gen zulk een hemelsbreed verschil op ten gunste
van laatstgenoemde, dat de geringere afstand vol
strekt niet in aanmerking kan komen. Dan ook
is in Kaapstad gezorgd voor uitmuntende middelen
van vervoer. Er is eeue transportmaatschappij op
gericht, die aanneemt de passagierjs en goederen
in negen dagen tijds over te brengen, terwijl
vroeger voor dat traject nooit minder dan tusschen
de twintig en 30 dagen vereischt werden. En
niet alleen voert de maatschappij haar programma
naar behooren uit, maar de eerste reis werd
volbracht in 16 dagen heen en terug; en een ander
van hare rijtuigen legde den terugtocht in den voor
beeldeloos korten tijd van zes an een halven dag af.
Volgens ollicieele opgaven van het departement
van invoer te Port Elizabeth zijn in 1869 uit
Algoabaai verscheept 141 diamanten, ter waarde
van t 7,405 en in 1870 5,661 diamanten, ter
waarde van 124,910 pd. st.dus voor de twee
jaren 5,802 diamanten, vertegenwoordigende eene
waarde van 132,315 pd. st. Daarbij moeten nog
gevoegd worden 26 diamanten met den post per
de Cell verzonden, gewaardeerd op 1,300 pd. st.;
12 dito per de Roman, 350 pd. st., en een perceel
per de Natal, ter waarde van 1,300 pd. st., makende
te zameu van Port Elizabeth alleen eene waarde
van 135,265 pd. st. Men begroot den uitvoer uit
Natal op 25,000 pd. st., en uit de Tafelbaai op
50,500 pd. st., zoodat de totale uitvoer van dia
manten uit Zuid-Afrika gedurende de twee jaren
eene waarde vertegenwoordigt van 216,765 pd. st.
Deze opgaaf sluit niet in de steenen, die met
private gelegenheid zijn verzonden. En het getal
daarvau moet zeer aanzienlijk zijn als men in
aanmerking neemt, dat eene Natalsche mijnver-
eeniging voor de verbazende waarde van 40,000pd.st.
gevonden heeft en ze voor eigene rekening te
gelde maakt. De belangrijkste ontdekking van
de laatste weken is een diamant van 81 karaten,
waarmede de vinders eenige dagen geleden
te George zijn aangekomen. Men kan zich over
den rijkdom der diamantmijnen eenig denkbeeld
maken uit de jongste wekelijksche opgave van
gerapporteerde ontdekkingen, voorkomende in de
Diamond News, een blad dat op het terrein zeil
gedrukt wordt. Volgens die opgaaf waren in éene
week aangifte gedaan van 74 nieuw gevonden
diamanten, wegende respectievelijk 53, 40, 20, 16, 8,
6, 7H, 6tt, 4 karaten en minder; en dat zijn
alleen de //gerapporteerde" diamanten, terwijl zeer
velen van de delvers nimmer het resultaat van
hun arbeid aan de nieuwsbladen bekend maken.
Met dat al blijft toch de geheele onderneming
eene gewaagde loterij, waarin sommigen wel aan
zienlijke prijzen trekken, maar verreweg de meer
derheid, zoo al zonder verlies, dan toch met geen
noemenswaardig voordeel, buiten hetgeen een
leven van ongewone inspanning en ontbering
sommigen aanbrengen kan, eindelijk de harde
taak opgeeft en iudien niet rijker, dan ten minste
door ondervinding wijzer tot hare vroegere werk
zaamheden terugkeert.
Volgens berichten van den Gouverneur der
Nederlandsche bezittingen ter Kuste van Guinea,
bij het Departement vau Koloniën ontvangen,
gedagteekend 24 Januari jl., heeft de Eransche
regeering gevolg gegeven aan haar voornemen
om de nederzetting Assinie te verlaten. Volgens
bericht, door een handelsagent aan den Gouverneur
overgebracht, bevond zich een aanzienlijk getal
Ashantijuen op weg naar Behien, ten einde den
Koning van Appollonia in zijn gezag te herstellen.
De gezondheidstoestand in de Nederlandsche
bezittingen ter Kuste liet nog veel te wenschen
over. Sedert de laatste berichten was een Euro-
peesch ambtenaar overleden, terwijl verscheidene
anderen ernstig ongesteld waren.
De afdeeliug voor wis- en natuurkundige we
tenschappen der Koninkl. Academie van Weten-
peinzingen gestoord, want haastige schreden lie-
ten zich achter hem hooren, en Radauer door
het trappenklimmen buiten adem riep„Felix,
Baron, waar hebt gij toch den geheelen morgen
gezeten? Ik heb reeds een paar maal om u ge
zonden. Het is ten hoogste tijd, dat gij komt, Ro
salie laat zich daarboven geweldig het hof maken,
hoor ze eens aangaan als de nachtegalen in de
lente."
Felix wierp hem een trotschen blik toe: „Dan
was het wel het verstandigste, dat ik weer weg
ging, daar ik bovendien zeer winterachtig ge
stemd ben."
De heer Radauer lachte: „Zie mij dien Othello
eens aanmaar dat hindert niet, Baron, dat is
de peper en het zout der liefde, het voorrecht der
jeugd. Lieve hemel, het is toch een heerlijk iets
die jeugd en liefde en ijverzucht," voegde hij er
zuchtend bij.
„Wie is er dan bij Rosalie?" vroeg Felix onge
duldig.
„Een interessante gast; een man der wetenschap,
baron, evenals gij, en 6edert een uur ook een
aanbidder van Rosalie. Kom mede." Daarmede
opende Radauer de vleugeldeuren en Felix stond
tegenover den vreemdeling, dien hij des morgens
vluchtig in Radauers kabinet had gezien. Hij
zat op een stoel naast Rosalie, die, half liggend,
schappen zal eene gewone vergadering hou
den op Zaterdag den 25sten Februari e. k., des
middags te 12 uren 15 minuten, in het gebouw
der Academie (Trippenhuis) te Amsterdam.
Zr. Ms. fregat met stoomvermogen Admiraal van
Wassenaer, onder bevel van den kapitein ter zee
R. L. De Haas, is, volgens een bij het Departe
ment van Marine, ontvangen bericht, in den voor
middag van den 22sten dezer naar zee vertrok
ken, ter opvolging zijner bestemming naar Oost-
Indië.
Z. M. heeft benoemdtot heemraad van het
waterschap „het Gemeene land van Poortugaal",
gemeente Poortugaal c. a.provincie Zuid-Holl.,
P. Qualm.
Z. M. heeft L. A. Houtman benoemd tot auditeur
bij den schuttersraad der d.d. schutterij te Weesp,
en zulks met toekenning van eervol ontslag als
lste luit. bij de 2de komp. van het 1ste bataljon
rustende schutterij in de prov. Noord-Holland.
Z. M. heeft aan Mr. J. B. J. N. ridder van
der Schueren, op zijn verzoek, eervol ontslag
verleend als kapitein bij de d.d. schutterij te
Nijmegen.
Eu zijn voorts bij de d.d.schutterijen benoemd:
bij die te Nijmegen, tot kapit. A. J. Uiterwijk,
thans lste luit.; tot lsten luit. A. O. E. Wegelin,
thans 2de luit.; tot 2den luit.-elfectief J. Taminiau,
thans 2de luit. a la suite; bij die te Leiden, tot
kapit. a la suite J. Hoog, thans lste luit.; tot lsten
luit. Mr. J. F. M. Prijn, thans 2de luit.; tot 2den
luit. B. F. Krantz, thans sergeant.
Z. M. heeft ten laste van den Staat pensioen
verleend aan J. E. Erdman, gewezen hoofdcomm.
bij het Depart, van Justitie, ten bedrage van
1453 'sjaars; J. J. Brondgeest, gewezen commies
bij het Depart, van Justitie, ten bedrage van/T186
'sjaars; en W. C. Van Langeveld Voorstad, ge
wezen commies bij het Depart, van Justitie, ten
bedrage van ƒ1186 'sjaars.
Z. M. heeft aan J. Van den Nieuwendijk, op
zijn daartoe gedaan verzoek, eervol ontslag ver
leend als lid der commissie van administratie
over de gevangenis voor jeugdige vrouwelijke ver
oordeelden, tevens huis van verbetering en opvoe
ding voor meisjes te Montfoort, en benoemd tot
lid dier commissie P. T. Van Vuuren, koopman
aldaar.
BINNENLAND.
Amsterdam, 22 Februari. In de zitting van den
gemeenteraad is het voorstel van B. en Ws, om
het in het leven roepen eener speciale Amster-
damsche effectenbeurs te bevorderen met over-
groote meerderheid verworpen; daarentegen aan
genomen een voorstel van den heer Van Nierop
om in overleg met het Rijk te treden, om als
éen geheel vereenigd te krijgen de beurs met de
korenbeurs en het Rijkstelegraafkantoor.
's-Gkavenhage, 23 Februari. Heden heeft de
graaf Perponcher, buitengewoon gezant en gevol
machtigd minister van Z. M. den Keizer-Koning
van Pruisen bij het Nederl. Hof, ter eere van de
zich alhier bevindende Beiersche en Saksische
gezanten, de heeren De Fabrice en Von Niet-
hammer, een groot diplomatiek diner gegeven.
Op aanzoek van verschillende HH. leden
heeft het Bewind der Vereeniging van en voor
Nederlandsche Industrieelen besloten, de 39ste
Algemeene Vergadering van de maand Maart e. k.
te verschuiven tot de maand Juni e. k.
Het Bestuur der VereenigiDg tot ondersteu
ning van door den oorlog verarmde bevolkingen,
waarvan H. M. de Koningin beschermvrouwe is,
heeft bekend gemaakt, dat de Vereeniging heeft
aangenomen de benaming van het Witte Kruis.
Reeds zijn bij het bestuur ingekomen:/'12,255.33,
fr. 810 en éen Pruisische thaler. Er heeft zich
alhier eene sub-commissie van deze vereeniging
gevestigd, die in eene oproeping tot hare stad-
genooten gericht het volgende zegt:
Geeft gij allen die nog wat missen kunt, aan
hen die niets meer bezittenaan hen die zonder
hun schuld, van have en goed, van vee en oogst,
van alles beroofd zijn, en met hongersnood in het
verschiet, in dit gure en barre jaargetijde rond
dolen, zoekende naar een dak om zich en de
hunnen te beschutten, naar eene bete broods om
hunne stervende kinderen te voeden.
Onze roepstem, wij zijn er zeker van, zal niet
tevergeefs zijn. In weldoen hebben's-Gravenhages
ingezetenen steeds gewedijverd.
Bij de alhier bestaande commissie tot voor
ziening in de behoeften, ontstaan door heerschende
ziekte, is reeds ontvangen de som van 7481.26'/i-
Door de commissie is behalve het uitreiken van
een aantal kleedingstukken, geld en andere on
dersteuningen, tot heden onderstand verleend aan
620 huisgezinnen, aan welke werden verstrekt
580 matrassen, 1050 bossen stroo, 600 dekeus, en
1600 bons a 25 cents voor brandstoffen of levens
middelen.
Rotterdam, 22 Februari. Gisteren weigerde
het meerendeel der sjouwerlieden voor het ge
wone loon te werken, du er op eens met het
openen der scheepvaart zooveel te doen waser
werd dan ook weinig gewerkt.
Heden scheen men voor ongeregeldheden bevreesd
te zijn; ten minste een patrouille mariniers heeft
langs de Boompjes en havens gewandeld. Het
werk is echter hervat. Vaderland
Zwolle, 21 Februari. Heden zijn door de politie
alhier aangehouden vier jongens van 10- tot
12jarigen leeftijd, verdacht van verschillende dief
stallen, waaronder zeer brutale. Niet alleen des
avonds maar zelfs op den vollen dag moeten zij
zich niet ontzien hebben, om in pakhuizen te
sluipen en daar verschillende voorwerpen, zooals
konijne- en geitevellen, te ontvreemden en deze
voor eenige centen te verkoopen. Een treurig ver
schijnsel bij zoo jeugdige personen.
Goor, 22 Februari. De Kamer van Koophan
del en Fabrieken alhier besloot in hare laatste
vergadering hare zienswijze ten opzichte van de
herziening der Nederlandsch-Indische tariefwet
aan den Minister van Koloniën mede te deelen.
Ofschoon erkennende, dat beschermende rechten
met de wetten eener gezonde staathuishoudkunde
in strijd zijn, was zij tevens eenparig van oor
deel, dat inzonderheid de Twentsche industrie,
juist ten gevolge van de bescherming door de re
geering ingesteld, in het leven geroepen en aan
gekweekt nog niet krachtig genoeg is, om
eensklaps dien steun geheel te kunnen misseD.
Nog altijd is er veel o. a. de meerdere kosten
van oprichting, daar de kostbaarste materieelen
uit Engeland moeten komen, de hoogere prijs der
steenkolen, gebrek aan een voldoend aantal spin
nerijen en aan eene voldoende katoenmarkt, het
gemis van een geregelden handel in manufactu
ren eD het niet voorhanden zijn van genoegzame
scheepsgelegenheid naar andere dan onze over-
zeesche markten dat onze fabrikanten belet
met de buitenlandsche, met name de EDgelsche,
te concurreereD. Gedoogt de toestand van
's lands schatkist nog niet in- en uitvoer ge
heel vrij te stellen, dan heffe de regeering een
zeer laag uniformrecht van hoogstens 3 a 5 pCt.;
mocht ook dit niet voldoende zijn, dan een traps
gewijze verlagend differentieel recht, maar
een uniformrecht van 10 pCt., waardoor alleen
de buitenl. industrie zou gebaat worden, meende
de Kamer ten sterkste te moeten ontraden. Ten
opzichte van de vraag naar de beste wijze van
helling, sprak zij als haar gevoelen uit, dat de
heffing naar de waarde in verband met het ge
wicht verreweg de voorkeur verdient.
De Kamer nam in diezelfde vergadering tevens
het bestuit, dat hare zittingen in hel vervolg pu.
bliek zullen zijn.
's-Hertogbnbosch, 22 Febr. Onze stadgenooten
de heeren Gebr. Van Gemert, goud- eu zilver
smeden, cisileurs en graveurs van Z. M. den Ko
ning, hebben eene nieuwe onderscheiding iD
hunne kunstvakken ontvangenhet heeft H. 51
de Koningin behaagd, aan hen te vergunnen ziet
ook te noemen cisileurs en graveurs van H. M
de Koningin der Nederlanden, met toestemming
om nevens dat van Z. M. den KoniDg, ook Hr
Ms. wapen te mogen voeren.
BUITENLAND.
Frankrijk.
Werden de eerste vergaderingeu van de Natio
nale Vergadering te Bordeaux, meer gewijd aao
voorbereidende werkzaamheden, hoewel die door
onderscheidene incidenten werden gekenmerkt
de vergadering van den 17den dezer was zeer
belangrijk.
In de eerste plaats toch deed in deze zittin»
de heer Keller, afgev. van het departement Bas-
RhiD, namens zijne mede-afgevaardigden de ia
hoofdzaak bekende en gewichtige verklaring, die
meer in het bijzonder de volgende is:
„Wij ondergeteekenden, Fransche burgers, geko
zen door de departementen van den Beneden-Rijn
Boven-Rijn, Maas en Moezel, brengen ter kenois
van de Nationale Vergadering de uitdrukking van
den eenparigen wil der bewoners van de Elzas
en Lotharingen om Franschen te blijven en pro
testeeren krachtens het onvervreemdbaar en gehei
ligd recht der zielen, waarover geen overwinnaar
zonder hunne toestemming kan beschikken. Wij
hebben te dien einde een protest opgesteld ter
aaDhoore van Frankrijk en geheel Europa, ten eindt
de bewerkstelliging van een daad te verhinderen
die de verbrokkeling van het gemeenschappelij:
vaderland zou zijn. Wij verklaren dus dat w
altijd en eeuwig Franschen zullen zijn en blijver
De Elzas en Lotharingen hebben zich gedurende
de twee eeuwen dat zij tot Frankrijk behooren
genoeg opofferingen getroost en te vele bewijzen
van toewijdng aan de nationale grootheid gele
verd, dat de wensch die ze thans uiten overal
weerklank zal vinden; zij hebben hun recht om
Franschen te blijven met bloed bezegeld en ook
Dog heden, na met al hunne krachten aan de
overweldigers weerstand te hebben geboden, be
tuigen zij ten aanhoore van het gansche land
de onwrikbare wil om tot het Fransch grond
gebied te blijven behooren en uiten het vertrou
wen dat Frankrijk hare nationale zelfstandigheid
zal verzekeren en verdedigen tegen elke aanran
ding van de overwinnende macht.
Indien de vergadering den afstand van deze
twee provinciën zou goedkeuren, zou zij zich een
recht aanmatigen, dat zelf aan geen volk in zijn
haarsteden toebehoort.
Het beschaafd Europa kan niet toezien dat een
volk gelijk een kudde gedreven wordt en is het
aan zich zelf verschuldigd om de onregelmatighe
den van het geweld niet te doen verwezenlijken,
Het zal immers begrijpen dat de vrede, die ge
sloten wordt ten koste van den afstand van
grondgebied, slechts een voorloopige zou zijn;
slechts eene onafgebroken uittarting tot een nieu
wen oorlog, en deze oorlog zijn wij, ik leg die
verklaring af, bereid ten allen tijde aan te vangen.
Een afstand van de Elzas en Lotharingen
kan Frankrijk niet toestaan, Europa kan dit niet
duldeD.
De ondergeteekenden verklaren d»n ook, dat zij
als van duI en geener waarde beschouwen elke
daad, die den afstand van grondgebied zou inwil
ligen en het onschendbaar recht vernietigde, om
lid te blijven van de Fransche natie, en zij zwe-
half zittend op een divan rustte, en stond bij het
binnentreden van Felix op, terwijl Rosalie hem
zeer gemaakt een kushand toewierp.
„Mijn aanstaande schoonzoon, Baron Von Bork,
artiste, hoewel hij er niet van behoeft te leven.
Mijnheer de baron Van Montecaldo," zeide Ra
dauer, de beide heeren voorstellende.
„Het is mij een bijzonder genoegen, in den
verloofde van de schoone dochter des huizes, te
gelijker tijd een der meest gevierde kunstenaars
van Duitschlaud te mogen begroeten," zeide Mon
tecaldo beleefd, „en ik was er trotsch op, toen de
lieer Radauer mij zeide, dat mijn vaderland u de
eerste lauweren schonk."
De vreemdeling was ontegenzeglijk eeD inne
mend, zeer beleefd inau; hij wilde Felix klaar
blijkelijk door die beleefde woorden genoegen
doen, maar deze, over het algemeen tegen vleierij
ingenomen en thans in eene onaangename, ge
drukte stemming, die door de tegen allen tact
strijdende voorstelling in eene zeer prikkelbare
was overgegaan, scheen de beleefdheid niet te
willen hooren en vroeg alleen droogjes: „Gij zijt
een Franschman? Uw naam doet echter een Por-
tugeesche afkomst vermoeden."
//Juist," zeide Montecaldo: „éen tak der familie
is nog in Portugal woonachtig, maar de oudere
tak is reeds sedert lang naar Frankrijk getrok
ken en mijn vader werd daar reeds geboren."
„Mijn schoonzoon zou dat weten als hij bankier
was," merkte Radauer op, „maar die heeren kun- j
stenaars bekommeren zich slechts om de zaak der
kunst, betreffende roem, eer en de dames, en
laten de schoonvaders voor het geld zorgen, niet
waar, baron?"
Felix wierp hem een donkeren blik toe: „dat
zou bij mij ten minste onnoodig zijnhetgeen mij
de kunst verschaft is voldoende voor mijne aan
spraken, en daar eene liefhebbende vrouw geeue
andere wenschen heeft als de mau, zoo hoop ik,
dat Rosalie de zorg daarover ook aan mij zal
overlaten."
„Heethoofd," zeide Radauer lachend. „Welnu,
het staat hem goed, nietwaar, Rosalie? Ik heb
altijd iets tegen phlegmatieke menscheu gehad."
„En uwe dochter iets tegen de veelvuldige tus-
schengesprekken, papa," zeide Rosalie, zeer snib
big: „Gij zoudt ons allen verplichten, als gij den
baron Montecaldo tijd wilde laten, ons het een
en ander van zijne familie mede te deeleD, dat
Datuurlijk voor mij zoowel als voor Felix van
groot belang is. Het is immers mogelijk en zelfs
zeer waarschijnlijk, dat Felix, die met alle nota
belen in Parijs bekend is, zelfs bij de vrienden
of betrekkingen van den baron toegang had."
„Met alle notabelen, dat zou in Parijs te veel
zijn, mijne lieve Rosalie," merkte Felix bedaani
aan. „Ik heb, wel is waar, menig interessante
kennis gemaakt, en zelfs vele lieve vrienden ge
kregen, die ik waardeer, maar er zijn toch nog
vele aanzienlijke personen, die mij geheel onbe
kend zijn."
„Gij zult de kringen der kunstenaarswereld
gefrequenteerd hebben, terwijl mijne familie zicb
uitsluitend in de adellijke kringen beweegt," zeide
Montecaldo, „en daardoor zal de ontmoeting geee
plaats hebben gevonden."
Op de open, schoone gelaatstrekken van Felix,
werd op eens een hen vreemde hoogmoed zicht
baar „Dat geloof ik ook," hernam hij trotsch„Ik
herinner mij ten minste niemand van uw naam
De kunstenaars zijn in Parijs zeer exclusief, be
schouwen de geadelde financiers als koopers, es
wat de adellijke kringen aangaat, zoo heb ik mij
alleen in legitimistische kringen bewogen en gees
tijd gehad, ook met de nieuw geadelde familie»
kennis te maken." (Wordt vervolgd.)
Te Sprang is een SSjarig man, die aan toevallen
leed, door het schoone weer tot een wandeling uit-
gelokt, alleen uitgegaan, en kort daarna aan de»
weg neergevallen. Toen hij gevonden werd, droeg
men hem naar huis, waar hij weldra overleed.