zijne muren zag binnentrekken. Wij moeten daar bij misschien alweer bedenken dat zelfs vorsten, die Gods naam ieder oogenblik op de lippen hebben, van Gods grootmoedigheid te weinig hebben overgenomen om voor een lang verleden vernedering wraak te willen nemen op een volk, dat door het geslacht van dien vroegeren beleedi- ger zelf in het ongeluk is gestort en met dat „eslacht gebroken heeft. Doch al ware zulk eene wraakneming met de eischen der loyaliteit over een te brengen, met de toenmalige eu tegen woordige feitelijke toestanden is zij het zeker niet. De oorlog dien Napoleon toen tegen Pruisen voerde was met zijn intocht in Berlijn niet ge ëindigd; dat hij dus in het vijandelijk land het centrum van zijne macht in de hoofdstad vestigde om van daaruit zijne overwinningen voort te zetten, was niet meer dan natuurlijk. Hier echter is de vrede zoo goed als gesloten; het zwaard rust in de schede, de volken staan niet meer als vijanden tegen elkaar over; en toch moet nog even vóór het vertrek der Pruisische troepen deze ijdele praalvertooning plaats hebben, opdat de geschiedrollen zouden kunnen vermelden: „Wat Napoleon I 27 Oct. 1S06 met Berlijn deed dat heeft Wilhelm I 27 Febr. 1871 met Parijs gedaan." Waarlijk, bij deze blijkbare zucht van Pruisens koning tot de praalvertooningen, die de ouden na hunne overwinningen plachten te houden, is het eenigszins voor den gevangene te Wilhelmshöhe te vreezen, dat de zegepralende vorst hem zal willen gebruiken zooals Augustus het Cleopatra wilde doen; immers evenals deze door hare schoonheid haar 's vijands intocht in Rome schit terend zou hebben opgeluisterd, evenzeer zou Napoleon III dit des konings intocht in Berlijn doen, juist niet door zijne schoonheid, maar door zijne hoedanigheid als neef van Pruisens ouden vijand en overwinnaar. Indien U, doorluchtige ge vangene, zoo iets mocht boven het hoofd hangen laat dan uw laatste hoop zijn, dat er op Wil helmshöhe evenals te Aleiandrië vergiftige doch reddende adders mogen te vinden zijn. Kolonel Denfert, de dappere verdediger van heifort heeft de volgende proclamatie uitgevaar digd: „Burgers en soldaten! „Het Gouvernement van de nationale defensie heeft mij, gedrongen door de omstandigheden, bevel gegeven de vesting Belfort over te geven. Ik heb dienvolgens over deze overgave moeten onderhandelen met den generaal v. Treskow, opperbevelhebber van de belegeraars. Zoo de rampen van ons vaderland niet gedoog den dat de dappere tegenstand door garnizoen, nationale garde en de bevolking geboden, de ver diende belooning ontving, smaken wij toch de zelfvoldoening voor Frankrijk de naburige Fran- sche post te mogen behouden, waarheen we ons met wapenen en bagaadje begeven. Daar ik doordrongen ben van den geest die de inwoners der stad bezield, in wier midden ik sedert verscheidene jaren woon, begrijp ik beter dan iemand den wrevel over den toestand waarin ze geraakt zijn. Deze toestand is te ondragelijker, daar men ons vrees meent aan te jagen dat met rerheding van de moderne beginselen, het vredes verdrag waaronder we zullen moeten gebukt gaan andermaal het recht van den sterkste doet zegevieren en den Elzas onder vreemde overheer- schers brengt. Maar ik blijf overtuigd dat de bevolking van Belfort altijd die echt Fransche en republikein- iche gevoelens zal blijven aankleven waarvoor zij met zooveel nadruk is opgetreden. Raadpleegt zij overigens de geschiedenis, zelfs van deze eeuw, dan zij er het vertrouwen uit putten dat de kracht 't boven het recht niet kan staande houden. Leve Frankrijk, Leve de Republiek 1 wegloopt met een mand op zijn rug, en in dien mand... Nap. Ill met Pio IX, terwijl 1871 als een jeugdige nationale garde op wacht staat, om te zorgen, dat zij niet terugkomen. Als ze wat heel erg zijn, worden ze door de policie wegge nomen, om niet te veel aanstoot, of ergernis te {even. Jammer, dat nu ook velen die het Chris tendom niet anders kennen, dan zooals het hun in de Roomsclie kerk geleerd was, het een met het ander willen over boord werpen, en van bijgeloof overslaan tot ongeloof. Het is niet vreemd, les extremes se touchent, maar daarom niet min der bedroevend. Gisterenavond, zegt het Noorden, te zeven uren 'okte de verwachting van het sluiten van den rrede en de nieuwsgierigheid naar de voorwaar den, een groot aantal menschen naar ons bureau, toen het bekend werd dat er een bulletin zou verschijnen. De toevloed was niet minder groot dau soms dezen zomer bij het bekend worden der groote oorlogsfeiten, de agenten van politie hebben hunne sabels uit de schede getrokken, om den aandrang van het publiek tegen te houden. Engeland. Uit de thans aan het Britsche Parlement mede gedeelde bescheiden betrekkelijk de zaak van Rome, loopende tot den 13den dezer, blijkt dat het Britsche gouvernement reeds sedert de maand Augustus des vorigen jaars maatregelen heeft ge nomen om den Paus veiligheid aan boord van een Engelsch oorlogsschip en vervolgens, des noods, op Engelsch grondgebied te kunnen verschaffen, maar dat het zijner zijds geen aanbod daartoe heeft gedaandat het een aanzoek van wege den Paus wilde afwachten, en dat het geen zoodanig aanzoek heeft ontvangen. Oostenrijk-Hong. Monarchie. Het Heerenhuis van Oostenrijk heeft in navol ging van de Kamer van Afgevaardigden, gewei gerd langer dan een maand machtiging te ver- leenen tot heffing en invordering van 's Rijks belastingen. Deze uitkomst werd verwacht; de president der vergadering de heer v. Schmerling, de ontwerper van de Februari-constitutie had reeds den 28sten Februari, bij de rede ter gele genheid van zijne benoeming tot voorzitter, het ministerie meer of min den voet dwars gezet in de volgende bewoordingen: „De constitutie is feilbaar gelijk alle menschelijk werk; maar de Kamer zal zich nimmer neer leggen bij beginselen die, onder voorwendsel van de autonomie der Rijksdeelen uit te breiden, slechts strekken om de constitutie t» verzwakken en te ondermijnen." Het antwoord van Graaf Hohenwart was zwak en verried verlegenheid, en het besluit der ver gadering toont wel dat hij er niet in geslaagd is het minste vertrouwen in zijn plannen te doen stellen. Onder dergelijke omstandigheden wordt het regeeren zeker zeer moeilijk. Spanje. Tusschen Spanje en de Khédive schijnt een ge schil te zullen oprijzen. Tengevolge eener belee- diging van een ambtenaar van het Spaansch consulaat te Cairo, heeft de consul-generaal een herstel in eer gevorderd, waaraan de Egyptische regeering nog niet heeft voldaan. Deze kwade wil heeft het geschil verergerd en zal wellicht nog meer kwaad bloed zetten; het Spaansche ministerie heeft tot deu Khédive eene sommatie gericht, met welker nakoming laatstgenoemde volstrekt geen haast maakt. Ten einde te voor komen dat de zaak te ver zal gaan, hebben on derscheidene Gouvernementen die bij den Khé dive vertegenwoordigd zijn, hun goede diensten aangeboden om het geschil te vereffenen. Bij het uitschrijven der verkiezingen, tot sa menstelling der nieuwe Cortes-Vergadering heeft het Spaansche Gouvernement een manifest aan de natie gericht, hetwelk ook door het oflicieele dagblad, in zijn nonimer van 17 Februari is medegedeeld. Na eene schets van het regeerings- plan hetwelk het ministerie volgt, doet het ma nifest een beroep op de republikeinen en carlïsteu, eu uoodigt hen uit om, met terzijdestelling van geweld en onwettige middelen, het gewrocht der September-revolutie, zoo als het door den wil der natie tot vastheid is gebracht, te eerbiedigen, maar zoo er in 's lauds wetten iets strijdigs met hunne beginselen is, wijziging daarvan te zoeken op den wettigen weg. Daarentegen worden zij dringend aangemaand om van een zoo wanhopig middel als eene coalitie af te zien. Een coalitie tusschen republikeinen en carlisten noemt het manifest „eene gedrochtelijke zamenspanning ten doel hebbende het land tot eenen chaos van re- geeringloosheid te maken met de ijdele hoop om dien chaos tot een voetstuk voor zelfverheffing te doen dienen." TELEGRAMMEN. Versailles, 26 Februari. De Keizer heeft het volgend telegram naar Berlijn gezonden Aan de Keiierin-Koningin te Berlijn. „Met een diep bewogen hart en vol dankbaar heid voor Gods genade, deel ik u mede, dat zoo even de vredesprelirninairen onderteekend zijn. „Thans wordt daarop nog de goedkeuring der Nationale Vergadering te Bordeaux afgewacht. (gel.) WILHELM." Luxemburg, 27 Fe.br. In de Kamer van afge vaardigden is de Regeering geïnterpelleerd over den politieken toestand des lands. De heer Wurth vroeg dienaangaande: „Wat is het doel en de uitslag geweest der onderhandelingen met een Pruisisch gevolmachtigde te Luxemburg? Op welke feiten berust de intrekking van het exequatur van den Franschen consul? Is het waar dat de Regeering langs den weg van rechten het tractaat wil doen opheffen, krachtens hetwelk zij deLuxem- burgsche spoorwegen exploiteert?" De Spreker verzocht om overlegging der stukken betreffende deze onderwerpen. De Minister Servais heeft toe zegging gegeven dat hij binnen kort de gedane vragen zal beantwoorden. Hij heeft tevens ver klaard, tegen de overlegging der stukken geen bezwaar te hebben. Berlijn, 27 Februari. Gisterennamiddag tus schen 5 en 6 uren werden de vredesprelirninairen geteekend. De voorwaarden zijn deze: Frankrijk staat den Elzas en Duitsch-Lotharingen met Metz aan Duitschland af. Belfort blijft tot Frankrijk behooren. Frankrijk betaalt voorts vijf milliard oorlogsvergoeding die binnen drie jaren moeten voldaan zijn. Gedurende dien tijd blijven Fran sche vestingen en ander grondgebied door Duit- sche troepen bezet. Londen, 27 Februari. De heer Thiers deed het voorstel dal Luxemburg dooi Frankrijk aange kocht eu aan Duitschland overgedragen zou wor den, indien Metz aan Frankrijk werd terugge geven. De keizer bevindt zich veel beter. Te Amiens is bevel gegeven de bewegingen der troepen in de richting van Rouaan te staken. Prins Karei van Rumenie is nog altijd besloten afstand van den troon te doen. De Morning Post weerspreekt het gerucht dat er eene fusie tusschen de legitimisten en de Or- leanisten tot stand is gebracht. De Daily News bericht dat de heer Daru den gezantschapspost te Weeuen heeft geweigerd. Ifunchen, 27 Februari. De Koning heeft het volgend telegram van den Duitschen Keizer ont vangen Versailles, 27 Febr., des voormiddags te 10 uren 55 min. „Met het hart vervuld van dank jegens de Voor zienigheid geef ik U bericht, dat gisterennamid dag alhier de vredes-preliminairen onderteekend zijn, waarbij de Elzas, zonder Belfort, en voorts Duitsch-Lotharingen met Metz aan Duitschland afgestaan en de betaling van vijf milliard franken aangenomen is. „Een gedeelte van Frankrijk zal bezet blijven totdat het bedrag is afbetaald. „Parijs zal gedeeltelijk worden bezet. „Wanneer de ratificatie te Bordeaux heeft plaats gehad, zullen wij een glorierijken, bloedigen strijd ten einde hebben gebracht, waartoe wij met eene voorbeeldelooze lichtvaardigheid werden genood zaakt en waarin Uwe troepen zulk een eervol aandeel hebben gehad. „Moge Duitschlands grootheid in vrede beves tigd worden I" Bordeaux, 27 Februari. De Nationale Verga dering heeft heden geen zitting gehouden. De heeren Thiers en Picard worden hedenavond alhier teruggewacht. Parjjs, 27 Februari. Het Journal des Débats deelt het volgende mede: De vredes-preliminairen zijn gisteren ondertee kend. Het vredestractaat is eerst van kracht na goedkeuring door de Nationale Vergadering. De eischen omtrent schadeloosstelling en afstand van grondgebied waren van zoodanigen aard, dat de heeren Thiers en Favre meermalen op het punt hebben gestaan om de onderhandelingen af te breken, op het gevaar af van den oorlog te zien voortzetten. De commissie van vijftien leden was daarover niet minder getroffen dan de on derhandelaars. De schadevergoeding is bepaald op 5 milliard. Graaf Bismarck begon met het dubbele van die som te vragen. Frankrijk verliest den Elzas en Metz; het be houdt vijfzesde gedeelte van Lotharingen, alsook Belfort. De Pruisen zullen Woensdag te Parijs hun intocht doen; 30,000 man zullen zich naar de Place de la Concorde begeven. Thiers en de gedelegeerden vertrekken heden avond naar Bordeaux. Het Journal Officiel deelt mede, dat, na eene republikeinsche manifestatie op het Plein der Bas tille, de oproermakers een politie-agent in de Seine hebben geworpen, met het gevolg, dat hij verdronken is. Een ambtenaar der magistratuur, die hem wilde redden, moest in de kazerne vluchten om hetzelfde lot te ontgaan. Wccnen, 27 Februari. De Duitsch nationale partij kwam gisteren in de kademie voor koop handel bijeen. Bij de 300 personen namen aan die bijeenkomst deel, waaronder afgevaardigden van den Rijksraad en publicisten. Een der leden besprak de verhouding van Oostenrijk tot het Duitsche Rijk en stelde de volgende resolutie voor „Wij begroeten de tot stand gebrachte Duitsche eenheid, we zien daarin geen gevaar voor onze belangen, wij wenschen de betrekkingen tot Duitschland door een innige vriendschap met Duitschland op volkenrechterlijk gebied te ver krijgen en te versterken." Deze resolutie werd zonder debat met eenparige stemmen aangenomen. Munchen, 27 Februari. Volgens stellige berich ten zal de Keizerlijke kroonprins-veldmaarschalk na het sluiten van den vrede alhier aankomen om het "opperbevel van de Beiersche troepen in handen des Konings over te geren. Brussel, 27 Febr. Aan de Etoile beige wordt uit Parijs van heden gemeld, dat in den afgeloo- pen nacht aldaar alarm is geslagen en de gewa pende nationale gardes zich in massa naar de avenue Thernes hebben begeven, om zich tegen het binnenrukken der Pruisen te verzetten. Deze volharden in hun voornemen. Men voorziet bloe dige botsingen. De Pruisen zullen waarschijnlijk Woensdag de stad binnentrekken. De Echo du Parlement meldt, dat in de steen kolenmijnen van Bois Rousse, het werk ge staakt is. Florence, 27 Febr. Volgens bericht uit Rome, zal de heer Bochin tot Fransch gezant bij het pauselijke hof benoemd worden. De onderhandelingen over de Tunesische quaes- tie worden voortgezet. Parijs, 27 Februari. Gisterenavond heerschte hier groote opgewondenheid ten gevolge van het gerucht, dat de Pruisen Parijs zouden binnenrukken; overal werd appèl geslagen; de nationale garde trok naar de Champs-Elysées en de verschillende wallen, om den vijand terug te drijven. De orde is niet gestoord. Hedenoch tend was de opgewondenheid nog zeer groot. Naar men verzekert zal de geheele wijk, door de Pruisen te bezetten, met barricades omringd worden. In den afgeloopen nacht heeft een troep heethoofden St. Pélagie overweldigd, en de kom mandanten Pcazza en Brunet, die er gevangen werden gehouden, in vrijheid gesteld. Alle dag bladen raden de bevolking aan, om zich bij den intocht der Pruisen van elke manifestatie te ont houden. Londen, 28 Februari. Al de dagbladen geven hunne sympathie jegens Frankrijk te kennen. De Times ziet in de vredesvoorwaarden slechts de aanleiding om tijd te winnen, ten einde we derwraak te nemen. Daily News zegt, dat Duitschland een politieke fout begaat, door van Frankrijk tot den laatsten stuiver toe te eischen en de wereld als het ware te dwingen om met den overwonnene tesympa- thiseeren. Metz zal het wachtwoord van de Fran sche vaderlandsliefde zijn. De Standard hoopt, dat de Britsche regeering in geenen deele zal betrokken zijn in de politiek, welke aan Engeland's ouden bondgenoot zulk een vreeselijke vernedering oplegt. Het blad ziet in de opgelegde voorwaarden geen spoor van de gematigdheid, welke meu aan Engeland's invloed verschuldigd is. It echt zaken. In de correctioneele zitting der rechtbank te Leiden van Dinsdag 28 Februari, zijn veroor deeld P. M. te Woubrugge, wegens mishandeling, tot eene cell. gev. van 1 m. en eene geldb. vau ƒ8.— J. l'A. te Roelofarendsveen, wegens idem, lot eene geldb. van 10 of subsid. gev. van ld. J. L. te Oudshoorn, wegens diefstal, tot eene cell. gev. van 1 j. LAATSTE RERICHTEIV. (Per telegraaf.) 's-Geavknhage, 28 Februari. De Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft heden te halfvier hare werkzaamheden hervat. Al de reeds bekende wetsontwerpen zijn weder inge komen, zoomede de definitieve staatsbegrooting en de Indische begrooting. De wetsontwerpen tot heffing eener inkomsten belasting en de tiendewet zijn ingetrokkkeu. Door den Hoogen Raad is inge zonden eene aanbevelingslijst voor de vacature in den Hoogen Raad. Daarop komen voor de heeren: 1°. De Wal, oud-professor, te Leiden; Hartogh, officier van justitie, te Amsterdam Dib- bets, president der rechtbank, te Utrecht; Noyon, raadsheer in het Hof van Noord-Holland; Cremers, raadsheer in het Hof van OverijselMatthes, raads heer in het Hof van Zuid-Holland. Door de heeren 's Jacobs en 4 andere leden is ingezonden een wetsontwerp tot bevordering van eene geregelde stoomvaartdienst tusschen Vlissingen en New-York. De heer Bredius is beëedigd en heeft zitting geno men. De heer Thorbecke heeft namens het Minis terie eene korte toespraak gehouden„De tijd, zeide de Minister, die na de vaststelling der be- grootingen, enz. zal overblijven, zal niet besteed worden aan herziening van den census of het hooger onderwijs, omdat de zaak der defensie alle zorg eischt. U zullen aangeboden worden eene herziening der militiewet, eene nieuwe schutterijwet, eene herziening van het belas tingwezen. De Regeering hoopt een en ander tegen de volgende zitting voor behandeling rijp te maken. In deze zitting zullen een tiendewet, de rechterlijke organisatie en het Indisch tarief gereed gemaakt worden, doch de beide laatste waarschijnlijk niet vóór de volgende zitting. Ten slotte deed hij een beroep op de welwil lendheid der Kamer,"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 3