Zeven overspanningen zijn op de pijlers geplaatst en bedekken de brugopeningen tusschen de pijlers I tot VIII. De achtste overspanning ii op den steiger ge heel in elkander gesteld en zal tegen de helft der maand Januari gereed zijn; de negende over spanning wordt op den steiger ineengesteld. Op de steigers en paaljukken is plaats voor vier overspanningen, zoodat het vervoeren van de achtste overspanning naar de pijlers, zoo noodig, kan worden uitgesteld tot dat de elfde overspan ning gereed is en in ieder geval gunstiger jaar getijde kan worden afgewacht. De vijf overspanningen, in dit halfjaar op de pijlers gesteld, zijn zonder bezwaar van eenig belang, telkens in éen tij geligt, vervoerd en geplaatst de derde op 11 Juli; de vierde op 16 Augustus; de vijfde op 21 September; de zesde op 1 Novem ber; de zevende op 2 December. In de werkplaats te Amsterdam zijn tot dusver aangevoerd 5,250,000 K. G. metaal, waarvan naar het terrein tp Willemsdorp zijn verzonden 1,518,461 K. G. Er moet derhalve nog te Amsterdam worden aangevoerd en bewerkt ongeveer 1,250,000 K. G. metaal, terwijl te Willemsdorp het metaal voor bijna tien van de veertien overspanningen aan wezig is. Z. M. heeft de benoemingen van J. A. Van Basten Batenburg, burgemeester van Lichten voorde, tot secretaris dier gemeente en van G. L. Verwaaijen, burgemeester van Pannerden, tot secretaris dier gemeente, goedgekeurd. Z. M. heeft aan de na te melden officieren bij de rustende schutterijen, op hun verzoek, eervol ontslag verleend, als: in de prov. Zuid-Holland, 5de bat,, 2de comp., aan A. C. Van Aelst Jr., als Isten luit. En zijn voorts bij de rustende schutterijen be noemd -. in de provincie Zuid-Holland, 5de bat., 2de Comp., tot lsten luit. M. Nieuwburg, thans 2de luit.; tot 2den luit. H. Van Ingen, thans schutter3de comp., tot 2den luit. J. P. Mahlstede, thans schutter. BINNENLAND. 'b-Graveehags, 21 Februari. Het Indisch Genoot schap zal eene algemeene vergadering houden op Dinsdag 7 Maart 1871 des avonds te zeven uren. De onderwerpen ter behandeling zijn: 1°. De be lastingen in Nederland6ch-Indië (voortzetting der behandeling). 2". Is militaire bescherming van gouvemementswege onmisbaar voor particuliere ondernemingen op de buitenbezittingen (bijv. voor mijuöntginning)? 3°. Kustverlichting in Nederl.- Indië. 1". Telegrafische verbinding van Java met het óverig gedeelte van Azië en met Australië. 5". Het gevangeniswezen op Java. H. M. de Koningin heeft hedennamiddag te twee uren een bezoek gebracht aan mevrouw Merkus, die ongesteld van de Nederl. ambulance te Bordeaux herwaarts was gekomen. Door de drie verpleegsters, welke mevrouw Merkus te Bordeaux ter zijde stonden, is als be wijs van erkentelijkheid aan haar een zilveren beker aangeboden. Aan Dr. Durnontier is door de drie verple gers, welke hem in zijne moeielijke werkzaam heden op het oorlogstooneel assisteerden, mede een zilveren beker tot aandenken vereerd. DelEt, 23 Februari. Het raadslid, de molenaar Van Rhijn, heeft niet slechts koren gemalen voor het gemeentelijk werkhuis, maar ook aan dit en andere stedelijke gestichten, leverantiën van eet waren, o. a. erwten gedaan. Overigens is de heer Van Rhijn, niet de eenige der raadsleden die art. 24 der gemeentewet overtraden. Er is althans een raadscommissie benoemd om in 't algemeen te onderzoeken, welke raadsleden, en in hoeverre zij art. 24' der gemeentewet overtreden hebben. woond te zijn, dat de meeste kamers in hotels eigen is, reeds verloren had door het langdu rige verblijf van den bewoner. Een schrijftafel met boeken en couranten be dekt, schoone bloemen, uit de oranjerie van Rosalie -en een paar vrouwelijke studiekoppen, vol dartele schoonheid, die de heer Radauer uit zijne galerij bad genomen, om ze hier te laten op hangen, gaven der kamer eene zekere elegance en' behaaglijkheid.' Montecaldo was reeds op dit vroege morgen- Uur wakker, en klaarblijkelijk gereed om te werken, of zich toch ernstig bezig te houden, want de couranten waren niet op de ontbijttafel, maar het koffijkopje naar de schrijftafel gewandeld. Nadat hij eenigeu tijd in brieven en papieren had rondgesnuffeld, trad er een knecht in eene liverei binnen, die wel wat te overladen was, om mooi te zijn én die tévens onaangenaam afstak bij de scherpe joodsche trekken en linksche bewegingen van den man. Hij was ouder dan Montecaldo, was de veertig reeds voorbij en droeg op het magere, vuil geele gelaat naast een opvallende listigheid eene uitdrukking van brutaliteit en gemeenheid die zijne verschijning tot een afkeerwekkende maakten. Hij hield een zwaar verzegelden brief in de band die men nagenoeg een pakje kon noemen, én toen hij den stoel van zijn heer na- haastricht, 23 Februari. Zondag nam hier de carnavalsvreugde een aanvang en reeds vroeg zag men uit 5 of 6 koffiehuizen de vlag wappe ren, waarschijnlijk niet ter eere van den verjaar dag van onzen geëerbiedigden vorst, want gedu rende de carnavalsdagen bleven ze fladderen. De carnavalsvreugde is heden geëindigd, maar wie die duizenden gemaskerden en verkleeden heeft gezien, walgt van de afschuwelijke, vuile gedroch ten, die drie dagen en nachten langs de straten zich bewogen, bedekt met slijk, beschonken en dag en nacht de onzedelijkste liederen schreeuwende, zoodat geen fatsoenlijk mensch zich op straat durfde te begeven. Niet alleen durft hij of zij zich niet op straat begeven om de zedeloosheid niet te willen liooren of zien, maar ook om niet door de gemaskerden beleedigd te worden bovendien. Niemand kent hen immers. Ze zijn veelal in zwarte kielen gehuld en gelijken de een op den ander. Ook de politie kan niet overal zijn. Ge woonlijk is deze of gene de dupe van jaloezie, wangunst of haat, en ditmaal ontliep een ach tenswaardig burger dit lot niet en werd met een stok met looden knop zoodanig in zijn gezicht geslagen dat men voor het behoud van zijn leven vreest. 'tls niet alleen de zedeloosheid, die hier voedsel vindt, maar ook de armoede wordt bevorderd, want ongeloofelijk is de hoeveelheid goederen, die naar oom Jean (lombard) wordt gebracht om geld te hebben voor het feest, terwijl vrouw en kinderen in huis van kou verkleumen en van honger in een krimpen. De regeering weet dit alles, ziet en hoort het en laat stilzwijgend toe dat zedeloosheid en armoede zich uitbreiden. Terwijl te middernacht nog duizenden langs de straten loopen, schreeuwen en tieren, gaan een paar vrome lui naar een der kerken, en aangezien de deuren gesloten zijn, klimmen zij met een ladder het raam in, ledigen bedaard de offerbus, ontlasten de altaren en beelden van al het zilver en verlaten even godvruchtig langs denzelfden weg het bedehuis. 's-Hbktogbbbosch, 28 Februari. Het Provinciaal Gerechtshof in Noord-Brabant heeft heden behan deld de zaak contra J. B. Van Oort, oud 52 jaar, landbouwer, geboren te Hilvarenbeek, wonende te Hulsel, welke behandeling vroeger bepaald was op 26 Januari, doch om de afwezigheid van den niet gedetiueerden beklaagde werd uitgesteld. Bij akte van beschuldiging en requisitoir van het Openb. Ministerie werd aan Van Oort ten laste gelegd moedwillige manslag, gepleegd op zijn zoon Marcellis, dooi dezen met een doi chvlegel aan het hoofd eene wondi toe te brengen, waarvan uieus dood het gevolg is geweest. Ter terechtzitting bleek het, dat het gedrag van den overleden zoon zijn vader dikwijls stof tot toorn gaf; dat deze laatste soms tegen zijn vader op stond, met dat gevolg, dat beiden handgemeen werden, waarbij dan wederkeerig geslagen werd, hetgeen nog laatstelijk eenige oogenblikken vóór den doodelijken slag was voorgevallen. In de gevoerde instructie bleek, dat de beschuldigde eene blauwe vlek, met ontvelling op den arm had, die hij zeide, door zijn zoon te zijn veroor zaakt. Zes getuigen zijn in deze zaak gehoord, waarpa het O. M. eischte schuldigverklaring van Van Oort en veroordeeling tot zes maanden cel lulaire gevangenisstraf. Aan den heer J. Cikot Jr., leverancier vau burger- en militaire kleedingsfukken alhier, is vergunning verleend tot het voeren van het ko ninklijk wapen. Middelburg, 23 Febr. Gisterenmiddag waren de Middelburgers in de gelegenheid zich eenigszins een denkbeeld te vormen van Parijs even na de belegering; treffend toch was het om een groote menigte winkeliers, particulieren enz., elkander te zien verdringen bij de aankomst van de eerste boot, die uit Rotterdam de sedert langen tijd derde, en vertrouwelijk over de leuning heenboog, lag er een zekere hebzucht in zijn blik en in de heesche stem, waarmede hij zeide: „Hier is een briefAaron en God zullen mij hel pen, als het niet het afschrift van het testament bevat en het bericht, dat het met Levy gedaan is." Montecaldo antwoordde Diet; hij rukte het pak ket open, waaruit eenige papieren vielen, die op een gerechtelijk document geleken, en nauwelijks had hij ze ingezien, toen hij er de handen over uitspreidde en zich omkeerend op knorrigen toon antwoordde: „Welnu, wat gaat u dat aan? Wat hebt gij hier te staan en indringend te zijn?" „Indringend? mijn God!" schreeuwde de andere, „hoe kan men indringend zijn, als men wil van zijne eigene privaatzaken spreken?" Montecaldo zag hem met een spotachtigen, ver- achtelijken blik aan. „Laat dat gebabbel uit zijn, en ga uw weg, ik zal schellen als ik u noodig heb." „Gij zult schellen, als gij mij noodig hebt, maar waar zal ik moeten schellen, als ik u noodig heb," antwoordde de dienaar. „En ik heb u nu noodig en als u de liverei hindert, zal ik ze uittrek ken, opdat gij weet,1 wie gij voor hebt; als gij mij zult rede staan en antwoord geven over de mos- sematten, dan hebt gij de tong verloren. Zou ik zoo lang uw bediende geweest zijn en nog altijd niet weten waarvoor?" Wordt vervolgd). verwachte goederen van allerlei aard zou aan brengen. Ofschoon evenwel dat vaartuig meer dan vol was geladen, moesten zich de meesten ongetroost verwijderen, daar de behoeften van zoodanigen omvang zijn, dat verscheidene dagen noodig zullen zijn, om daarin te voorzieD. BUITENLAND. Frankrijk. De Indépendance zegt onder dagteekening van 24 Februari. „Er is niets nieuws bekend ten opzichte van de voorwaarden door Duitschland gesteld voor het slui- ten van den vrede, maar in het algemeen is in de berichten een geest van onwaarschijnlijkheid ge legen ten aanzien van den bovenmatige eischen, die de beursgeruchten gisteren den heer Von Bismarck toeschreven. De Moniteur Universal, het orgaaD van dat gedeelte van het Frausche gou- nement dat te Bordeaux verblijf houdt, heeft zelfs gemeend de eerstbedoelde geruchten te moeten tegenspreken; wat de anderen betreft, alleen de ounoozelen hebben daaraan geloof kunnen slaan. Hoewel het nog altijd aan officieele of stellige inlichtingen ontbreekt, beweerde men gisteren avond te Versailles en te Parijs in doorgaans wél onderrichte kringen dat de volgende voorwaarden waren vastgesteld en goedgekeurd Afstand van den Elzas, met inbegrip van Belfort; van Duitsch-Lotharingen, omvattende Thionville en Sarreguemines uitgezonderd Metz, dat aan Frankrijk zou blijven, op voorwaarde van on- middelijke ontmanteling der vestingwerken. Betaling van eene schadeloosstelling van drie milliarden, waarvan een gedeelte in geld (men weet het cijfer niet) die op het laatst zou moeten betaald worden met 1 April. Bezetting van de Parijsche forten tot de volle dige betaling van dit deel der schadeloosstelling; bezetting van Champagne tot aan de betaling van de geheele schadeloosstelling. Men beraadslaagde nog voortdurend over de quaestie van den intocht van het leger of een gedeelte van het Duitsche leger binnen Paijs. De heer Thiers drong er met Dadruk op aan dat zij niet zou plaats hebben. Niets was nog overeen gekomen, maar het scheen niet waarschijnlijk dat de heer Thiers de zaak zou winnen. Dit zijn onze laatste berichten; maar daar zij geen officieel karakter hebben moeten we ons bepalen met hen bekend te maken, zonder voor de waarheid te kunnen instaan." Aan het slot van het huitenlandsch overzicht waarin liet bovenstaande voorkoml, plaatst de Indépendance het volgend postscriptum. „Volgens onderscheidene dépêches uit Parijs in de Eogelsche bladen publiek gemaakt zou er geen twijfel meer bestaan omtrent de spoedige sluiting van den vrede. De onderhandelaren zouden het over alle punten eens zijn gewordeD, met uit zondering van dat betreffende het cijfer van de oorlogsvergoeding. De heer Von Bismarck zou deze schadeloos stelling op twee milliarden gesleld hebben, waar van afgetrokken zou woruen de soui van de requisitien en oorlogsschatting en door de Duit sche legers aan de departementen opgelegd, en wel tot een bedrag van 750 millioen franken zoomede het deel van de Fransche schuld dat toekomt aan het bij Duitschland te annexeren grondgebied, gesteld op 1 milliard 260 millioen franken. Deze verminderingen zouden dan bedra gen twee milliarden franken, waardoor de som die Frankrijk eigenlijk te betalen heeft, 5 milliarden 500 millioenen fr. zou beloopen. De Fransche onderhandelaren zouden een mil liard thaler6 hebben aangeboden, zijude 3 milliar den 500 millioen franken. Wat er van zij, de zaken zouden zoo staan, dat de heeren Thiers en Jules Favre en onge twijfeld ook de leden van de commissie der na tionale vergadering, reeds gisteren naar Bordeaux zouden kunnen hebben vertrekken om met de vergadering over een en ander te beraadslagen. Zij zouden heden naar Parijs terugkeeren en inorgeD Zaterdag (dus heden) naar Versailles ver trekken om een definitieve conferentie te houden in het hoofdkwartier aldaar." De Agence Havas behelst in eene correspondentie uit Bordeaux van den 19den, eenige mededeelin- gen omtrent de plannen die door een aantal afgevaardigden buiten het parlement besproken worden. Dezer dagen, vangt deze correspondentie aan, wezen wij op de waarschijnlijkheid van eene plechtige vervallenverklaring van de keizerlijke regeering en dynastie. Nog gisteren en zelfs heden was daarvan ernstig sprake. De heer Thiers was er zeer voor, niet dat men behoefde te vreezen voor den kans tot herstelling vaD het keizerrijk, maar de kuiperijen die onderscheidene malen tusschen Versailles en Wilhelmshöhe werden aan gelegd, de verdragen die ontworpen werden tus schen de leiders van de bonapartistische partij en den heer Von Bismarck, wettigden de vrees dat bij de onderhandelingen over het vredes verdrag, Pruisen behendig gebruik zou maken vau bedreigingen van met het keizerrijk in onder handeling te zullen treden. Eene vervallenverkla ring zou den Pruisiscben diplomaat dit dwang middel uit handen hebben genomen. De verga dering had dan ook het vaste voornemen de quaestie op te werpen en de vervallenverklaring uit te spreken. Maar sedert gisterenavond is men van gedachte veranderd. Vooreerst omdat er in de vergadering mannen zitting hebben die onder het keizerrijk hooge betrekkingen in den staat hebben bekleed. Deze zouden zich zeker uit beleefdheid voor, zoo niet uit gehechtheid aan de keizerlijke dynastie van stemming onthouden hebben. De aandacht van den heer Thiers werd daarop gevestigd. Men voerde aan dat niemand, zelfs niet de enkele personen die aan het keizerrijk gehecht waren zijn herstelling konden verlangen; dat overigens de vervallenverklaring genoegzaam bleek uit het feit dat de vergadering zich in het bezit van het oppergezag gesteld en dat zij een uitvoerend bewind had benoemd. Daarop heeft men van het plan afgezien. De legitimisten houden bijeenkomstenzij tellen 150 afgevaardigden en hopen propaganda te ma ken. Zij ontveinzen noch hunne wenscheu, be doelingen of middelen. Hun doel is: eene monar chie van den oudsten tak (de graaf De Chambord als vorst)het middel is, eene iueensmelting met de Orleanisten. De Orleanisten komen met dezelfde wenschen voor den dag en er zouden twee ineensmeltingen op het tapijt worden gebracht. De legitimisten verzekeren dat de ineensmelting zal tot stand komen tusschen den graaf van Parijs en den graaf van Chambord. De laatste zou re- geeren en de graaf van Parijs zijn erfelijk op volger zijn; de andere prinsen van Orleans zouden hieronder wel worden begrepen. In Orleanistische kringen wordt integendeel verzekerd dat de ineensmelting zou tot stand komen ten gunste van de prinsen van Orleans, anderen voegen er bij dat de hertog van Aumale den geheimen wensch koestert om op te treden als president van de republiek. De Progrès du Var schrijft: „Het district de Morlaê-r (beneden-Pyrenéen heeft zich bij de verkiezingen eigenaardig onder scheiden. De uitslag der stemming verschafte 608 stem men aan den Keizerlijken prins (1) 529 aan Na poleon III en 191 aan de keizerin-regentes Deze stemmen zijn uitgebracht door de ge meente Ouillon en Sedzère. Ernstige ongeregeld heden hebben na de bekendmaking van den uitslag plaats gehad. De kiezers van beide gemeenten, met de maires aan het hoofd, eiichten onder de kreten van: Leve de Keizer! Leve Pruisendat al deze stemmen zouden medetellen en gehecht worden aan het proces-verbaal in weerwil van het besluit dat ze voor nietig verklaart. Deze kiezers waren allen met stokken gewa pend, er heerschteeen groot tumult; en er werden zoodanige gewelddadigheden gepleegd dat de pre sident van het stembureau heeft moeten toegeven en de stemmen inschrijven. Gelijksoortige domheden vielen elders voor. Wij kennen een district waar Napoleon IV, de keizerlijke prins, 412 stemmen verkreeg, Na poleon III 200, de Keizerin-regentes 77, Bazaine en prins Pierre Bonaparte ieder 6. Duitschland. Uit Bremen wordt d.d. 22 Febr. gemeld. Op een schrijven van de Vereeniging voor de Duitsche Noordpool.vaart aan den Rijkskanselier Graaf Von Bismarck, waarin de vereeniging in overleg en namens de leden van de expeditie verlof verzoekt, om aan de door de tweede Duit sche Noordpool-expeditieontdekte Kaap, den naaui te geven van „Kaap Bismarck," is heden uit het Keizerlijk hoofdkwartier te Versailles het vol gend schrijven ontvangen van den Rijkskanselier aan den Voorzitter der Vereeniging, de heer A. G. Mosle: Versailles, 19 Febr. 1S71. Het schrijven der Vereeniging voor de Duitsche Noordpoolvaart van 8 dezer, heb ik met verras sing en dank ontvangen en mij met bijzonder genoegen hier te Versailles den dag herinnerd, waarop ik met warme deelneming getuige was van het uitzeilen der expeditie, die thans met zulke heugelijke gevolgen uit een zwaren strijd met de elementen is teruggekeerd. Ik reken het mij tot een hooge eer, dat de vereeniging bij het geven van een naam aan de plaats met welker ontdekking de aardrijkskundige wetenschap is verrijkt, ook mijn naam heeft wil len bedenken. v. Bismarck. Oostem'ijk-Hoag. Monarchie. De graaf Andrassy heeft, gelijk reeds kortelijk door den telegraaf vermeld is, in de zitting des Hongaarschen Landdags van den 20sten naar aanleiding van interpellation der heeren Strati- mirovitz en Irauyi, verklaringen gedaan omtrent de buitenlandsche politiek der Oostenrijksch- Hongaarsche Monarchie. Deze belangrijke mede- deelingen waren volgens de Peslher bladen vau den volgenden inhoud „De Afgevaardigde Stratimirovilz heeft aan eene zinsnede uit eene diplomatieke nota van den heer Rijkskanselier Vou Beust zulk eene uitlegging gegeven, als of de Monarchie eene ge wapende tusschenkomst in de Donau-Vorsten-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 2