X°. 3377.
Zaterdag
A». 1871
11 Februari.
Feuilleton van liet „Leidseli
Dagblad".
les
LKIIISCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maanden3.00.
Franco per post.3.85.
ti, j i j Afzonderlijke Nommers0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zen- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTKNTIKN.
Voor lederen regel0.15.
Grootere lettor» naar de plaatsruimte die zij beslaan.
ifhrf-iTTji-
n=» Lelden, 10 Februari.
ml HedenmorgeD te 11 uren had alhier op de
begraafplaats aan de GroeDesteeg, de plechtige ter-
1 ^Jjjaardebestelling plaats van het stoffelijk overschot
^ê1 «van wijlen den hoogleeraar W. A. Van Hengel.
Ondanks het barre jaargetijde hadden zich ontel-
bare belangstellenden naar de begraafplaats bege-
VI El iven om van deze plechtigheid getuigen te zijn.
Toen de lijkstoet was aangekomen werd de lijk
baar door een zestiental studenten in de godge-
'sl -leerdheid aan onze Academie naar de laatste
rustplaats gedragen, gevolgd door de betrekkin-
gen van den overledene, de hoogleeraren van
de theologische en andere faculteiten, leden van
den senaat van het studentenkorps, studenten,
predikanten van verschillende kerkgenootschap
pen uit deze stad en van elders overgekomen,
leden van het gemeentebestuur en vele vrienden.
Nadat de kist in de groeve was geplaatst, nam
- onze geachte burgemeester, curator van onze
academie, het woord. Hij bracht hulde aan den
man, wiens dood, ondanks zijne hooge jaren, in
derdaad een verlies mocht heeten voor de hoo-
- gsechool en allen die hem kenden en lief hadden.
In warme, krachtige taal herdacht daarna de
hoogleéraar Schollen den nestor onzer Nederl.
godgeleerden. Na in korte trekken herinnerd te heb-
- ben aan den tijd, waarin Van Hengel optrad, toen
Borger; en anderen den roem der Leidsche hooge-
school handhaafden, deed hij uitkomen hoe de
- (ontslapene, rusteloos voortgaande in zijn onder-
- zoek, i den ontwikkelingsgang der godgeleerde
wetenschap steeds had gevolgd. Ook sedert hij
voor 20 jaren de welverdiende rust ontving, had
- hij onafgebroken zijne studiën voortgezet. Het was
Van Hengel bij zijn onderzoek altijd om waarheid
te doen. Doch de hoogleeraar Scholten wees er met
a nadruk op, dat Van Hengel niet eukel was ge-
weest een wetenschappelijk, maar ook een goed
man dat konden al zij ue leerlingen getuigen van
vroeger en later tijd, zijne vrienden en zij die
van hem in opvattingen verschilden. Hoewel
- gestorven, zou hij blijven leven voor allen die
hem mochten waardeeren en hoogachten.
Hierop sprak ook de emeritus predikant Knyper
- nog een woord ter nagedachtenis van dezen on-
- vergetelijken leermeester, raadsman en vriend,
waarna de zood van den overledene, de heer Van
Hengel, med. doet. te Hilversum, diep getroffen,
iu roerende bewoordingen, diealle aanwezigen
aangrepen, dauk zeide voor de hulde aan zijnen
vader bewezen en voor de bloemen van liefde
en ongeveiusde hoogachting, opzijn graf gestrooid.
Burg. en Weth. alhier brengen ter kennis van
belanghebbenden dat het Kantoor van den IJk,
thans in het Raadhuis gevestigd, voortaan te be-
- ginnen met Zaterdag den 11 den dezer maand,
zal worden gehouden in een der localen van het
voormalig Catharina-Gasthuis op de Aalmarkt,
- naast de Gemeente-Apotheek.
De dertiende tentoonstelling van bloeiende bloem
en bloembolgewassen, te houden door de veree-
3 niging; Flora van Noordwijk, in het Hof van Hol
land te Noordwijk Binnen, zal worden geopend
op Donderdag den 16den Februari en verder te
bezichtigen zijn op 17, IS en 19 Februari.
Z. M. beeft benoemd tot lid van den Raad van
Stale den luitenant-generaal J. J. Van Muiken.
De Economist, aflevering Januari 1S7I, behelst
de volgeude regels, gewijd aan de nagedachtenis
van Jhr. W. T. Sandberg.
„Sedert het verschijnen van onze laatste afle
vering werd een onzer medewerkers hier te 's-Gra-
vanhage, van wiens hand juist in het December
nummer eene belangwekkende bijdrage van
bevolking-statistiek was verschenen, Jhr. VV. Tb
Sandberg, door den dood weggerukt. Wij betreu
ren zijn afsterveD, niet alleen voor de lezers van
ons tijdschrift, doch ook voor de studie der volks
belangen in het algemeen, waaraan hij ijverig
en niet veel kennis van zaken deelnam. Een
woord van hulde dieDt hier gebracht aan de na
gedachtenis van den rechtschapen, kundigen eü
volijverigen mensch, die zich gaandeweg iu een
werkkring mocht geplaatst zien, waarin zijne
speciale richtingjiem en de algeineene zaak zeer
te stade kwam.
„W. T. Sandberg was 6 Februari geboren.
Steeds toonde hij veel lust tot wetenschappelijken
arbeid, maar zijn eenigszins zwakke gezondheid
deed het bezoeken van een universiteit voor hem
niet raadzaam achten. Hij kwam dan ook op
vrij jongen leeftijd aan het Prov. Gouvernement
van Overijsel, en na eenige jaren daar gewerkt
te hebben, werd hij, bij de oprichting der Prov.
Bureaux voor Statistiek krachtens het Kon. besluit
van 5 November 1S58 Stbl77), aan het hoofd
dier afdeeling te Zwolle geplaatst. In 1S66 werd
hij aan het Ministerie van Binnenlandsche Zaken
geroepen, eerst bij de afdeeling Medische politic.
Hier nam hij ijverig deel aan de werkzaamheden
tijdens de veeziekte. Niet lang daarna werd hij
bij de afdeeling Armwezen overgeplaatst, en in
die betrekking bewerkte hij (uaar wij meenen,
bij tijdelijke ongesteldheid van den chef dier
afdeeÜDg), de voordracht tot wijziging der wet
van 1854 op het armbestuur, een goed doorwerkt
ontwerp en memorie, zeker niet een der minste
welke in den laatsten tijd werden geleverd.
„Een nuttige werkkring is met zijn overlijden
weder gesloten, maar ook buiten zijn ambtsbe
zigheden, waaraan hij veel tijd wijdde, besteedde
hij zijn beschikbare oogenblikkeu meest aan sta
tistische studiën, vooral van bevolkings statistiek.
Daarvan getuigde reeds, gedureude eenige jaren
vóór zijn vertrek naar 's-Gravenhage, de redacti
van het jaarboekje der provincie Overijsel. Ook
waren door hem, gezamenlijk met den heer Van
Deventer, verschenenEuu memorie betreffende de
geldmiddelen der provincie Overijssel, met belang-
rijke overzichten van 18221860, alsmede een
soortgelijk werk over de geldmiddelen der Over-
ijtselsche dijkbesturen. Voorts droegeü het Tijdschrift
van Staathuishoudkunde van den heer Sloet tot Old-
huis, en de Economist, benevens het Slaatk. en
Staat huis h. Jaarboekje van de Vereeniging voorsta-
tisliek, menig blijk van zijn voortdurende werk
zaamheid. Men zie bijv. Jaarboekjes 1861 en 1862,
overzichten van inrichtingen tot leniging van ar-
moede 185159. Jaarb. 1862 pag. 72 Statistiek
van scholieren der armeninrichting te Zwolle. Jaar
boekje 1S65, pag. 360. Critiek vaD het Regeerings-
verslag over de openbare werken. Voorts: Alge
meen overzicht, Critiek der Prov. verslagen, in
Jaarb. 1863. Sloets Tijdschrift v. Staathuishoudkunde
had van zijne hand, Levensduur en sterfte in
Overijsel, de drie grootere steden en het platte
land. 18e deel, de stuk. Een woord over Susz-
milch, in betrekking tot de verhouding tusschen
de sterfte op iederen ouderdom, 19e deel,-te stuk.
Uitkomsten der 4de tienjarige volkstelling van
31 December 1859, 24e deel, 6e, 7e, en 8e stuk.
„Ons tijdschrift ontving aan bijdragen Statis
tiek van den echtelijken staat iu Nederland, Bij
blad Economist 1S66, pag. 579. De huwelijken naar
den burgerlijken staat. De huwelijken naar den
ouderdom, Bijblad 1867, pag. 445, en Econ. 1868,
pag. 1164. Voorts sterfteverhoudingen in Neder
land, Econ. 1869, pag. 1205. De getalsverhouding
der beide geslachten, Econ. 1870, pag. 1225.
„Als chef van het Prov. Statistisch Bureau in
Overijsel gaf hij in een kleine afzonderlijke bro
chure zijne bedenkingen over de „werking en
uitvoering der wet van 2S Juni 1864 tot regeling
van het armbestuur," (Zwolle, Erven Tijl 1862.)
Met kraclit kwam hij daarin op tegen het schier
onvermijdelijk misbruik van het restitutiestelsel,
hetwelk hij als een hoofdbezwaar der wet be
schouwde. Het mocht hem dan ook gegund zijn,
nagenoeg als laatste arbeid, aan de verbetering
dier wet te werken.
„Saudberg was bescheiden van aard, eu zijn
literarische arbeid was niet van die soort, die
sterk de aandacht trekt, doch hij bezat de ver-
eiscliten van den waren statieus, vereischten die
men niet vaak vereenigd aantreft; veel scherp
zinnigheid in het ziften en waardeeren der fei
ten, een stalen ijver in de volvoering van den
arbeid, en vooral een groote waarheidsliefde, die
hem de statistiek hoogelijk deed op prijs stellen,
waar zij de voorstelling geeft der werkelijke toe
standen, maar hem dan ook tevens, met recht,
lsag deed neerzien op de slordige wijze, waarop
soms de données voor dé groote officieele statis
tiek door gemeentebesturen of ondergeschikte
ambtenaren worden verstrekt.
„Hij kon zeggen: „nourri dans Ie sérail, j'encon-
noii les détours," en juist daarom was hij zeer op
zijne plaats aan Binn. Zaken, alwaar het criti-
sche oog en de practische leiding zoo noodig zijn
om de officieele statistiek te doen geven wat zij
behoort te geven nl. steun eri leiddraad voor wet
geving en administratie."
•aan 's konings huis bewezen. Het toezicht over
dat archief is voorts, ad interim, opgedragen aan
's konings adjudam en particulier secretaris, den
kolonel A. E. Mansfeldl.
De Slesische Zeitung bericht, dat Prinses Marianne
der Nederlanden de huisgezinnen op hare bezit
tingen iu Silezië, wier broodwinners bij de land
weer of in reserve ten oorloge trekken moesten
van brandhout laat voorzien, waartoe reeds een
groote voorraad is uitgedeeld. Aan de provinciale
vereeniging tot verpleging van gewonde en zieke
krijgslieden schonk zij opnieuw eene som van
3000 thaler (/'5400) en reeds verscheidene malen
droeg zij van het hare bij, om verschillende plaat
selijke vereenigiDgen te helpen, vooral waar deze
zich de ondersteuning van landweermannen ten
doel stelden.
De Staatsraad honorair Groen van Prinsterer,
is op zijn verzoek eervol ontheven van het toe
zicht over 's konings huis-archief onder bijzondere
dankbetuiging voor de vele en gewichtige diensten,
door hem in die betrekking aan den koning en
Gisteren is te 's-Gravenhage aangekomen de
heer John. Lothrop Motley, laatstelijk buitenge
woon gezant en gevolmachtigd minister van de
Vereenigde Staten vaü Noord-Amerika bij het
Hof van St.-Jumes. De beroemde historieschrijver
is van zijne dochter vergezeld en heeftop liet bui
tenverblijf Het kleine Loo Zijn verblijf gevestigd.
Door de Kamer van Koophandel en Fabrieken
te Amersfoort is aan de Tweede Kamer der Sta-
ten-Geueraal een adres gericht, waarbij wordt
aangedrongen op eene spoedige behandeling en op
aanneming van het ontwerp van wet tot Ontei
gening der perceeleo, noodig voor den aan de
Uoll. IJzeren Spoorweg-Maatschappij geconcessio-
ueerden spoorweg van Amsterdam over Hilver
sum naar Amersfoort, met zijtak van Hilversum
Daar Utrecht. TeveDS is van dat adres een af
schrift aan den Minister van Binnenl. Zaken op
gezonden.
Het gemeentebestuur van Amersfoort hééft dien
aangaande ook een adres aan de Tweede Kamer
gericht, en daarin gewezen op de groote behoefte
aan den bedoelden spoorweg voor het verkeer
van den handel, niet alleen voor de gemeente,
maar ook voor het algemeen, waartoe de her
haaldelijk aangevraagde eoncessiën ten bewijze
strekken. Waarbij tevens wordt opgemerkt, dat
een tweede spoorwegverbinding met Duitschland
en een kortere spoorwegverbinding met het Zui
den en Amsterdam, welke daardoor tot st&nd
komen, vaD onberekenbaar gunstige gevolgen
voor het algemeen belang zullen zijn. Biet het
oog daarop vraagt het gemeentebestuur of niet
iu deze, waar het zulke overwegende belangen
geldt, alles behoort te worden aangewend om
de daartegen uiteen militair oogpunt aangevoerde
bezwaren, uit den weg te ruimen. Zonder aan
het bestaande plan der spoorwegverbinding te
kort le doen en verzoekt derhalve de kamer door
een spoedige aanneming van het ontwerp, en door
het besluit dat de staat die lasten zal dragen welke
door den aan te leggen spoorweg ten behoeve der
militaire defensie ontstaan, te willen medewerken
tot het in stand komen van deze zaak.
DE FAiMILIE-JUWEELEN.
(Novelle naar het Hoogduitsch).
Vervolg.)
Die: gemeenschappelijke avondgebeden woon
ik eohter nimmer bij, vader, nooit. Het is mij
met zevenentwintig jaar te laat om mij lot zoo
danige richtiDg te bekeeren, en ik bewonder de
rekbaarheid van uw geest, die op 54jarigen
leeftijd uog buigzaam genoeg is dit te kunnen
doen."
De president wierp een blik vol haat en
nijd op zijn stiefzooD, maar antwoordde dadelijk
daarop met bedaarde stem: „Bewonder liever
Gods-igenade, die mij verlicht heelt en laat ons
hopen, dat ze ook tot u nog kome. Ik geef ten
minste de hoop zoo spoedig niet op dat zou een
slecht herder zijn, die een verdwaald schaap dade
lijk als verloren beschouwdt."
uJa, laat het aan de tijd over," viel de presi
dentsvrouw die wellicht eene onaangenamen
wending van deD twist vreesde, hen op smeeken
den tooD in de rede. „Mijn lieve hemel, is dat
dan ook een gebed, als men daarover twist? Ik
en mijn zaligen echtgenoot hebben er nooit een
woord over verloren, wij zijn naar de kerk ge
gaan, zoo als men weet, hebben gebeden zoo als
het behoort, en konden het altijd met onzen lieven
Heer goed vinden."
Een bestraffenden blik van haar man deed
haar ophouden.
„Ik ken uw geloof, uw gebed, uw woorden
die zich ook in goede werken openbaren," maar
in uwe woorden, mijne lieve vriendin zoude ik
meer ernst en waardigheid wenscheD. Ik verzoek
u dus, mij alleen inet mijn zoon over dit onder
werp te laten spreken. Al is mij ook het geluk
ontzegd, Felix, u den zoon mijner onvergetelijke
vrouw als een broeder in Christus lief te hebbeD,
zoo zult gij mij toch altijd welkom zijn, De ge
nade des lleeren is groot, ik hoop, dat ze ook
tot u komt"
Afkeer en verachting sloten Felix's lippen, hij
kon den president niet zeggen, dat hij niet terug
wilde komeD, hij had dan tevens zijne zuster
moeten verlaten, die hij hartelijk lief had en
daarom knikte hij kort en zwijgend met het
hoofd. Maar zijne stiefmoeder drukte hem de haod
met een warmen hartelijken handdruk, hij drukte
het kleine meisje dat juist weer binnen trad, on
stuimig aan zijn hart, en verliet de kamer.
De volgende dagen werden in aanspraak ge
nomen, door het zoeken naar eene geschikte wo
ning daar Felix een vijand was van het leven
in een hotel. De heer Radauer, zijn getrouwe
helper, spaarde daartoe geen moeite en het toe
val of de bankier wilde, dat de eenige voor hem
geschikte woning vlak bij zijn eigen huis lag.
Het was eene. elegante, ruime woning, als voor
een kunstenaar gemaakt en het raam van een
kabinet, dat zich naast het atelier bevond, zag uit
in den kleinen fraaien tuin van den heer Ephraim
Radauer.
De vriendelijke man was buiten zich zelve
van blijdschap over zijn nieuwen buurman en
Rosalie scheen ook verheugd, hoewel zij voor
hare gevoelens niet zoo rondborstig uitkwam als
haar vader. .ostodsny ïsidla nsniia
Ging zij vroeger bijna dagelijks naar hun land
goed waar zij des zomers dikwijls dagen en we
ken bleef, zoo scheen zij op eens een bepaalde
voorliefde voor den kleinen tuin in de stad te
hebben, en men kon haar, als het weder het toe
liet, daar nagenoeg op alle tijden van den dag
vinden. Daar las, daar werkte zij, zij ontviDg er
zelfs bezoeken harer vriendinnen, en zocht door
zingen en lacbeD, Felix zoo dikwijls mogelijk aan
hare nabijheid te herinneren. Het duidelijk tege
moetkomen van het schoone meisje liet deze dan
ook niet zoo koel eD hij was meer in het kabi
net en aan het venster, dan juist noodig was. Hij
groette en glimlachte naar beneden, opende eerst
zonder opzet, toen meer en ongeneerder het ven
ster, en praatte met haar, tut dat langzamer
hand uit het koketteeren een teedere verstand
houding onlstODd, die wel is waar vooreerst niet
verder dan woordenwisseling eu groeten ging.
Voor de eerste maal gebruikte Felix etdielee-
dere oplettendheid die hij anders tegenover vrou
wen en meisjes zoo zeer in het oog hield, eu
Rosalie scheen dit nog minder te gevoelen, dan
hij zelf dit in bedaarde oogenblikkeu deed. Er
lag iets Lichtzinnigs in hare wijze van hem te
gemoet te komen, dat het waas der reinheid van
haar innerlijk wezen uitvvischte,den adem der jonk
vrouwelijke lieftalligheid, die het schoonste 6ieraad
der vrouw daaraan ontnam den sleun zelfs tegen de
wildste en ontembaarste begeerten en wensclien
van den man, waarvoor zelfs de ruwste onder hen
zich buigen.
Het gezellige leven in Radauer's huis was eeu
zeer bont en veel bewogen, en Rosalie onder
steunde getrouw de pogmgeu baars vaders, om
zijne salons met allerlei personen van rang en
aanzien te vullen, zelfs wanneer dit ten koste