Vrijdag
24 Februari.
N°. 3388.
A°. 1874.
Feuilleton van het Leidscli
Dagblad".
DE FAMILIE-JUWEELEN.
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maanden3.00.
Franco per post3.85.
Afzonderlijke Nomrners0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zen- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVÏBTKNTIEN,
Voor iederen regel'015
Grootere letter, naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Lelden, 23 Februari.
De Koning-Groothertog heeft, naar men ver
neemt, den verdienstelijken violist, den heer W.
Ten Have, tot ridder van de orde der Eikenkroon
benoemd.
Men verneemt van goederhand dat op het
Invitatie-concert, hetwelk door Sempre Crescendo
hoogstwaarschijnlijk Dinsdag 7 Maart a. s. zal
tvordeu gegeven, de beroemde violoncellist Grütz-
macher uit Dresden zal optreden.
Een begin van brand ontstond hedenmiddag in
de watteufabriek van den heer S. buiten de
llarepoort. Een spoedig aangerukte spuit was
voldoende om den brand te blusschen.
Van goederhand vernemen wij, dat voor de
vacante betrekking van secretaris der Nederland-
sch Bank vooral in aanmerking komen de beeren
Heldring, secretaris der Kasvereeniging, Mr-
Gleichman, agent der Ned. Bank te 's-Graven-
hage, en Mr. N. J. Den Tex, secretaris van de
Kamer van Koophandel te Amsterdam.
[Het Noorden.)
De onlangs te Brussel overleden baron De Ger-
lache moet zeer belangrijke gedenkschriften heb
ben nagelaten betreffende de gebeurtenissen waar
aan hij een zoo gewichtig deel heeft genomen
en in het bijzonder omtrent de revolutie van 1830.
De uitgave van deze gedenkschriften zal waar
schijnlijk eerst binnen eenige jaren geschieden
wel na den dood van onderscheidene nog in
leven zijnde personen, die door den geschiedkundige
worden beoordeeld.
Het Internationale Vredeverbond te Amsterdam
heeft met 95 tegen 21 stemmen besloten zich aan
te sluiten bij het onlangs geconstitueerde Alge
meen- Vredeverbond.
In dezelfde vergadering, waarin dit besluit ge
nomen werd, werd door het bestuurslidy den heer
Gerhard, eene rede van communistische strekking
gehouden, waarin hij de leer verdedigde dat de
afschaffing van het eigendomsrecht een middel
was tot afschaffing van den oorlog. Dit moest
vervangen worden door een algemeen staatsei
gendom, waardoor een ieder naar zijne verdiensten
zou kunnen betoond worden.
Heffing van hooge successierechten ook in de
rechte lijn en geleidelijke afschaffing van het
erfrecht zouden daarheen leiden.
De heeren H. Zeeman, Jhr. Mr. J. De Bosch
Kemper en Dr. E. Lanrillard kwamen op tegen de
strekking der gehouden rede en namen met
nadruk het eigendoms- en erfrecht, zoomede de
kapitaalvorming in bescherming.
weth. aan zoodanig huis of vaartuig wordt vast
gehecht een bordje met het opschrift: kinderziekte.
Men schrijft aan Het Noorden uit Delft:
In den gemeenteraad te Delft van 27 Januari 1).
heeft een incident plaats gehad. De leden waren
het niet eens over art. 21 der gemeentewet.
Een der leden namelijk had sedert een aantal
jaren koren gemalen voor een der stadsinrichtin-
gen. Een inwoner van Delft bracht daartegen
bezwaren in, en nu ontstond de vraag, of malen
levering was en of art. 26 der gemeentewet al dan
niet in dezen diende toegepast te worden.
De inrichting waarvan sprake is, wordt door
het lid vau den gemeenteraad, dat koren er voor
maalde, ook beheerd als regent. Gelijk ieder weet
is koren malen eeue delicate zaak. Men weet niet,
hoeveel zemelen er in het meel worden terug
gebracht, en had de regent ter goeder trouw het
koren op zijn molen doen malen, om zeker te
zijn, dat 't meel, hetwelk aan de inrichting gele
verd werd, zuiver zoude zijn.
Door het opnemen dezer regelen in uwe courant,
zal aan de zaak meer openbaarheid worden ge
geven dan de Delftsche Courant doen kan. Deskun
digen knnnen dan beslissen, of koren malen door
een lid. van den gemeenteraad voor eene stads-
inrichtiug, waarvan dat lid tevens stedelijk regent
is, al dan niet valt in de termen van art. 24 der
gemeentewet of schorsing van dat lid ingevolge
art. 26 der gemeentewet op dat feit van toepas
sing is.
Z. M. heeft bij besluit van 22 Januari jl., goed
gekeurd, met intrekking van de vroeger deswege
vastgestelde bepalingen, een nieuw reglement op
de eer bewijzingen en saluteu aan boord van Zr. Ms.
schepen, welk reglement op 1 Maart a. s. in wer
king zal treden. De Minister van Oorlog heeft
in aanmerking genomen dat in dit reglement
bepalingen voorkomen, welke de militaire auto
riteiten van het leger behooren te kennen, ten
einde zij in voorkomende gevallen zich daarnaar
zouden kunnen gedragen. De Minister heeft diens-
volgens bij circulaire van 6 dezer, die bepalingen
aan de militaire autoriteiten aangewezen. Zij
betreffen o. a. de eerbewijzingen aan Z, M. den
Koning en aan de leden van het Koninklijk Huis,
eerbewijzingen aan hooge autoriteiten, algemeene
eerbewijzingen, gewone eerbewijzingen, lijkplech-
tigheden enz.
Ook te Dordrecht is door den raad besloten,
dat ieder eigenaar of bewoner van een huis of
vaartuig, waarin de kinderziekte is uitgebroken,
verplicht is te gedoogen, dat vanwege burg. en
Z. M. heeft bij besluit van 3 dezer (gezien de
besluiten van 29 December 1854, n°. 72, en van
10 Maart 1861, n°. 63, bij welk laatste besluit,
als uitzondering op den regel, bij het eerste aan
genomen, is bepaald, dat de saldo's te goed in
het kleeding- en reparatiefonds, niet meer dan
f 1.50 bedragende, aan de miliciens bij vertrek
met groot verlof zullen worden uitbetaald) het
bepaalde bij laatstgemeld besluit ingetrokken en
buiten werking gesteld.
Ten gevolge van dat besluit heeft de Minister
van Oorlog eenige bepalingen vastgesteld, rakende
de kleeding en de rekening van miliciens-groot
verlofgangers. Onder anderen is daarbij bepaald,
dat bij het heerschen van strenge koude op het
tijdstip, waarop miliciens met groot verlof worden
gezonden, zoo de kommandeerende officier van
het korps zulks uoodig oordeelt, aan hen, die
zulks verlaDgen, de kapot-, over- of manteljas
kan worden medegegeven. In dat geval wordt
aan de miliciens gelast, dat kleedingstuk, dade
lijk bij aankomst in hunne gemeente ter beschik
king te stellen van den burgemeester, om door
diens zorg te worden teruggezonden aan den
kommandeerenden officier van het korps ter
plaatse waar de miliciens laatstelijk in garnizoen
waren. Die burgemeesters zijn vanwege den
Minister van Oorlog uitgenoodigd, tot die terug
zending hunne tusschenkomst te verleenen, en
daarvan, onder opgave van de namen der mili
ciens, aan den kommandeerenden officier voor
noemd, mededeeling te doen.
Men verneemt dat bij den Minister van Oor
log het voornemen bestaat de garnizoensverwis
selingen, die tegen Mei aanstaande waren bevo
len, ten gevolge der heertellende pokziekte,
niet te doen plaats hebben.
De Minister van Oorlog, overwegende dat de
wenschelijkheid gebleken is, dat opnieuw eene
wijziging worde gebracht in het programma van
examen tot toelating bij de stafschool, heeft goed
gevonden bij resolutie van 1 dezer, met intrek
king van het bepaalde bij vroegere aanschrijvingen,
alsnu een uieuw programma voor het bovenge
noemde examen vast te stellen.
De Minister van Oorlog heeft goedgevonden
a. Te benoemen tot kapit. der 1ste kl. de kapit.
2de kl. A. H. Otterbein van het Gde reg. inf. en
G. G. A. Schwartz van het reg. vest.-art.; tot kapit.
2de kl. de kapit. van de 4de kl. H. F. C. Har-
denberg van het reg. gren. en jagers en H. H.
J. baron van Haersolte van den Doorn van het
3de reg. vest.-art.; tot adj. bij het korps den lsten
luit. Jhr. 'J. D. Sin van het bat. min. en sapp.
b. Op non-act. te stellenop het daartoe door
hen gedaan verzoek: den maj. J. F. W. M. P.
Ninaber, magazijnm. der art. van de 1ste kl. te
Nijmegen, alsmede de kapit. N. J. baron Mullert
tot de Leemkule van het 6de en W. A. baron
Lynden van het 7de reg. inf., beide eerstgenoemden
in afwachting van nadere beschikking en laatst-
geinelde voor den tijd vau éen jaar en zonder
bezwaar der schatkist.
c. In actieven dienst te stellenbij het 4de
reg. inf. den kapit. der inf. op non-act. F. C.
Kruyt; bij liet 6de reg. inf. den lsten luit. der inf.
op lion-act. A. J. A. A. Bothpletz; bij het 6de reg.
in£ den kapit. der inf. op non-act. F. A. Loggere.
d. Over te plaatsen: van Rotterdam naarWie-
rickersclians: den lsten luit. C. Van Lenimeren,
plaats, adj. der 2de kl.; van Wierickerschans naar
Rotterdamden lsten luit. H. C. Rijke, plaats.
adj. der 2de kl.; bij het 1ste reg. inf. den 2den
luit: P. W. Van de Velde, van het 4de reg.;
bij het 2de reg. inf. den kapit, R. P. Verspijek,
van het 5de, en de 2de luits. Jhr. A. L. F. T.
Van der Wijck en E. K. J. N. Van Muiken,
van bet 4de reg.; bij het 4de reg. inf. den lsten
luit. M. Zeivelder, van het 1ste, alsmede den
lsten luit. J. J. L. Bruinier en den 2den luit. J.
C. T. Bloys van Treslong Prins, van het 5de reg.
bij liet 6de reg. inf. den kapit. Q. W. F. De Flines
van Beverwijck, van het 5de reg.bij het instruc
tie-bataljon den lsten luit, G. J. W. Koolemans
Beynen, van het 1ste reg. inf.bij het 2de reg.
vest.-art. de 2de luits. J. Van Blijenburgh, van
het- 1ste, en S. J. Van Nooten, van het 3de reg.
vesting-artillerie.
e. Eervol- te ontheffen uit zijne betrekking van
adj. bij het korps, den lsten luit. F. M. baron
Van Eek, van het bataljon mineurs en sappeurs,
en zulks op het daartoe door hem gedaau verzoek.
f. Terug te plaatsen bij het leger hier te lande
bij het 5de reg. inf. den kapit. L. E. Gerdesson,
van het wapen der inf. gedetacheerd geweest bij
het leger in Ned. Indië.
g. Toe te voegenaan den chef van den gene-
ralen staf: den luit,-kol. H. E. W. Rodi de Loo,
van den generalen staf, tijdelijk werkzaam op
liet bureau van den chef vaD dien staf.
h. Te detacheerenbij de art. stapel- en con
structie-magazijnen, voor den tijd van éan jaar,
te rekenen van den lsten dezerde 2de luits.
J. L. F. H. Rollin Couquerque en T. Van Enter,
van het 3de reg. vest.-art.; zijnde eerstgenoemde
later in zijnen rang overgeplaatst bij het 1ste reg.
vest.-art. en door den Min. van Oorlog bestemd,
om te worden gedetacheerd bij de inspectie der
draagbare wapenen.
De werkzaamheden in de diamantdistricten
der Kaapkolonie, zoo leest men iu het Kaapsche
Volksblad, worden nog 6teeds met verblijdend succes
bekroond. Het aantal uitgegraven kostbare stee-
nen. neemt toe in gelijke mate met het aantal
exploiteurs, en dat beteekent veel, want de toe
loop gaat aanhoudend door. 't Is nu niet meer
alleen de kolonie die de fortuinzoekers levert,
maar het buitenland, en voornamelijk Engeland
draagt ook een aanmerkelijk aantal bij. In de
dagbladen verschijnen advertentiën van twee
verschillende maatschappijen, die eene geregelde
stoomvaart zullen openen tusschen Engeland en
Zuid-Afrika. Andere particuliere booten worden
reed6 uitgerust, meest met bestemming naar Al-
goabaai, omdat vele in de verbeelding zijn, dat
de weg over Port Elizabeth naar de Vaalrivier
de verkieslijkste is. En dat is niet zoo. De weg
over Kaapstad biedt zoovele voordeelen boven
andere plaatsen van uitgang aan, dat de bekend
gemaakte ervaring van de verschillende reizigers
j ongetwijfeld wel spoedig den stroom van land-
verhuizers voornamelijk herwaarts leiden zal.
Port Elizabeth is wel iets dichter bij bet oord
der bestemming gelegen dan Kaapstad, maar
daarentegen leTert de aard der respectieve we-
(Novelle naar het Hoogduitsch).
[Vervolg.)
„Ja wel, ja wel," riep het kind ijverig, „en gij
weet niet, Felix, hoe verstandig Victorine is, en
wat zij alles weet en kan. Schud toch het hoofd
liet altijd, Victorine, ik heb het immers zelf ge-
Koord, dat bet papa tot mama zeide, en gij weet
'och, Felix, dat papa de menschen niet licht prijst.
Hij zeide onlangs, dat Victorine eene der schoonste
'temmen bezat, die bij ooit gehoord had, en dat,
de weg der kunst niet in den regel ook de
weg der schande en ondeugd ware, bet jammer
'ou zijn dat Victorine niet. op het tooneel ging.
K-u mocht mama er op letten, dat zij zich vooral
°P het godsdienstig gezang toelegde, daar in die
richting de eenige waardeering der goddelijke
5&ve te vinden was. Ja ja, lach maar, ik heb
-tt wel onthouden."
„Muziek is inderdaad een goddelijke gave," zeide
Felix ernstig, „daarin heeft vader gelijk, maar
misschien zijt gij, wat de uitvoering van uw talent
betreft, eene andere meening toegedaan. Zoudt
gij geeue gevierde kunstenares willen zijn, geluk
kig, terwijl zij duizenden andereu kan verheugen
en iq verrukking brengen
„O, neen," riep zij bijna angstig, „eene vrouw
moet niet uit de sfeer tredeu, die God en de wet
ten der natuur haar hebben aangewezen. Die
kring is groot genoeg, om haar gelukkig te maken
en haar hart te verheugendaarvoor moet men
zich oefenen en veredelen, daar hij toch de ge-
heele hulpbehoeftige menschheid in zich vereenigt.
Maar uit dien stillen werkkring te treden, zijn
persoon, zijn inuerlijkste zijn en wezen tegelijk met
zijn talent aan het oordeel der menigte bloot te
stellen, dat zou mijne schaamte, inijn hoogmoed
niet verdragen."
Hij zag haar met van vreugde stralende blik
ken aan. „Dat is als eene echte vrouw gevoeld;
die schaamte en die hoogmoed zijn haar mach
tige wapen en omgeven haar met eene hoogheid,
I waarvoor ieder man zich moet buigen. Maar nu
neem ik u ook bij uw woord, en verzoek u, om den
I kleinen huiselijken kring, waartoe gij nu behoort
I en dien een gelukkig toeval mij ook weder heeft
doen binnentreden, uw talent niet te onttrekken."
Zij stond op en ging naar den vleugel, die in
de aangrenzende kamer, tegenover de geopende
deur stond. „Het zal Anna, hoop ik, niet te veel
opwinden," zeide zij, en vroeg toen, zich tot Felix
wendende„maar wat moet ik zingen? Aria's
uit opera's zing ik niet, ik had zoo zelden gele-
geuheid ze te hooren, en heb mij daarin dus
nimmer geoefend. Wilt gij een eenvoudig lied,
van Schubert of van Mendelssohn? Ach, ze zijn
zoo lief, ik ken ze alle, en ze vereischen juist geen
groot talent of kunstvaardigheid men moet ze
maar zingen en gevoelen."
„Zing maar wat gij wilt, wij zullen altijd-
dankbare toehoorders zijn," zeide hij. Zij zocht
eenige liederen van Schubert uit en plaatste zich
aan het instrument. Hare heerlijke volle, gevoel
volle stem, trof zijn hart met wonderlijk geweld
zij wekte al de droomen en wenschen zijner jeugd
weder op en daarop volgde een diepe smart om
den vergeefschen strijd. Victorine bleef nog zit
ten, toen het lied geëindigd washij vroeg haar
niet om voort te gaan, en toen hij haar eindelijk
na eene pauze dankte, was zijn toon zoo ernstig
en bewogen, dat zij met bevreemding opzag. Zij
had hem willeo vervroolijkeu, en hem treurig
gestemd; dat zag zij op den eersten blik reeds,
en hoezeer zij zich ook beijverde, de vroolijke,
luchtige stemming wilde niet weder in het kleine
gezelschap terugkeereu.
Daarbij was het nagenoeg tijd om te gaan
dineoren. Rosalie wachtte zeker reeds lang op
hem, en hoe minder hij zich rekenschap van zijn
gevoel kon en wilde geven, des te duidelijker
gevoelde hij de verplichting juist nu naar haar
toe te gaau.
Weinige oogenblikken was hij op straat, de
koude noordenwind deed hem rillen, evenals de
gedachte aan Rosalie zijn hart deed huiveren hij
had nimmer levendiger ondervonden hoe groot
de klove was, die hem scheidde, dan op dit
oogenblik.Toen hij in het huis van zijn aanstaanden
schoonvader was gekomen, hoorde hij reeds in
de voorzaal ha|;a.stem; zij sprak schielijk en leven
dig, zooals zij gewoonlijk deed als zij schitteren
of indruk wilde maken. Felix weifelde, of hij
wel binnen zou gaan veel menschen te vinden
een laf, onbeduidend gesprek, overeenkomstig de n
lieerschenden toon te voeren, zou hem op dit oogen-
bli-k te drukkend zijn geweest; hij herkreeg, als
l)ij droefgeestig of bedrukt, ten volle het bewust
zijn, verkreeg van de leegte zijner bruidsdagen
Ijet beste zijne bedaardheid en kalmte weder,
qls Rosalie, alleen eu ongestoord, zicli eenvoudig
qn ongedwongen met hem onderhield en hem zoo
doende, ten minste voor eenige oogenblikken een
beeld van de aanstaande huiselijkheid voorspie
gelde. Maar Felix werd spoedig in zijne over