Hlers is ontheven van het beheer van Boven ■tiica en Perica en belast met dat der districten (nimawijne en Commetewane; terwijl de heer P. Kamerling tijdelijk belast met het beheer der jtricten Boveu Cottica en Perica is. De Koloniale Staten hebben een adres van _nvbeklag aan Z. M. den Koning gericht wegens overlijden der diepbetreurde Vorstin H. K. H. Buses Frederik der Nederlanden. BIvkaJao, 4 Febr. Bij Gouv. besluit van 30 Jan. is [sir. G. R- Palm benoemd tot plaatsvervanger den kantonrechter alhier, f L Men verneemt, dat de heer J. H. Ferguson, gepaghebber van het eiland Aruba door Z. SI. den feèniog Groothertog is benoemd tot ridder van de (hnseniburgsche orde van de Eikenkroon. (Men vviet dat die heer te Berlijn bekroond is wegens de beantwoording van eene prijsvraag). 3 buitenland. Frankrjj li. •J)e grijze Thiers, door bevoegde beoordeelaren dJ eeni»e groote staatsman genoemd die het ver kapte Frankrijk op dit oogenblik bezit, voor men de smartelijke taak was weggelegd over de vernedering van zijn vaderland te moeten [onderhandelen, heeft zich na de. volbrenging van dii smartelijke rol naar Bordeaux terug begeven om aan de wettige vertegenwoordiging des lands, ■dedeeling van de voorwaarden te doen en liare bekrachtiging te vragen. pij heeft zich daarheen begevenhij is te Bor deaux aangekomen, is opgetreden in de Nationale Vei gadering, maar daar op het spreekgestoelte den zijn krachten ondermijnd, ie inspanning op zijn levensjaren, de pijnlijke omstandigheid dat hij, de geschiedschrijver van Fraukrijks roemrijkst tijdperk, de ijverige, mis schien wel wat eerzuchtige staatsdienaar, de warme en oprechte vaderlander, die aan het Iftnsche volk zijn diepen val moest verkon digen, maakten zoo diep een indruk op zijn zenuwgestel, dat het woord hem in den mond verstomde en een ander hem als bode des onge- lolts moest vervangen. De telegraaf heeft ons kortelijk gisteren bekend '«naakt met hetgeen eergisteren in de Natio nale Vergadering is voorgevallen. Tot ons leed wezen konden wij gisteren, overstelpt door be richten op den laten avond, het telegram onze lezers niet mededeelen. Intusschen was hetgeen daarin voorkwam in eejjalgemeene trekken bekend en treedt de telegram giin eenige meerdere bijzonderheden, wij laten het er hier volgen ooj i Bordeaux, 28 Febr. Heden te halfvijf is een ■enbare vergadering gehouden De heer Thiers ■t, te midden van een diepe stille, het woord op en zegt Wij hebben de smartelijke taak op ons geno- kD; wij hebben onze beste pogingen in het werk gesteld, en komen thans met smart aan iiffe beraadslagingen een wetsontwerp voorleg gen, waarvan wij verzoeken dat art. 1 door u urgent worde verklaard, luidende: Daar de uatio- MÜe Vergadering voor een voldongen feit stam, is zij niet verantwoordelijk en neemt de op 26 Febr. te Versailles geteekende vredespre- Ininaireo aan." begeven den heer Thiers de krachten hij is géoodzaakt de tribune en de zaal te verlaten. De heer Birlhelemy St. Hilaire gaat met de voorlezing der vn- dipreliminairen voort.) [Art. 1. Frankrijk doet, ten gunste van liet Duit sche: rijk, van de volgende rechten afstand: een vijfde gedeelte van Lotharingen, daaronder be grepen Metz en Thionville; en van den Elzas, nel uitzondering van Belfort. Art. 2. Frankrijk betaalt 5 milliard franken, waarvan éen milliard in 1871 en het overige in een tijdsverloop van drie jaren. Art. 3. De ontruiming van het Fransche grond gebied zal na de ratificatie van het verdrag een aanvang nemen. De Duitsche troepen zullen als dan Parijs en verschillende departementen, mee- Wndeels in de westelijke streek gelegen, ontrui- n- De ontruiming van de departementen ®al achtereenvolgens plaats hebben na de beta- van het 1ste milliard en naar gelang van da storting der andere milliarden. De sommen, ,e'ke te storten overblijven, zullen een rente agen van 5 pCt., te rekenen van af de ratifi- 'lie van het verdrag. -Art. 4. üe Duitsche troepen zullen zich van «t heffen van elke schatting in de bezette depar- Jmenten onthouden, maar hun onderhoud zal kosten van Frankrijk geschieden. Art. 5. Een uitstel wordt verleend aan de be- oners van het geannexeerde grondgebied, we- 5ens het opteeren voor een der beide nationali sten. Art. 6. De krijgsgevangenen zullen uniniddelijk Sorden uitgewisseld. -Art. 7. De opening der definitieve vredeson derhandelingen zal plaats hebben te Brussel, na ratificatie van bet tractaat. Art. 8. Het beheer in de bezette depsrtemen- zal worden toevertrouwd aan Fransche amb- «"aren, onder bevelen Men. van de Dnitsche leger- Art. 9. Het tegenwoordig verdrag verleent geen recht op het gedeelte grondgebied, hetwelk niet bezet is. Art. 10. Dit verdrag zal aan de ratificatie van de Nationale Vergadering in Frankrijk onder worpen worden. Nadat deze voorwaarden eerst in de aldeelingen der vergadering waren onderzocht, kwamen zij gisteren in openbare behandeling. De discussien moeten volgens de heden langs telegrafischen weg ontvangen berichten levendig en warm zijn ge weest. En geen wonder waar de broeders uit éen gezin ja en amen moeten zeggen om een aantal hunner onder een vreemd juk te brengen. Het moge waar zijn dat Frankrijk daaraan zelf veel schuld heeft, toch is het daartoe grootendeels ge bracht door de walgelijke politiek van den derden Napoleon, waarvan Bismarck, gelukkig als hij was, misschien te veel partij heeft, getrokken. De Nationale Vergadering heeft toegegeven en de voorwaarden met groote meerderheid bekrach tigd, doch niet zonder den man van Sédan ver antwoordelijk te hebben gesteld voor de rampen die Frankrijk treffen, zonder hem voor altijd het recht te hebben ontzegd nogmaals de troon te beklimmen, waarop hij nooit wettig gezeteld heeft. Hopen wij dat Frankrijk, door de harde les die het thans ondervindt, in stede van zich te gaan verheffen om wraak te nemen over de onheilen waartoe de onmacht het heeft gebracht, zich integendeel moge toeleggen op de werken des vredes en zicli moge onderwerpen aan de harde slagen van het noodlot! (Zie Telegrammen.) TELEGRAMMEIV. Dladrld, 28 Febr. Heden is het handelitractaat met Zweden geleekend. I De Pruisische gezant zal morgen zijne geloofs brieven aanbieden. Het Gouvernement zal bij de verkiezingen zon der twijfel de meerderheid behalen. St.-Petersburg, 1 Maart. Het Journal deelt een telegram mede van Keizer Wilhelm aan den Czaar, tot bericht van de onderteekening van de vredes preliminairen en mededeeliug der voor waarden. Daarop volgt I „Zoo staan wij aan het einde van een roemvol- len bloedigen strijd, waartoe wij met eene voor- i beeldelooze lichtvaardigheid werden genoodzaakt. Pruisen zal nooit vergeten dat het aan u te dan ken heeft dat de oorlog niet den grootsten om vang heeft verkregen. God zegene u daarvoor. „Uw voor altoos dankbare vriend „Wilhelm." De Keizer van Rusland heeft denzelfden dag zijn dank voor de ontvangen mededeelingen be tuigd, met bijvoeging van deze woorden „Ik deel in uwe vreugde. God geve dat er een duurzame vrede moge volgen. Het strekt mij tot genoegen U mijne sympathie als toegenegen vriend te kunnen betoonen. Moge de vriendschap tus- schen ons beiden strekken tot verzekering van het geluk en den roem van beide landen." Londen, 1 Maart. De Times deelt de volgende berichten mede uit Parijs, gedateerd 28 Februari: Gisteren hebben de gedelegeerden der nationale garde, van Montmartre, la Chapelle, Montrouge, Belleville en andere arrondissementen in eene meetiDg besloten, tot liet uiterste tegenstand te bieden wanneer de Duitschers Parijs willen bin nenrukken. Het denkbeeld van tegenstand schijnt verder ingang te. vinden. Men verzekert dat wan neer de nationale garde zich Woensdag tegen den intocht der Duitschers verzet, generaal Viuoy geene maatregelen van geweld tegen de garde zal nemen, maar met zijn troepen zal terugtrek ken. De militaire autoriteiten zijn in verlegen heid. In eene andere vergadering, van 1500 man der nationale garde, werd besloten hel stadhuis aan te tasten. Zij vonden aldaar de militaire autori teiten gereed en daar de overige manschappen der garde, door vermoeienis uitgeput, slechts on geregeld aldaar aankwamen, is het plan tot eene gecombineerde beweging mislukt. De manschap pen trokken daarop naar het plein der Bastille, waar hun geschut stood, hetwelk echter onbruik baar was gemaakt. De autoriteiten hebben zich van alle tusschenkomst onthouden, opdat er geene botsing zou plaats hebben. Ze3 politie-agenten zijn verdwenen. Men gelooft dat zij weggevoerd of omgebracht zijn. De kenteekenen van oproerige gezindheid nemen toe. Parijs, 1 Maart. Het Journal O/fidcl zegt, dat in strijd met het gerucht, de Keizer van Duitsch- land niet het commando schijnt te zullen voeren over de troepen die Parijs binnentrekken. De admiraal Cliallie heeft een order uitgevaardigd tot de mariniers om kalm te blijven en elke aan raking met den vijand te vermijden, De instructie in de zaak betreffende den aan val op de gevangenis St. Pélagie in den nacht tusschen 26 en 27 Febr., is begonnen. De direc teur dier gevangenis is ontslagen. Berlijn, 1 Maart. De Keizerin heeft uit Ver sailles het volgende telegram van den Keizer ontvangen Zooeven ben ik alhier van Longchamps (te Parijs) teruggekeerd. Ik heb aldaar de troepen van liet zesde en elfde Pruisische en van het 1ste Beiersche korps, in 't geheel 30,000 man sterk, in oogenscliouw genomen. De troepen zagen er voortreffelijk uit. De voorhoede is hedenochtend te 8 uren Parijs binnengerukt, zonder dat er eenige stoornis plaats had. Brussel, 1 Maart. De Indépendance Beige deelt berichten uil Parijs van gisterenavond mede, waarin gemeld wordt dat aldaar in sommige wij ken eene buitengewoon groote agitatie heerschte. Er waren barricades, met kanonnen en mitrail leuses gewapend, op zekere punten opgericht; maar de heethoofden verzekerden, dat die enkel waren opgeworpen voor het geval dat de Duit schers de hun aangewezene grenzen te Parijs zouden willen overschrijden. De gouverneur van Parijs heeft verklaard, dat hij op zeker aantal nationale gardes en linietroepen kon rekenen, om, als het zijn moest, zich tusschen de Dnitichers en de bevolking te stellen. Bordeaux, 1 Maart. (Zitting der Nationale Vergadering.) De zitting wordt te I uur geopend. Ingekomen is het rapport der commissie voor het vredesverdrag, strekkende tot aanneming der vredespreliminaireneen weigering (zegt de com missie) zou de bezetting vau geheel Parijs, de invasie van geheel Frankrijk ten gevolge hebben en het land aan de vreeselijkste onheilen bloot stellen. De commissie bezweert de vergadering, om geen wanhopige maatregelen te nemen; zij geeft de verwachting te kennen, dat geen der leden, in de tegenwoordige omstandigheden, zal trachten zich buiten schot te houden door zich aan de stemming te onttrekken; door dus te han delen zou men zijn plicht verzaken en elke ver antwoordelijkheid van zich werpen. (De voorlezing van dit rapport wordt nu en dan af gebroken door protesten en spottende uitroepen. De vergadering is zeer geagiteerd). De heer Edgar Quinet protesteert in krachtige bewoordingen tegen de aanneming der vredes preliminairen. Een goedkeuring van dergelijke voorwaarden (zegt hij) staat gelijk met den on dergang van Frankrijk, voor nu en voor de toe komst. De heer Bamberger (afgevaardigde voor de Moezel), bezweert de vergadering, om de voorge stelde voorwaarden te verwerpen. Hij eindigt zijn redevoering met een hevige afkeuring van het gouvernement van Napoleon. (Gedurende een poos heerschl er groote opgewonden heid in de vergadering. De heer Conti, voormalig chef van het kabinet des Keizers, tracht hel keizerrijk te ver dedigen, maar tie leden staan als éen man op, om vol geestdrift en bij acclamatie de resolution goed te keu ren, waarbij de val van hel keizerrijk wordt uitgespro ken en keizer Napoleon voor de onheilen, welke Frank rijk thans treffen, verantwoordelijk wordt gesteld). De heer Victor Hugo houdt een schitterende redevoering tegen de ratificatie der vredes-pre- liminairen. De Vergadering heeft ten slotte de ratifica tie der vredes-preliminairf.n met M6 tegen 107 stemmen GOEDGEKEURD. Andere dépêche. De vergadering is bijzonder ge agiteerd. De meeste der dames op de galerijen zijn in rouwgewaad. Verscheidene protesten tegen den afstand van grondgebied worden op het bureau van den president gedeponeerd. De heer Victor Lefrauc, rapporteur der commissie voor het vredesverdrag, leest zijn rapport, hetwelk, met de eenparige stemmen van al de leden der commissie, concludeert tot goedkeuring en der Kamer aanbeveelt om de door het gouverne ment aan haar onderzoek onderworpen vredes preliminairen aan te nemen, zooals zij daar lig gen. De heer Victor Lefranc zegt het volgende: De commissie heeft geenerlei verandering in de vredesvoorwaarden voorgesteld. De commissie van vijftien leden, heeft al het mogelijke in liet werk gesteld tot verzachting der gestelde voorwaarden. De afstand van grondgebied issmartelijk, maar men moet in aanmerking nemen den toestand van Parijs en de bedreigingen van den vijand, die zoo gruwe lijk de rechten der bevolking miskent, door een ge deelte van Parijs te bezetten. Dit is smartelijk, maar een onvermijdelijke ramp. De tegenwoor dige onheilen zijn het gevolg van oorzaken, waarvan wij op onze eer niet verantwoordelijk zijn. (hevig protest van de linkerzijde). Buitendien begiDt Europa zich bewogen te gevoelen. Men heeft getracht ons te ontwapenen, ons uit te put ten, maar die toeleg is mislukt. Voor het tegen woordige behoort ons doel te zijn om den inval te keeren; voor het toekomende moeten wij de fouten van het verledene trachten te herstellen en niet meer onze toevlucht zoeken in het cesa- risme (opschudding en gemompel). De heer Victor Lefranc zegt vervolgens, dat de commissie zich een oogenblik heeft laten me deslepen door het denkbeeld, om den vijand vrijheid te laten, alles te doen wat hem goed- dacht, en zich te beroepen op liet oordeel van Europa. Maar nu de Parijsche forten door den vijand bezet, onze legers gedesorganiseerd zijn en onze liniën overal bedreigd worden, heeft de commissie gemeend hare toevlucht niet te moe- teD nemen tot een daad van wanhoop, welke Parijs en Frankrijk onherstelbaar te gronde zou hebben gericht. De rapporteur eindigt zijn rede aldus „Weigert gij de vredespreliminairen aan te nemen, dan wordt geheel Parijs bezet, geheel Frankrijk aan den inval van den vijand bloot gesteld, en God alleen weet welke rampen daar uit zouden voortvloeien. Wij kunnen u dus den raad niet geveD, om tot het nemen van een wan- hopenden maatregel te besluiten. Wat ook ge beuren moge, Frankrijk zal altijd het recht be houden, om de taak, welke het op dit beneden rand is opgedragen, te vervullen (spottende uitroepen). De commissie gelooft, dat in de tegenwoordige omstandigheden niemand zich zal verschuilen achter een onthouding, welke een plichtverza king en een vrees voor verantwoordelijkheid zou zijn." De heer Jules Farre heeft uit Parijs, onder dagteekening van 28 Febr., de volgende dépêche gezondenDe avond van gisteren was aan de Bastille en de omringende wijken zeer onstuimig, maar er hebben geen ernstige wanordelijkheden plaats gehad. Heden is het station van den Noor derspoorweg door nationale gardes bezet, die alle treinen aanhouden en de stukken van de wallen hebben verwijderd. Men meldt mij uit een zekere bron, dat, indien de ratificatie hedenavond kon bekend zijn, de Pruisen morgen Parijs niet zouden binnenrukken. Zou dit niet beproefd kunnen wor den? Wij zouden daardoor uit een groote onge legenheid, misschien uit een groot gevaar, worden gered. Eindelijk wordt nog verhaald, dat koning Wilhelm deze week te Versailles zal blijven. Maak dus zooveel mogelijk spoed. Bedenk in welk een pijnlijken toestand wij ons bevin den." Parijs, 1 Maart, (des middags). Verscheidene bataljons Duitsche troepen zijn te 7 uren hier binnengetrokken, ten einde de kwartieren gereed te maken; zij hebben te lialfnegen het nijver heidspaleis bezet. Eenige detachementen versche nen op het plein de la Concorde; eeDige weinige nieuwsgierigen woondeu dit schouwspel bij. Er heeft geenerlei demonstratie plaats gehad. Een cordon Fransche troepen en nationale garde belet den doortocht aan de in uniform zijnde personen. De houding der nationale garde is over het alge meen kalm; geen eukel incident van ernstigen aard heeft zich voorgedaan. Het gros van het bezettingskorps bevindt zicli in het boseh vau Boulogne, waar die troepen worden geïnspecteerd zij zullen tegen den middag Parijs binnenrukken. De wijken welke voorde bezetting van den vijand zijn aangewezen, zijn bijua verlaten; deuren en vensters zijn gesloten in de andere wijken, vooral op de boulevards en de straat Rivoli, zijn de winkels en koffiehuizen evenzeer gesloten. Luxemburg, 2 Maart. De Kamer der Afge vaardigden heeft lieden in geheim comité over de interpellatie van den lieer Wurth, betreffende de onderhandelingen met den naar Luxemburg gezonden Pruisischen gevolmachtigde, de intrek king van liet exequatur van den Fransclien con sul, enz., beraadslaagd. Nadat door het gouver nement ophelderingen waren gegeven, heeft de Kamer beslist, dat een openbare discussie over bedoelde aangelegenheid voor liet oogenblik niet gewenecht voorkomt. Bechtzakeii. Gewezen vonnissen in strafzaken door het kan tengerecht te Leiden van dd. 20 Februari 1871 6 wegens na gezette tijd vuilnis te hebben op- gebaald. 1 met een ongemuilbanden hond te heb ben gereden. 1 vuilnis in het water te hebben ge worpen. 3 buiten de daargestelde waterplaaten (urinoir) datgene te hebben verricht, waartoe die inrichtingen bestemd zijn. 2 de Donkersteeg in tegenovergestelde richting te hebben bereden. 1 een stofverspreidend voorwerp na ge zette tijd te hebben uitgeklopt. 2 in den Singel te hebben gebaggerd, zonder pachter van den sladsbagger of diens bediende te zijn. STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. Hoofdstuk VIII (de begrooling voor het Departe ment van Oorlog) gaat van de volgende inlichtingen vergezeld. Het bedraagt/T 4,898 115 00. Het is behoudens eenige wijzigingen gelijkluidend met liet vroeger tot hetzelfde einde ingediend wetsontwerp. Alvorens over te gaan tot het, voor zooveel noodig, toelicliteo der voorge dragen wijzigingen, vermeent de Minister niet te mo gen nalaten met een enkel woord te wijzen op de bijzondere omstandigheden, waaronder hij het be3tuur over het Departement van Oorlog heelt aanvaard De toestand van ons krijgswezen eischt, een ieder erkent dit, aanvulling, verbetering en ia menig op-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 3