3391.
Dinsdag
A°. 1871.
28 Februari.
Feuilleton van liet „Leidscli
Dagblad".
DE FAM1L1E-JUWEELEN.
LE1DSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maanden3.00.
3.85.
B 0.05.
franco per post
Afzonderlijke Nommers
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zen- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIKK.
Voor iederen regele.1f
Grootere lettert naar de plaatsruimte die rij beslaan.
Lelden, 2? Februari.
De Slaats-Ceuranl behelst het verslag over den
staat van 's Rijks Herbarium alhier en de aldaar
verrichte werkzaamheden gedurende het jaar 1870
vaD de hand van wijlen Prof. F. A. W. Miquel,
waaraan ontleend is:
„De werkzaamheden hadden in hetafgeloopen
jaar haren gewonen gang en het mag overtollig
geacht worden, over den mechanischen arbeid,
die in zoodanige instelling altoos verricht wordt,
breedvoerig bericht te geven.
Terwijl de rampen en belemmeringen in we
tenschappelijk verkeer, door den oorlog tusschen
Pruisen en Frankrijk veroorzaakt, in de laatste
helft des jaars de correspondentie met die landen
deden ophouden, kon met musea van andere in
dit onheil niet betrokken Staten de bestaande
relatie worden onderhouden, en kan over het
geheel van het geëindigde jaar een gunstig be
richt gegeven worden.
1".-Wat de inrichting van het gebouw betreft,
werd in de bovenzaal door de zorg van heeren
curatoren eene nieuwe groote kast geplaatst,
waaraan door de gestadige uitbreiding der ver-
zameliDg dringende behoefte was.
I'. Aanzienlijk en belangrijk wareD de aan
winsten die de verzameling deed; zij bewijzen
hoe welwillend men elders jegens onze instelling
gezind is en hoezeer men de uitdeeling onzer
talrijke doubletten op prijs stelt. Onder de
ontvangen bezendingen vermeld ik bij voorkeur
eeDe verzameling Algen van den hoogleeraar
J. G. Agerdh te Lund, als vervolg eener vroegere
bezending, bevattende de soorten die in ziju sy
steem der Algen beschreven worden.
b. Mexikaansche planten, door Professor Liebmann
verzameld en van wege het Herbarium te Ko
penhagen medegedeeld.
c. Midden-Aziatische planten, medegedeeld van het
Keizerlijk Herbarium te Petersburg.
d. Uit dezelfde bron Syrische planten (Herbier
de Syrië, par Blanche, 1855).
i. 1000 soorten, door Burchell in Brazilië ver
zameld, van het museum te Kew gezonden.
f. eene verzameling Gramineén, in Britsch-Indië
door Griffith bijeengebracht, benevens soorten van
andere familiën, door hetzelfde museum, wiens
welwillendheid wij niet geDoeg kunnen roemen,
ons aangeboden.
j. eene prachtige verzameling van 1400 soorten
door verschillende reizigers over het geheele ge
bied van Britseh-Iudië verzameld, door den Bo-
tanisc-hen tuin te Calcutta aangeboden.
4. in keurigheid alles overtreffend, kunnen de
bezendingen van Australische planten genoemd wor
den, die wij uit het Botanisch Museum te Mel
bourne door den directeur Ferd. VonMiiller ont
vingen.
i. Prof. Hegelmaïer te Tübingen schonk eene
interessan ie verzameling van Lemnaceèn, in ver
band met zijne uitstekende inonopraphie.
j. van het academisch Herbarium te Utrecht
werden Chinchgna-sotfpten gezonden.
k. door aankoop werd verkregen Oudemans
Nederl. Herbarium, afl. S en 9.
Deze talrijke aanwinsten hebben niet alleen
eene numerike beteekenis, strekken niet alleen,
om ons Museum in hoeveelheid der voorwerpen
te vergrooten, maar vooral met het oog op de
innerlijke waarde verdienen zij bijzonder de aan
dacht. Uit een wetenschappelijk oogpunt toch
biedt de studie der Flora van Zuid-Azië, de ver
gelijking van het continentaal eu insulair gedeelte,
vele belangrijke zijden aan en daarom ben ik
met den directeur van Kew Gardens, die aan
het hoofd der Engelscbe Botanische wetenschap
staat en inct het bestuur van deD Botanischen
tuin te Calcutta overeen gekomen, elkander zoo
veel mogelijk alle bouwstoffen mede te deelen.
Daardoor is nu reeds het Leidsche Botanische
Museum het rijkste op het gebied van de Flora
vau Britsch-Indië, van Bengalen, Ceylon tot over
het Himalaya gebergte en Kaboul toe. Weder-
keerig tracht ik de volledigste stellen van dub
bele exemplaren aan het Museum te Kew te
zenden. Met een soortgelijk doel bestaat de relatie
tot het Museum te Melbourne, dat als het mid
delpunt der Botanische uasporingeu van geheel
Australië kan beschouwd worden. De nauwe
verwantschap van de Flora van het noordelijk
gedeelte van dit werelddeel met die van Nederl.-
Indië' die in nieuwer tijd zoo zeer de aandacht
heeft getrokken, werd door wederkeerige toezen
ding van voorwerpen niet weinig opgehelderd.
3. De Bibliotheek van hel Herbarium werd behalve
met de gewone vervolgwerken met eenige voor
de studie der Indische en Japansche plantenwe
reld belangrijke hoeken en plaatwerken ver
meerderd.
Als eene zeer noemenswaardige bijdrage tot onze
Japansche verzameling verdient vermeld te wor
den, het te Nagasaki door een Japansch Botanist
over de Flora van dat gewest uitgegeven en met
goede houtsneè-figuren opgehelderde werk, onder
den titel vanSao bokf ds' sets, enz."
Wij vernemen met leedwezen, zegt hel Vader
land, dat de laatste berichten omtrent den toestand
van den oud-minister De Waal minder gunstig
zijn. Een incident vau eenigszins onrustbarenden
aard heeft zich voorgedaan. Er schijut namelijk
ontsteking te zijn ontstaan in een der slagaderen
van den hals, die hij het ongeval vermoedelijk
beschadigd is.
Onder de ingezonden stukken van de N. B. Gt.
leest men;
De aanleg der Staatsspoorwegen hier te lande
nadert alleDgs zijne voltooiing, de werkzaamhe
den nemen af.
Naar wij vernemen heeft Z. E. de heer Minis
ter Thorbecke dientengevolge het door 's Rijks
belang alleszins gerechtvaardigd voornemen, het
vrij talrijk personeel dat nog bij dien aanleg
werkzaam is, aanmerkelijk te verminderen.
Intusschen doet zich voor dit personeel (meestal
mannen van groote bekwaamheid en veelzijdige
ervaring) de gelegenheid voor, in het buitenland
een' lucratieven en vasten werkkring te verkrijgen.
Bij de Fransche spoorwegen waren in verschil
lende betrekkingen, maar voornamelijk als inge
nieurs en opzichters vele Duitschers werkzaam;
bij het uitbreken van den oorlog ontvingen deze
allen hun ontslag; het laat zich bij de heerschende
verbittering niet denken, dat zij immer weder
zullen worden aangesteld.
De Nederlandsche technici hebben in Frank
rijk altijd een goeden naam gehad en waren
daar zeer gezocht. Wij houden one daarom over
tuigd dat de administratiën der Fransche spoor
wegen hun gaarne de plaatsen zullen geven,
welke de Duitschers openlieten, mits zij zich tijdig
daarvoor aanmelden, terwijl de Nederlandsche
legatie te Parijs of de Fransche legatie te 's-Gra-
venhage daartoe ongetwijfeld met de meeste be
reidwilligheid hare bemiddeling zal verleenen.
In overleg met de heeren Stieltjes, De Bordes,
Kool, Henket, Waldorp, en Caland, zijn door den
hoofdingenieur bij de Staatsspoorwegen en de
havenwerken in Peru, den heer de Quartel, ge
kozen tot ingenieurs: de heeren Troost, Van den
Bosch, Berner, en Van der Sterr, en totadjunct-
iugenieurs de heeren van Hees, Bruins, Weehui-
zeD, Lokker, de Quartel, Jonkergouw enz.
Hun vertrek is bepaald in Juni 1871, Door
voornoemden hoofdingenieur zal aan den Minis
ter vau Openbare WerkeD in Peru machtiging
worden gevraagd om in November 1871 als inge
nieurs en adjunct-ingenieurs te laten volgen de
heeren: Deenik, Huijdecoper, Snethlage, Corne-
lissen, Vernimmen, Fol, Ten Doesschate, Messer,
Ritsema, de Jongh, TaruiaD Burkink, Geveke,
Meijer enz.
De benoodigde géodésique instrumenten zullen
worden aangeschaft en beproefd door Professor
Henket te Delft, en franco te leveren te Lima
voor rekening van het Peruaansch Gouvernement.
Voorloopige contracten zullen worden gesloten
door den hoofdingenieur de Quartel, in Nederland
en Engeland, tot levering in 1872 en volgende
jaren van al de benoodigde locomotieven, spoor
staven, boute», goederen- en personenwagens,
ijzeren bruggen, los en hijschkranen, enz., alles
onder nadere approbatie van den Minister voor
de Openbare Werken iu Peru.
Prinses Marianne wordt in Mei op haar bui
tengoed Huslhof te Voorburg verwacht, waaraan
sedert eenigen tijd drukj gewerkt wordt. 11. K. H.
schijnt plan te hebben zich dezen zomer aldaar
langer dtm gewoonlijk op te houden.
Vaderland.
zij het naambiljet, waarop het motto vermeld
staat, mag openen.
De Rechtsgeleerde Faculteit der Hoogeschool
te Utrecht heeft besloten aan den Schrijver eener
bij buar, onder het motto Alea jacla est, ingeko
men verhandeling, in antwoord op de door haar
voorgestelde prijsvraag over kansovereenkomsten,
eene eervolle vermelding toe te kennen. Zij ver
zoekt Item mitsdien haar te kennen te geven of
De gemeenteraad te Groningen heeft besloten
bij de openbare lagere scholen nog vijf hulpon
derwijzers en een hulponderwijzeres aan te stellen
benevens een hulponderwijzer voor de Gym-
nastiekschool. Vervolgens werd het adres en de
conclusie van het rapport der raadscommissie,
inzake de benoeming van voogden, van sommige
gasthuizen, in behandeling genomen, en is beslo
ten om de gasthuizen, bij raadsverordening be
kend onder den naam; instellingen van welda
digheid, conform de gemeentewet art. 147 te
noemen: instellingen van liefdadigheid: De voog
den bij de gasthuizen bedoeld bij art. 147 der
gemeentewet hebben zich vroeger aan den raad
geadresseerd met verzoek hen af te voeren van
een door den raad 't vorig jaar vastgestelden
rooster van afvoering. De periodieke aftrediDg
dier voogden was toen als beginsel door den raad
vastgesteld.
De raadscommissie adviseerde echter geene ver
andering in de zaak te brengen, daar zij de bewe
ring der voogden, dat de gemeentelijke besturen
niet meer de benoeming zouden hebben, ten
eenemale als onjuist beschouwde; de fundatie of
stichtingsbrieven wijzen toch de stedelijke regee
ring aan als het college dat de voogden moest
benoemen.
De raad heeft dienovereenkomstig besloten de
voogden van de bedoelde gasthuizen te berichten,
dat geen termen zijD gevonden aan het verzoek tot
afvoering van den bedoelden rooster te voldoen.
In de jongste zitting van den gemeenteraad te
Leeuwarden is besloten tot het aaugaan eener
geldleening van f 40,000 tot bestrijding der uit
gaven voor de verbetering van bet aschland in
twee of meer seriën. De rente der thans uitge
geven eerste serie a f 34,000 is bepaald op 5 pCt.
voor de volgende zal de rente nader worden
vastgesteld, doch niet hooger dan 6 pCt.
De Groningsche Kamer van Koophandel heeft
besloten aan den raad van toezicht op de spoor
wegdiensten een afschrift te zenden van eene
missive waarin de lotgevallen beschreven worden
van twee waggons rogge, door den heer Damsté
in Januari 11. naar Dusseldorp verzonden volgens
aanwijzing vau den stationschef te Groningen.
De Rijnspoorweg Maatschappij bad die goederen
te Arnhem opgehouden en geweigerd ze anders
dan als eilgul, d. \v. z. met 100 tb. extra kosten
of 4% pCt. der waarde te verzenden.
De Kamer van Koophandel komt niet alleen
tegen liet willekeurige van zoodanige handeling
der Rijnspoorweg Maatschappij op, maar ook daar
tegen, dat die Maatschappij niet eenmaal de sta
tions der met haar in verband staande lijnen
waarschuwt, wanneer zij goedvindt die willekeu
rige prijsverhooging te eischen. Het publiek wordt
zelfs daardoor belet zich tegen schade te vrij-
(Novelle naar het Hoogduitaeh).
Vervolg.)
Montecaldo hield zijne papieren vaster in de
kanden. „Gij weet waarvoor. Ik had u in het
geheel Diet noodig gehad, als Itzig er niet opge
staan had dat ik u medenam. Hebt gij mij geen
schande en ergernis genoeg gegeven door uwe
'jofele maniereu V"' Ziet men u Diet altijd den
gemeenen dief nog op tien passen afstand aan,
en is het niet genoeg daarvoor te geven éen
percent
i/Na, God, ik ben tevreden met éen percent,
maar ik wil het kapitaal kennen, daar komt het
op aan.
Dat is mijne zaak zoowel als de uwe, en ik
wil bankroet gaan, als ik mij door u wil laten
bedriegen. God, wat is Itzig voor een inensch
'egen u, wat heeft hem verhinderd den bruide
gom te worden in uwe plaats, als zijn bochel en
wat staat hem in den weg 75 pCt. Ce vorderen
als gij het hem lastig maakt?"
„Zult gij zwijgen," riep Montecaldo toornig en
die hartstocht ontnam zijne trekken plotseling bet
kunstmatige vernis der bedaardheid en hoogmoed
en liet ze niettegenstaande hunne schoonheid,
niet veel edeler schijnen dan die van ziju medgezel.
„Zult gij zwijgen, wat gaat u Itzig aan en zijn
bochel?"
Wat zou mijn broeder uitvoeren zonder mij en
u en Benjamin? Wat maakt gij een bewegiDg
over geld, er is nog niemand bedrogen. Wat heeft
Itzig gedaan, Hij heeft uitgevorscht, dat Levy
zijn geld aan Radauer wil nalaten, als hij zich
en zijne dochter niet laat doopen. Itzig is krom
en scheef, zijn bochel zou den verloofde van
Rosalie niet uit het veld slaan mijn zwager Ben
jamin, heeft zijne Rebecca nu eenmaal aan den
hals, hij kan Rosalie niet meer gebruiken, en gij
die gestolen hebt eu als dief en heeler in het
tuchthuis hebt gezeten.
„Wat gaat u dat aan," riep Mozes getergd uit,
„dat komt hier niet te pas, als ik wil spreken
van mijne percenten. Waar ik heb gezeten kunt
gij alle dagen komen, als ik den mond open doe,
En ik doe hem open, als gij niet wilt noemen
de som die Levy nagelaten heeft en Diet bewil
ligd mij twee percent in plaats van éen te geven
en mij geen zekerheid geeft 1"
„God de gerechte, mensch, gij brengt mij in
het ongeluk, riep Montecaldo, ik wil bankroet
gaan, als ik u twee percent kan geven. Waar
moet het been, kan ik het uit mijn mouw schud
den? Itzig die de huwelijkspartij heeft uitge
vorscht, wil 30 pCt.; Benjamin, die mij met
goede wissels ondersteunt, die ik hem terug moet
geven, zelfs 45 pCt. daar er een risico bij is, en
gij zult 1 pCt. krijgen, behalve uwe betaling als
bediende en vrij onderhoud, en honderd thaler
voor ieder cachet en ieder papier dat ik noodig
hebben mocht. En nu komt gij en verlangt twee
pCt. en het risico dat ik door u iu het ongeluk i
kom. Het was vervloekt van Itzig dat ik op die
wijze zijne verplichtingen jegens u moest goed
maken en gek moest ik ziju als ik mij liet
dwingen. Wat wilt gij zonder mij doen? De i
bruid is niet voor u, want eer Rosalie dieu Itzig
met zijn bochel nam of u met het brandmerk
dat gij hebt gekregen in Nederland voor een
aandenken, liet zij zich doopen en neemt den
christen.
Ik zal het Itzig schrijven en Benjamin ook,,
dat ik weg ga, en u met de geheele zaak laat
zitten als gij mij niet ongeschoren laat."
„Schreeuw niet zoo, Aaron, het heele hotel loopt
bijeen; laat ons bedaard over de zaak spreken,
ze is het waard, het is een zaak van belang.
n
Laat mij bet papier zieu, Aaron en ik laat een
kwart percent van de twee vallen."
„Gij zijt een lastig mensch, een gemeen mensch,
zeg ik," antwoorde Montecaldo. Wie heelt u het
papier willen outtrekkeu?" Ik heb het in be
daardheid willen lezen en ik heb u bevolen weg
te gaan, Ie wachten als mijn bediende. Daar be
gint gij van dat procent te spreken! Wat zou
Levy nagelaten hebben? Zes millioeu Poolscbe
guldeus heeft lnj nagelaten, dat is een millioeu
Pruisische thaler.
„Dat maakt 17,500 thaler als eeu eu driekwart
percent voor mij." riep Mozes haastig.
„Wat duivel, waar praat ge van. „Een-eu drie
vierde?" Éen percent is geworden geaccordeerd,
en u zoowel als de anderen heb ik aanwijzingen
gegeven op Rosalie's bruidschat, die bedraagt
de helft, dus 500,0UÜ thaler: dat maakt dus 5U0Ü
thaler voor u na de bruiloft en geen duit
meer."
„God beware mij," jammerde Mozes, „er is
van de erfenis gesproken, van de geheele en nu
spreekt gij vau de helft." Bedrieger, ik zal Itzig
schrijven, en Benjamin hoe gij zijn geld ver
kwist; de policie zal ik halen en ik geef uiij
zelf aan om u ook te krijgen.
Wordt vervolgd.)