chemsche veer, daardoor Ï500 meter beneden
waarts verlengd. Op circa 1000 meter beneden
de spoorwegbrug bleef het ijs vast.
Vianen. 2.02 meier onder noodpeil. Was 0.09
meter. IJs vast; overtocht als gisteren. Gisteren
avond van 5 uren tot halfzes ijsbeweging van
Tienhoven tot Jaarsveld.
Deventer. 2.59 meter onder noodpeil. Was 0.07
meter. IJs vast, passage over de brug.
Katerveer. 2.42 meter onder noodpeil. Was 0.07
meter. IJs vast.
Kampen. 1.46 meter onder noodpeil. Was 0.03
meter. IJs vast. Gemeenschap met de IJselmon-
den, Schokland en Urk steeds over het ijs.
Maastricht. Blank water.
Ooien. 7.61 meter -+- AP. Val 0.40 meter. Tus-
schen Grave en Ooien van 0.35 meter tot 0.26
meter val. Van Ooien tot Blauwe Sluis van 0.40
tot 0.44 uieter val; in de laatste 4 uren omtrent
0.02 meter per uur val. Overal blank water. He-
del, val 0.25 nieter. Overtocht geregeld.
's-Bosch. 1.87 meter boven nul. Val 0.19 meter.
Blank water. De laagste gedeelten der stad staan
nog onder water.
Daar alle gevaar voor Maas en Waal door het
vallen der rivieren is geweken, wordt de buiten
gewone riviercorrespondentie voor de stations Nij
megen, Wamel en Neerasselt opgeheven.
Blijkens eene mededeeling van de Britsche
postadministratie geschiedt het vertrek der pakket
booten uit San-Francisco naar Auckland (Nieuw-
Zeeland) voortaan den 15den van elke maand.
De brieveumalen voor Nieuw-Zeeland, vi&Sau-
Francisco, in verbinding met den bovengemelden
dienst, worden op drie verschillende tijdstippen
uit Londen verzouden. De laatste verzendingen
gedurende 1S71 geschieden uit Londen den 23sten
Februari, 25 Maart, 25 April, 25 Mei, 24 Juni,
25 Juli, 26 Augustus, 23 September, 26 October,
25 November en 23 December.
Voor meerdere zekerheid wordt echter aanbe
volen van de respectievelijk vier en drie dagen
vroeger plaats vindende verzendingen gebruik te
maken.
Z. M. heeft op grond van art. 26 der wet van
13 Augustus 1857 Staatsblad n°. 103), pensioenen
verleend ten laste van den Staat aanTheodorus
Ten Hout, gewezen hoofdonderwijzer te Ochten,
gemeente Echteld, ten bedrage van ƒ266'sjaars;
Corueille Jean Franfois Van de Laar, gewezen
hoofdonderwijzer te Macharen, gemeente Megen,
ten bedrage van ƒ184 'sjaars; Dirk Keyser Roos,
eervol ontslagen hoofdonderwijzer te Amsterdam,
ten bedrage van ƒ933 'sjaars; Martinus Johannes
Van Lamoen, gewezen hoofdonderwijzer te den
Dungen, ten bedrage van ƒ360 'sjaars; Petrus
Van den Bosch, gewezen hoofdonderwijzer te Erp,
ten bedrage van 400 'sjaars, met intrekking vau
het pensioen van 377 'sjaars, bem verleend bij
Koninklijk besluit van 5 September 1870; Wouter
Eerdbeek, gewezen hoofdonderwijzer te Bennekom,
gemeente Ede, teu bedrage van ƒ311 'sjaars, met
intrekking van het pensioen van ƒ272 'sjaars,
hem verleend bij Koninkl. besluit van 13 Mei 1870.
Z. M. heeft het aan G. A. A. C. Valkis, burge
meester en secretaris der gemeente Ophemert, op
zijn verzoek, verleende eervol ontslag uit laatst-
gemelde betrekking goedgekeurd.
Z. M. heeft aan den heer Mr. T. M. Roest van
Limburg, laatst Minister van Buitenl Zaken, een
pensioen verleend van ƒ4000 'sjaars.
Z. M. heeft den heer Colin Rosen busch benoemd
tot Nederlandsch consul voor Sierra Leone.
BINNENLAND.
Amsterdam, 17 Februari. In het laatst van
Juni zal alhier in het Paleis voor Volksvlijt een
Internationaal Concours plaats hebben met den
Handboog, te geven door de Afd. Amsterdam van
den Noord- en Zuid-Hollandschen Bond, waar
toe behooren de sociëteiten Claudius Civilis, waar
van Z. K. H. Prins Heudrik beschermheer is,
Concordia en Genoegen lij ons Doel.
De burgemeester bericht, ouder dankzegging,
de ontvangst van de navolgende giften voor de
behoeftigeu der gemeente: De directie dur Neder-
landsche Bank 135, de directie der Ned. Han
delmaatschappij 100. Deze giften zijn een ge
volg van den wensch van Z. M. den Koning, dat
HD. verjaardag dit jaar om de heerschende ziekte
niet gevierd worde. De directiëu der Ned. Bank
en der Ned. Handelmaatschappij hebben, inge
volge dien wensch, de gelden, jaarlijks tot illu
minatie bestemd, thans tot een liefdadig doel
willen aanwenden.
's-Gravenzande, 17 Febr. De dezer dagen alhier
overleden jufvrouw JohaDna Luchtigheid heeft
haar gausche nalatenschap, die meer dan 100,000
bedraagt, met uitzondering van eenige legaten,
aan de Hervormde diaconie vermaakt.
's-Hage, 17 Febr. Naar v. ij vernemen, heeft de heer
Van Stralen, luit.-kol.-kommandant der dd. schut
terij van 's-Gravenhage, zijne aanvrage om ontslag
uit den schutterlijken dienst ingetrokken.
Dordrecht, 16 Febr. Het ijs op de rivier alhier
is gisterennamiddag ten deele opgeruimd, namelijk
van het veer aan de Blauwpoort tot aan het
einde der Kalkhaven, ongeveer 200 meters boven
de pijlers der spoorwegbrug. Van daar tot aan
het Mallegat zit het weder. Hooger op voor de
stad van de Walevest af zit het met vakkeu.
Intusschen zijn door deze ijsbeweging een vijftal
ducd'alven van de spoorwegbrug vernield en wel
twee boven het remmingwerk van de groiite
draaiburg en drie rond de overige pijlers. Ook
lager uit nabij den molen de Zeelt is een ducd'alve
van de gemeente door het ijs omvergewerkt.
Eindhoven, 16 Februari. Wij vernemen dat
bij de loting voor de nationale militie te Helunind
zich een incident heeft voorgedaan, dat nog al I
aardige gevolgen kan hebben. Men had namelijk
voor éen van de lotelingen, die zich verleden
I
aar aangegeven had, doch inmiddels was over- 1
leden, ook een nummer in de bus gedaan, na j
het onderzoek, dat er geen overleden waren, i
Toen bij de loting zijn naam werd afgeroepen, j
beginnende met V, was hij natuurlijk niet tegen-
woordig; een der aanwezigen merkte op, dat hij
reeds in Augustus 1870 overleden was, en de
waarnemende burgemeester trok in het onder-
werpelijk geval daarop voorden doode een nummer,
dat dezen vrijstelde van de nationale militie.
Enkele belanghebbenden zullen zich tot Gede
puteerde Staten wenden, om de vernietiging der
loting te vragenmaar vermits de overledene
eenige zoon en dus, ingeval hij nog leefde, uit
den aard der zaak vrij was, zoodat het op de
loting geen invloed uitoefende, zijn wij benieuwd
naar de uitspraak van Gedep. Staten.
Ommen, 14 Februari. Als eene bijzonderheid
wordt gemeld, dat G. S., wonende te Lemele, ge-
meeute Ambt-Ommen, loteling der lichting van
dit jaar, die bij zijne inschrijving in Januari 1870
voor de militie en bij de loting op 7 dezer maand
als vrijstelling heeft opgegeven eeuige wettige
zoon te zijn, heden tevergeefs op het stadhuis
werd verwacht om die vrijstelling te constateeren.
In plaats van hem, kwam heden zijn vader de
geboorte van een zoon aangeven, waardoor dus
G. S. het voorrecht van eenige zoon te zijn, had
verloren.
's-Hertogenbosch, 17 Febr. De vijand (bet water)
blijft niettegenstaande den moedigen tegenstand
dien men biedt, de buizen der ingezetenen binnen
dringen; houdt men hem voor de poorten tegen,
dan sluipt hij dikwijls onverwacht binnen, zich
een weg door den vloer banende; alle verschan
singen zijn dan vruchteloos geworden, men is
genoodzaakt zich te ontwapenen.
De zonderlingste vaartuigen ziet men in de
stratenvlotten van eenige aan elkander gebon-
deu planken, kuipen, zinken bakken, ijzeren boo
ten, aken, visschersschuitje», bakkerstroggen enz.,
waardoor men dikwijls de belachelijkste vertoo
ningen ziet; met rijtuigen is het eveneens gesteld
handwagens van allerlei vorm, waarop uien stoe
len, tonnen, banken enz. plaatst, om passagiers
te vervoeren; met vigilanten en omnibussen in
overvloed ziet men personen aan huis afhalen,
welke door de verhoogde voetpaden (trottoirs)
niet tot aan de deur der woningen kunnen komen,
waarop dan ook de palfrenier van zulke rijtuigen
de beleefdheid heeft de personen op zijn rug te
nemen en alzoo in den omnibus te brengen, echter
dikwijls met de onaangename gewaarwording,
dat de beenen door het water gesleept worden
en men du» tegen wil en dank een koud voetbad
neemt. Sommige der Bossche mannelijke jeugd
en ook enkele van rijpere jaren vermaken zich
met vélocipèdes in den vloed te rijden, dat een
zonderling gezicht oplevert, vooral als men eenige
van die cavaleristen achter elkander ziet. Die lang
op stal gestaan hebbende paarden zijn echter zeer
doelmatig om zijne zaken te doeD, zich van alles
te voorzien en zich overal heen te begeveD, om
den toestand in persoon te kunnen opnemen: ze
zijn daarvoor onbetaalbaar. De leden der confe
rentie van den H. Vincentius begaven zich eer
gisteren per camion door de overstroomde wijken
om hunne noodlijdende stadgenooten hulp te bie
den door eene ruime buitengewone bedeeling van
brood en rijst. Op straatkarren ziet men thans
personen van allerlei rang en stand, al blijde
zijnde daarmede den overtocht te kunnen doen.
Steltenloopers ziet incn zich ook in missa in het
water begeven, met korf, mand of kallebasje, zelfs
met doofpotten op den rug gebonden. Aan voet
gangers ontbreekt bet evenmin, de meesten met
waterlaarzen aan, enkele van binnen en buiten
nat, maar ook velen die een wezenlijk mede
lijden opwekken, bij voorbeeld met bloote beenen
of alleen een paar slechte schoenen zonder kousen
of sokken, of verscheurde broek aan, in het ijskoude
water achter een wagen loopende om eenige
centen te verdienen.
VOORLEZINGEN.
DOCTRINA.
Révllle's voorlezing over Voltaire et Frederic.
Gisterenavond is het steeds in groei en bloei
toenemende gezelschap Doctrine vergast op eene
leziDg van de Réville over Voltaire en Frederik
den Groote. De eerbiedige stilte, die onder het
talrijk auditorium, grootendeels bestaande uit
academische jongelingschap, heerschte, bewees
dat men zich onverdeeld overgaf aan het genot
van een belangwekkende episode uit de geschie
denis in sierlijke taal en op wegslepende wijze
te hooren voordragen, terwijl men zich dit genot
niet liet bederven door de bewering van eukele
critici, als zou de heer Réville eenige historische
punten wel niet onwaar maar toch partijdig voor
stellen. Spreker begon met te vermelden, dat het
zijn plan niet was, om zich bezig te houden met
den geheelen levensloop van Frederik en Voltaire,
daar hij dan in zijne beschouwing nagenoeg de
geschiedenis der geheele achttiende eeuw zou
inoeten doorloopen. Tot inleiding bepaalde hij
zich tot een kort overzicht van den levensloop
der beide groote mannen vóór het begin van hun
driejarigen persoonlijkeu omgang, die aan beide,
een groot deel der illusies zou ontnemen, die zij
zich wederzijds over elkander gevormd hadden.
Kortelijk werd aangestipt Voltaires geboorte,
zijne opvoeding, zijn verblijf in de Nederlanden
(waar een kleine steek van zijn scherpen humor
voldoende wa» om zijn vriend Jean Baptiste
Rouieau tot zijn vijand te maken), zijne verblij
ven in de bastille, die hij verwisselde met een
aangenamer oponthoud eerst in Engeland daarna
op het kasteel der markiezin de Chatelet. Te
vergeefs tracht Frederik na zijne troonsbestijging
Voltaire weg te lokken uit dit laatste liefelijke ver
blijf, de groote dichter is doof voor de aanzoeken
van den jongen vorst; nog tien jaren lang blijft hij
zijn tijd verdeelen tusschen letterkundigen arbeid,
den omgang met zijne trouwe vriendiD en het
dingen naar de gunst van mad. De Pompadour.
Want een groote eigenaardigheid, zegt spreker,
is in Voltaire zijne begeerte om een gewichtig
man te worden in politiek en diplomatie, even
als zijn vorstelijke vriend de neiging koesterde
om zich een naam te maken in de letterkundige
wereld: om groot te zijn hadden beiden kunnen
volstaan met te blijven die zij waren, beider
pogingen om daarbij te worden wat de andere
was, zijn vrij totaal mislukt. Trouwens.in de wijze
zelve waarop Voltaire beproefde om tot hoogere
politieke beteekeuis te geraken, lag het duidelijke
bewijs opgesloten, dat diplomatische talenten zijne
grootste niet waren; immers terwijl hij zich ken
nelijk inspant om de dubbelzinnige eer te verkrij
gen van bij tnad. De Pompadour in gunst te
staan, vernietigt hij zelf alle uitzicht op dat voor
recht, door op een diner aan de schoone eene
eenigszins dubbelzinnige aardigheid quasi in te
fluisteren, maar in waarheid zeer verstaanbaar
voor andere ooren te zeggen-, zóo beroofde zijne
scherpe, satirieke geest, dien hij moeilijk bedwin
gen kon, hem de ondersteuning van den toenmaals
zoo machtigen hefboom tot de koninklijke gunst.
Toen dan ook in 1749 zijne vriendin De Chatelet
hem plotseling door den dood ontviel, besluit
Voltaire om gehoor te geven aan de dringende uit-
noodigingen van Frederik en vertrekt naar Berlijn.
Daarheen leidde nu ook de spreker de aandacht
zijner hoorders, met korte woorden herdenkende
het aannemen van den koningstitel door Frederik,
Wilhelm I, en de streng militaire opvoeding, die
deze soldaat-koning aan zijn zoon en troonopvol
ger deed geveneene strengheid, die zóo ver
ging, dat hij den jongeling wegens eene poging
tot ontvluchting naar Engeland ter dood veroor
deelde, en hem slechts het leven schonk onder
het harde beding, dat hij de executie van zijn
vriend en medeplichtige moest bijwonen. Verder
werd kortelijk geschetst Frederiks'gevangenschap
te Küstrin, zijn gedwongen huwelijk, zijne troon
bestijging en eindelijk zijne geslotenheid tegenover
Voltaire om hem de mededeeling zijner plannen
met Oostenrijk te ontlokkenook in het leven
van Frederik nadert spreker aldus het jaar 1750
en de komst van Voltaire aan het Pruisische hof.
Des sprekers sierlijke rede verder op den voet
te volgen zou tot te groote uitvoerigheid leiden;
voor ieder liggen de bladen der geschiedenis open,
om daaruit het tijdvak uitvoerig te leeren ken
nen, waarvan ons de heer Réville op zoo boeiende
wijze velerlei bijzonderheden vertelde: De groote
eerbewijzen, waarmede Voltaire bij zijne komst
aan het Pruisische hof werd overladen, de aan
matigingen van den grooten letterkundige, zijne
onbescheiden versregels gemaakt op 's konings
zuster, zijne correcties van de letterkundige voort
brengselen zijns vorstelijken beschermers, welke
bezigheid hij durfde bestempelen met den naam
van „het wasschen van 's konings vuil linnen";
zijne inmenging in zaken, die hem niet aangingen
en daarop gevolgde verbittering tusschen heui en
den voorzitter der BerlijDsche Academie van
Wetenschappen, MaupertuisVoltaires spotschriften
op dezen geleerde, waarvan het heftigste Diatribe
du docteur Akakia zijn vertrek van het hof ten
gevolge had; de onbeschaamd tergende wijze,
waarop hij bij kleine dagreizen het land verliet
en eindelijk de onrechtvaardige behandeling,
waaraan de groote dichter te Frankfort bloot
stond, dit alles schilderde ons de heer Réville
met heldere, levendige kleuren. Doch met
enkele woorden wil ik liever nog vermelden,
hoe de heer Réville het oordeel zijner hoorders
trachtte te leiden in de waardeering der beide
groote mannen, en de rechte beoordeeling hunner
verantwoordelijkheid voor het veranderen eener
zoo innige vriendschap in bepaalde vijandschap,
wijzende daarbij op hetgeen uit den aard hunner
betrekking ten opzichte der achttiende eeuw te
leeren is.
Ontegenzeglijk heeft Voltaire mist,
maakt van de gastvrijheid, die hem
lijnsche hof op zoo vorstelijke, vereereu
te beurt viel. Hij trachtte toch zijn i(
den koning te doen gelden in zaken, 1
inmenging ongepast was, hij veroorln/j
onbescheiden aardigheden over zijne lettel
betrekking tot den koning, en zochtzomp^jj
noodzaak twist met Maupertuis, een veto v,
man, die in hooge mate 's vorsten gUD; a
Voegt men hierbij Voltaires streven oo qn
positie aan 't Pruisische hof ook zooveel 1W
geldelijk voordeel te trekken, zijne uiij.
verdachte speculaties, die hem zelfs in es jg
eervol proces wikkelden, dan laat hei a'
klaren hoe de bewondering, om niet t-
aanbidding, die Frederik voor den dei
Franschman gevoelde, allengs tot koe stf
tot hardheid overging. Aan den andt:)rd
evenwel moest de groote Frederik het ira!
waardeerd hebben, dat op zijne eigen 1 zj
aanzoeken een reeds vrij bejaard maunze
talenten zich in eene vreemde omgeu a
plaatste, waar hij zeker zijne minder q c
lijke eigenaardigheden meebracht, maafde
met de schittering van zijn on uitputte! em
den kring, waarin hij zich bewoog, o;:dsi
en het hof verrijkte met het genot zijm-de
letterkundige scheppingen. Hij die in ireli
jaren eene wederlegging had gesclireeli
Machiavelli's beginselen over de rechiret
Vorst, had den man, die hem ging tllij
zijne vriendschap mogen ontzeggen, yen
Vorst had hij zich moeten wachten iitz
daad zoo despotiek en onrechtvaardigro]
waarmede de bejaarde en geniale man - I
fort gegriefd werd. De oorzaak van hei:rd
soortige in de betrekking dier twee gi.Jrl
soonlijkheden uit de achtiende eeuw, lpge
ten deele in hun eigen karakter, maar
stellig in het karakter dier eeuw zelve,F1
van het verstand, niet van het hart
waarin alleen het mechanische sauietA1
dingen werd doorgrond en gewaardeerd,er
in éen woord der utiliteitzooals die ei.'oc
zoo waren deze twee harer grootste zot-'
Dat Voltaire een werk als de Pucelle:"5'
gedurende meer dan dertig jaren van ia'e
met tusschenpoozen bearbeidde, dat hij :w
zijn meesterstuk noemt, dit doet hen3"
als de man, die in de uitingen van r'
niet kan zijn bezield geweest door de:le:
lenden invloed van het geloof aan het i1'
zoomin als door den warmen gloed vat'^1
Dat FTederik de Groote een werk rad'
kou afkeuren omdat het hem herinnerd'
;di
gewrochten van Shakespeares geest, t
vorst kennen als iemand, wiens kuDSli
laag^ stond om het natuurlijke in de
waartfeeren. Dat eindelijk beide de Vo:ra
geleerdè hunne vriendschap aanwendde:11"
veel mogelijk van elkander partij te trii3U1
die vriendschap hebben verbroken zoo:'
als Frederik zelf zich uitdrukte) de citr
uitgeperst, dit een en ander bewijst dal
adem hunner eeuw de warmte uit hu»
weggeblazen. Zouden wij daarom niet k
terug zien op de eeuw, waarin inensck
heerschappij der geestelijkheid, en liet:^
heimen aan de heerschappij der natuur
ontwrongen, waarin het verstand ziet
richtingen ontwikkelde, en de knellend;
he
att
;ht
ch
der onderdrukking zich begonnen te omj
Neen, het is niet de taak der negeDtiet-ejj
de voorgangster te bedillen, wier execu£_
col
tamentair zij is, noch om de rijke nalï
van begonnen werkzaamheid af te keun^
om die werkzaamheid in een edeler, rjr
meer verheffende richting voort te zetten^
Soyons, zoo eindigt de spreker, nou uye
telligents inais soyons meilleur.
BUITENLAND.'6
11J"
Fraiikrjj Ir.
De heer Louis Blanc, die te Parijs bi,
kiezing van 43 leden voor de Nations,
dering de meeste stemmen heeft ver'iri;[50|
de 545,605 burgers, die op de lijst derS_
rechtigden in het departement der Seit 1
gaven 216,000 hunne stem), had vooral
verklaart, dat hij bereid was om zitl-
Hu
Nationale Vergadering te nemen, doch
plichtbesef en vaderlandsliefde, en ia
dat die Vergadering zich Diet tot het mat
constitutie, maar alleeD tot het beslissen^
van vrede of oorlog geroepen zou acli
lastbrief der afgevaardigden zeide li tjj
dagblad le Rappel is in de tegeuvvoorÜ
omstandigheden tevens een politiek dff
voor dengene welke hem aanvaardt; u_
zenen zijn veroordeelden. De Vergaderd re
doemd tot de vernederende taak, om1 ,je
hartverscheurende voorwaarden te sl"'; j,e
anders tot het aanvaarden eener geduc-
antwoordelijkheid, de verantwoordelijk L
melijk voor het besluit om den oorlo- m
hoop, in louter vertwijfeling, te doen voc'
Waarlijk, na twintig jaren ballingschap
land terug gekomen zijnde, had ik een' m
belooniDg voor mijne trouw mogen W