Liever zien we beschouwingen als die van het Noorden en van het Vaderland. Zij streven althans naar een praktisch doel, al staat het vast dat dit doel gemakkelijker te bespreken is dan uit te voeren. Het Noorden behelsde een tweede artikel over de leering die we uit den tegenwoordigen oorlog moeten trekken, dat verbetering van ons leger noodzakelijk is. Gelijk we dezer dagen uit de strekking van het vorig artikel opmaakten, komt het Noorden wer kelijk er nu open en rond voor uit, dat om af doende verbeteringen in het leger te brengen, gebiedend noodzakelijk is, algemeene dienstplichtig heid en reorganisatie van de schutterij. Het Vaderland ziet eveneens in de militaire quaestie het zwaartepunt van den dag. Het moge uit de onderstaande regelen die het blad heden behelst blijken: „De Staats-Courant bracht gisterenavond het be richt dat de loopende geruchten van het ontslag van den Minister van Oorlog bevestigde. Dat wij de aftreding van den heer Booms met veel leedwezen te vermelden hadden, behoeven wij niet te betuigen. Hij behoorde onder die le den van het Kabinet, die er eene zeer groote kracht aan bijzette. Zoowel bij militairen als niet- militairen vond deze Minister alom het vertrou wen, dat zijn erkende kunde, zijn antecedenten, zijn werkzaamheid hem waarborgden, en dat een allereerste vereischte is voor den man, ge roepen om in de tegenwoordige tijden de zoo hoogst gewichtige quaestie van 's lands verdedi ging op te lossen. Nederland weerbaar te maken; aan de bevol king bovendien het bewustzijn te geven dat haar onafhankelijkheid ook op militair gebied kan worden gheandhaafd, ziedaar de zware taak, aan een Nederlandschen Minister van Oorlog door de omstandigheden opgedragen. Men meent te weten, of men gelooft althans dat op dit oogen- blik ons vaderland niet in 't minste beveiligd is tegen overweldiging, men beschuldigt het krijgs- bestuur van verwaarloozing der defensie sedert jaren her, van onnutte verspilling der vele mil- lioenen, die de Statcn-Generaal sedert zoo langen tijd telken jare met bereidwilligheid voor de organisatie van 's lands verdediging toestonden. De Minister van Oorlog, vooral die in een Ka binet Thorbecke zitting nam, nam de verplichting op zich om hetzij de vrees te doen bedaren door aan te toonen dat al die beschuldigingen over dreven waren en de verdediging des lands met de bestaande middelen met zeer goed gevolg kon worden ondernomen, hetzij duidelijk aan te wijzen wat ontbrak en hoe er verbeterd moest worden. Van Booms wist men dat óf bet een óf het ander verwacht kon worden. Hij was niet de man, om, aan allerlei invloeden toegevende, de gebreken voorbij te zien en met zijne verant woordelijkheid te transigeeren, maar hij was de man om desnoods impopulariteit en misbaar te trotseeren en voor te stellen wat naar zijn over tuiging geschieden moest om Nederlands weer baarheid te volmaken. Niemand, zelfs zijn tegenstanders niet, dachten er aan op Booms de woorden uit het treurspel toe te passen: Here prattle without practise Is all his soldiership;" ieder wist dat hij was een krachtig, bekwaam en practiseh man, die in den afgeloopen zomer de werking van ons tegenwoordig defensiestelsel en de de deugden of gebreken onzer militaire organisatie van nabij had leeren kennen. Zulk een man uit een Ministerie te zien treden, om de noodlottige reden van gezondheidszwakte, ziedaar wat ons, met het oog op 's lands belang, hard valt. Hopen wij slechts dat de heer Engelvaart eer lang aan de natie en aan het parlement de over tuiging geven zal, dat hij alle vereischten bezit om een waardig opvolger van den heer Booms te zijn, en dat hij een even algemeen vertrouwen verdient als zijn voorganger." BINNENLAND. Amsterdam, 28 Januari. Burgemeester en Wet houders alhier hebben in eene kennisgeving doen weten, dat zij, het wenschelijk gerekend hebben, de verspreiding der kinderziekte zooveel mogelijk tegen te gaan en daarom eene commissie benoemd hebben onder den naam van commissie tot bestrij ding der koepokepidemie, bestaande uit 10 leden met deD burgemeester als voorzitter, en herinneren daarbij tevens de ingezetenen aan eenige bepa lingen der algemeene politie-verordeningen voor Amsterdam, vastgesteld 18 Aug. 1869 betreffende de desinfectatie-middelen bij lijken van aan besmet telijke ziekten overledenen, het begraven in de kleederen waarin de overledene gestorven is of anders het verbranden of begraven derzelve en het vervoer der lijken naar de begraafplaatsen, en aan de boeten voor den overtreder van een dier bepalingen. '6-Gravenhaqe, 28 Januari. Alhier zijn tusschen eergisteren- en gisterenmiddag 4 uren, 31 personen aangegeven, als door de pokken aangetast. Bij de gisterenavond gehouden herstemming, door de aandeelhouders van het Koninklijk Zoölo- gisch-Botanisch Genootschap te 's-Gravenhage, zijn gekozen tot leden van den Raad van Commissa rissen, de heeren: Mr. H. A. Piepers met 75 stem men, Mr. J. C. Rasch met 65, G. J. G. baron Van Hardenbroek met 63, F. M. v. d. Wulp met 63, Mr. H. J. Soury met 62 en A. baron v. Verschuur met 57 stemmen. De presentielijst was geteekend door 98 aandeelhouders. Dordrecht, 27 Jan. In de eergisteien gehouden zitting der Kamer van Koophandel en Fabrieken is o. a. besloten, bij den tegenwoordigen Minister van Binnenlandsche Zaken terug te komen; op de aan den Giand Central Beige verleende ontheffing van de verplichte winterdienst tusschen den Moer dijk en Rotterdam, op grond dat die ontheffing in strijd is niet alleen met do concessie, maar ook met de bepalingen van het internationaal tractaat, in 1852 tusschen Nederland en België gesloten, omtrent de spoorwegverbinding tusschen Antwerpen en Rotterdam, en daarbij tevens te wijzen op het nadeel, dat Dordrecht in het brie- venverkeer daardoor lijdt. Bero-Aïibacht, 27 Jan. Eergisterenavond werd alhier, omstreeks kwartier over vijven, het vol gende luchtverschijnsel waargenomen. Bij een dikke, zoogenaamde sneeuwlucht, vertoonde zich plotseling in het oosten, laag bij den horizont, een vuurbol, ter schijnbare grootte van een thee. schotellje, welke zich met tamelijke snelheid in een schuine richting naar beneden bewoog en zich toen plotseling in verscheidene kleine vuur- bolletjes of vallende sterren oploste. Utrecht, 27 Januari. Den 26sten dezer zijn alhier ten stadhuize 27 pokzieken aangegeven. Gisteren was de toevoer van koopmansgoe deren aan de Staatsspoor nog zoo groot, dat de gewone treinen niet voldoende waren, om ze naar de plaats hunner bestemming te brengen, terwijl mede veel vee ter verzending aanwezig was. Aanhoudend liepen er extra-treinen van en naar Noord-Brabant; het meerendeel was voor België bestemd. In weerwil der overgroote drukte, heerscht er de grootste orde. Apeldoorn, 27 Januari. Gisterenvoormiddag is brand ontstaan in de papierfabriek van den heer F. Palm, in de buurtschap Uchelen onder deze ge meente, tengevolge waarvan de fabriek en het woonhuis een prooi der vlammen zijn geworden door gunstigen wind en de hulp der aanwezige brandspuit zijn de belendende fabrieken van Koldewijn en Kamphuis voor schade bewaard gebleven. De oorzaak is onbekend, en de fabriek en onroerende goederen, tegeD brandschade ver zekerd. Deventer, 27 Januaren. De Noord-Hollandsche post is eergisteren in 't geheel hier niet aange komen; die uit Zuid-Holland eerst te halfzeveu des avonds. De postkar van hierop Utrecht brengt nog altijd de pakketten uit Holland voor Deventer mede, niettegenstaande herhaaldelijk aan de post administratie onder het oog is gebracht, dat, zoo deze per Centraalspoor naar Zwolle, en van daar den volgenden dag te 7 uren per Staatsspoor werden verzonden, wij reeds hier te 8 uren in het bezit daarvan zouden zijn. Thans is men hier nog steeds afhankelijk van het gunstige of ongun stige weer dat de postkar ondervindt. Men ver langt zeer dat door den Minister van Financien hierin eene spoedige verandering zal worden gebracht. Groningen, 27 Januari. Waren de gevallen van pokziekie de laatste 14 dagen hier menigvuldig en vaak 10 en 12 per dag, thans is die toestand veel gunstiger. Gedurende de laatste dagen kwamen slechts 2 a 3 nieuwe gevallen voor. Ongeveer 15 pCt. der aangetasten zijn gestorven. De vaccine en revaccine is hier zeer menigvuldig. Er zijn doctoren die van 1000 tot 2500 ingeënt hebben. Ooststellingwerf, 27 Januari. De burgemeester dezer gemeente heeft den hoofdonderwijzers ver zocht, hem ten spoedigste opgave te doen, hoeveel zij genieten als koster en voorzanger, alsmede welke salarissen zij hebben voor 't waarnemen van aodere betrekkingen. Men beweert, dat deze missive uitgevaardigd is op verzoek eener hoogere autoriteit, die hoe langer hoe meer overtuigd wordt, dat er in de tractementen der hoofdonderwijzers, langs welken weg dan ook, verbetering moet komeD. 's-Hertogenbosch, 28 Januari. Door den Com missaris des Konings in de prov. Noord-Brabant is een circulaire aan de gemeentebesturen gericht, waarin, naar aanleiding van eene mededeeling van den inspecteur voor het geneeskundig staats toezicht in de prov. Noord-Brabant en Limburg, dat zich in eenige gemeenten der provincie ge vallen van pokken beginnen voor te doen, de aandacht gevestigd wordt op de vaccine en her vaccine, die in vele gemeenten zeer zorgeloos en in andere gemeenten volstrekt niet plaats heeft, met de uitnoodiging teveus, de geneeskundigen te herinneren aan de stipte naleving van art. 6 der Wet vau 1 Juni 1865, Staatsblad n'. 60, welk arti kel, alhoewel gebiedend, door velen niet wordt nagekomen. Bergbn-op-Zoom, 28 Januari. Naar men ver neemt is op het door Burg. en Weths. dezer ge meente aan den Minister van Oorlog gerichte ver zoek, om alhier cavalerie in bezetting te stellen, af wijzend beschikt, als zijnde de stalling der paarden en het kazernement der troepen onvoldoende geacht en bevonden om hierop verder aan te dringen. INGEZONDEN. In het Vaderland van Zaterdag 28 Januari wordt een klacht aangeheven over het laat verschijnen van het officieel verslag der Gemeenteraadszit tingen in de Residentie. „Vooral op dit oogenblik, „nu drie volle dagen na de laatste zitting niet meer „dan een halfvel in het licht is verschenen enz. enz." Neen, dan zijn wij Leidenaars er beter aan toe. Hier is acht volle dagen na de zitting nog niets verschenen. Er is ook altijd meester boven mees ter. Nu zijn er al snelschrijvers en snelpersen, al9 daarbij nog andere snelheden worden uitge vonden, kan er best een maand mee heengaan. L. N. (Meerendeels dragen daarvan noch uitgevers, noch snelschrijvers de schuld. De oorzaak moet men veeleer bij de raadsleden zoeken. Zij ont vangen de copie ter inzage en zenden haar niet allen even spoedig terug. De eeD houdt er van in de copie te zetten, wat hij niet gezegd heeft, een ander die niet goed kan spreken, maar han diger met de pen is, maakt van enkele woorden eene redevoering, en zoo dragen onderscheidene omstandigheden er toe bij om het verslag niet op zijn tijd te kunnen uit te geven.) Red. Brieven uit Gouda. Mijnheer de Redacteur! Hetgeen ik op het laatst van mijn vorigen brief beschreef, dat tooneel van verwarring op de tij ding van den naderenden vloed, die zijne dijken verbroken heeft, is geene schepping mijner ver beelding, maar het verhaal dat ik in mijne kinds heid reeds hoorde van mijne ouders, die in 1808 alles door de overstrooming verloren, en na een jaar gehuwd geweest te zijn, door den water vloed volkomen alles verloren hebben en Gelder land moesten verlaten om elders brood te zoeken. Het is echter ook het verhaal van ooggetuigen bij latere ongelukken van dien aard, en waar schijnlijk was het hetzelfde reeds voor eeuwen. En toch zijn er geen maatregelen genomen om de ongelukken te verminderen om de gevolgen der overstroomingen minder schadelijk te maken. Wij erkeonen het Nederlandsche volkskarakter daarin niet, dat anders zoo voorzichtig de onge lukken vooruit ziet en de schadelijke gevolgen tracht te verminderen, voordat de nood aan den man is. Voor zoo ver ik weet, zijn de weinig afdoende pogingen om ijsdammen door mijnen te doen springen, en de werking der schroefstoom- booten bij die gelegenhedende eenige middelen die de wetenschap onzer dagen heeft in het werk gesteld om tegen watersnood te werken. Ik geloof echter dat er verscheidene maatregelen konden genomen worden om die landplaag min der verwoestend te maken. Wanneer wij de streken doorreizen die door onze stroomen bespoeld worden zien wij met verbazing een groot, een zeer groot getal wonin gen buitendijks gebouwd, waarin de bewoners gerust slapen zonder te bedenken dat zij ieder uur in levensgevaar kunnen verkeeren, dat hun buurman, de stroom, die daar zoo gerust en stil zijne wateren naar zee zendt, als hij toornig wordt, al die stulpen in een oogenblik van razernij kan vernietigen. Deze onvoorzichtigheid is verbazend, maar is het niet nog meer te verwonderen dat de regeering niet te velde trekt tegen deze on voorzichtigheid. Wij zien in de steden bepalingen maken over de wijze van het bouwen der woningen. Hier mag geen huis gebouwd worden of het moet zoo of zooveel dicimeter boven de straat gezet worden, dé.ar mag geen woning kleiner zijn dan zekere opgegeven maat, elders mag niet gebouwd worden of de gebouwen moeten achteruit gezet worden ten einde ruime, luchtige en gezonde straten te bekomen op andere plaatsen weder worden de bewoners genoodzaakt de sloten te laten rioleren. Dat zijn in den regel saniteits maatregelen. Zou men op dezelfde wijze geene po gingen kunnen aanwenden om de bewoners voorde watervloeden te beschermen. Zouden de gemeente raden geene bepalingen kunnen maken die de menschen beletten zoo roekeloos hun leven en hun vermogen in de waagschaal te stellen? Zou men niet met evenveel recht kunnen verbieden andere dan vloedvrije woningen te bouwen?dan toch zouden met der tijd het getal der niet vloedvrije woningen verminderen en eindelijk geheel op houden te bestaan. Ik begrijp wel dat de groote zwarigheid daarin bestaat dat het daarstellen van vloedvrije huizen zeer kostbaar is, maar ik geloof dat de regeering de eigenaars kan te hulp komen op eene wijze, die niemand zou hinderen, en die reeds tot gewoonte is geworden. Men zou b. v. een huis dat vloedvrij gebouwd wordt 10 jaren langer vrij kunnen laten van het betalen van grondlasten, dan andere nieuwe woningen. Men zou deze vrijheid kunnen vermeerderen voor huizen die thans niet vloedvrij zijn maar dit in herbouw worden. Misschien zou men- op andere wijzen het daarstellen van vloedtifFS woningen in de hand kunnen werken. Deze maatregel, zal men mij toevoegen, jjKS goed zijn om na verloop van jaren heilzaa^® werken, zij is niet geschikt om het nadere''10 gevaar te bezweren. Ik erken dit gaarne, n,00^ het is tevens waar, dat onze tijdgenooten errs de vruchten van zouden trekken als men i^at 50 jaren daarmede begonnen was, dat Onze^ j komelingen er de vruchten van zullen ook, i c ten als men er in onzen tijd mede begint, en j hoe later men er mede begint hoe minder naen schen er nut van zullen trekken. Hoevele zaken zien wij niet tot stand ko:aee die onze voorouders, wat zeg ik, die wij z,.a voor een betrekkelijk klein getal jaren voorln' mogelijk hielden. Beschouw die reusachtige gen die over de Lek, de Linge, de Waal Maas en den IJsel liggen, die ijzeren klui^.^ die de stroomen geboeid houden, die met hul woede schijnen te lachen. Zou men dat vn^i mogelijk gehouden hebben? Wie had ooit kljj ncn denken dat men het wagen zou het if landsche Diep te overbruggen, welnu dat gebt.,,^, Kapitalen hebben die wonderen gewrochl,.|oe hebben dit ten voordeele van handel en niji heid gedaan, maar zou men diezelfde gewroet on niet kunnen bezigen om de kwaal te gene: waaraan het Vaderland sedert zijne wording liji De spoorbaan, die van Utrecht naar Boxtel lce doorsnijdt die landstreken, die ten allen tijde'00 meest van het water te lijden hebben gehad. fz0 baan, die bruggen, die paleizen welke er op .ad bouwd zijn, zijn voor penningen van den Sr0' daargesteld, zij zijn Lands eigendommen. I men die niet door er eenig geld meer aan te:'^r steden tevens nuttig kunnen maken tot toevlud!61 oord voor de bevolking in tijden van watersno; De spoorbaan ligt zeker hooger dan het wsi33' komen kan, daarheen zullen vele menschen vlu:ï{ ten als er watersnood komt. Zou het geen :'n' schikte maatregel zijn als men de statiousgeb,^ wen tot dat einde eene zeer groote uitgebreidhi0* gaf als meD iedere wachterswoning zoo ru'e maakte dat een groot aantal menschen in tij.:'0* van nood daarin, al was het maar voor kon 1 tijd, konden geborgen worden. Is daartoe v' een geschikter plaats dan een spoorbaan \vtW men met spoed en weinig gevaar hulp kan br;Z° gen, van waar men de hulpeioozen in zeer kort*' tijd naar veilige verblijfplaatsen kan voeren? 66 In een volgenden brief, dien ik u spoedig ho te zenden, zal ik verder over deze zaak spreke De V. 5 BUITENLAND. n< Fra.nlt.1-4i lx. Op het telegram van de Times dat er onderhs"1 delingen tusschen Favre en Bistnarck word1."** gevoerd over de capitulatie van Parijs, liet l'a city-orgaan des anderen daags eenige besche' wingen volgen, waarin ook deze voorkomen: „Met de capitulatie van Parijs sluit een gr» bedrijf van het drama des oorlogszal het o het eind van den oorlog zeiven zijn? Wij gelo ven dat Bismarck op dit oogenblik zoekt nog/r meer van Favre te verkrijgen dan de overga' der hoofdstad; in zijne jongste nota aan Far>t zien wij eene aanduiding der bedingen die 1 thans zoekt tot grondslag der te treffen schikkil te maken; hij zegt aan Favre, dat hij iets m»s is dan het hoofd van het Parijsche Bewind; 4 hij de ziel is van het gouvernement van nations^ verdediging; dat Favre moet capituleeren, ns| in den naam van Parijs alleen, maar in Fran rijks naam, en dat hij zijnen invloed behoorta:n te wenden om Gambetta en het in Bordeaux^ vestigde bewind insgelijks tot capitulatie tedrijg gen. Natuurlijk zal Favre dit weigeren, zeggen: dat hij en zijne Parijsche ambtgenooten, vruc teloos beproefd hebbende de hoofdstad te verdl digen, geen recht, geene bevoegdheid noch «j macht hebben om verbindteoissen aan Frankrq, op te leggen: maar alsdan heeft Von BismaL51 een ander wapentuig gereed. Hij zal aan Far>g zeggen dat hij gisteren (den 24sten) van Ii_ zerin Eugénie, met de volle toestemming Keizer Napoleon, eene volledige toetreding L zijne vredes bedingen verkregen heeft, endatFafi:' en diens ambtgenooten nu een van deze moeten kiezen: zwichten en eene kans voor ij- republiek behouden, of de bedingen afslaan (q het Keizerschap zien herstellen. In geval Fan alsdan nog weigerachtig blijft, zal Bismarck buik,! staat zijn meer van hem te verkrijgen dan otj voorwaardelijke overgave der hoofdstad, waarmetj alsdan de ouderhandelingen tusschen Bismari. en Favre heden (den 25steu) of morgen zulk- moeten besloten worden. „Alzoo in het bezit van de hoofdstad en ri de toetreding der Keizerin Eugénie zijnde, t> Bismarck vervolgens met Gambetta en het ws[ vrije deel van Frankrijk te doen hebben; en wel, licht zal hij alsdan aan Gambetta, gelijk eer.'* aan Favre, de keuze geven tusschen zwichten me kans op behoud der republiek, of afslaan met b vooruitzicht op wederoprichting van den Keize-'1 lijken troon. Dit nu zouden wij den heer Vo-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 2