijke hervorming van onzen po- litieken toestand kan hij niet bezitten. Welnu, in Juni a. s. zijn de verkiezingen aaD de orde. Durft men dan, niet met overschatting, maar in alle kalmte bewereD, dat, terwijl de be- grootingsdiscusiën (men weet hoe onze Kamer zich daarin houdt) eerst moeten afloopen, terwijl de regeering al hare bemoeiingen, buiten de da- gelijksche, concentreeren moet op de zaak der landsverdediging, dat nu toch èn die uit voerige enquête kan plaats hebben, èn door het parlement van die enquête kan worden keunis- genomen, èn de quaestie der censusverlaging kan worden gedebatteerd, èn de maatregelen tot in voering kunnen worden genomen, alles vóór de Juni-dagen? „Credat Judaeus Appella!" Geloove wie kan Welnu, dan zorge men liever dat tegen de ver kiezingen, die na 1871 komen zullen, de Grond wet is gewijzigd en dan geve men intusschen in ruime mate zijn licht over de juiste beteekenis van zulk eene hervorming. Laat daarom ook zij, die uit ernstige overtuiging tot dusver op een voorstel tot censusverlagingaandrongeD, hun stok paardje, dat toch vóór Juni den weg niet kan afleggen, verlaten en het krachtige ros eener radicale en principieele herziening bestijgen, waar mede zij inderdaad veel verder zullen komen. Maar een klein ontwerp, zooals Het Vaderland dat aanbeval, enkel tot wegneming der oneven redigheden tusschen den census in vele steden en dien op liet platteland Zoude bet niet goed zijn, ten minste nog vóór Juni, een dergelijke wet tot stand te brengen? In de afdeelingen der Tweede Kaïner is hetzelfde denkbeeld nog al krachtig ondersteund. Wij zouden ons daarbij aansluiten, wanneer wij zeker waren, dat het recht van amendement de zaak niet buiten hare grenzen zoude drijven, dat niet de combinatie van eenige rictitigen een algemeenere censusverlaging zoude weten binnen te smokkelen of ten minste een langgerekte discussie zoude openen en zulks zon der de voorbereiding, welke alleen bij een opzet telijk voorstel te wachten is. Zij die ons parle ment kennen, mogen beoordeelen of onze vrees overdreven is. Laat ons niet voor louter hoornen het woud voorbij zien. De electorale reformbeweging in Nederland moet zich den weg niet banen door allerlei kleine of onvoorbereide slagen in het donker, vooral nu wegens de nabijheid der Junimaand die slagen toch geen doel kunnen treffen. Neen, artikel 76 der Grondwet moet het eenige punt van aanval wezen, maar die aanval geschiede in een helder licht, in een eerlijken, goed voorbereiden strijd. Moge de verovering, die Nederland dan op liet gebied van het kiesrecht zal gedaan hebben, be wijzen voor Nederlands vrijheidszin en voor Nederlands politiek verstand. L.ci<lcn, -1 .TIaart. Door de commissie belast met de regeling en het beheer van liet muziekkorps der dienstdoende schutterij alhier is aan den heer Burgemeester ter hand gesteld de som van ƒ159,80 als netto opbrengst van het concert op 2 Februari II. ten j voordeele der algemeene armen dezer gemeente gegeven Wij kunnen aan alle belangstellenden in de verbouwing van de Stads-Gehoorzaal en vooral hen die het voornemen hebben de meeting op a. s. Maandag bij te wonen, of die langs anderen weg hun oordeel over deze zaak zullen uitbren gen zeer ten gebruike aanbevelen het sierlijk bewerkt ontwerp-plan tot verbouwing van dit locaal, dat op de steendrukkerij van onzen stad genoot P. W. M. Trap vervaardigd is. De Fransche tooueelschrijver Victorien Sardou, is te beroemd, te veel de man van den niemveren tijd, te veel besproken, beoordeeld en geprezen, dan dat men bij het opvoeren van zijne stukken die waar ze niet gezien, meerendeels gelezen zijn voor een beschaafd publiek veel daarover behoeft te zeggen. Als wij echter niet het stilzwijgen be waren dan is het meer om onze ingenomenheid te betuigen over het feit, dat ook de Leidsche ingezetenen in de gelegenheid zijn gesteld een van de beste werken van Sardou, door uitmun tende vertolkers te zien voordragen, dan wel om hier in de bijzonderheden te treden van een tooneelwerk, dat zich in de tooneel-lectuur eene eervolle plaats heeft verworven. Zij die in deze het initiatief hebben genomen, we weten immers dat de voorstelling van gisterenavond een spectacle demandé was, mogen aanspraak maken op den dank van allen, die in den Schouwburg aanwezig waren en daar eenige uren van zeldzaam kunst genot doorbrachten. Les Pattes de ilouche was het stuk dat ons pu bliek gisterenavond in de hoogste mate bekoorde en boeide. Gespeeld als het werd door artisten als Mile Thomson en de heer Ariste-Marie kon men na de eerste kennismaking wel niet anders dan eene waardige vertolking verwachten, maar die verwachting is nog overtroffen door het uit stekend spel der beide artisten, uitmuntend ter zijde gestaan als zij werden door de overige ledeu van het personeel. De herhaalde bewijzen van tevredenheid door terugroeping, zoowel als de ver eering van eene bouquet aan Mile Thomson, doen zien hoe eeD publiek als wederom gisterenavond de zetels van den Schouwburg had ingenomen, op deze voorstellingen prijs stelt. Als wij dan ook een derde optreden dringend verzoeken, dan is het omdat we daarmede in den geest van velen mee- nen te handelen. Gedurende deze week zijn dagelijks in het werkhuis alhier opgenomen van 151 tot 206 vol wassen personen en van 53 tot 104- kinderen. Bij de gehouden herstemming in het kiesdistrict Tholen, ter verkiezing van een lid voor de Prov Staten van Zeeland, in de plaats van wijlen den heer De Visser, tusschen de heeren C. J. de Vulder van Noorden, burgemeester van Tholen en oud- Vossemeer en J. Sipkes, notaris te St. Maartensdijk, zijn uitgebracht op den heer Sipkes 175 en op den heer De Vulder van Noorden 138 stemmen, zoodat de heer Sipkes is verkozen. Naar men verneemt is bij het wapen der artil lerie aanvrage gekomen naar onderofficieren, die de geschiktheid bezitten om voor magazijnmeester opgeleid te worden. De geneeskundige faculteit aan ile Utrechlscbe Hoogeschool heeft den cand. in de med. S. van Talma, met de gouden medaille bekroond als schrijver van liet op bare prijsvraag ingekomen antwoord. Bij beschikking van den Minister van Staat en van Binncnlandsche Zaken van 2 Maart 1871, is, 1 met ingang van 15 Maart e. k., na voorafgaand vergelijkend onderzoek, benoemd tot opzichter van den waterstaat der 4de klasse J. van Enst. Z. M. heeft aan Jhr. P. Repelaer van Spijkenisse, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als kapit. kominandant van het korps, gevormd uit de ver- ceniging tot bevordering van 's lands weerbaarheid te Dordrecht. Z. M. heeft aan E. de Groot, gewezen onder wijzer in het huis van militaire detentie en het huis van arrest te Leiden, verleend een pensioen ten laste van den Slaat van ƒ300 'sjaars. Z. M. heeft benoemd tot lid van het college i an regenten over het huis van arrest te Eindhoven J. Schellens, fabrikant aldaar. Z. M. heeft aan Mr. A. E. J. Modderman, op zijn daartoe gedaan verzoek, eervol ontslag ver leend als lid de r commissie van administratie over

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 1